#CyrusDeGrote

2024-10-05

De Frygiërs van koning Midas

Frygisch reliëfje (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik heb al een paar keer verwezen naar de Frygiërs, een volk dat in de IJzertijd woonde in Anatolië – zeg maar Turkije. Toen ik blogde over de taal van de Trojanen, wees ik er bijvoorbeeld op dat de Frygiërs vanaf de Balkan naar Anatolië waren gemigreerd en toen de voorouders van de Lydiërs naar het zuiden hadden geduwd. Voor deze migratie zijn verschillende aanwijzingen, zoals de verspreiding van typisch Balkan-aardewerk naar Troje VIIb. De Troje-expositie in Rotterdam stelde dit verband centraal, maar dat was in 1984. Ik weet niet of de archeologische inzichten nog dezelfde zijn.

Maar daarnaast is er het talige bewijs. De Frygische taal is te reconstrueren uit namen, citaten en pakweg 400 inscripties: ruim voldoende om te zien dat ze niet verwant is met de Anatolische talen van de Bronstijd, zoals het Luwisch, en de daarvan afgeleide IJzertijdtalen, zoals het Lydisch en het Karisch. Het Frygisch lijkt veel meer op de talen van het zuidelijke Balkanschiereiland en behoort dus tot een andere tak van de Indo-Europese familie. Ook de Griekse onderzoeker Herodotos weet dat de Frygiërs feitelijk Thracische Brygiërs waren, die ooit de Hellespont waren overgestoken.noot Herodotos, Historiën 7.3. De overgang van /b/ naar /f/ die we in deze twee eigennamen zien, is ook verder goed gedocumenteerd.

Frygiërs in Centraal-Anatolië

Wanneer vond die migratie plaats? Troje VIIb wordt meestal tussen pakweg 1150 en 950 v.Chr. gedateerd: een aanwijzing dat de Frygiërs in de twaalfde eeuw begonnen aan de oversteek van Europa naar Azië. Ze zouden zich uiteindelijk vestigen in het westen van de Anatolische hoogvlakte, maar er zijn aanwijzingen dat Frygische groepen aanvankelijk ook veel oostelijker waren. De Assyrische koning Tiglath-Pileser I (r.1114-1076) verwijst namelijk naar “Muški” die hij versloeg in de buurt van de Eufraat. De Assyriërs zouden deze naam later gebruiken om de Frygiërs aan te duiden. Natuurlijk is het denkbaar dat de Assyriërs een en hetzelfde woord gebruikten voor twee verschillende Anatolische volken, maar het valt ook niet uit te sluiten dat een vroege groep Frygiërs uitzwermde tot aan de Eufraat.

Frygisch aardewerk (Archeologisch Museum, Kayseri)

Misschien vinden we ook in de loop van de achtste eeuw v.Chr Frygiërs in het zuidoosten van de Anatolische hoogvlakte, in Tyana. Het bewijs is echter zwak: het gaat alleen om een man genaamd Mit-ta-a, genoemd in Assyrische bronnen, die dezelfde zou zijn als de legendarische Frygische koning Midas. De naamovereenkomst is opvallend, maar ook niet méér. Over Midas straks meer.

Frygiërs in West-Anatolië

De belangrijkste groep bouwde een koninkrijk in de buurt van Gordion, een kleine honderd kilometer ten westen van Ankara. Een andere groep Frygiërs bleef in de buurt van de Hellespont en clusterde rond het latere Daskyleion. (Er zijn dus eigenlijk twee Frygiës.) Het staat vast dat de immigranten allerlei gewoontes overnamen van de eerdere bevolking, zoals de verering van de grote godenmoeder, die we ook wel kennen als Kybele.

Beeld van Matar (Museum van Gordion)

De Frygiërs van Gordion heersten over een groot deel van westelijk Turkije. Dit koninkrijk had de trekken van een vroege staat, dus geen stamsamenleving. Ruim 250 inscripties bewijzen dat er een geletterde elite was; ook zien we dat de vorsten een internationaal netwerk onderhielden. Er waren contacten met Delfi in het westen, noot Herodotos, Historiën 1.14. en met Urartu en Assyrië in het oosten. Daarmee was Gordion verbonden via de Koninklijke Weg.

De beroemdste koning van Frygië was Midas, die bekend is uit Griekse sagen. Het hoeft niet per se één man te zijn geweest: het kan gaan om een titel. Ook Assyrische bronnen verwijzen naar een Mit-ta-a. Die vertellen dat tijdens diens regeringsperiode de nomadische Kimmeriërs Anatolië binnenvielen. In 710/709 zag Mit-ta-a zich gedwongen hulp te vragen bij de Assyrische koning Sargon II. Helaas bleek dat onvoldoende. In 696/695 pleegde Mit-ta-a, die een veldslag had verloren, zelfmoord. Het moet niettemin een machtig man zijn geweest, die de middelen had gehad om voor zijn voorganger een enorme grafheuvel te laten opwerpen. Een bezoek aan de grafkamer is een hoogtepunt bij elke reis naar Turkije.

De grote tumulus van Gordion

Perzisch Frygië

De Kimmerische plundertochten zorgden voor een halve eeuw van verwarring, waarin Frygië uiteenviel in kleine vorstendommen. Uiteindelijk wist de Lydische koning Gyges (ca. 650 v.Chr.) de orde te herstellen. Een van zijn opvolgers, Alyattes, veroverde het voormalige Frygië – zowel dat rond Gordion als dat rond Daskyleion – en versterkte Gordion. Vanaf nu was Frygië geen politieke eenheid meer maar slechts een geografisch begrip.

Toen de Perzische koning Cyrus de Grote rond het midden van de zesde eeuw Anatolië onderwierp, werd Frygië een satrapie. Of beter: twee, want de ene lag rond Gordion en de andere (“Hellespontijns Frygië”) rond Daskyleion. Er was  continuïteit in de architectuur en de taal (150 inscripties), in de wijze waarop men landbouw bedreef (vooral veeteelt) en in de religie: de cultus van de grote godenmoeder was nog eeuwen te vinden in de stad Pessinos.

Het Perzische garnizoen in Gordion was daar nog in de laatste maanden van 334 v.Chr., toen de Macedonische commandant Parmenion, de rechterhand van Alexander de Grote, de stad bezette. Het verhaal van de Gordiaanse Knoop heb ik al eens verteld.

Frygië maakte nadien deel uit van enkele hellenistische rijken en kwam uiteindelijk in handen van de Romeinen. De regio raakte opgenomen in de grotere wereld en de mensen begonnen de grote talen van de Oudheid te spreken: Grieks en wellicht ook wat Aramees. Het is dan ook verrassend dat er in de vijfde eeuw na Chr. nog mensen waren die nog steeds Frygisch spraken.noot Sokrates, Kerkgeschiedenis 5.23.

#AlexanderDeGrote #AnatolischeTalen #CyrusDeGrote #Daskyleion #Frygië #GordiaanseKnoop #Gyges #HellespontijnsFrygië #historischeTaalkunde #IndoEuropeseTalen #Kimmeriërs #KoningMidas #KoninklijkeWeg #Kybele #LuwischeTalen #Lydië #Muški #Parmenion #Pessinos #SargonII #satrapie #TiglatPileserI #Turkije #Tyana

2024-12-28

Cornelis de Bruijn (12) Oorlog

Het Oost-Indisch Huis, waar Cornelis de Bruijn zijn bagage kon ophalen

Dit is het voorlaatste van dertien stukjes over Cornelis de Bruijn. Het eerste blogje was hier.

***

Gefnuikte terugkeer

Omdat in de achttiende eeuw de lengte op zee nauwelijks te meten viel, was navigatie moeilijk. Toen de matrozen van De Bruijns schip in september 1706 land in zicht kregen, bleek het Zuid-Arabië te zijn. Ze waren te ver gevaren. Op 12 oktober bereikten ze echter Gamron. De Bruijn bezocht Shiraz opnieuw, zag het graf van Cyrus de Grote in Pasargadai (zonder te beseffen wat het was) en keerde terug naar Isfahan, waar hij Kerstmis en Nieuwjaar vierde. Op 1 maart 1707 trok hij verder naar het noorden.

Cornelis de Bruijn, Hormuz

In de vroege zomer stak hij de Kaspische Zee over naar Astrachan, en vervolgens reisde hij stroomopwaarts langs de Wolga naar Saratov, waar hij schipbreuk leed. Over land vervolgde hij zijn weg naar Vladimir en Moskou. Hij ging op audiëntie bij tsaar Peter en bleef nog wat langer in de Russische hoofdstad. De winter verhinderde namelijk dat hij zijn reis voortzette. Pas op 10 februari 1708 verliet hij Moskou en nam de landroute naar Smolensk.

Dit bleek een gevaarlijke vergissing. De Grote Noordse Oorlog was nog steeds gaande en Cornelis de Bruijn reisde regelrecht naar het front. De Zweedse koning Karel XII had de Deense en de Poolse legers al verslagen en viel juist nu Rusland binnen. Het terugtrekkende Russische leger, gebruikmakend van de tactiek van de verschroeide aarde, vernietigde alles wat vernietigd kon worden. De Bruijn en vier Engelse reisgezellen zagen een volkomen verlaten land en waren voortdurend bang, nu eens voor Russische cavalerie op plundermissies, dan weer voor Zweedse cavalerie die de plundering moest voorkomen.

Terugkeer

Uiteindelijk bereikten de reizigers Smolensk en Minsk, maar voordat ze Vilnius konden bereiken, vielen ze in handen van een groep Russische ruiters. Die beschouwden de westerlingen als spionnen en het zag er even slecht voor de reizigers uit, maar een Engelse officier in Russische dienst redde hun levens. De Bruijns oude bekende Alexander Menshikov stelde de reizigers daarop voor om terug te keren naar Moskou, en zo geschiedde.

Daarvandaan reisde De Bruijn weer naar het noorden. In de zomer was hij terug in Archangelsk, waar hij aan bood ging van de Hoogepriester Aäron. Zo voer hij via de Noordkaap, langs de Noorse kust en over de Noordzee terug naar Holland.

Van 9 tot 23 oktober 1706 verbleef hij in Amsterdam, waar hij de bagage kon ophalen die hij vanuit Batavia had verzonden. Ruim een ​​jaar had die opgeslagen gelegen in het Oost-Indisch Huis. Opnieuw een gunst van Nicolaes Witsen. Op de vierentwintigste reisde De Bruijn door naar Den Haag, waar zijn vrienden hem verwelkomden.

Wordt vervolgd.

#AlexanderMenshikov #Archangelsk #Astrachan #CornelisDeBruijn #CyrusDeGrote #DenHaag #Gamron #GroteNoordseOorlog #Isfahan #KarelXII #KaspischeZee #Litouwen #Minsk #Moskou #Pasargadai #Rusland #SafavidischPerzië #Saratov #Shiraz #Smolensk #Vilnius #Vladimir #WitRusland #Wolga

2024-11-25

Archaïsch Lycië

Een Lycisch portret van Omfale; achter de Griekse mythe gaat een Anatolisch verhaal schuil (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

[Dit is het tweede van een vijftal korte blogjes over Lycië; het eerste was hier.]

De inwoners van Lycië (landkaart) noemden zichzelf Trmmili, maar buiten Lycië gebruikte niemand die naam. Alleen de Griekse onderzoeker Herodotos, afkomstig uit het nabijgelegen Halikarnassos, noteert dat ze zich Termilen noemden. Minder plausibel voegt hij daaraan toe dat de Termilen zich Lyciërs waren gaan noemen toen een Athener genaamd Lykos bij hen was komen wonen.noot Herodotos, Historiën 7.92.

Archeologisch worden de Lyciërs “zichtbaar” in de achtste eeuw v.Chr., als de acropolis van de stad Xanthos wordt bebouwd. Niet veel later stichtten Grieken van het eiland Rhodos de havenstad Faselis en verschillende andere steden. De bewoners moeten het alfabet hebben doorgegeven aan de Lyciërs en hun economie hebben gestimuleerd door landbouwproducten af te nemen. Toch bleven de meeste Lyciërs herders die met hun kuddes zwierven door het kustgebergte. Omdat het gebied zo lastig begaanbaar was, konden de koningen van Lydië, die in de vroege zesde eeuw grote delen van Anatolië onderwierpen, Lycië nooit onderwerpen. Of ze veel behoefte hadden aan de betrekkelijk arme regio, is ook maar de vraag.

De Perzische koning Cyrus de Grote had meer ambities. Hij annexeerde Lydië en liet daarna zijn generaal Harpagos enkele veegoperaties uitvoeren. Die onderwierp de Lyciërs wél. Herodotus vertelt dat het Perzische leger Xanthos volledig verwoestte en dat hij alle inwoners liet doden, op tachtig families na, die tijdens de aanval niet in de stad waren geweest. Dat kunnen herders zijn geweest, die in de bergen waren.noot Herodotos, Historiën 1.176.

De markt van Xanthos

De dynastie die met de Perzische verovering van Xanthos aan de macht kwam, dankte haar positie aan haar relaties met de grote koning. Cyrus – of een van zijn eerste opvolgers – zal een lokale leider hebben aangewezen als vertegenwoordiger van alle Lyciërs, verantwoordelijk hebben gesteld voor de betaling van het tribuut en hebben verwacht dat hij schepen leverde aan de Perzische marine. Herodotos kent een Xanthische admiraal Kybernis, wat een weergave lijkt te zijn van de Lycische naam Kuprlli.noot Herodotos, Historiën 7.98.

Er waren in Lycië meer invloedrijke families. Namen als Khinnakha, Sppntaza en Tethtiweibi zijn bekend van inscripties en munten, die dienden om soldaten te betalen en de autonomie van deze of gene nederzetting te benadrukken. Van een werkelijk gemonetariseerde economie was nog geen sprake. Hoewel er dus meer Lycische dynasten waren, was de heerser in Xanthos duidelijk de machtigste.

[wordt vervolgd]

#CyrusDeGrote #Faselis #Harpagos #herders #HerodotosVanHalikarnassos #Lycië #Lydië #Rhodos #Xanthos

2024-11-01

Perzisch Lydië

Een Lydiër (Persepolis)

In het vorige blogje vertelde ik over het ontstaan, de bloei en de ondergang van het IJzertijdkoninkrijk Lydië. Rond het midden van de zesde eeuw had de Perzische koning Cyrus de Grote het onderworpen. De eerste door hem aangewezen gouverneur werd geconfronteerd met een opstand, die echter werd onderdrukt. Vanaf nu was Lydië een Perzische satrapie, wat een duur woord is voor een grote provincie. Misschien moeten we de gouverneurs, de satrapen, wel aanduiden als onderkoningen. De nieuwe heersers verbeterden de zogeheten Koninklijke Weg die Sardes en Gordion verbond met de hoofdsteden van het Perzische Rijk: Sousa, Persepolis en Pasargadai.

Oroitos

De generaal die de Lydische opstand onderdrukte, een zeker Harpagos, lijkt vrij lang over het westen van Anatolie geregeerd te hebben. Nog lang daarna claimde een lokale dynastie in Lycië, het zuidwesten van het huidige Turkije, van Harpagos af te stammen. Zulke claims zijn weleens waar gebleken. Wat de waarheid ook zij, toen Cyrus in 530 v.Chr. overleed, was de hoogste bestuurde in Lydië een satraap genaamd Oroitos.

Tijdens de regering van Cyrus’ zoon en opvolger Kambyses (r.530-522) beheerde Oroitos westelijk Anatolië. Een verantwoordelijke positie, want de koning zelf was bezig met een oorlog in Egypte, dat hij annexeerde. In de chaotische periode na de dood van Kambyses veroverde Oroitos het Griekse eiland Samos. De lokale heerser, Polykrates, was een bondgenoot geweest van Egypte en dat bekocht hij met de dood.

Oroitos heeft vermoedelijk gewoon zijn plicht gedaan, maar met de annexatie van Samos was hij gevaarlijk machtig. Hij beheerde immers én het goud van Lydië én de vloot van Samos. Dat maakte hem tot een potentiële bedreiging van Kambyses’ opvolger Darius de Grote (r.522-486). Een moordenaar ruimde het probleem op. De satrapie kwam uiteindelijk in 513 v.Chr. in handen van Darius’ jongere broer Artafernes.

Cultuurcontact

Ten westen van Lydië lagen enkele grote Griekse havensteden, talloze Griekse eilanden en het Griekse vasteland. Dat betekende dat Lydië in de frontlijn lag toen de Griekse havensteden in 499 v.Chr. in opstand kwamen tegen de Perzen (de zogeheten Ionische Opstand). De Grieken plunderden de benedenstad van Sardes en hielden het, toen koning Darius eenmaal legers had gestuurd, nog vijf jaar vol. Artafernes verraste de Griekse wereld vervolgens door zijn milde behandeling van de verslagen rebellen, maar het lijkt er ook op dat rijke Perzische aristocraten allerlei geconfisqueerde landgoederen in handen hebben gekregen.

Een “meesteres der dieren” (Louvre, Parijs)

Er woonden al veel Iraniërs in Lydië, bijvoorbeeld als gedemobiliseerde soldaten. Er zijn legio aanwijzingen voor de verering van oosterse goden (bijvoorbeeld Anahita) en de “Iranificatie” van de oude Lydische goden. Zo stond de priester van de moedergodin Artimus/Artemis in Efese nog eeuwen bekend met de Perzische titel megabyxus, “degene die is vrijgemaakt voor de cultus van de god”, terwijl de bewoners van deze satrapie de Lydische god Pldans gelijkstelden aan de Perzische Ahuramazda – en ook aan de Griekse Apollo, want het was een smeltkroes van culturen.

Lydië bleef een frontlijngebied, want het was de vanzelfsprekende Perzische basis tijdens de militaire expedities die in 492, 490 en 480-479 plaatsvonden naar het westen. De eerste eindigde met de onderwerping van Macedonië, de tweede met verovering van Delos en het debacle bij Marathon, en de derde… het gangbare beeld is dat de Grieken de Perzen versloegen bij de zeeslag bij Salamis, maar de werkelijkheid is genuanceerder. Ik blogde er al eens over, namelijk hier, en laat de materie nu rusten. Feit is dat de Grieken uit het moederland de Griekse havensteden in Anatolië veroverden en dat de satraap van Lydië er weinig meer te zeggen had.

Lydië en Athene

Over het Lydië van de vier decennia na 480 is weinig bekend. De meeste Griekse bronnen zijn gericht op Athene, dat door een cordon sanitaire van Griekse havensteden in Azië was afgeschermd van Lydië en er weinig mee van doen had. Pas in 440 lezen we weer over Lydië, toen de satraap Pissouthnes probeerde het eiland Samos te heroveren, dat in opstand was gekomen tegen Athene. Het liep op niets uit. Toen Athene een decennium later verzeild raakte in de Archidamische Oorlog tegen Sparta (431-421 v.Chr.), probeerde Pissouthnes zijn invloed uit te breiden door vrijwel elke opstandige lidstaat van de Atheense alliantie, zoals Kolofon en Lesbos, te ondersteunen.

Een Perzische gouden armband uit Sardes (Neues Museum, Berlijn)

In 420 kwam Pissouthnes zelf in opstand tegen koning Darius II Nothos. We weten niet waarom. De koning stuurde een edelman genaamd Tissafernes naar Lydië, die hem uit de weg ruimde en als satraap opvolgde. Gedurende zijn eerste jaren in functie moest hij echter vechten tegen Pissouthnes’ zoon Amorges, die de opstand van zijn vader voortzette met hulp uit Athene.

Het was deze Atheense interventie in Lydië die koning Darius deed besluiten Sparta te steunen in de Dekeleïsche of Ionische Oorlog (413-404). De onderhandelingen werden gevoerd door zijn zoon Cyrus, die later eveneens in opstand kwam. Sparta stemde ermee in de Griekse havensteden in westelijk Klein-Azië niet te beschermen als Perzië zich er meester van maakte en kreeg in ruil de gevraagde steun tegen Athene.

De vierde eeuw

Sparta versloeg Athene en achtte zich, nu het de leider van de Griekse wereld was, aan zijn stand verplicht in te grijpen in Azië. Dit was in feite niet de afspraak, maar koning Darius was dood en de nieuwe koning, Artaxerxes II Mnemon, had andere zaken aan zijn hoofd: zijn broer Cyrus rukte tegen hem op. Ik blogde daar al eens over. De Spartaanse koning Agesilaos intervenieerde dus in Lydië. Een door de Perzen gesubsidieerde anti-Spartaanse coalitie dwong hem terug te keren (de Korinthische Oorlog).

Tempel van Artemis, Sardes

De volgende ons bekende satraap was Autofradates, een loyale dienaar van Artaxerxes toen die werd geconfronteerd met een reeks opstanden in het westen. Weer een andere satraap was Spithridates, die om het leven kwam toen de Macedonische koning Alexander in het voorjaar van 334 een inval deed in Klein-Azië. In de zomer van dat jaar gaf Sardes zich over. Voortaan werd Lydië bestuurd door Griekstalige gouverneurs, eerst als onderdeel van het rijk van Alexander, later door zijn opvolgers, nog later als onderdeel van het Seleukidische Rijk.

Doordat de vorsten vaak direct zaken deden met de steden, raakte de bestuurslaag waar Lydië bij hoorde, de satrapieën dus, grotendeels achterhaald. Van Lydië vernemen we weinig meer, maar het bleef toch bestaan als het kerngebied van het latere Pergameense Rijk en de – nog latere – Romeinse provincie Asia.

#AgesilaosII #Ahuramazda #AlexanderDeGrote #Amorges #Anahita #ArchidamischeOorlog #ArtafernesI #ArtaxerxesIIMnemon #ArtemisVanEfese #Asia #Athene #Autofradates #CyrusDeGrote #CyrusDeJongere #DariusIDeGrote #DariusIINothos #DekeleïscheOorlog #Efese #Gordion #Harpagos #IonischeOorlog #IonischeOpstand #KambysesII #Kolofon #KoninklijkeWeg #KorinthischeOorlog #Lesbos #Lydië #Marathon #Oroitos #Pissouthnes #Pldans #PolykratesVanSamos #Samos #Sardes #satrapie #SeleukidischeRijk #Sparta #Spithridates #Tissafernes #zeeslagBijSalamis

2024-10-31

Het rijk van de Lydiërs

De Paktolos

De Lydiërs waren een IJzertijdvolk is het westen van wat tegenwoordig Turkije heet. Ik noem ze op deze blog regelmatig, maar heb nooit uitgelegd wie het nu eigenlijk waren. Dat moet maar eens veranderen.

Mira

Het land van de Lydiërs ligt aan weerszijden van de rivier de Hermos, waar ze hun hoofdstad Sardes bouwden op de plaats waar een ander riviertje zich met de Hermos verenigt: de Paktolos, die goudpoeder met zich meevoert. Met vruchtbaar land, water en goud was het succes van Sardes feitelijk al verzekerd. Al in de Bronstijd had hier een machtig koninkrijk gelegen, Mira, dat als hoofdstad Abasa had gehad, ofwel Efese.

Hoewel Mira aan het begin van de twaalfde eeuw v.Chr. – daar zijn de Zeevolken weer – verdwijnt uit de geschreven geschiedenis, is er aanzienlijke continuïteit tussen Mira en Lydië. De Lydische taal, die we kennen uit ongeveer honderd inscripties, is afgeleid van het Luwisch, dat in Mira de schrijftaal was geweest.

Gyges

De eerste Lydische vorst waarover we horen, was koning Gyges, de stichter van de dynastie der Mermnaden. Zijn regering wordt wel gedateerd tussen 680 en 644 v.Chr., en het laatste jaar is zeker omdat het ook wordt genoemd in een Assyrische bron. Het eerste jaar zal wel nattevingerwerk zijn geweest. De Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos schrijft dat Gyges de macht greep ten koste van een eerdere dynastie, die ruim een half millennium had geregeerd. Als alle jaartallen kloppen, begon die eerdere dynastie ruwweg waar Mira ophoudt, maar dat is vermoedelijk toeval.

Sardes

In feite is de geschiedenis van Lydië vóór de Mermnaden gewoon onbekend, hoewel de Hermosvallei op een bepaald moment deel moet hebben uitgemaakt van het koninkrijk Frygië, dat zich wat oostelijker bevond. Het ging in het eerste kwart van de zevende eeuw v.Chr. ten onder, toen de Kimmeriërs de Frygische hoofdstad Gordion verwoestten. Gyges zal daarvan hebben geprofiteerd, en kan de Kimmeriërs hebben afgeslagen.

Archeologen hebben vastgesteld dat Sardes in het tweede kwart van de zevende eeuw, dus een generatie na Gyges, al een indrukwekkende stad was met mooie huizen, bedekt met dakpannen. Niet zo vreemd natuurlijk, met een goudrivier binnen handbereik en een havenstad als Kolofon in het westen, aan de Egeïsche Zee. Gestaag wist Gyges zijn macht uit te breiden over westelijk Anatolië.

De Mermnaden

Gyges’ succes was tijdelijk. Hoewel de koning van de Lydiërs zich had verbonden met Assyrië, moest hij toezien dat de Kimmeriërs in 644 terugkeerden. Hij werd verslagen en sneuvelde, maar Sardes bleef veilig en het waren de Griekse steden die de ellende te verduren kregen. Het nieuwe koninkrijk was echter sterk genoeg om de gewelddadige dood van de stichter te overleven. Gyges’ zoon Ardys volgde hem op en begroef zijn vader op de vlakte benoorden Sardes, die in het Turks Bin Tepe heet, “de duizend heuvels”.

Bin Tepe

Ardys ging verder waar zijn vader was gebleven. en zette het beleid van zijn vader voort: met veroveringen en verdragen breidde hij de Lydische invloedssfeer uit. In het westen veroverde hij bijvoorbeeld de Griekse stad Priene en sloot hij een verdrag met Milete. Maar het belangrijkste is dat Ardys – zo lijkt het; er is wat discussie – als eerste muntstukken liet slaan, vermoedelijk omdat een vaste coupure het eenvoudig maakte huurlingen te betalen. Bijna elke munt toont een leeuw, wat waarschijnlijk het heraldische symbool was van de Mermnaden.

Rond 625 v.Chr. volgde Sadyattes zijn vader Ardys op, maar hij is nauwelijks meer dan een naan. Zijn zoon en opvolger Alyattes is veel beter bekend. In het westen kon hij Smyrna veroveren, in het oosten nam hij Gordion en hij maakte ook voorgoed een einde aan de dreiging van de Kimmeriërs. De rivier de Halys, ten oosten van het huidige Ankara, was nu de grens van de Lydische invloedssfeer. Hier stuitte zijn leger op 28 mei 585 v.Chr. op de Meden. Omdat er een zonsverduistering was, werd de strijd afgebroken en aanvaardden beide partijen de rivier als afbakening van hun invloedssferen.

Kroisos versus Cyrus

Alyattes liet zijn rijk – zeg maar de westelijke helft van Turkije – na aan zijn zoon Kroisos, die vrijwel alle nog onafhankelijke Griekse steden aan de Egeïsche kust onderwierp. In Efese bouwde hij het beroemde heiligdom van Artemis, of Artimus, zoals de Lydiërs zeiden. Kroisos’ hof was beroemd om de luxe en pracht; tot degenen die er op bezoek zouden zijn geweest, behoren de Griekse fabeldichter Aisopos en de Atheense staatsman Solon.

Lydische munt

Goudrijk als het rijk van de Lydiërs was, was het een natuurlijk doelwit voor de legers van Cyrus, de koning van Perzië. Als we Herodotos mogen geloven, besloot Kroisos de Perzische aanval vóór te zijn en stak hij de Halys over, Cyrus tegemoet. Hij zou zich hebben verbonden met de farao van Egypte, Amasis, en met de Spartanen in Griekenland. Misschien behoorde ook koning Nabonidus van Babylonië tot de anti-Perzische alliantie.

Cyrus versloeg Kroisos ergens ten oosten van de Halys, belegerde zijn tegenstander in Sardes en nam de stad in vóór de Spartanen of Egyptenaren de Lydiërs te hulp konden komen. De Babylonische Naboniduskroniek maakt duidelijk dat Cyrus zijn tegenstander liet executeren, en de Griekse dichter Bakchylides geeft dat indirect ook aan als hij zegt dat Kroisos was weggenomen naar de mythische Hyperboreërs in het uiterste noorden – naar een paradijselijk dodenrijk, met andere woorden. Een deel van Kroisos’ onderdanen lijkt te zijn gedeporteerd naar Nippur in Babylonië, waar kleitabletten een Lydische gemeenschap vermelden.

[Wordt vervolgd]

#Alyattes #AnatolischeTalen #Ardys #Artemis #BinTepe #CyrusDeGrote #Efese #Frygië #Gordion #Gyges #Hermos #Hyperboreërs #Kimmeriërs #Kolofon #Kroisos #LuwischeTalen #Lydië #Mermnaden #Milete #MiraBronstijdrijk_ #muntgeld #Naboniduskroniek #Paktolos #Priëne #Sadyattes #Sardes #schrijftaal #slagAanDeHalys #Zeevolken #zonsverduistering

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst