#HouHanshu

2025-08-20

De Kushana’s

Een Kushana-prins uit Dalverzintepa (Nationaal Museum, Tasjkent)

Het begint dus in China. Of beter, ten noorden van China. Aan het begin van de tweede eeuw v.Chr. woonden daar twee groepen nomaden. In het noordwesten waren dat de Tochaars-sprekende Yuezhi en in het noordoosten de Xiongnu. En verder was er de eeuwige trek waarmee herdersvolken westwaarts reizen, omdat je dan van het betrekkelijk droge Mongolië en Siberië naar steeds groenere gebieden reist – over de Altai, naar de Pontische Steppe, naar de Hongaarse poesta.

En dat wil dus zeggen dat de Xiongnu westwaarts trokken en de Yuezhi voor zich uit dreven. In 176 v.Chr. kwam dit proces door een militair conflict in een stroomversnelling en de Yuezhi migreerden via het huidige Kazachstan naar Sogdië, zeg maar het huidige Oezbekistan, waar ze rond 130 v.Chr. aankwamen. Ook vestigden ze zich in Baktrië, het grensgebied tussen Oezbekistan en Afghanistan, aan weerszijden van de rivier de Oxus. Ze woonden hier te midden van een Sogdisch-Baktrisch-Perzisch-Griekse bevolking en namen het Griekse alfabet over. Opgravingen als het Oezbeekse Khalchayan en het Afghaanse Tillya Tepe documenteren het pluriforme karakter van deze wereld.

De muren van Ayaz Kala

De Kushana’s

Zoals de Xiongnu de Yuezhi voor zich uit hadden gedreven, zo dreven de Yuezhi de Saken voor zich uit, een soort Skythen, die uiteindelijk via Sakastan (Sistan in Afghanistan) naar de Punjab zouden trekken. En langs die route volgden uiteindelijk, na pakweg  30 na Chr., ook de Yuezhi, geleid door een zekere Kujula Kadfises. Hij en zijn opvolgers bouwden een groot rijk op dat zich uitstrekte vanuit Xinjiang via Sogdië en Baktrië naar Gandara, de Punjab en de Gangesvallei. U kunt het zich voorstellen als een grote C rondom Tibet. Dit rijk staat bekend als dat van de Kushana’s en het moge duidelijk zijn dat het, samen met het Parthische Rijk, de verbinding vormde tussen het Romeinse Rijk in het verre westen en Han-China in het verre oosten. Deze handelsweg staat bekend als Zijderoute.

Boeddha (Nationaal Museum, Tasjkent)

In het Kushana-rijk zou het zogeheten Mahayana-boeddhisme alle ruimte krijgen, zoals gedocumenteerd in Oezbeekse sites als Dalverzintepa, Zurmala, Kara Tepe en Fayaz Tepe, en in Pakistan in de kloosters van Mohra Moradu en Jaulian bij Taxila. Een heel vroege aanwijzing is dat het Chinese geschiedenisboek Hou Hanshu vermeldt dat een door de Yuezhi afgevaardigde diplomaat in 2 v.Chr. in de Chinese hoofdstad Chang’an les gaf over het boeddhisme. Dit bewijst dat althans een deel van de Yuezhi op dat moment al was overgegaan tot dit geloof. Toen Kujula Kadfises richting Punjab trok, trok hij geen onbekende wereld binnen, want er waren dus al religieuze contacten met India.

Kushana-munt (Bode-Museum, Berlijn)

Overigens tonen de Kushana-munten een veelvoud aan Iraanse, Indische en Griekse goden. Het zou verkeerd zijn te denken dat de Kushana’s alleen maar boeddhisten waren. Niet alleen omdat antieke overheden zelden zoiets als één staatsgodsdienst hadden, maar ook omdat mensen normaal gesproken een “dubbel geloof” hadden, wat eigenlijk gewoon wil zeggen dat je meedoet aan de gebeden in het huis waar je toevallig bent. Dat kan de ene keer boeddhistisch zijn en de volgende keer iets hindoeïstisch of Baktrisch en de derde keer iets Grieks of jaïnistisch of zoroastriaans.

Een stupa bij Mohra Moradu

Late Oudheid

Zolang in het westen de Parthen heersten, hadden de Kushana’s geen noemenswaardige vijanden, maar na 224 kwamen in Iran de Sassaniden aan de macht. Al ten tijde van Ardašir I (r.224-242) waren er conflicten en rond 260 ging Sogdië voor de Kushana’s verloren. Niet veel later liepen de Sassaniden ook Baktrië en Gandara onder de voet. (Bij de plundering van Peshawar namen ze de bedelnap van Boeddha mee, die dus nog ergens in Iran moet zijn.)

Ivoor uit Begram (Musée Guimet, Parijs)

De noordelijke gebieden vielen in handen van groepen die we gemakshalve zullen aanduiden als “Hunnen” en mogelijk verwant zijn met de Xiongnu waarmee ik dit blogje begon. Ook die migreerden naar het westen en het was dus te verwachten dat ze ooit in de gebieden zouden komen waar ze ooit de Yuezhi naartoe hadden gedreven. De rest van het Kushana-rijk (dus de Punjab, de Indusvallei en de Gangesvallei) bleven als staat nog ongeveer een eeuw overeind, tot de Hunnen noordelijk India binnenvielen.

Fayaz Tepe

De onvermijdelijke Kushana’s

De Kushana’s zijn onvermijdelijk voor wie zich met de Oudheid bezighoudt. Zoals gezegd vormen ze een cruciale schakel in het enorme Euraziatische systeem. Zij waren wat centraal was in Centraal-Eurazië. Wie reist in Oezbekistan of Pakistan komt ze steeds weer tegen, en vermoedelijk geldt dat ook voor Afghanistan en Xinjiang.

Atlanten uit het Tapa-i-kafariha-klooster

Ik zelf werd voor het eerst geconfronteerd met de Kushana-architectuur bij mijn bezoek aan Taxila-Sirsukh, waar we de enorme (door hennep overgroeide) stadsmuren zagen van een gigantische vierkante stad. We waren moe van de vlucht van Londen naar Islamabad en hadden de andere delen van Taxila al gezien. Het was al laat in de middag – en we hebben het verder maar even gelaten zoals het was. Achteraf heb ik daarvan toch wel spijt. Ik zal niet snel weer in de Punjab zijn, vrees ik, en hoewel de wereld nog zo veel wonderen voor me in petto heeft, vind ik dat ergens toch ook wel weer jammer.

#Afghanistan #ArdaširI #Baktrië #boeddhisme #ChangAn #Dalverzintepa #dubbelGeloof #FayazTepe #Gandara #Ganges #HanDynastie #HouHanshu #Hunnen #India #Indus #Jaulian #KaraTepe #Khalchayan #KujulaKadfises #KushanaS #Mahayana #MohraMoradu #Oezbekistan #Pakistan #ParthischeRijk #Punjab #Saken #Sassaniden #Sirsukh #Sogdië #Taxila #TillyaTepe #Tochaars #Xinjiang #Xiongnu #Zijderoute

2025-05-02

Han-China

Wandtegel uit de Han-periode (Wereldmuseum, Leiden)

[Dit is het tweede van drie blogjes over de geschiedenis van China. Het eerste was hier.]

Hereniging

Het was een chaotische tijd, waarin de kleine staten onderling streden. Gaandeweg bleven er maar zeven over. Ook die voerden oorlog en de periode na 481 staat daarom bekend als de Periode van de Strijdende Staten. Officieel was er nog steeds een hoge koning, maar die had alleen in Luoyang nog iets te vertellen. Uiteindelijk won de westelijk staat Qin het conflict. Ons woord “China” is een verbastering van Qin.

De Zhou-dynastie kwam ten einde en er waren diverse bestuurlijke hervormingen, waarvan de opvallendste was dat er maar één vorst was, die ook werkelijk regeerde: de keizer Qin Shi Huang (r.221-210 v.Chr.), die u vermoedelijk kent van het enorme “terracotta-leger” waarmee hij is bijgezet. De krijgers moesten het kolossale grafmonument bewaken, maar het werd nooit voltooid; in plaats daarvan sloegen de dwangarbeiders alles kort en klein. Buiten de hoofdstad waren opstanden en al snel trad een nieuwe dynastie aan: de Han-dynastie.

Fluitiste (Han-dynastie; Mariemont, Morlanwelz)

Han-China

Het Romeinse klimaatoptimum zou ook het Han-klimaatoptimum kunnen heten, want deze Chinese dynastie profiteerde evengoed van de gunstige klimatologische omstandigheden tussen pakweg 200 v.Chr. en 200 na Chr. De Han-keizers, die resideerden in Chang’an, namen de macht over van de keizers uit Qin. Het Hemels Mandaat werd uitgelegd in termen, ontleend aan de filosofie van Confucius.

Waar hun voorganger Qin Shi Huang vooral bezig was geweest een eenheidsstaat te scheppen, konden de Han-keizers hun rijk in alle richtingen uitbreiden. In het zuiden, ver voorbij de Blauwe Rivier, annexeerde China diverse kleine staten en in het noordoosten werden delen van Korea veroverd. Tegelijkertijd was er een expansie naar het westen, door de Hexi-corridor, een duizend kilometer lange en honderd kilometer brede strook land, gelegen tussen de Tibetaanse hoogvlakte in het zuidwesten en de Gobiwoestijn in noordoosten. Hiermee bereikten de Chinese legers het Tarimbekken.

Een Chinese beeldengroep van een joert en zijn nomadische bewoners (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

De Zijderoute

Ik vertelde al eens dat keizer Wu Di (r.141-87) zijn generaal Zhang Qian uitstuurde om nog verder naar het westen, in Perzië, Nisaïsche paarden te gaan kopen. Deze diplomatieke missie leidde tot de opening van de Zijderoute. Een ruime eeuw later arriveerde de westelijke reiziger Maës Titianos – de naam is Aramees – over dezelfde route op de plaats die Stenen Toren heet. Daarvandaan reisden zijn medereizigers verder naar de Chinese hoofdstad.

De Chinese belangstelling voor de Zijderoute hing samen met de moeizame relatie tussen Han-China en de noordelijke nomadenvolken. Daar, in wat nu Mongolië heet, leefden de machtige Xiongnu. Zij hadden al eerder een andere nomadenstam, de Yuehzi, naar het westen verdreven, richting Oezbekistan. Door een begin te maken met de bouw van de Grote Chinese Muur, door diplomatieke geschenken en door grootschalige aanvallen bedwongen de Han-Chinezen ook de Xiongnu. De eeuwige oost-west-migratie door Eurazië was er echter ook toen en diverse Xiongnu-groepen trokken westwaarts. Nog niet zo lang geleden is bevestigd dat deze migratie de eerste etappe was van de beweging die aankwam in het westen onder de naam Hunnen. Andere groepen bleven in Mongolië.

Grafprocessie (Han-dynastie; Musée Guimet, Parijs)

De Han-maatschappij

Inmiddels waren de feodale deelrijken die een nagel aan de doodskist van de Zhou-koningen waren geweest, vervangen door zesendertig (en later veertig) prefecturen, die beter controleerbaar waren door de centrale overheid. Militaire gouverneurs controleerden de keizerlijke domeinen. Het hof stimuleerde de verspreiding van het confucianisme, dat benadrukte hoe een samenleving goed geordend kon zijn. stabiliteit en orde in een goed gestructureerde samenleving benadrukt.

Tegelijk verspreidde de boeddhistische stroming die bekendstaat als Mahayana zich langs de Zijderoute. Het is goed gedocumenteerd rond het Tarimbekken, waar later ook manicheeërs en nestoriaanse christenen zouden wonen. Er waren meer westelijke contacten: Chinese kronieken vermelden dat keizer Marcus Aurelius een ambassade stuurde naar zijn collega Huan. En de Chinezen dachten dat ze iets over de Romeinen wisten – ik mocht al eens de beschrijving van de staat Dà Qín citeren uit het geschiedwerk Hou Hanshu.

Hovelingen (Han-dynastie; Musée Guimet, Parijs)

Over de vergelijking tussen Rome en China blogde Otto Cox vijf jaar geleden al eens. Anders dan het Romeinse Rijk, dat een beperkte bureaucratie had, kende China juist een zeer uitgebreid ambtelijk apparaat. Evengoed was de belastingdruk ruwweg even hoog, want wat Han-China betaalde aan bestuurders en beambten, betaalde Rome aan zijn legioenen.

De geschiedenis van de Han-dynastie valt uiteen in twee perioden. De eerste staat bekend als de Westelijke Han en had aanvankelijk als hoofdstad Chang’an (een van de Zhou-hoofdsteden). Kort na het begin van onze jaartelling was er een periode van maatschappelijke onrust, en werd het gezag van de dynastie enkele jaren onderbroken. Daarna was er de periode van de Oostelijke Han, met als hoofdstad het aloude Luoyang, eveneens een Zhou-hoofdstad.

[wordt vervolgd]

#BlauweRivier #boeddhisme #ChangAn #ChineseMuur #HanDynastie #Hexicorridor #HouHanshu #KushanaS #Luoyang #MaësTitianos #Mahayana #MarcusAurelius #PeriodeVanDeStrijdendeStaten #QinShiHuangdi #QinDynastie #RomeinsKlimaatoptimum #Tarimbekken #terracottaLeger #WuDi #Xiongnu #Yuezhi #ZhangQian #ZhouDynastie

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst