Vuur van verandering?
De Zonnewagen van Trundholm (replica; het origineel is in het Nationaal Museum in Kopenhagen)Ik blogde al enkele keren (een, twee, drie, vier, vijf) over de Bronstijd, waarover onlangs in het Rijksmuseum van Oudheden een tentoonstelling is begonnen. Daar is veel positiefs over te zeggen en dat zal ik ook nog weleens doen. Voor het moment hoeft u alleen maar te weten dat het een goede expositie is. Het verhaal: dankzij enerzijds de Indo-Europese migraties en anderzijds de handel in koper en tin, groeiden pan-Europese verbanden. Niet zonder reden is wel geopperd dat er in het geschiedenisonderwijs meer aandacht moet zijn voor de vroegste tijden. Het museum toont het Bronstijdverhaal met veel interessante en bijzondere stukken, mooie stukken ook, die je niet snel bij elkaar ziet.
Nog één woord van lof voor ik echt aan dit blogje begin: de opstelling is ietwat conservatief. Wel vitrines met voorwerpen, geen noemenswaardige toeters en bellen. Waar de architect een decor neerzette, was het functioneel, zoals het frame van een boerderij. Menselijke resten liggen achter gordijnen en dat vind ik een mooie oplossing voor een naar dilemma. Kortom: een tentoonstelling waar je fijn een uur of twee doorbrengt.
Wat is verandering?
Alleen… de naam van de expositie, “vuur van verandering”. Het gaat me er niet om dat alleen “winds of change” een nog stuitender cliché is; het gaat me om de nadruk op verandering. Ik weet niet goed waarom nu juist verandering is gekozen als definiërend. Dit is geen eufemistische constatering, die je feitelijk moet lezen als “het is verkeerd”. Ik weet het gewoon werkelijk niet. Er is een antwoord verondersteld op een kentheoretische vraag waarop betere en slechtere antwoorden bestaan, maar die ik niet herken.noot U herinnert zich dat Wim Deetman de duur van de oudheidkundige opleidingen terugbracht tot onder het wetenschappelijk minimum. Ik heb cruciale stof nooit afdoende behandeld gekregen.
Verandering is er immers altijd. Denk aan uw jeugd en u herkent de verschillen. Soms lijkt het of er een versnelling is en dan spreken we van revoluties. Dat is geen subjectieve ervaring; revoluties zijn er inderdaad. Niemand zal ter discussie stellen dat in de jaren 1785-1815 alle aspecten van de Europese samenleving – economisch, sociaal, politiek, artistiek – zijn veranderd. Het tijdvak is dan ook hét voorbeeld van een revolutie, met het breukvlak rond 1900 als goede tweede.
Maar wat definieert een revolutie? Of beter: waarom kan een archeoloog een tijdperk typeren met “toen raakten snelle veranderingen elk aspect van de samenleving”? Hier liggen twee problemen:
- Was er in de Bronstijd opvallend veel verandering?
- Hoe dateer je een verandering?
Was er in de Bronstijd opvallend veel verandering?
De beroemdste archeoloog aller tijden, Gordon Childe, zou zijn wenkbrauwen hebben opgetrokken als hij had geweten dat het RMO verandering had geselecteerd als definiërend voor de Bronstijd. In zijn visie op de menselijke geschiedenis waren er vier revoluties: het ontstaan van de mens, het ontstaan van de landbouw, het ontstaan van de steden en het ontstaan van de industrie. De Bronstijd, gelegen tussen de landbouw- en de stedelijke revolutie, is in deze conceptualisering van het verleden een periode waarin de veranderingen niet revolutionair snel gingen. Verandering zou dus niet mogen gelden als typerend voor het tijdperk.
Daarop was al kritiek in de tijd van Robert Braidwood. Die kritiek was ideologisch – communisme versus kapitalisme – en dus interessant. Archeologie dient immers om sociaalwetenschappelijke theorieën te toetsen. Mij gaat het er in dit blogje echter niet om wie er gelijk heeft, mij gaat het om de kentheoretische kant: wanneer mag je zeggen dat verandering voor een tijdperk typerend is? Ik zou graag willen weten waarom het eerste brons zó veel ingrijpender is geweest dan landbouw of verstedelijking, dat deze verandering de Bronstijd typeert.
Hoe dateer je een verandering?
Het tweede probleem is de datering. Een verandering begint, komt op stoom en breekt door. Wat is voor een archeoloog of historicus het beslissende punt? Niemand zal beweren dat de revolutionairste omslag in de Europese geschiedenis plaatsvond op 14 juli 1789, maar waar dateer je de ommekeer feitelijk? Wie let op de politiek, zal kijken naar de gebeurtenissen in de Bataafse Republiek, die Europa toonden dat het ancien régime bediscussieerbaar was. Je kunt ook het Franse staatsbankroet noemen: economische problemen. Als trigger van de industrialisering noemt men 1784, al heb ik op deze maandagochtend even niet paraat waarom.
Tot zover het begin. Je kunt ook kijken naar het op stoom komen. De Franse grondwet, de patenten van Edmund Cartwright, et cetera. En je kunt ook kijken naar de feitelijke doorbraak van een verandering: de Napoleontische oorlogen, de Britse graanwetten. Etc.
Dus: hoe dateer je een verandering? Aan begin, midden of einde? En aangezien we het hebben over verandering als definiërend voor een tijdperk: welk van alle aspecten meet je? Ik weet het goede antwoord niet.noot Zie de vorige noot: de duur van de oudheidkundige opleidingen is teruggebracht tot onder het wetenschappelijk minimum. Twee verkeerde antwoorden ken ik echter wel: namelijk “het hangt af van wat je onderzoekt” (bijvoorbeeld economie of politiek of ideologie) en “het hangt af van wat je wil vertellen”. Dat zijn de gemakzuchtige antwoorden van mensen die geschiedtheorie een vervelend vak vinden en/of hun neus ophalen voor de wetenschap.
Kortom
Ik kan alleen constateren – en dat is dus geen als eufemisme verkleed verwijt – dat ik niet weet waarom het RMO veranderingen voor de Bronstijd typerend vindt. De verbanden waarop het museum de nadruk legt zijn fascinerend genoeg om de expositie te rechtvaardigen: de migraties, de handel in metalen, de graduele ontwikkeling van voorwerpen (zoals bijlen). De bling van alle gouden voorwerpen is op zich al voldoende om deze expositie te legitimeren. Daar is niks mis mee.
Maar ik heb niet kunnen ontdekken waarom men verandering typerend vindt. En dat is best een probleem, want je kunt verdedigen – zonder dat je à la Childe spreekt van revoluties – dat het ontstaan van de landbouw en het ontstaan van de steden veel ingrijpender zijn geweest. Zoals ik al zei zijn “het hangt af van je onderzoek” en “het hangt af van je verhaal” gemakzuchtige antwoorden. Maar wat het juiste antwoord is? Ik weet het niet.noot Zie de vorige noten: de duur van de oudheidkundige opleidingen is teruggebracht tot onder het wetenschappelijk minimum.
[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van stukjes over het wetenschappelijk aspect, vindt u daar.]
PS
Wie denkt dat dit blogje alleen ging over de Bronstijd en verandering, heeft het niet begrepen.noot We moeten het hoger onderwijs terug op peil brengen. Ik had graag een volwaardige opleiding gehad.
#bling #brons #Bronstijd #EdmundCartwright #GordonChilde #IndoEuropeseMigraties #revolutie #RijksmuseumVanOudheden #RobertBraidwood #verandering #ZonnewagenVanTrundholm