#Altaj

2025-02-14

[05:45] In gesprek met de Noordzee: deze schrijver zoekt de stem van de natuur

De natuur wordt uitgebuit omdat de mens haar niet als volwaardige partner ziet. Als we die relatie radicaal willen verbeteren, hebben we een andere taal nodig, vindt bioloog Arita Baaijens. In haar nieuwe boek gaat ze op ontdekkingsreis – te voet, te paard en per kameel. Foto door Marijn Smulders (voor De Correspondent)
Je zou het leven van Arita Baaijens (Ede, 1958) als één lange reis kunnen beschouwen – letterlijk. Altijd op weg naar een plek waar ze zich kan onderdompelen in de omgeving, volledig kan opgaan in de natuur. Dat is thuis zijn voor haar.
Vanuit Ede op de Veluwe, ging het via IJmuiden naar de woestijn van Egypte. Ze leefde er gedurende een periode van twintig jaar vaak praktisch alleen. Dat wil zeggen, in het gezelschap van een paar kamelen. Toen vond ze een nieuwe passie in de Altaj, een vrijwel verlaten gebergte in het grensgebied van Siberië, Mongolië, China en Kazachstan. Daar veranderde alles. Toen weer terug naar Nederland, de polder. Gedreven door een tomeloze nieuwsgierigheid die wel ongeneselijk lijkt.
De levenslange tocht levert ook dit besef op: we moeten toe naar een wezenlijk andere omgang met de natuur, die wij vanuit een schrijnende achteloosheid en hooghartigheid aan het vernietigen zijn. Neem de Noordzee, die wordt geplunderd en vervuild. Windmolenparken die het ecologische evenwicht verstoren. Wat er nodig is, volgens Baaijens, is een nieuwe verstandhouding, waarbij je de Noordzee ziet als gesprekspartner. In haar laatste boek, In gesprek met de Noordzee, onderzoekt ze daarom de mogelijkheid om te solliciteren als woordvoerder van de Noordzee. Vermakelijk, zeker, maar ook intrigerend. En noodzakelijk. Ze moet een nieuwe taal leren spreken. En misschien moeten we dat allemaal wel. In het werk van Baaijens is het de poëzie die te hulp schiet. Niet voor niets moet ik soms denken aan de taal van de (middeleeuwse) mystici. Ook die moesten woorden vinden voor onbeschrijfelijke ervaringen. Het genot deel uit te maken van één groot bezield verband, even euforisch als angstaanjagend. Je komt immers op een punt waarop je jezelf dreigt te verliezen. In dit gesprek probeer ik de hele route in kaart te brengen, de belangrijke ontdekkingen en ervaringen. In zekere zin is ze terug bij af. Want voordat ze de sprong in het diepe (van de woestijn) waagde, werkte ze als milieubioloog bij de gemeente IJmuiden aan Zee. Op De Correspondent praten de auteur, experts en ervaringsdeskundigen samen verder over dit artikel. Log in om mee te praten. (Alleen voor leden).
Nog geen lid? Steun onze missie om jouw nieuws van context te voorzien en sluit je hier aan.
Wil je eerst kennismaken met onze verhalen? Schrijf je dan in voor de proefmail en ontvang elke zaterdag een artikel in je mailbox.

open.decorrespondent.nl/15880/

#AritaBaaijens #MarijnSmulders #DeCorrespondent #Ede #1958 #één #IJmuiden #Egypte #twintigjaar #Altaj #Siberië #Mongolië #China #Kazachstan #Nederland #Noordzee #Baaijens #euforisch #gemeenteIJmuiden #Zee #zaterdag

2024-10-27

2x Animal Style

“Animal Style” uit Siberië (Musée Guimet, Parijs)

Wie begint op de Hongaarse poesta en de Donau volgt, komt bij de Zwarte Zee. Daar begint de Pontische vlakte. Die strekt zich uit naar het oosten, tot voorbij de Kaspische Zee, tot aan het Altaigebergte. Even verderop begint de Siberische steppe, in een grote boog boven Mongolië, bijna tot Korea. Anders geformuleerd: er is een vrijwel onafgebroken, eindeloos lange zone van grasland dwars door Azië en oostelijk Europa.

Steppenomaden

In de Oudheid was dit het gebied van de steppenomaden. Als we het hebben over Centraal-Eurazië, heet dat “centraal” omdat de nomaden het centrum vormden van een wereld waarin de schrijvende volken de periferie vormen: China, Tibet, India, Perzië, Anatolië, Griekenland, het Romeinse Rijk. Steeds opnieuw ontstonden in dit centrum nieuwe groepen, die doorgaans van oost naar west trokken. De verklaring daarvoor is dat de regio van Siberië en Mongolië erg droog is, en dat de weiden naar het westen toe steeds groener werden. De Altaj is de enige hindernis, en ik heb me laten vertellen dat de valleien groen en vruchtbaar zijn en makkelijk te passeren.

U zou verwachten dat in deze uitgestrekte zone, waar de mensen eindeloos heen en weer trokken en contact onderhielden over grote afstanden, ook culturele beïnvloeding mogelijk was. En in die verwachting wordt u niet teleurgesteld. Die volken hadden allerlei overeenkomsten en dat zie je ook in de zogeheten “Animal Style”: steeds zien we dezelfde dierenmotieven terug in bijvoorbeeld het edelsmeedwerk.

Animal Style

Zoiets weet je theoretisch, maar het muntje viel bij mij vandaag pas echt toen ik in Parijs in het Musée Guimet bovenstaand voorwerpje zag. Het was vastgemaakt aan de leidsels van een paard, dateert uit de zesde eeuw v.Chr. en is gevonden in Minoussinsk, even ten noorden van de Altai. Het komt vermoedelijk uit oostelijk Siberië.

En het lijkt als twee druppels water op onderstaand voorwerpje, eveneens afkomstig van de leidsels van een paard, eveneens uit de zesde eeuw v.Chr., maar gevonden in Tápiószentmárton, vlakbij Boedapest. Dit noemen we Skythisch.

“Animal Style” uit Hongarije (Nationaal Museum, Boedapest)

Het is denkbaar dat het tweede voorwerpje is meegenomen toen iemand van oost naar west reed; nomaden waren mobiel. Maar een reis van 5600 kilometer is misschien wel heel mobiel. Wellicht is het verhandeld. Of, nog waarschijnlijker, twee edelsmeden gebruikten hetzelfde motief. Hoe dat ook zij: ik begreep vandaag ineens iets van de Animal Style dat ik weliswaar wist uit boeken, maar dat je pas echt begrijpt als je het zelf hebt herkend in een museum.

[Dit was het 470e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]

#Altaj #AnimalStyle #Donau #Hongarije #Mongolië #MuséeGuimet #Rusland #Siberië #Skythen

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst