Het vernieuwde leger van Caesar
Romeinse standaarddrager (Kunsthistorisches Museum, Wenen)Ik zeg niet dat de legionairs van Julius Caesar, aan wie ik zojuist een blogje wijdde, voortaan alleen nog maar vriendelijke heren waren. Ik noemde het bloedbad in de Griekse stad Gomfoi al eens. Evenmin beweer ik dat Caesar op een humanitaire missie was. Het disciplineren van de soldaten was noodzakelijk omdat verdere plundering schadelijk was voor het door Caesar verworven Romeinse Rijk.
Het ontstaan van een beroepsleger
Maar toch. Er veranderde nóg iets. Een Romeinse man mocht zesmaal worden opgeroepen voor een veldtocht. De proletariërs die het leger waren gaan vormen, dienden zes jaren aaneen. Het leger dat Caesar in Gallië inzette, diende langer, veel langer. Uiteraard waren er protesten en muiterijen, maar gaandeweg groeide een beroepsleger. Ten tijde van keizer Augustus diende een legionair twintig jaar, waarna hij nog vijf jaar beschikbaar moest blijven. De soldij en de afzwaaipremie (aanvankelijk een boerderij, later een betaling) waren gereguleerd. De officieren kregen fors meer betaald, opdat ze loyaal zouden zijn en geen leiding zouden geven aan muiterijen.
Een en ander veronderstelde een herziening van het muntstelsel. De soldaten namen immers niet zelf wat ze wilden hebben, maar kregen betaald. En dat geld moest komen van de muntmeester. Er was zoveel edelmetaal mee gemoeid dat Caesar en zijn tijdgenoten kozen voor het aanmunten van goud. Augustus was blij toen hij de beschikking kreeg over de schatten van Egypte.
Het ongelijk van Mommsen
De grootste oudhistoricus aller tijden, Theodor Mommsen, meende dat het augusteïsche leger een nieuwe schepping was, maar dat is onjuist gebleken. Er zijn sinds de late negentiende eeuw honderden inscripties bij gekomen die documenteren waar latere generaals hun soldaten demobiliseerden. Daardoor weten we nu dat na de moord op Caesar zijn legionairs terugkeerden onder de vaandels, sommigen voor zijn collega-consul Marcus Antonius, anderen voor Caesars achterneef Gaius Octavius. Dit verklaart waarom de nummers van Caesars legioenen in het latere keizerlijke leger tweemaal voorkomen. Naast V Alaudae was er ook V Macedonica, naast VI Ferrata was er VI Victrix en naast X Equestris (later: Gemina) was er X Fretensis.
Het leger was niet langer primair een plundermachine waarmee legionairs investeerden in zichzelf. De legioenen beschermden de bezittingen van de keizer: het Romeinse Rijk. Het was een bijeffect van Caesars optreden.
De hemel laten neerstorten
De onbekende auteur van De Spaanse Oorlog last tegen het einde van zijn werkje de toespraak in die Caesar zou hebben gehouden op de landdag in Sevilla. Hij zou de aanwezigen hebben herinnerd aan de weldaden die hij hun had bewezen en zou hun hebben beschuldigd van trouweloosheid. Een trouweloosheid die des te dommer zou zijn omdat de Andalusiërs wisten hoe verschrikkelijk goed Caesars leger was:
Realiseerden jullie je dan niet dat het Romeinse volk legioenen heeft die jullie nooit zouden kunnen weerstaan en die desnoods de hemel kunnen laten neerstorten?
Deze hyperbool aan het einde van De Spaanse Oorlog komt uit de pen van een van Caesars officieren, die een ongezochte manier zag om zichzelf een compliment te geven. Maar de passage snijdt hout. Caesar had een leger gevormd dat gedisciplineerd was, goed werd betaald, bereid was te vechten in plaats van te plunderen – kortom, dat voor een Caesar of voor een keizer desnoods de hemel kon laten neerstorten.
Of ermee op te rukken naar de Parthen. De beslissing tot die oorlog hing in de lucht en Caesar zal 2069 jaar geleden druk zijn geweest met de voorbereidingen.
[Een overzicht van de reeks #RealTimeCaesar is hier.]
#RealTimeCaesar #2069JaarGeleden #Augustus #GaiusOctavius #Gomfoi #JuliusCaesar #krijgsgeschiedenis #legioen #muntgeld #SpaanseOorlog #Suetonius #VAlaudae #VMacedonica #VIFerrata #VIVictrix #XFretensis #XGemina #XIIFulminata