#KoninklijkeWeg

2024-10-05

De Frygiërs van koning Midas

Frygisch reliëfje (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik heb al een paar keer verwezen naar de Frygiërs, een volk dat in de IJzertijd woonde in Anatolië – zeg maar Turkije. Toen ik blogde over de taal van de Trojanen, wees ik er bijvoorbeeld op dat de Frygiërs vanaf de Balkan naar Anatolië waren gemigreerd en toen de voorouders van de Lydiërs naar het zuiden hadden geduwd. Voor deze migratie zijn verschillende aanwijzingen, zoals de verspreiding van typisch Balkan-aardewerk naar Troje VIIb. De Troje-expositie in Rotterdam stelde dit verband centraal, maar dat was in 1984. Ik weet niet of de archeologische inzichten nog dezelfde zijn.

Maar daarnaast is er het talige bewijs. De Frygische taal is te reconstrueren uit namen, citaten en pakweg 400 inscripties: ruim voldoende om te zien dat ze niet verwant is met de Anatolische talen van de Bronstijd, zoals het Luwisch, en de daarvan afgeleide IJzertijdtalen, zoals het Lydisch en het Karisch. Het Frygisch lijkt veel meer op de talen van het zuidelijke Balkanschiereiland en behoort dus tot een andere tak van de Indo-Europese familie. Ook de Griekse onderzoeker Herodotos weet dat de Frygiërs feitelijk Thracische Brygiërs waren, die ooit de Hellespont waren overgestoken.noot Herodotos, Historiën 7.3. De overgang van /b/ naar /f/ die we in deze twee eigennamen zien, is ook verder goed gedocumenteerd.

Frygiërs in Centraal-Anatolië

Wanneer vond die migratie plaats? Troje VIIb wordt meestal tussen pakweg 1150 en 950 v.Chr. gedateerd: een aanwijzing dat de Frygiërs in de twaalfde eeuw begonnen aan de oversteek van Europa naar Azië. Ze zouden zich uiteindelijk vestigen in het westen van de Anatolische hoogvlakte, maar er zijn aanwijzingen dat Frygische groepen aanvankelijk ook veel oostelijker waren. De Assyrische koning Tiglath-Pileser I (r.1114-1076) verwijst namelijk naar “Muški” die hij versloeg in de buurt van de Eufraat. De Assyriërs zouden deze naam later gebruiken om de Frygiërs aan te duiden. Natuurlijk is het denkbaar dat de Assyriërs een en hetzelfde woord gebruikten voor twee verschillende Anatolische volken, maar het valt ook niet uit te sluiten dat een vroege groep Frygiërs uitzwermde tot aan de Eufraat.

Frygisch aardewerk (Archeologisch Museum, Kayseri)

Misschien vinden we ook in de loop van de achtste eeuw v.Chr Frygiërs in het zuidoosten van de Anatolische hoogvlakte, in Tyana. Het bewijs is echter zwak: het gaat alleen om een man genaamd Mit-ta-a, genoemd in Assyrische bronnen, die dezelfde zou zijn als de legendarische Frygische koning Midas. De naamovereenkomst is opvallend, maar ook niet méér. Over Midas straks meer.

Frygiërs in West-Anatolië

De belangrijkste groep bouwde een koninkrijk in de buurt van Gordion, een kleine honderd kilometer ten westen van Ankara. Een andere groep Frygiërs bleef in de buurt van de Hellespont en clusterde rond het latere Daskyleion. (Er zijn dus eigenlijk twee Frygiës.) Het staat vast dat de immigranten allerlei gewoontes overnamen van de eerdere bevolking, zoals de verering van de grote godenmoeder, die we ook wel kennen als Kybele.

Beeld van Matar (Museum van Gordion)

De Frygiërs van Gordion heersten over een groot deel van westelijk Turkije. Dit koninkrijk had de trekken van een vroege staat, dus geen stamsamenleving. Ruim 250 inscripties bewijzen dat er een geletterde elite was; ook zien we dat de vorsten een internationaal netwerk onderhielden. Er waren contacten met Delfi in het westen, noot Herodotos, Historiën 1.14. en met Urartu en Assyrië in het oosten. Daarmee was Gordion verbonden via de Koninklijke Weg.

De beroemdste koning van Frygië was Midas, die bekend is uit Griekse sagen. Het hoeft niet per se één man te zijn geweest: het kan gaan om een titel. Ook Assyrische bronnen verwijzen naar een Mit-ta-a. Die vertellen dat tijdens diens regeringsperiode de nomadische Kimmeriërs Anatolië binnenvielen. In 710/709 zag Mit-ta-a zich gedwongen hulp te vragen bij de Assyrische koning Sargon II. Helaas bleek dat onvoldoende. In 696/695 pleegde Mit-ta-a, die een veldslag had verloren, zelfmoord. Het moet niettemin een machtig man zijn geweest, die de middelen had gehad om voor zijn voorganger een enorme grafheuvel te laten opwerpen. Een bezoek aan de grafkamer is een hoogtepunt bij elke reis naar Turkije.

De grote tumulus van Gordion

Perzisch Frygië

De Kimmerische plundertochten zorgden voor een halve eeuw van verwarring, waarin Frygië uiteenviel in kleine vorstendommen. Uiteindelijk wist de Lydische koning Gyges (ca. 650 v.Chr.) de orde te herstellen. Een van zijn opvolgers, Alyattes, veroverde het voormalige Frygië – zowel dat rond Gordion als dat rond Daskyleion – en versterkte Gordion. Vanaf nu was Frygië geen politieke eenheid meer maar slechts een geografisch begrip.

Toen de Perzische koning Cyrus de Grote rond het midden van de zesde eeuw Anatolië onderwierp, werd Frygië een satrapie. Of beter: twee, want de ene lag rond Gordion en de andere (“Hellespontijns Frygië”) rond Daskyleion. Er was  continuïteit in de architectuur en de taal (150 inscripties), in de wijze waarop men landbouw bedreef (vooral veeteelt) en in de religie: de cultus van de grote godenmoeder was nog eeuwen te vinden in de stad Pessinos.

Het Perzische garnizoen in Gordion was daar nog in de laatste maanden van 334 v.Chr., toen de Macedonische commandant Parmenion, de rechterhand van Alexander de Grote, de stad bezette. Het verhaal van de Gordiaanse Knoop heb ik al eens verteld.

Frygië maakte nadien deel uit van enkele hellenistische rijken en kwam uiteindelijk in handen van de Romeinen. De regio raakte opgenomen in de grotere wereld en de mensen begonnen de grote talen van de Oudheid te spreken: Grieks en wellicht ook wat Aramees. Het is dan ook verrassend dat er in de vijfde eeuw na Chr. nog mensen waren die nog steeds Frygisch spraken.noot Sokrates, Kerkgeschiedenis 5.23.

#AlexanderDeGrote #AnatolischeTalen #CyrusDeGrote #Daskyleion #Frygië #GordiaanseKnoop #Gyges #HellespontijnsFrygië #historischeTaalkunde #IndoEuropeseTalen #Kimmeriërs #KoningMidas #KoninklijkeWeg #Kybele #LuwischeTalen #Lydië #Muški #Parmenion #Pessinos #SargonII #satrapie #TiglatPileserI #Turkije #Tyana

2024-11-01

Perzisch Lydië

Een Lydiër (Persepolis)

In het vorige blogje vertelde ik over het ontstaan, de bloei en de ondergang van het IJzertijdkoninkrijk Lydië. Rond het midden van de zesde eeuw had de Perzische koning Cyrus de Grote het onderworpen. De eerste door hem aangewezen gouverneur werd geconfronteerd met een opstand, die echter werd onderdrukt. Vanaf nu was Lydië een Perzische satrapie, wat een duur woord is voor een grote provincie. Misschien moeten we de gouverneurs, de satrapen, wel aanduiden als onderkoningen. De nieuwe heersers verbeterden de zogeheten Koninklijke Weg die Sardes en Gordion verbond met de hoofdsteden van het Perzische Rijk: Sousa, Persepolis en Pasargadai.

Oroitos

De generaal die de Lydische opstand onderdrukte, een zeker Harpagos, lijkt vrij lang over het westen van Anatolie geregeerd te hebben. Nog lang daarna claimde een lokale dynastie in Lycië, het zuidwesten van het huidige Turkije, van Harpagos af te stammen. Zulke claims zijn weleens waar gebleken. Wat de waarheid ook zij, toen Cyrus in 530 v.Chr. overleed, was de hoogste bestuurde in Lydië een satraap genaamd Oroitos.

Tijdens de regering van Cyrus’ zoon en opvolger Kambyses (r.530-522) beheerde Oroitos westelijk Anatolië. Een verantwoordelijke positie, want de koning zelf was bezig met een oorlog in Egypte, dat hij annexeerde. In de chaotische periode na de dood van Kambyses veroverde Oroitos het Griekse eiland Samos. De lokale heerser, Polykrates, was een bondgenoot geweest van Egypte en dat bekocht hij met de dood.

Oroitos heeft vermoedelijk gewoon zijn plicht gedaan, maar met de annexatie van Samos was hij gevaarlijk machtig. Hij beheerde immers én het goud van Lydië én de vloot van Samos. Dat maakte hem tot een potentiële bedreiging van Kambyses’ opvolger Darius de Grote (r.522-486). Een moordenaar ruimde het probleem op. De satrapie kwam uiteindelijk in 513 v.Chr. in handen van Darius’ jongere broer Artafernes.

Cultuurcontact

Ten westen van Lydië lagen enkele grote Griekse havensteden, talloze Griekse eilanden en het Griekse vasteland. Dat betekende dat Lydië in de frontlijn lag toen de Griekse havensteden in 499 v.Chr. in opstand kwamen tegen de Perzen (de zogeheten Ionische Opstand). De Grieken plunderden de benedenstad van Sardes en hielden het, toen koning Darius eenmaal legers had gestuurd, nog vijf jaar vol. Artafernes verraste de Griekse wereld vervolgens door zijn milde behandeling van de verslagen rebellen, maar het lijkt er ook op dat rijke Perzische aristocraten allerlei geconfisqueerde landgoederen in handen hebben gekregen.

Een “meesteres der dieren” (Louvre, Parijs)

Er woonden al veel Iraniërs in Lydië, bijvoorbeeld als gedemobiliseerde soldaten. Er zijn legio aanwijzingen voor de verering van oosterse goden (bijvoorbeeld Anahita) en de “Iranificatie” van de oude Lydische goden. Zo stond de priester van de moedergodin Artimus/Artemis in Efese nog eeuwen bekend met de Perzische titel megabyxus, “degene die is vrijgemaakt voor de cultus van de god”, terwijl de bewoners van deze satrapie de Lydische god Pldans gelijkstelden aan de Perzische Ahuramazda – en ook aan de Griekse Apollo, want het was een smeltkroes van culturen.

Lydië bleef een frontlijngebied, want het was de vanzelfsprekende Perzische basis tijdens de militaire expedities die in 492, 490 en 480-479 plaatsvonden naar het westen. De eerste eindigde met de onderwerping van Macedonië, de tweede met verovering van Delos en het debacle bij Marathon, en de derde… het gangbare beeld is dat de Grieken de Perzen versloegen bij de zeeslag bij Salamis, maar de werkelijkheid is genuanceerder. Ik blogde er al eens over, namelijk hier, en laat de materie nu rusten. Feit is dat de Grieken uit het moederland de Griekse havensteden in Anatolië veroverden en dat de satraap van Lydië er weinig meer te zeggen had.

Lydië en Athene

Over het Lydië van de vier decennia na 480 is weinig bekend. De meeste Griekse bronnen zijn gericht op Athene, dat door een cordon sanitaire van Griekse havensteden in Azië was afgeschermd van Lydië en er weinig mee van doen had. Pas in 440 lezen we weer over Lydië, toen de satraap Pissouthnes probeerde het eiland Samos te heroveren, dat in opstand was gekomen tegen Athene. Het liep op niets uit. Toen Athene een decennium later verzeild raakte in de Archidamische Oorlog tegen Sparta (431-421 v.Chr.), probeerde Pissouthnes zijn invloed uit te breiden door vrijwel elke opstandige lidstaat van de Atheense alliantie, zoals Kolofon en Lesbos, te ondersteunen.

Een Perzische gouden armband uit Sardes (Neues Museum, Berlijn)

In 420 kwam Pissouthnes zelf in opstand tegen koning Darius II Nothos. We weten niet waarom. De koning stuurde een edelman genaamd Tissafernes naar Lydië, die hem uit de weg ruimde en als satraap opvolgde. Gedurende zijn eerste jaren in functie moest hij echter vechten tegen Pissouthnes’ zoon Amorges, die de opstand van zijn vader voortzette met hulp uit Athene.

Het was deze Atheense interventie in Lydië die koning Darius deed besluiten Sparta te steunen in de Dekeleïsche of Ionische Oorlog (413-404). De onderhandelingen werden gevoerd door zijn zoon Cyrus, die later eveneens in opstand kwam. Sparta stemde ermee in de Griekse havensteden in westelijk Klein-Azië niet te beschermen als Perzië zich er meester van maakte en kreeg in ruil de gevraagde steun tegen Athene.

De vierde eeuw

Sparta versloeg Athene en achtte zich, nu het de leider van de Griekse wereld was, aan zijn stand verplicht in te grijpen in Azië. Dit was in feite niet de afspraak, maar koning Darius was dood en de nieuwe koning, Artaxerxes II Mnemon, had andere zaken aan zijn hoofd: zijn broer Cyrus rukte tegen hem op. Ik blogde daar al eens over. De Spartaanse koning Agesilaos intervenieerde dus in Lydië. Een door de Perzen gesubsidieerde anti-Spartaanse coalitie dwong hem terug te keren (de Korinthische Oorlog).

Tempel van Artemis, Sardes

De volgende ons bekende satraap was Autofradates, een loyale dienaar van Artaxerxes toen die werd geconfronteerd met een reeks opstanden in het westen. Weer een andere satraap was Spithridates, die om het leven kwam toen de Macedonische koning Alexander in het voorjaar van 334 een inval deed in Klein-Azië. In de zomer van dat jaar gaf Sardes zich over. Voortaan werd Lydië bestuurd door Griekstalige gouverneurs, eerst als onderdeel van het rijk van Alexander, later door zijn opvolgers, nog later als onderdeel van het Seleukidische Rijk.

Doordat de vorsten vaak direct zaken deden met de steden, raakte de bestuurslaag waar Lydië bij hoorde, de satrapieën dus, grotendeels achterhaald. Van Lydië vernemen we weinig meer, maar het bleef toch bestaan als het kerngebied van het latere Pergameense Rijk en de – nog latere – Romeinse provincie Asia.

#AgesilaosII #Ahuramazda #AlexanderDeGrote #Amorges #Anahita #ArchidamischeOorlog #ArtafernesI #ArtaxerxesIIMnemon #ArtemisVanEfese #Asia #Athene #Autofradates #CyrusDeGrote #CyrusDeJongere #DariusIDeGrote #DariusIINothos #DekeleïscheOorlog #Efese #Gordion #Harpagos #IonischeOorlog #IonischeOpstand #KambysesII #Kolofon #KoninklijkeWeg #KorinthischeOorlog #Lesbos #Lydië #Marathon #Oroitos #Pissouthnes #Pldans #PolykratesVanSamos #Samos #Sardes #satrapie #SeleukidischeRijk #Sparta #Spithridates #Tissafernes #zeeslagBijSalamis

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst