#BanuQasi

2025-08-01

Het Emiraat van Córdoba (2)

De beroemde moskee van Córdoba

[Tweede van vier blogjes over het Emiraat van Córdoba. Het eerste was hier.]

Emir Abd al-Rahman, de stichter van het Emiraat van Córdoba, overleed rond 788 en werd opgevolgd door zijn zoon Hisham I. Die erfde, behalve een staat-in-wording, ook de conflicten met het Abbasidische Kalifaat van Bagdad en met Karel de Grote. In de eerste oorlog boekte hij al snel succes door in het huidige Marokko een vazalstaat in het leven te roepen, geleid door de Idrisiden. Vanaf nu controleerden de vloten van de emir van Córdoba en zijn bondgenoot de Straat van Gibraltar.

De wijde wereld

De Abbasidische kalief Harun ar-Rashid (r. 786-809) liet het gebeuren. Hij versterkte echter wel zijn greep op Ifriqiya, waar Ibrahim ibn al-Aghlab het Aghlabidische emiraat stichtte. Ik blogde er al eens over. Aanvankelijk loyaal aan de kalief in Bagdad, begon dit emiraat zich steeds zelfstandiger te gedragen. De hoofdstad was Kairouan, dat eeuwenlang een grote aantrekkingskracht heeft gehad op Andalusiërs. De stad groeide snel, van 15.000 mensen in 830 tot 50.000 in 1050. Ik blogde al eens over de watervoorziening.

In het noorden hadden de emirs van Córdoba gemengde successen. Karel de Grote legde zich niet neer bij de vernederende uitkomst van de expeditie van 778 – zie ook het vorige blogje – en stuurde daarom van tijd tot tijd nieuwe legers. Er kwamen Frankische garnizoenen in steden als Barcelona en Pamplona; de tussenliggende regio kwam bekend te staan als de Spaanse Mark.noot Een mark is een graafschap aan de grens. De soldaten van de markgraven en de legers van het Emiraat van Córdoba raakten regelmatig slaags, meestal door plundertochten over en weer. Asturië, dat in 778 had geweigerd Karel te steunen, koos tegen het einde van de achtste eeuw niet zozeer partij voor de Frankische vorst, als wel tegen de emir in Córdoba: in 798 stroopten de Asturiërs diens land af tot bij Lissabon.

Inscriptie uit Mérida

Consolidatie

Aan het begin van de negende eeuw tekende zich in het noorden een modus vivendi af, die erop neerkwam dat het Emiraat van Córdoba de noordelijke staatjes niet zou annexeren zolang die niet zouden streven naar gebiedsuitbreiding. Toen de markgraaf van Pamplona in 803 de afspraak negeerde, liet emir Al-Hakam I (r.796-822) de stad verwoesten, waarbij hij gebruik kon maken van zijn eigen troepen en de Banu Qasi uit Zaragoza. Barcelona onderging hetzelfde lot in 828.

Feitelijk was het Emiraat van Córdoba aan alle kanten omringd door bufferstaten. Tegen de Abbasiden verdedigde het zich via de Idrisiden en de Aghlabiden in de Maghreb; in het noorden was het Emiraat van de Spaanse Mark gescheiden door vazalstaatjes als Banu Qasi (rond Zaragoza) en Baskenland. Asturië vormde de buffer tegen de Noormannen. Deze noordelijke staatjes waren door diplomatieke huwelijken verbonden met het Emiraat, waarbij ik aanteken dat “diplomatiek huwelijk” ook is te lezen als verwijzing naar in de harem gegijzelde prinsessen.

De consolidatie van de grenzen liep parallel aan de consolidatie van het binnenland. Hadden de emirs Abd al-Rahman en Hisham nog moeite moeten doen om de diverse groepen voor zich te winnen, Al-Hakam kon zijn onderdanen commando’s geven. Belangrijk was daarbij dat hij slaven bewapende, de zogeheten mammelukken. Zij stonden buiten de stamstructuren en waren alleen aan de emir verantwoording schuldig.

Joodse grafsteen van Yehuda bar Akon (Archeologisch museum, Córdoba)

Dhimmi’s en moslims

Aan het Emiraat van Córdoba wordt een beleid van religieuze tolerantie toegeschreven. We zullen nog zien dat daarbij kanttekeningen zijn te plaatsen en we hebben al geconstateerd dat niet-moslims de jizya moesten opbrengen. Joden en christenen waren dhimmi’s, getolereerde monotheïsten.

In de loop van de tijd bekeerde menigeen zich: ik noemde de Banu Qasi al, die afstamde van een zekere Cassius, een edelman uit het Rijk van Toledo die na de Arabische verovering een verdrag sloot (vergelijk de al genoemde Theodomir). De islamisering van El-Andalus verliep echter langzaam en in elke stad was nog altijd een comes, wiens takenpakket inmiddels bestond uit het bestuur van de christelijke gemeenschap: hij sprak recht aan de hand van het Liber Iudiciorum en stond in voor de afdracht van de jizya-belasting. In de Arabische bronnen heet hij qumis of sahib al-medina.

Bij de benoeming van de bisschop maakte de emir een keuze uit een door de gelovigen samengestelde kandidatenlijst. De emir stond de bisschoppen ook toe om synodes te organiseren, zoals ze in het Rijk van Toledo hadden kunnen doen. Het enige verschil is dat ze nu samenkwamen in Córdoba. Het effect was dat de Iberische christenen, die doorgaans mozaraben (“gearabiseerden”) worden genoemd, een zelfstandige kerk vormden, steeds losser van de West-Europese christenen en steeds meer in contact met de christenen uit het Midden-Oosten.

Voor moslims waren andere bestuurders relevanter, de zogenaamde wali ofwel provinciegouverneur en de qadi ofwel rechter. Naarmate het Emiraat evolueerde tot een staat met bufferstaten, kon plundering geen bron meer zijn van inkomsten, zodat de bodembelasting belangrijk werd – en die gold ook voor moslims. Desondanks waren de belastingen betrekkelijk laag. De emir beschikte over enorme domeinen, die hij had overgenomen van de koning van Toledo, had uitgebreid met de landerijen van de aristocraten die waren gesneuveld tijdens de Arabische verovering van Iberië, en vervolgens verder had uitgebreid met de bezittingen van verslagen tegenstanders. Al met al was er genoeg geld om Córdoba te voorzien van de mooiste moskee ter wereld, zoals het plaatje bovenaan dit stukje toont.

[Wordt vervolgd]

#Abbasiden #AbdAlRahmanIVanCórdoba #Aghlabiden #AlHakamIVanCórdoba #Andalusië #Asturië #BanuQasi #Basken #belastingen #Córdoba #comes #dhimmi #ElAndalus #emiraatVanCórdoba #HarunArRashid #HishamIVanCórdoba #IbrahimIbnAlAghlab #Idrisiden #Ifriqiya #Kairouan #KarelDeGrote #LiberIudiciorum #mammelukkenSoldaten_ #Marokko #moskeeVanCórdoba #mozaraben #Pamplona #SpaanseMark #Spanje #stamsamenleving #Theodomir #vikingen

2025-08-01

Het Emiraat van Córdoba (1)

Puerta de Sevilla, Carmona

[Eerste van vier blogjes over het Emiraat van Córdoba. De vestiging van de Arabische macht op het Iberische Schiereiland beschreef ik hier.]

Ik eindigde mijn vorige blogje op het moment waarop Yusuf al-Fihri zich had uitgeroepen tot koning en bezig was zijn macht op het Iberische Schiereiland te consolideren. Hij had geprofiteerd van het conflict waarmee de Abbasiden een einde hadden gemaakt aan het Kalifaat van Damascus. De leden van de zittende dynastie, de Umayyaden, waren allemaal vermoord. De cliffhanger van het blogje van gisteren was dat desondanks in september 755 een overlevende in Andalusië arriveerde: Abd al-Rahman.

Abd al-Rahman

Alle berichten over Abd al-Rahmans ontsnapping uit Damascus en zijn zwerftocht gaan terug op hemzelf, en we kunnen niet zonder meer aannemen dat de man werkelijk de prins was die hij voorgaf te zijn. Ik heb die materie al eens behandeld, dus ik laat het nu rusten. Het wezenlijke punt is dat de Andalusiërs hem erkenden als lid van het Umayyadische huis en dus als legitieme heerser. Met hun steun wist Abd al-Rahman af te rekenen met Yusuf en zijn macht stapsgewijs naar het noorden uit te breiden.

De nieuwkomer was voor veel partijen aanvaardbaar. Voor de Berbers gold hij als verwant omdat zijn moeder één van hen was; voor de Qays-Arabieren was hij een partijgenoot; voor de Yaman-Arabieren was hij een Syriër. Hij trouwde met een jodin, wat hem opnieuw steun opleverde. En iedereen zal blij zijn geweest dat hij een einde wist te maken aan de conflicten die het Iberische Schiereiland al sinds 742 teisterden.

In het noorden streed Abd al-Rahman met succes tegen Asturië, een christelijk koninkrijkje waarover ik nog eens zal bloggen. Vanaf 759 betaalde het tribuut, nadat (vermoedelijk) een verdrag was gesloten zoals dat met de Theodomir over wie ik het al eerder heb gehad. Eén van de bepalingen van een dergelijk verdrag was dat de vazalstaat geen steun mocht verlenen aan de vijanden van zijn Arabische verdragspartner en inderdaad heeft Asturië geen steun verleend aan de Frankische legers die in 778 actief waren bezuiden de Pyreneeën. Daarover zo meteen meer.

Abd al-Rahman en de Abbasiden

Abd al-Rahman erkende de Abbasiden half wel en half niet. Hij was natuurlijk onafhankelijk en in die zin erkende hij het gezag van de kalief, die sinds 762 resideerde in Bagdad, niet. Tegelijkertijd erkende Abd al-Rahman dat hij niet heerste in Mekka, Medina en Jeruzalem, zodat hij zich niet, zoals eerdere Ummayadische vorsten, kon presenteren als kalief. Er kon maar één heerser der gelovigen zijn, en dat was niet de emir van Córdoba.

Munt van Abd al-Rahman (Neues Museum, Berlijn)

In 763 arriveerde een Abbasidisch leger, dat de Umayyadische opstandeling uit de weg moest ruimen. Na een reis naar Marokko en een overtocht naar wat nu Portugal is, rukte het op in de richting van Córdoba. Abd al-Rahman wachtte zijn tegenstanders op in Carmona, waar hij zich gedurende twee maanden liet belegeren. Toen brak hij uit met een verrassend klein leger van 700 man, waarmee hij het Abbasidische leger wist te verslaan. Ik ben nota bene door de stadspoort gewandeld waar het is gebeurd, de Puerta de Sevilla, maar realiseer me dit pas nu ik deze woorden schrijf.

Abd al-Rahmen liet de hoofden van de verslagenen inpekelen en naar Mekka sturen, waar de Abbasidische kalief, die daar voor de pelgrimage aanwezig was, alleen maar kon verzuchten dat hij blij was dat God tussen hem en El-Andalus de Middellandse Zee had gelegd.

Karel de Grote

Zoals ik al zei, breidde Abd al-Rahman zijn macht stapsgewijs uit naar het noorden. De lokale heersers in het gebied langs de Ebro hadden zich onafhankelijk gemaakt en Yusuf al-Fihri, Abd al-Rahmans voorganger, had ze nog niet onderworpen toen Abd al-Rahman in 755 was aangekomen. Omdat de heerser in Barcelona vreesde dat hij het volgende doelwit van Abd al-Rahmans expansionistische beleid zou zijn, onderwierp deze Suleyman ibn al-Arabi zich in Paderborn aan Karel de Grote – en of die dus maar naar het zuiden wilde komen om Barcelona te beschermen. De Frankische vorst had daar wel oren naar, want de zoons van Yusuf al-Fihri waren eveneens aan zijn hof en hadden hem gevraagd hen te herstellen op de troon van hun vader.

Roncevalles

Karel de Grote zag een buitenkans om Barcelona te verwerven en bevriende heersers aan de macht te helpen in Córdoba. Zonder moeilijkheden bereikte het Frankische leger in 778 Barcelona, maar toen ging het mis. De heerser in Barcelona had hem gezegd dat ook de Banu Qasi, een Arabische stam van tot de islam bekeerde christenen rond Zaragoza, steun zou verlenen, maar Karels leger was zó groot dat iedereen begreep dat hij gebieden kwam annexeren. Het beleg van Zaragoza liep uit op een mislukking, de Asturiërs verleenden ook al geen hulp en op de terugweg over de Pyreneeën werd de Frankische achterhoede bij Roncevalles door de Basken overvallen. (De gebeurtenis werd bezongen in het Roelandslied.) Nu de poging van de noordelijke staatjes Karel uit te spelen tegen Abd al-Rahman was mislukt, weerhield niets de emir nog: hij kon zijn macht naar het noorden uitbreiden. Als heerser van vrijwel geheel Iberië overleed hij in 788.

[Wordt vervolgd]

#Abbasiden #AbdAlRahmanIVanCórdoba #Andalusië #Asturië #BanuQasi #Barcelona #Berbers #Carmona #Córdoba #ElAndalus #emiraatVanCórdoba #KalifaatVanDamascus #KarelDeGrote #Qays #RijkVanToledo #Roelandslied #Roncevalles #Spanje #SuleymanIbnAlArabi #Theodomir #Umayyaden #Yaman #YusufAlFihri #Zaragoza

2025-07-31

De Arabische verovering van Andalusië (3)

De Pyreneeën

[Laatste van drie blogjes over de Arabische verovering van het Iberische Schiereiland. Het eerste was hier.]

In de twee voorafgaande blogjes beschreef ik de manier waarop de Arabieren het Iberische Schiereiland onderwierpen en hun veroveringen consolideerden. In de volgende jaren staken de Arabische legers de Pyreneeën over voor strooptochten in het Frankische Rijk, waar de Merovingische koningen weinig gezag lijken te hebben gehad. (Ik schrijf “lijken” omdat er kanttekeningen zijn geplaatst bij het beeld van rois fainéants, al herinner ik me niet welke.) In 719 veroverden de Arabieren Narbonne, in 724 namen ze Carcassone en Nîmes, in het volgende jaar plunderden ze Autun, in het hart van Bourgondië. De Languedoc en de Provence waren op dat moment feitelijk Arabisch gebied en Aquitanië vormde een buffer tegen de Franken.

De slag bij Poitiers

Er is veel gemaakt van het gevecht bij Poitiers, waar Karel Martel, de hofmeier van alle Frankische gebieden, de Arabieren in 732noot Het jaartal is feitelijk niet met zekerheid bekend. Dat het precies honderd jaar na het (evenmin met zekerheid bekende) jaar van de dood van de profeet Mohammed is, verklaart de voorkeur voor 732. zou hebben verslagen. Als de Arabieren zouden hebben gewonnen, is de redenering, zouden ze het verdeelde Frankenrijk onder de voet hebben gelopen. Deze redenering, die dateert uit de negentiende eeuw, is vooral nog populair bij mensen die vandaag de dag een clash of civilizations ontwaren.

De feiten liggen anders: in 735 veroverde Yusuf al-Fihri,noot Hij was een afstammeling van de Uqba ibn Nafi al-Fihri die Kairouan had gesticht. de gouverneur van Narbonne, de stad Arles, waarmee hij de Frankische handelsroute over de Rhône naar zee afsneed. Het tegenoffensief van Karel Martel haalde niets uit. Het was dus zeker niet de slag bij Poitiers die een einde maakte aan de Arabische expansie benoorden de Pyreneeën, want de Arabische expansie ging gewoon door.

Maar wat maakte dan wel een einde aan die expansie? Het is tijd voor een meer gedetailleerde blik op de situatie op het Iberisch Schiereiland.

Laatmiddeleeuwse afbeelding van de slag bij Poitiers

Spanningen

Direct na de Arabisch machtsovername was Iberië een etnische smeltkroes. Er waren christenen van Hispano-Romeinse en van Visigotische komaf. Er waren joden. Er waren tot de islam bekeerde joden en christenen. Verder waren er Arabieren en Berbers, en die twee volken kenden ook weer tegenstellingen. Het eerste volk was traditioneel verdeeld in twee groepen, de Yaman (waarvan er weinig in Iberië waren) en de Qays (in Iberië de overgrote meerderheid); de Berbers kenden de Baranis en de Butr. Wat achter deze namen schuilt gaat, is moeilijk te doorgronden, althans voor mij, maar ik heb de indruk dat het eigenlijk strijdbegrippen zijn: als er een conflict was, dan moest de een wel een Yaman zijn en moest de ander wel behoren tot de Qays. Of tot de Baranis en de Butr, als het ging om Berbers.

Al deze groepen waren met verdragen verbonden met de Arabische overheid, maar de verdragen waren snel geschreven en feitelijk crisismaatregelen. Diverse ontevredenheden waren eigenlijk niet opgelost. Zo hoefden de Arabieren en Berbers de jaarlijkse belasting (jizya) niet te betalen, en dat zette, in elk geval sinds de belastingverhoging van 721, kwaad bloed. Latere bekeerlingen die hoopten op een belastingvrijstelling, kregen te horen dat ze daarvoor niet in aanmerking meer kwamen. De situatie was dus minder stabiel dan gedacht.

Burgeroorlog

De zaken liepen uit de hand toen in 742 een generaal moest worden benoemd voor een grootschalige campagne tegen de Franken. De man heette Abd al-Malik ibn Qatan al-Fihri,noot Ook hij was een afstammeling van de Uqba ibn Nafi al-Fihri die Kairouan had gesticht. maar was gehaat bij de Baranis-Berbers, tegen wie hij tussen 732 en 737 had gevochten. De Baranis in Iberië kwamen in opstand en trokken vanuit hun gebied, ten noorden van de rivier de Taag, zuidwaarts. Abd al-Malik vroeg en kreeg versterkingen uit Syrië, maar dat waren Yaman-Arabieren, die tot dan toe geen grote rol hadden gespeeld. Ze versloegen de rebellen en keerden zich vervolgens tegen Abd al-Malik, die ze kruisigden met aan weerszijden een hond en een varken.

Daarmee hadden Yaman-Arabieren niet alleen een van de Qays terechtgesteld maar ook onteerd. En aangezien beide groepen aanwezig waren met een groot leger, dreigde een lang conflict. De kalief in Damascus greep meteen in door te bepalen dat het gouverneurschap in Córdoba zou rouleren tussen de twee Arabische groepen, te beginnen met Yusuf al-Fihri, de man die Arles had veroverd en tot dan toe gouverneur van Narbonne was geweest.

Nieuwe leiders

De situatie leek tot rust gebracht, maar onmiddellijk daarna raakte het Kalifaat van Damascus verdeeld door een ander conflict, dat ik onlangs al aanstipte in een van de blogjes over het ontstaan van het islamitische recht: de dynastie van de Abbasiden nam de macht over van de Umayyaden, die bij de inname van Damascus vrijwel allemaal werden gedood. Door dit conflict kon de kalief niet ingrijpen toen Yusuf al-Fihri weigerde plaats te maken voor een andere gouverneur en zichzelf uitriep tot koning.

Niet iedereen erkende dat – er waren genoeg ontevreden groepen – en Yusuf was meer bezig met het consolideren van zijn gezag dan met strooptochten naar het noorden. De lachende derde was Pippijn de Korte, die zich, meteen nadat Yusuf zich had laten uitroepen tot koning, had laten zalven tot koning van de Franken. De nieuwe Frankische koning begon nu met het heroveren van de Provence en de Languedoc.

Koning Yusuf al-Fihri kon er weinig tegen doen. De Arabische expansie was tot stilstand gekomen door de verdeeldheid van de diverse bevolkingsgroepen op het Iberische Schiereiland. In 755 was Yusuf op campagne tegen een groep tot de islam bekeerde christenen aan de Ebro, de Banu Qasi (“de stam van Cassius”), toen hij vernam dat in het zuiden een Umayyadische prins was geland die blijkbaar het bloedbad in Damascus had overleefd.

[wordt vervolgd]

#Abbasiden #AbdAlMalikIbnQatanAlFihri #Andalusië #BanuQasi #Baranis #Berbers #Butr #Córdoba #clashOfCivilizations #ElAndalus #Frankrijk #jizya #KalifaatVanDamascus #KarelMartel #kruisiging #Languedoc #PippijnDeKorte #Qays #RijkVanToledo #slagBijPoitiers #Spanje #stamsamenleving #Umayyaden #Yaman #YusufAlFihri

David GraylessDavidGrayless
2025-07-23

The Battle of , also known as the second , was a victory for the forces of and his ally over the latter's uncle and former ally, , the lord of , , and , in 859 or 860. The battle took place during the Asturian siege of a new fortress under construction by Musa at . The fortress was taken a few days after the battle. After Monte Laturce.

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst