#GaiusMarius

2023-07-06

Gaius Marius

De zogenaamde “Marius” (Glyptothek, München)

Op donderdag blog ik meestal over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld. Soms heb ik commentaar, soms vat ik samen, soms breid ik uit, zoals toen ik het had over Jugurtha of over de hervormingen die Tiberius en Gaius Sempronius Gracchus hadden voorgesteld.

De aanhangers van laatstgenoemde waren in opdracht van Lucius Opimius gewelddadig opgeruimd en de boodschap was duidelijk: wie een rol van betekenis wilde spelen in de Romeinse politiek, had gewapende steun nodig. In de komende decennia zouden in snelle opeenvolging, met toenemende agressie en met afnemende legitimiteit een half dozijn politici de top bereiken. En een voor een kwamen Gaius Marius, Lucius Cornelius Cinna, Lucius Cornelius Sulla, Pompeius de Grote, Julius Caesar en Marcus Antonius ten val.

Gaius Marius

De eerste in het rijtje was Gaius Marius (157-86). Omdat hij afkomstig was uit de ridderstand, de financiële elite, sprak het niet vanzelf dat hij doordrong tot de senatoriële, bestuurlijke elite. In de regel zorgden de senatoren ervoor dat alleen hun eigen zonen voor magistraturen in aanmerking kwamen. Maar Marius had ooit, in de oorlog tegen de Keltiberische stad Numantia, in een duel een vijandelijke leider gedood. Romeinse kiezers beschouwden dat als voldoende kwalificatie voor om het even welk ambt. Bovendien genoot Marius de steun van de machtige familie der Caecilii Metelli, die wel meer talentvolle ridders ondersteunde.

Marius’ verdere carrière verliep spectaculair. Hij was volkstribuun, praetor en provinciegouverneur, trouwde met Julia (een meisje uit de verarmde aristocratische familie der Julii Caesares) en bekleedde in 107 het consulaat. Dat ambt gebruikte hij om zich door de Volksvergadering naar de oorlog tegen de Numidische vorst Jugurtha te laten sturen.

Hij was dus een popularis. Marius versloeg de Numidiër, wist hem in handen te krijgen en liet hem terechtstellen. Het was het zoveelste hoogtepunt in een fenomenale loopbaan en Marius deed er alles aan om te benadrukken dat hij zijn carrière zélf had gemaakt, en niet dankte aan een senatoriële vader. Hij gold nu als Romes beste generaal.

Kimbren en Teutonen

In 105 v.Chr. leden de Romeinen bij Orange een enorme nederlaag tegen de Germaanse Kimbren en Teutonen. (Een legioenkamp uit deze tijd is hier geïdentificeerd.) Er kwamen die dag meer mensen om het leven dan bij Cannae. In paniek koos de bevolking Marius tot consul voor het jaar 104. Dit was illegaal, want tussen twee consulaten moesten minimaal tien jaren verstrijken. Maar de senatoren konden er niets tegen doen, want Marius was populair bij de Volksvergadering. Hij zou de hoge magistratuur vijf jaar onafgebroken bekleden.

In afwachting van het beslissende treffen met de Germanen trainde Marius het leger. Historici hebben daar vroeger veel van gemaakt. Eigenlijk zijn alle verschillen tussen het leger van de vroege tweede eeuw v.Chr. en dat van Julius Caesar wel een keer verklaard met een beroep op de veronderstelde hervormingen van Marius. Inmiddels zien krijgshistorici dat de veranderingen allemaal wat minder abrupt zijn geweest.

Een re-enactor demonstreert hoe een soldaat in de tijd van Marius eruit zag.

Feit is dat de legers na Marius minder dan voordien werden gerekruteerd uit dienstplichtige boeren, en meer uit het stedelijk proletariaat. Nieuw was dat niet. Er was al een quasi-professionele kern voor de Romeinse legers. Sommige centuriones dienden wel twintig jaar. Echte beroeps dus. Er is wel op gewezen dat we in deze tijd steeds minder horen over de aristocratische tribunen en meer over de wat volksere centuriones, en dat er een sociale omwenteling was. Misschien is dat waar.

Met dit leger kon Marius de Teutonen in de Provence (102) en de Kimbren bij de Po (101) verslaan. Om deze overwinning te herdenken bouwde Marius’ medeconsul een tempel voor het Geluk van deze Dag en offerde de opgeluchte bevolking aan de goden en aan Marius.

Ondertussen was zo’n beroepsleger gevaarlijk. De soldaten eisten dat ze aan het eind van hun diensttijd land zouden krijgen en waren daarom trouw aan hun generaal. Niet aan Rome. En er was nog een probleem: het nieuwe leger was duur. Ik had me dat niet zo gerealiseerd, maar De Blois en Van der Spek schrijven:

De nieuwe lasten die op de staatskas drukten, bevorderden het Romeinse imperialisme. Rome ging op zoek naar nieuwe belastbare gebieden.

Saturninus

Al eerder had Marius gebruikgemaakt van de diensten van volkstribuun Lucius Appuleius Saturninus, die een wet door de Volksvergadering had geloodst om land in het huidige Tunesië ter beschikking te stellen aan Marius’ veteranen. In 100 werkten de twee mannen samen aan een soortgelijke wet.

Appuleius, de politieke erfgenaam van de gebroeders Gracchus, had geconcludeerd dat zijn hervormingsmaatregelen alleen succes konden hebben als hij beschikte over militaire steun. Toen Marius in de gaten kreeg dat Appuleius land zocht voor de veteranen om zo een privéleger te creëren, was het te laat. Met geweld herstelde Marius de orde waarvoor hij als consul verantwoordelijk was. Appuleius werd vermoord in het Senaatsgebouw.

Inscriptie ter ere van Marius (afgietsel; Museo nazionale della civiltà romana, Rome)

Dit was het voorlopige einde van Marius’ rol in de Romeinse politiek. Hij had zich gekeerd tegen de Volksvergadering waaraan hij zijn carrière dankte. Voor een popularis was dit politieke zelfmoord. In de Senaat raakte hij eveneens geïsoleerd. Hij had een beroep kunnen doen op zijn veteranen, maar zag daarvan af. Zijn loopbaan had meer dan eens op gespannen voet gestaan met het Romeinse staatsrecht, maar Gaius Marius was in zijn hart geen revolutionair.

Al snel zou Rome echter een revolutie én een contrarevolutie aanschouwen. Daarover volgende week.

[Een overzicht van deze reeks over het handboek oude geschiedenis is hier.]

#DeBloisEnVanDerSpek #GaiusMarius #GaiusSemproniusGracchus #handboek #Jugurtha #JuliaI #Kimbren #LuciusAppuleiusSaturninus #LuciusOpimius #Numantia #Orange #populares #RomeinseRevolutie #Teutonen #TiberiusSemproniusGracchus #volksvergadering

2024-01-27

Castor en Pollux in Rome (2)

De tempel van Castor en Pollux op de Forma Urbis (Nationaal Museum, Rome)

In het vorige stukje vertelde ik dat een generaal genaamd Postumius de tempel voor Castor en Pollux beloofde en dat zijn zoon die inwijdde. Archeologen hebben restanten teruggevonden van het heiligdom dat de Postumii bouwden. Ze hebben vastgesteld dat het podium waarop het heiligdom stond ongeveer even groot was als het enorme podium dat nu is te zien. Verder groeven ze een deel van de decoratie op, waarvan aannemelijk is dat het behoorde tot deze eerste bouwfase. Het moet voor Latijnse bezoekers, die ongetwijfeld vaak in Rome kwamen, pijnlijk zijn geweest te zien dat hun nederlaag met zo’n grandioos bouwwerk werd herdacht.

De bouwers gaven een vergelijkbaar politiek signaal af aan de Romeinse bevolking: dit was immers een cultus van aristocraten, die de massa’s duidelijk maakten dat zij sinds de val van de monarchie de macht in handen hadden. Het volk vergat het niet: de Postumii werden met dodelijke haat verafschuwd en we kennen anekdotes over generaals die werden gestenigd door hun manschappen. Het is maar een detail uit het conflict dat in de vijfde en vierde eeuw v.Chr. woedde en bekendstaat als de Standenstrijd.

Castor en Pollux als beschermers van de ruiterij (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

Latere verschijningen

Ruim drie eeuwen later deden Castor en Pollux opnieuw dienst als bode. Volgens Valerius Maximus, een verzamelaar van historische anekdotes, brachten ze in 168 v.Chr. het nieuws van de slag bij Pydna:

Tijdens de Macedonische Oorlog meende Publius Vatienus, een man uit het district van Rieti die ’s nachts op weg was naar Rome, dat twee goedgebouwde jongemannen op schimmels hem tegemoetkwamen en hem opdroegen te melden dat Lucius Aemilius Paullus de voorafgaande dag koning Perseus had gevangengenomen. Toen hij dit aan de Senaat had verteld, werd hij in de cel geworpen omdat hij met zijn ijdele praatjes de hoogheid en het aanzien van het college had geschonden. Toen echter uit Paullus’ rapport bleek dat hij die dag Perseus inderdaad gevangengenomen had, werd Vatienus uit het gevang bevrijd en werd hem bovendien land en een belastingvrijstelling geschonken.

Een beeldengroep, vervaardigd in de jaren zestig van de tweede eeuw v.Chr., lijkt te horen bij bouwwerkzaamheden van kort na de slag bij Pydna. De beelden zijn te zien in het Antiquarium van het Forum.

Castor en Pollux en hun paarden (Antiquarium Forense, Rome)

Florus, een geschiedschrijver uit de Keizertijd, vertelt dat de Tweelingen in 101 v.Chr. meldden dat Marius de Kimbren had verslagen:

Het Romeinse volk ontving het zo vreugdevolle en zo gelukkige nieuws dat Italië was bevrijd en het imperium gered niet, zoals gewoonlijk, uit mensenhanden, maar, zo moeten we geloven, van de goden zelf. Want op de dag waarop de veldslag plaatsvond, is gezien hoe jongelingen bij de tempel van Castor en Pollux het overwinningsbericht overhandigden aan de praetor.

Na een restauratie in 74 v.Chr. schonk Pompeius de tempel een schilderij van zijn maîtresse Flora. Erg dankbaar betoonden de Tweelingen zich niet, want toen ze in 48 v.Chr. weer verschenen, was het om Pompeius’ nederlaag (en Caesars overwinning) bij Farsalos te melden.

Keizertijd

In 9 v.Chr. brandde het gebouw af, zodat keizer Augustus het moest herbouwen. Dat deed hij graag, want hij wilde de ridderstand zijn militaire rol teruggeven. Het leek Augustus een aardig idee de tempel te laten inwijden door zijn kleinzoons Gaius en Lucius: de zonen van Julia waren, net als Castor en Pollux, onafscheidelijke broers. Helaas stierven de jongens voordat de nieuwbouw was voltooid. Daarom werd de cultusplaats in 6 na Chr. ingewijd door Augustus’ opvolger Tiberius, mede uit naam van diens broer Drusus. Menigeen zal vreemd hebben opgekeken, want Drusus was overleden na een val van zijn paard.

Het hoge platform dat momenteel is te zien, behoort bij deze bouwfase. Daarboven stond het heiligdom zelf, waarvan dus drie opvallende zuilen resteren. Aan de voorkant was een sprekerspodium dat, net als het podium bij het Senaatsgebouw, was versierd met scheepsstevens. De trappen lagen daarom aan de zijkant, tot keizer Septimius Severus de opgang verplaatste naar de voorkant en het sprekerspodium verwijderde.

Onder de tempel waren enkele vertrekken, die waarschijnlijk werden gebruikt door het Romeinse ijkbureau. Andere kamers dienden als kluis. Vóór de tempel stonden de beelden van Castor en Pollux. Volgens Cassius Dio brachten ze keizer Caligula op een idee:

Hij liet de tempel van de Tweelingen op het Forum Romanum in Rome in tweeën delen door er dwars doorheen een ingang naar zijn paleis te maken, midden tussen de twee standbeelden door. Op die manier, zei hij steeds, konden de Tweelingen als zijn poortwachters fungeren.

De bron van Juturna

Misschien nog interessant om te weten: in de omgeving van de tempel van Castor en Pollux bevinden zich de Bron van Juturna, waar de Tweelingen hun paarden steeds drenkten, het christelijke Oratorium van de Veertig Martelaren en de Santa Maria Antiqua. Ze zijn alle drie jarenlang niet te bezichtigen geweest, maar inmiddels wel. Ik heb ze twee jaar geleden voor het eerst gezien en het was het wachten waard: de fresco’s zijn adembenemend mooi.

#BronVanJuturna #Caligula #CassiusDio #CastorEnPollux #Drusus #ForumRomanum #GaiusCaesar #GaiusMarius #GnaeusPompeiusMagnus #JuliusCaesar #Kimbren #Latijnen #LuciusCaesar #PubliusAnniusFlorus #Pydna #Rome #SeptimiusSeverus #slagBijFarsalos #Standenstrijd #Teutonen #Tiberius #ValeriusMaximus

2019-11-30

Numidië

Timgad, een van de voornaamste Romeinse steden in Numidië

De Numidiërs waren de mensen die woonden in het gebied ten westen van Karthago. Er waren twee regio’s, bewoond door de Massyliërs in het noordoosten van het huidige Algerije en de Masaeisyliërs in het noordwesten. Ik weet er vrijwel niets van. Daarom zit ik, tegen de tijd dat u dit leest, in het vliegtuig naar Tunis, van waaruit ik Karthago wil bezoeken om daarna richting Algiers te reizen. Daar hoop ik ten tijde van de verkiezingen te zijn, dus wie weet wat we gaan beleven.

Om de waarheid te zeggen heeft mijn reis iets van een vlucht. Ik heb twee krankzinnig drukke maanden achter de rug. Ik werk aan een boek. Mijn vorige boek is donderdag gepresenteerd. Mijn huis wordt verbouwd – ze zijn er al anderhalf jaar mee bezig – en de rust die ik zoek, wordt me juist daar waar je denkt jezelf te kunnen zijn, het luidruchtigst ontnomen. Afgelopen woensdag, nadat ik ook onverwacht een nieuwe computer had moeten kopen en installeren, bedacht ik dat ik behoefte had aan vakantie; dat heb ik niet vaak en komt schokkend snel nadat ik verfrist terug was gekomen van mijn schrijfzomer in Gemmenich. Kortom, ik ga op reis om, door iets nieuws te leren, de accu op te laden.

Het land

Het Numidische landschap bestaat, zo begrijp ik, uit een kuststrook met daarin de havens van Caesarea (het moderne Cherchell), Tipasa, Icosium (Algiers) en Hippo Regius (Annaba). Daarachter beginnen de hooglanden van Numidië. Wie vanuit de havensteden het land intrekt, steekt eerst een oostelijke uitloper van de Tell Atlas over, bereikt daarna de golvende, steppeachtige vlakte die nu de “Hautes Plaines” wordt genoemd, en steekt vervolgens de Sahara-Atlas over om te eindigen bij de zandwoestijn, de Grand Erg. In het oosten sluiten de twee uitlopers van de Atlas zich in het berglandschap dat Aurès heet. Net ten oosten van de Tunesische grens werd bij Chimtou het beroemde giallo antico gewonnen dat je in alle delen van de oude wereld wel vindt.

Numidische goden, Chimtou

Ik heb begrepen dat het gebied vrij vruchtbaar is. Dat de Numidiërs voornamelijk zwervende herders zouden zijn geweest, is een misverstand gebaseerd op het feit dat hun naam lijkt op het Griekse woord νομάδες, dat verwijst naar herdersstammen. Die waren er zeker. Ze hadden hutten op wielen die ze mapalia noemden. Maar de meeste mensen waren sedentair, zoals Herodotos al correct vermeldt.

De Numidische kusten werden voor het eerst verkend door de Feniciërs, die hier verschillende kolonies stichtten, zoals Iol en Hippo Regius. Hier handelden ze met de mensen in het binnenland.

Numidisch koningsgraf te Médracen, niet ver van Batna

De vorsten van Numidië

De twee genoemde politieke eenheden, de Massyliërs in het oosten en de Masaeisyliërs richting Marokko, zijn gedocumenteerd vanaf de derde eeuw v.Chr. Beide groepen leverden cavalerie, die bijvoorbeeld tijdens de Tweede Punische Oorlog meevocht in het leger van Hannibal (218-202). De Karthaagse bondgenoot Syfax was in die tijd leider van de Masaeisyliërs; zijn rivaal was de Romeinse bondgenoot Massinissa van de Massyliërs. Deze profiteerde van zijn bondgenootschap met Rome en veroverde na de Tweede Punische oorlog de steden SabrathaOea en Lepcis Magna in het huidige Libië.

Numidische ruiter (Musée national des antiquités, Algiers)

Massinissa stierf in 148 v.Chr., kort voordat de Romeinen Karthago veroverden en het huidige Tunesië annexeerden. De Massylische koning werd opgevolgd door zijn zonen Micipsa, Gulussa en Mastanabal en later door Jugurtha (r.118-104). De laatste werd verslagen door de Romeinse generaal Marius, waarna delen van zijn koninkrijk werden toegevoegd aan het Romeinse rijk. In 46 v.Chr. voegde Julius Caesar meer Massyliaans gebied toe aan het Romeinse Rijk. De Masaeisylische Numidiërs verloren hun onafhankelijkheid pas later en werden opgenomen in de provincie Mauritanië.

Romeinse provincie

Het Derde Legioen Augusta, aanvankelijk gevestigd in Tebessa (tegenwoordig Theveste), zou de grens verdedigen. Het werd later overgeplaatst naar Lambaesis (bij Batna). Even verderop lag de nieuwe stad Thamugadi (Timgad). Ik hoor dat dit een schitterende plak is om te bezoeken, werelderfgoed zelfs, dus ik kijk ernaar uit.

Hoewel we niet beschikken over antieke Numidische literatuur, kennen we de namen van verschillende goden. In Cirta (het huidige Constantine) is bijvoorbeeld een heiligdom opgegraven van Baal-Hammon, de heer van de Onderwereld. Ik blogde er al over. Onder de Numidische goden waren ook Aulisua, Iocolon en Motmanius, bekend van inscripties maar wel wat schimmig.

Lambaesis, Romeinse legioenbasis

De Romeinse auteur Cassius Dio verwijst naar religieuze bezweringen en betoveringen, waardoor de Numidiërs regen zouden hebben laten vallen. Soortgelijke bezweringen worden genoemd door Herodotos. Dit was de wereld waarin de christelijke auteur Augustinus leefde (354-430). Hij is geboren in Thagaste en eindigde als bisschop van Hippo Regius. Ik ben erg benieuwd wat we de komende twee weken zullen meemaken.

#Algerije #Algiers #Annaba #Augustinus #Cherchell #Chimtou #ChristianJongeneel #Cirta #Constantine #GaiusMarius #Gulussa #Hannibal #HerodotosVanHalikarnassos #HippoRegius #Icosium #IIIAugusta #IolCaesarea #Jugurtha #JuliusCaesar #Lambaesis #LepcisMagna #Masaeisyliërs #Massinissa #Massyliërs #Mastanabal #Medracen #Micipsa #Oea #Sabratha #Syfax #Thagaste #Thamugadi #Timgad #Tipasa

Wittgenstein's Monsterwittgensteinmonster
2025-10-06
2025-08-16

De valse Marius

Romeins portret (Capitolijnse Musea, Rome)

Als ik u zeg dat het was in het jaar waarin Julius Caesar zonder collega het consulaat bekleedde en als ik uitleg dat wij dat jaar 45 v.Chr. noemen, dan weet u dat u bent beland in een aflevering van het feuilleton “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” Alleen gaat het vandaag niet over hem maar over een familielid. Of beter, een soort van familielid.

De gens Julia

Hoe zat het ook alweer met Caesars familie? De gens Julia, de familie Julius, stamde uit Troje, dat was algemeen bekend. Troje heette immers ook Ilion of Ilios, en daarvandaan was het maar een kleine stap naar Julius. Duidelijke zaak. Mythologisch dan. We zijn op historisch betrouwbaarder grond als we constateren dat de familie behoorde tot de aloude aristocratie, het patriciaat, en dat rond 115 v.Chr. een dochter Julia trouwde met Gaius Marius, een aanstormend talent, afkomstig uit de provincie. Marius zou niet minder dan zeven keer het consulaat bekleden. De broer van Julia, en de zwager van Marius, was de vader van Julius Caesar.

Gaius Marius en Julia hadden een zoon, Marius Junior, die in 82 v.Chr. om het leven kwam in de Eerste Burgeroorlog, nog maar zesentwintig jaar oud. Tijdens Caesars lange afwezigheid in Spanje bleek echter dat Marius Junior een zoon had gehad. Deze Marius iuvenissimus (de allerjongste) was dus een achterneef van Julius Caesar, even nauw met hem verwant als de Sextus Julius Caesar wiens gouverneurschap in Syrië zo catastrofaal was verlopen.

Marius in Rome

Terwijl Julius Caesar dus in het verre westen was, maakte deze Marius ineens naam in Italië. Omdat het met zijn vader zo slecht was afgelopen, had hij moeten onderduiken en pas nu een verwant de macht had, durfde hij weer in openbaarheid te komen. De Romeinse auteur Valerius Maximus, een tijdgenoot van keizer Augustus, weet te vertellen dat

veel veteranenkolonies en vooraanstaande steden, alsmede bijna alle gilden hem vroegen als hun beschermheer (patronus).noot Valerius Maximus, Opmerkelijke daden en gezegden 9.15.2.

In de late zomer keerde Octavius terug uit Spanje en hij kwam de Tiber opvaren naar de villa van Caesar, die niet ver van het huidige spoorwegstation Trastevere lag. Daar ontmoette hij zijn verwant. Nikolaos van Damascus weet meer:

Toen hij bij Rome de Janiculum bereikte, kwam hem een man tegemoet die beweerde de zoon van Gaius Marius Junior te zijn. Met hem kwamen een grote menigte mensen en ook enkele vrouwen die familie waren van Caesar. Hij wilde graag in de familie worden opgenomen en zij getuigden van zijn afkomst. Hij was er echter niet in geslaagd om [Octavianus’ moeder] Atia of haar zus ertoe te brengen een soortgelijke verklaring over de familiebanden af te leggen. De families Julius en Marius waren nauw verbonden en deze man leek helemaal geen familie. Hij kwam dus met een grote schare naar Octavianus toe en probeerde ook op zijn gezag in de familie opgenomen te worden. De burgers die hem vergezelden waren er ook zeker van dat hij de zoon was van Marius Junior.

Octavianus zat in een lastig parket. Hij vroeg zich af wat te doen. Het was moeilijk om een vreemdeling als familielid te begroeten, iemand van wie hij de afkomst niet kende en voor wie zijn moeder niet instond. Anderzijds zou het lastig zijn … om de man en zijn aanhangers af te wijzen. Octavianus zei dus dat Caesar én het hoofd van de familie was én het hoofd van de staat én van de hele Romeinse wereld. De man kon daarom beter naar hem toe gaan en de verwantschap uitleggen. Als hij Caesar kon overtuigen, zouden hij en de andere verwanten, volledig overtuigd, zich bij die beslissing neerleggen. … In de tussentijd zou hij niet naar Octavianus moeten komen en moest hij niets vragen alsof ze verwanten waren. Zo verstandig antwoordde Octavianus en iedereen prees hem. Desondanks volgde de kerel hem de hele weg naar huis.noot Nikolaos van Damascus, Augustus 14.

We zullen nog zien dat Julius Caesar de man beschouwde als bedrieger en wegstuurde uit Italië, wat een opmerkelijk lichte straf is. De auteurs van onze bronnen – naast Valerius Maximus en Nikolaos van Damascus ook Appianus – weten zeker dat de man een bedrieger was, die eigenlijk Amatius of Herophilus heette en oogarts was. noot Valerius Maximus, Opmerkelijke daden en gezegden 9.15.2. Onze auteurs behandelen hem echter wel heel respectvol. De man had bovendien voldoende aanhang om nog terug te keren.

Hoe vals was “de valse Marius”?

Feitelijk is het oordeel van onze bronnen ook niet relevant. Toen Caesar de man wegstuurde uit Italië, had hij al besloten dat Octavianus hem als familiehoofd zou opvolgen. Een extra, volwassen familielid was niet praktisch. Vanaf dat moment zou elk oordeel dus negatief zijn, ongeacht de waarheid. Het is vergelijkbaar met de “Pseudo-Filippos”, een Macedonische pretendent die zijn troonstrijd verloor en dus de geschiedenis in ging als bedrieger. Omgekeerd geldt de Abd al-Rahman die zich medio achtste eeuw aandiende in Córdoba als laatste overlevende van de Umayyaden-dynastie uit Damascus, wel als echt. En ook dat kunnen we helemaal niet zeker weten. Historici die zulke typeringen zomaar overnemen, maken zich schuldig aan de redenatiefout die bekendstaat als “naïef positivisme”.

Enfin. De man die zich tijdens Caesars verblijf in Spanje opwierp als zijn verwant, is de geschiedenisboeken ingegaan als “de valse Marius”. We komen hem nog tegen, want hij zou nog een extreem belangrijke rol spelen.

[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van stukjes over het wetenschappelijk aspect, vindt u daar. En een overzicht van de reeks #RealTimeCaesar is hier.]

#RealTimeCaesar #2069JaarGeleden #AbdAlRahmanIVanCórdoba #Atia #EersteBurgeroorlog #GaiusMarius #JuliaI #JuliusCaesar #naïefPositivisme #NikolaosVanDamascus #Octavianus #PseudoFilippos #SextusJuliusCaesar #ValeriusMaximus #ValseMarius

2025-06-26

Titus Livius (4): inhoud

Zomaar een Romein, niet per se Titus Livius (Museum für Kunst und Gewerbe, Hamburg)

[Vierde blogje in een reeks over de Romeinse geschiedschrijver Titus Livius. Het eerste deel was hier.]

Avaritia & crudelitas

Ik was vanmorgen begonnen met een samenvatting van het geschiedwerk van Titus Livius en had de tweede eeuw v.Chr. bereikt. Nu volgt het conflict tussen twee rivaliserende Romeinse staatslieden: Marius en Sulla. De boeken 66-70 gaan over de opkomst van Marius en worden gevolgd door zes boeken over de Bondgenotenoorlog, waarin de Romeinen moeten vechten tegen hun Italische medestanders, die burgerschap eisen. Na een Romeinse zege voeren de Romeinen oorlog tegen koning Mithridates van Pontus, zonder hem te overwinnen. Generaal Sulla neutraliseert het probleem, keert terug naar Italië en bestuurt de republiek als dictator.

Dit deel van de geschiedenis van Rome vanaf de oprichting, dat de verdeeldheid van de Romeinse elite hekelt en eindigt met de dood van Sulla, werd waarschijnlijk aan het begin van onze jaartelling gepubliceerd. De Periochae maken duidelijk dat Livius vaak aangaf dat politieke vraagstukken werden opgelost per vim, “met geweld”. Andere terugkerende begrippen zijn avaritia en crudelitas, “gierigheid” en “wreedheid”. Het was dus geen opbeurende lectuur, al zal Livius hebben opgemerkt dat met Augustus alles beter was geworden.

De ondergang van de Republiek

De boeken 91-105, gepubliceerd rond 5 na Chr., gaan over de opkomst van Pompeius, Crassus en Julius Caesar. We vernemen hoe de jonge Pompeius met succes vecht tegen de rebellenleider Sertorius in Hispania, zich bindt aan Crassus en consul wordt, en later vecht tegen de Cilicische piraten, Mithridates en de Joden. Hierop volgt de formatie van het Eerste Driemanschap, door Livius getypeerd als “een samenzwering tegen de staat door de drie voornaamste burgers”. Caesars sensationele Gallische oorlog eindigt met een climax: de Romeinen steken in Boek 105 niet alleen de Rijn maar ook het Kanaal over.  Deze ontknoping suggereert dat Livius’ boodschap was dat Romeinen, als ze hun verdeeldheid maar overwonnen, de grootste dingen konden bereiken. Het is interessant dat Boek 104 een digressie heeft gehad geweest over Germaanse gewoonten, wat suggereert dat Livius de rapporten heeft gelezen van de Romeinse generaals Drusus en Tiberius.

De volgende decade gaat over de staatsgreep van Caesar. Boek 106 begint met de dood van Julia, Caesars dochter en de echtgenote van Pompeius. Vanaf nu zijn de harmonieuze relaties tussen de Romeinse leiders verdwenen. Ramp volgt op een ramp. De Belgische leider Ambiorix verslaat de legioenen van Caesar en de Parthische commandant Surena verslaat de soldaten van Crassus in Carrhae. Er is onrust in Rome, Caesar wordt verslagen bij Gergovia, en hoewel hij in Boek 108 de Galliërs verslaat, verslechtert zijn relatie met Pompeius nog verder. De Tweede Burgeroorlog breekt uit. Ik citeerde in een eerder blogje al Livius’ jeugdherinnering aan een waarzegger die in Padua de uitkomst van de slag bij Farsalos “zag”. Boek 115, waarschijnlijk gepubliceerd in 8 na Chr., eindigt met Caesars viervoudige triomf. Het moet bemoedigend zijn geweest voor Livius’ tijdgenoten, die net ernstige militaire tegenslagen in Illyricum hadden geleden.

Boek 116 begint met het complot tegen Caesar. Livius’ oordeel over de dictator: “Het valt niet uit te maken of het beter was voor de republiek dat Caesar werd geboren of dat beter was geweest als hij nooit was geboren.” De hele pentade (dus de boeken 116-120) beschrijft dan het conflict tussen Marcus Antonius en Octavianus. Vijf boeken is veel ruimte voor slechts twee jaar, maar Padua, waar Livius is geboren, speelde in deze oorlog een rol en Livius had het meegemaakt. Hij zal de gebeurtenissen belangrijker hebben gevonden dan wij. Boek 120 beschrijft hoe de twee kemphanen met Lepidus het Tweede Driemanschap sluiten.

Augustus

Livius publiceerde deze pentade in ca.10 na Chr. en het is mogelijk dat hij opnieuw benadrukte dat heersers samenwerken, een thema dat in deze jaren steeds belangrijker was in de Augusteïsche propaganda. Uit deze jaren stamt een tempel voor Concordia en ook werd Tiberius ingewerkt als opvolger.

Maar ook al stemde Titus Livius in met de heerschappij van Augustus, hij wilde ook niet ontkennen dat diens regering met geweld was begonnen. Moderne oudheidkundigen wijzen wel op de opmerking in de Periochae dat Boek 121 en de volgende boeken zijn gepubliceerd “na de dood van Augustus”. Dat hoeft niet te betekenen dat Livius censuur vreesde; hij lag ongeveer op schema.

De boeken 121-133 vertellen over de oorlog van de Driemannen tegen Brutus en Cassius, culminerend in de Dubbele veldslag bij Filippoi (Boek 124). Daarop volgen Marcus Antonius’ oorlog tegen de Parthen (Boek 128) en Octavianus’ oorlogen tegen Sextus Pompeius en in Illyricum. Lepidus verdwijnt van het toneel (Boek 129) en Marcus Antonius ontmoet Kleopatra. De Zeeslag bij Aktion rondt het verhaal af.

Misschien was dit het oorspronkelijke eindpunt van Livius’ project. Hij was ooit begonnen met een geschiedenis van Rome, en had nu het moment bereikt waarop hij zich aan dat werk had gezet. Hij had toen gedacht dat na de burgeroorlogen een ethisch reveil mogelijk was. De Romeinse wereld was inderdaad vreedzamer geworden, maar hij moet hebben opgemerkt dat de republiek, met zijn publieke debatten, was veranderd in een monarchie, waar beslissingen werden genomen door één man. En in het geheim.

Livius was daardoor niet in staat iets te produceren zoals de voorgaande drieëndertig boeken, waarin hij vierentwintig jaar had beschreven. Na boek 134 verviervoudigt het tempo van zijn verhaal: hij beschrijft tweeëntwintig jaar in slechts negen boeken. Het verhaal was nu heel anders dan het voorafgaande en het is mogelijk dat Livius zijn belangstelling begon te verliezen. Het is waarschijnlijk dat boek 134 begon met de woorden van fragment 58:

Ik heb inmiddels genoeg roem verdiend en zou een punt achter mijn geschiedwerk kunnen zetten, maar mijn rusteloze geest voedt zich met het schrijven.

Titus Livius bleef dus schrijven. De Periochae van de laatste boeken zijn zeer kort en suggereren niet dat het opwindende lectuur was. Dat was niet Livius’ schuld. De tijden waren aan het veranderen. De trieste paradox van de geschiedschrijving is immers dat alleen oorlogen en rampen materiaal leveren voor een boeiend narratief. Als de laatste boeken van de Geschiedenis van Rome sinds de stichting van de stad wat saai waren, was het omdat Livius tot zijn geluk niet leefde in interessante tijden.

[wordt morgenochtend vervolgd]

PS

Het hing al een tijdje in de lucht, maar de universiteit van Cardiff sluit inderdaad alle oudheidkundige opleidingen. Een nieuwe bijdrage aan het lijstje hier.

#antiekeGeschiedschrijving #Augustus #DerdeBurgeroorlog #digressie #EersteDriemanschap #GaiusMarius #GallischeOorlog #GnaeusPompeiusMagnus #JuliaI #JuliusCaesar #KlassiekeGeschiedschrijvers #LuciusCorneliusSulla #MarcusLiciniusCrassus #MithridatesVIEupator #Octavianus #ParthischeRijk #Periochae #slagBijFarsalos #Tiberius #TitusLivius #TweedeBurgeroorlog #TweedeDriemanschap

2025-05-16

Vienne

De “triomf van Vienne” (Lugdunum, Lyon)

In mei 1992, deze maand drieëndertig jaar geleden, maakte ik een lange fietstocht naar Griekenland. Ik ging dwars door Frankrijk – Reims, Troyes, Alesia, Beaune – en op een dag bereikte ik Lyon. Op de Place Bellecour, zoals het mooie centrale plein heet, trok mijn met tent en tassen beladen fiets wat bekijks en ik raakte aan de praat met een jonge vrouw die, als ik het me goed herinner, Adrianne heette. Het was een hartelijk gesprek, en eigenlijk was ik niet eens heel erg verbaasd toen ze m even later in Vienne opwachtte met dingen die ik op de camping lekker zou vinden. Een reiziger heeft altijd leuke ontmoetingen, maar deze zal me altijd bijblijven. En dus heb ik ook warme herinneringen aan Lyon en Vienne.

Gallisch oppidum

Die laatste stad ligt aan de samenvloeiing van de rivieren Rhône en Gère. Ze is ontstaan toen de Gallische stam der Allobrogen een oppidum (heuvelfort) inrichtte op de heuvels die tegenwoordig Pipet en Sainte-Blandine heten. De stam werd in 120 v.Chr. door de Romeinen onderworpen – de zegevierende generaal Quintus Fabius Maximus kreeg de bijnaam Allobrogicus – en kregen te verstaan dat ze aan de voet van hun heuvel moesten gaan wonen. Een stad in een rivierdal was voor de Romeinen immers makkelijker in te nemen dan een nederzetting op een heuvel.

Het heuvelfort was echter niet vergeten. Het oppidum bleek nuttig toen enkele jaren later de Kimbren en de Teutonen, twee Germaanse stammen, verschenen in de Provence. Toen generaal Marius deze Germaanse stammen had verslagen, werd de orde hersteld.

In 61 v.Chr. kwamen de Allobrogen, geleid door een zekere Catugnatus, in opstand. De inwoners van Vienne verdreven de Romeinen in hun stad; de ballingen vestigden zich in Lyon en keerden niet terug toen de Romeinen de orde voor de tweede keer herstelden.

Drie jaar later besloot Julius Caesar het gebied voorgoed te pacificeren, wat, zoals bekend, leidde tot de verovering van heel Gallië. Vienne bleef een belangrijke stad, die een gebied beheerste dat zich uitstrekte tot Genève. Lyon was echter belangrijker en de relaties tussen de twee steden waren slecht. Nog in 69 na Christus vroeg de bevolking van Lyon aan keizer Vitellius om Vienne te vernietigen, waar deze wijselijk niet op inging.

Romeinse stad

Keizer@ Augustus gaf Vienne, inmiddels de voornaamste stad van de grotendeels geromaniseerde Allobrogen, de rang van colonia. Dit betekende dat alle vrijgeboren mannelijke inwoners vanaf nu het Romeins burgerrecht bezaten. In 35 na Chr. bereikte de eerste bewoner van Vienne, Decimus Valerius Asiaticus, het consulaat.

Als colonia heette de stad nu Colonia Julia Augusta Florentia Viennensium. Zoals gebruikelijk wijdden de dankbare tot Romein gemaakten een heiligdom aan de keizer, de tempel van de divus Augustus et diva Roma, “de vergoddelijkte Augustus en de godin Roma”. (De tempel wordt tegenwoordig ook wel de tempel van Augustus en Livia genoemd.) Keizer Claudius noemde de stad “elegant versierd en sterk” en de dichter Martialis zegt hetzelfde in een van zijn epigrammen. Misschien was de elegantie een troost voor de ballingen die naar Vienne werden gestuurd, zoals de Joodse koning Herodes Archelaos, die vanaf 6 na Chr. hier zijn dagen sleet.

Late Oudheid

De stadsmuur vertelt iets over haar geschiedenis. Vienne had oorspronkelijk een muur met een lengte van zeven kilometer, maar in de derde eeuw – u weet wel, een @crisistijd – werd een nieuwe muur gebouwd, slechts twee kilometer lang. Deze doorstond de invallen van de Germaanse Alamannen.

In het begin van de vierde eeuw, toen de keizers Diocletianus en Maximianus grote provincies opsplitsten in kleinere, werd Vienne de hoofdstad van de provincie Viennensis. De stad overvleugelde nu de aloude rivaal Lyon. Alleen Trier was in vierde-eeuws Gallië belangrijker. Keizer Valentinianus II woonde in Vienne en in de vijfde eeuw trok de relatieve welvaart de Bourgondiërs aan, die zich in dit gebied vestigden nadat hun hoofdstad Worms in 435 was ingenomen door Aetius en de Hunnen.

De Piramide van Vienne

Er zijn nog altijd wat monumenten te zien, zoals het theater, de tempel van Augustus en Roma/Livia en de Tuin van Cybele. Een ander monument staat bekend als De Piramide en markeerde ooit een keerpunt in de hippodroom. Volgens een plaatselijk verhaal was dit het graf van Pontius Pilatus, die in ballingschap naar Gallië zou zijn gestuurd. Dit is natuurlijk niets anders dan een vrome legende, maar de verwarring met Herodes Archelaos is begrijpelijk. Nederlandse fietsers ontmoeten hier weleens Françaises met een plastic tas vol lekkernijen.

#Allobrogen #Bourgondiërs #Claudius #GaiusMarius #HerodesArchelaos #JuliusCaesar #Kimbren #Martialis #PontiusPilatus #Rhône #Teutonen #ValentinianusII #Vienne #Vitellius

2025-01-13

🪷 #GaiusMarius, Rome's 1st great general, transformed an undiscipined army into the world's mightiest military force in the 1st Century BC. Legend says that, as a boy, he found an eagle's nest and 7 chicks. As consul he declared the eagle the symbol of Rome. Died 13 January 86 BC.🪷

2024-01-13

🪷 #GaiusMarius, Rome's 1st great general, transformed an undiscipined army into the world's mightiest military force in the 1st Century BC. Legend says that, as a boy, he found an eagle's nest and 7 chicks. As consul he declared the eagle the symbol of Rome. Died 13 Jan 86 BC.🪷

World History Encyclopediawhencyclopedia@mstdn.social
2023-08-05

For centuries, Lucius Cornelius Sulla has been reviled as a maniacal tyrant who defiled the Roman constitution and instituted bloody purges, but some modern historians assert that he has been judged too harshly. worldhistory.org/article/818/l #History #GaiusMarius #Jugurtha #JuliusCaesar

World History Encyclopediawhencyclopedia@mstdn.social
2023-05-30

The Roman Army, famed for its discipline, organisation, and innovation in both weapons and tactics, allowed Rome to build and defend a huge empire which for centuries would dominate the Mediterranean world and beyond. worldhistory.org/Roman_Army/ #History #Arminius #GaiusMarius #GladiusHispaniensis

World History Encyclopediawhencyclopedia@mstdn.social
2023-05-05

The Roman Army, famed for its discipline, organisation, and innovation in both weapons and tactics, allowed Rome to build and defend a huge empire which for centuries would dominate the Mediterranean world and beyond. worldhistory.org/Roman_Army/ #History #Arminius #GaiusMarius #GladiusHispaniensis

World History Encyclopediawhencyclopedia@mstdn.social
2023-03-07

Jugurtha (r. 118-105 BCE) was King of Numidia in North Africa and grandson of the first Numidian king Masinissa (r. c. 202-148 BCE). He was the illegitimate son of Mastanabal, Masinissa's youngest son, and was the least likely of Masinissa's grandsons to ever come to power.worldhistory.org/Jugurtha/ #Carthage #Dougga #GaiusMarius #History

World History Encyclopediawhencyclopedia@mstdn.social
2023-02-27

Despite allegedly founding Rome and being hailed a hero, Romulus’ legacy is complex and his biography is even disturbing at times.worldhistory.org/article/1664/ #Augustus #GaiusMarius #RomulusandRemus #History

World History Encyclopediawhencyclopedia@mstdn.social
2023-01-20

King Mithridates VI of Pontus, also known as Mithradates VI Eupator Dionysus and Mithridates the Great (135–63 BCE, r. 120-63 BCE) was a dogged Roman foe for much of his life. In 88 BCE, he orchestrated the mass killing of up to 150,000 Roman and Italian noncombatants in a single day, if the number of victims Plutarch gave is to be believed, and over the course of decades, he was embroiled in i...worldhistory.org/article/906/m #GaiusMarius #Mithridate #MithridatesVI #History

2023-01-13

🪷 #GaiusMarius, Rome's first great general, transformed an undiscipined army into the world's mightiest military force in the 1st Century BC. Legend says that, as a boy, he found an eagle's nest with 7 chicks. As consul he declared the eagle the symbol of Rome. Died 13 January 86 BC.🪷

World History Encyclopediawhencyclopedia@mstdn.social
2022-11-27

For centuries, Lucius Cornelius Sulla has been reviled as a maniacal tyrant who defiled the Roman constitution and instituted bloody purges, but some modern historians assert that he has been judged too harshly. They present him as a republican champion who predominantly acted out of necessity and often with the best of intentions. As always, the truth is more complex.
worldhistory.org/article/818/l #GaiusMarius #Jugurtha #JuliusCaesar

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst