#Kronieken

2025-06-17

Hoe schreven ze de Bijbel?

Ooit probeerde ik Ivanhoe te lezen. Al na een paar bladzijden ben ik gestopt, omdat de eindeloze beschrijvingen me tegenstonden. Walter Scott vermeldt zelfs de opening van de hals van een kledingstuk. Zulke ultragedetailleerde beschrijvingen laten te weinig over aan mijn verbeelding om me te boeien. De kale verhalen van de Bijbel liggen mij beter: er staat geen woord te veel in, zodat je je fantasie erop los kunt laten.

Dat betekent ook dat nogal wat onuitgelegd blijft. Een beroemd voorbeeld is Daniëls visioen van het Laatste Oordeel.noot Daniël 7. Hij heeft in zijn droomgezicht allerlei monsters uit de zee zien komen, en vervolgens staat er, zonder overbrugging, ineens laconiek “Ik zag dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaatsnam.” Waarom die oude wijze meer dan één zetel nodig heeft, blijft onduidelijk en daarover is dan ook nogal wat rabbijnse discussie geweest. De auteur van Daniël lokt gedachtewisseling uit.

Wie zich bezighoudt met de wijze waarop mensen verhalen vertellen – het specialisme staat bekend als narratologie – kan dus constateren dat Scott spreekt tot de lezers, terwijl de Bijbelschrijvers spreken met de lezers. Maar er is natuurlijk meer te vertellen over de wijze waarop Bijbelteksten “werken”, en daarover gaat De gereedschapskist van de Bijbelschrijvers van Klaas Smelik. Hij heeft over de joodse Bijbel gedoceerd in Amsterdam, Utrecht, Leuven en Gent, en je kunt om te beginnen blij zijn dat hij zijn onderwijsstof deelt, in plaats van die achter academische betaalmuren te verbergen. En verder kun je blij zijn dat het zo’n onderhoudend boek is geworden.

Verhaaltechnieken

Het grootste deel van het boek bestaat uit uitleg van de verhaaltechnieken, die overigens en vanzelfsprekend niet specifiek zijn voor de Bijbel. Dat iets tweemaal mislukt om de derde keer wel te lukken, zoals wanneer de opvarenden van de Ark van Noach vogels uitzenden om te ontdekken of er ergens land is,noot Genesis 8.6-11. kennen we bijvoorbeeld ook uit de Griekse literatuur, zoals uit het verslag van Herodotos van de staatsgreep van de Atheense alleenheerser Peisistratos. Het heet ook wel “de wet van drie”. De flashback komt niet alleen voor als de opvarenden in het schip van Jona al blijken te weten dat hij op de loop is voor God,noot Jona 1.10. maar komt ook voor in de Odyssee of – ik noem eens wat – Once Upon a Time in the West.

Een ander voorbeeld van een truc die niet alleen de samenstellers van de Bijbel benutten, is vertraging: het opvoeren van de spanning door de ontknoping uit te stellen. De spanning is ook te vergroten door vooruit te wijzen naar iets dat nog zal gebeuren, zonder daarvan voldoende prijs te geven. In dat laatste geval hebben antieke auteurs natuurlijk altijd de beschikking over profetieën, voorspellingen en orakels.

Smelik noemt ook het gebruik van de directe rede, motiefwoorden, poëzie, dubbele bodems, plotwendingen, open eindes, dromen, fabels. Het viel me op dat de opsomming ontbrak, hoewel antieke auteurs genieten van catalogi, variërend van catalogus van minnaars van Ištar in het Epos van Gilgameš via de Scheepscatalogus in de Ilias tot Lucanus’ overzicht van Egyptische gifslangen. In de Bijbel zijn de Grote Volkenlijst en het overzicht van Davids helden maar twee voorbeelden.noot Genesis 10; 2 Samuël 23.8-39.

Over de type-scene, standaardmomenten waarbij het er niet om gaat wát er gebeurt, maar om hóe het gebeurt, wil ik nog eens bloggen. De bijbelse voorbeelden zijn de roepingen van de profeten, meisjes bij waterputten en geboorteverhalen. Maar u kunt ook denken aan De generaal van Peter de Smet, die trouwens (net als de Bijbelschrijvers) van alles abstraheert dat voor de plot niet relevant is.

Verrassingen

De gereedschapskist van de Bijbelschrijvers is een geslaagd boek. Dat komt deels door de verrassende materie. Smelik typeert twee apocriefe delen van Daniël (Susanna in bad en het beeld van Bel) als vroege detective-verhalen, en hij heeft gelijk.

Ik was ook verrast door de typering van de profeet Jona. Zoals bekend krijgt die opdracht aan te kondigen dat God Nineveh zal omkeren, en gaat hij op de loop. Dat doet hij niet omdat hij er geen zin in heeft, of denkt dat het profeetschap boven zijn krachten gaat, maar omdat hij het risico niet wil nemen dat de bewoners zich bekeren en hun welverdiende straf ontlopen. Dat was iets wat ik nooit eerder had bedacht.

Sommige inzichten presenteert Smelik meer terloops, zoals de opmerking dat de bijbelse God, anders dan zijn oosterse collega’s, alleen in grammaticaal opzicht mannelijk is, maar verder seksloos. Geen verhalen over overspel à la Griekse Zeus dus, ook geen hemelse harem zoals de Fenicische El.

De Bijbel herschreven

Ik schreef zojuist dat Scott tot de lezers spreekt en de Bijbel met de lezers. Die kunnen er ook anders over denken en zo ontstaan nieuwe verhalen. Smelik beëindigt zijn boek met het genre van de Rewritten Bible. Het beste voorbeeld is hoe het Bijbelboek Kronieken de stof van onder andere Samuël en Koningen herhaalt. Daarbij gaat de kronist behoorlijk ver: de opdracht die God aan koning David geeft om een volkstelling te houden, is in de navertelling afkomstig van Satan.noot 2 Samuël 24; 1 Kronieken 21. De fascinerende henochitische literatuur valt eveneens in dit genre, met aanvullingen bij Genesis die tonen waar latere generaties behoefte aan hadden. Smelik noemt tevens teksten als het Gebed van Manasse en het Genesis Apocryphon.

Juist op dit punt had ik méér willen lezen. Ik ben namelijk gefascineerd door de vrijheid de auteur Pseudo-Filon nam bij het verhaal dat bekendstaat als de aqedah. In Genesis is duidelijk dat God Abraham op de proef wil stellen en daarom opdraagt zijn enige zoon te offeren.noot Genesis 22. Het verhaal is dan ook vooral bekend geworden onder de naam “offer van Abraham”. Maar het gaat tevens over “het binden” (aqedah) van Isaak, die volgens Pseudo-Filon accepteert dat hij wordt geofferd als verzoening voor de zonden van de mensen. Deze uitleg documenteert hoe het christelijke idee van plaatsvervangend lijden wortelt in het jodendom, en het is ook een voorbeeld van de herschrijving van een canoniek Bijbelverhaal.

Dat mijn persoonlijke vraag onbeantwoord bleef, heeft aan mijn leesplezier verder geen afbreuk gedaan. De gereedschapskist van de Bijbelschrijvers toont duidelijk hoe de Bijbelteksten “werken” en biedt terzijdes over bijvoorbeeld de wijze waarop je zo’n tekst vertalen moet of waarom je de pointe mist als je een wonderverhaal letterlijk neemt. Ik heb in dit blogje aangegeven dat dezelfde gereedschapskist wordt benut door klassieke auteurs, want ik hoop op een soortgelijk boek over de Griekse en Latijnse schrijvers. Het boek over de verhalenvertellers van de Bijbel ligt in elk geval vanaf vandaag in de boekhandel.

#1Koningen #1Samuël #2Koningen #2Samuël #aqedah #Daniël7 #EposVanGilgameš #Genesis #GenesisApocryphon #HenochitischeLiteratuur #Jona #KlaasSmelik #Kronieken #narratologie #Odyssee #PeterDeSmet #PseudoFilon #RewrittenBible #typeScène #vertraging #verzoeningTheologie_ #WalterScott #wetVanDrie #wonderverhaal

2025-04-05

Faits divers (35)

Uit het geplunderde museum in Soedan.

Een nieuwe aflevering van de onregelmatig verschijnende reeks faits divers, met deze keer slecht en goed nieuws.

Roof

Eerst slecht nieuws: zoals bekend woedt in Soedan, het antieke Nubië, een burgeroorlog. Een paar dagen geleden heroverde het leger delen van Khartoum op de rebellen, en daarbij is het Nationaal Museum voor de tweede keer geplunderd. Het doet wat denken aan de plunderingen in de Egyptische stad Malawi en in het nationaal museum in Bagdad, waarvan bekend is dat kunsthandelaren in de stad aanwezig waren om zorg te dragen voor een snelle heling.

Maar er is over roof ook goed nieuws. Het museum van Bagdad kreeg vorige maand zo’n 27.000 voorwerpen terug. En in Nimrud, in 2014 aangevallen door de zogenaamd Islamitische Staat, zijn 35.000 voorwerpen terug. Ik weet niet precies wat de getallen betekenen, maar het is altijd beter dan dat het weg blijft.

Prehistorie

Een van de eerste metalen die de mensheid leerde gebruiken, is het koper. Andere metalen, zoals goud, volgden wat later. We noemen het millennium voor de Bronstijd ook wel het Chalcolithicum, wat letterlijk Kopersteentijd betekent maar ook wel wordt vertaald als de Kopertijd. Traditioneel gingen archeologen ervan uit dat de ontwikkeling van de landbouw, de vaste woonplaatsen en het aardewerk hand in hand gingen, en alledrie waren verondersteld voor de ontwikkeling van de metaaltechniek. Dat idee is al een tijd geleden opgegeven: in de Levant en noordelijk Mesopotamië heeft al vroeg landbouw bestaan zonder aardewerk en in Egypte waren boeren zonder boerderijen. We spreken nu meer van neolithiseringsprocessen dan van het ontstaan van “het” Neolithicum.

Als ik dit artikel over een opgraving in het Turkse deel van Mesopotamië goed begrijp, is zelfs neolithisering geen vereiste meer en hadden jagers en verzamelaars al belangstelling voor koperbewerking. Ik ben te weinig met het specialisme vertrouwd om het bericht te kunnen beoordelen, maar het verraste me.

Nu we toch zijn beland in onderzoek naar de aanloop naar de Oudheid, is ook dit berichtje leuk: er is DNA-materiaal gevonden dat toebehoorde aan de mensen die in de Sahara woonden voordat deze uitdroogde. Zeg maar de makers van de reliëfs aan de Wadi Mathendous en andere woestijnkunst.

Slechte journalistiek

Uit Israël, uiteraard. Het Bijbelboek Koningen vermeldt een ontmoeting, ergens rond 610 v.Chr., tussen koning Josia van Juda en farao Necho II.

Tijdens de regering van Josia trok farao Necho, de koning van Egypte, naar de Eufraat op om zich bij de koning van Assyrië te voegen. Koning Josia ging de farao tegemoet, maar toen ze elkaar in Megiddo troffen, werd hij door hem gedood.noot 2 Koningen 23.29; NBV21.

De auteur van 2 Kronieken, die drie eeuwen later het boek Koningen navertelt, voegt een complete veldslag toe.

Josia trok zich niet terug, maar verkleedde zich om met Necho slag te leveren. Hij … ging in de vlakte van Megiddo tot de aanval over. Hij werd door boogschutters geraakt en riep toen zijn dienaren toe: “Haal me hier weg, ik ben zwaargewond.” Zijn dienaren haalden hem van zijn strijdwagen, legden hem op zijn andere wagen en brachten hem naar Jeruzalem. Daar stierf hij, en hij werd bij zijn voorouders begraven.noot 2 Kronieken 35.22-24; NBV21.

Deze passage geldt als elimineerbaar: omdat Kronieken is afgeleid van Koningen, is de toegevoegde informatie afkomstig van een latere bewerker. De historiciteit van de veldslag is dus weliswaar niet helemáál uitgesloten, maar wel kwestieus. Evengoed hebben archeologen nu bewijs gevonden voor een hypothetische veldslag. Of het klopt, daarover valt een boom op te zetten, maar dat Megiddo wordt aangeduid met de apocalyptische naam Armageddon, is ronduit hysterisch. Dit is gewoon slechte journalistiek, maar ja, het is oudheidkunde.

Petitie

De instorting van de oudheidkundige instellingen, geïnitieerd in de jaren tachtig, gaat door. Dus maar weer eens een petitie, minder dan twee weken na de petitie voor oude geschiedenis in Cardiff, namelijk voor het behoud van het Grieks aan de Zwitserse gymnasia.

Eerdere petities waren er voor

Dit zijn dus alleen maar oudheidkundige instellingen waarvoor petities zijn opgesteld. Gelukkig helpen ze zo nu en dan. Grieks bleef als schoolvak behouden in Vlaanderen en ook het museum in Ermelo bestaat nog. Maar het zou natuurlijk fijn zijn als classici opkwamen voor archeologische instituten en archeologen voor het behoud van de klassieken. Zó moeilijk is het nou ook weer niet.

Meer faits divers

Tot slot nog vier dingen die niets met elkaar hebben te maken maar die ik nog even kwijt wil. Deze rubriek heet immers faits divers. Primo, Romeinse opgravingen: een mogelijk door de Goten verwoeste nederzetting aan de Beneden-Donau en een massagraf bij Wenen, dat een Romeinse nederlaag uit de eerste eeuw na Chr. documenteert.

Secondo, het enige geïllustreerde Ilias-manuscript uit de Oudheid.

Terzo, het Rijksmuseum van Oudheden is op donderdagavond geopend en er zijn leuke evenementen. Wat maar weer bewijst dat er voldoende publieke vraag is naar oudheidkundige informatie.

Quarto, een vraag die heel vaak – een kwart van de gevallen – wordt gesteld, gaat over “hoe weten wetenschappers wat ze weten?” Dat is een vraag waarop archeologische musea schandalig weinig antwoord geven, terwijl journalisten niet lijken te weten hoe groot deze belangstelling is. Over de mismatch tussen de publieke vraag en het museale/journalistieke aanbod spreek ik aanstaande woensdagavond in Deventer – meer informatie daar.

#2Koningen #Bagdad #BenedenDonauLimes #Chalcolithicum #eliminatie #FaitsDivers #Ilias #Israël #Josia #Khartoum #koper #Kronieken #Malawi #Megiddo #Mesopotamië #NationaalMuseumVanIrak #NationaalMuseumVanSoedan #NechoII #Neolithicum #neolithisering #Nimrud #petitie #RijksmuseumVanOudheden #Sahara #Soedan #Turkije #WadiMathendous #Wenen #woestijnkunst

2025-02-08

Overgeleverde teksten

Een kopiist voltooit zijn werk

De discussie ging over het doorgeven van antieke verhalen. Het ligt voor de hand dat die veranderden toen ze nog mondeling waren. U kent vast wel het kleuterschoolspelletje waarbij de kinderen in een kring zitten, het eerste kind het tweede kind iets in het oor fluistert dat die moet doorfluisteren aan het volgende kind, en dat als het bericht de kring rond is gegaan, er een totaal andere boodschap is. Doorgegeven verhalen veranderen bovendien ook als ze op schrift staan. Waren er, opperde een van de discussianten, niet ook aanpassingen gedaan aan de Bijbel?

Mondeling overgeleverde teksten

Eerst even iets over dat mondelinge doorgeven. Ik speelde net vals door het te vergelijken met dat kleuterspelletje. Men had destijds namelijk een manier om de informatie accuraat door te geven: poëzie. Alliteratie, ritme en rijm helpen goed om een korte boodschap intact te houden. De Latijnse bezweringsformule pastores pecuaque salva servassis, “herders en vee, bescherm ze”, gaat terug tot het Proto-Indo-Europees en is een millennium of drie mondeling doorgegeven. Daarbij zijn wat aanpassingen gedaan aan de taal, maar het allittererende zinnetje zelf bleef bewaard.

Een ander voorbeeld: als de plot maar goed is, gaat een verhaal ook lang mee. Dat denken we althans en het klinkt plausibel. Het sprookje van Sjaak en de Bonenstaak is met zekerheid oer-, oeroud (lees maar hier). Het probleem met deze redenering is echter dat we niet weten welke verhalen verloren zijn gegaan. Misschien hadden die wel een veel sterkere plot. En trouwens, wat is dat eigenlijk, een sterke plot? Kortom, mondelinge tradities zijn niet helemáál onbetrouwbaar, maar eigenlijk hebben we er niet voldoende vat op.

Geschreven overgeleverde teksten

Als informatie eenmaal op schrift staat, kunnen we wel zien hoe ze wordt doorgegeven. En inderdaad, er zijn aanpassingen. Omdat de discussie de Bijbel noemde, haal ik daar een voorbeeld uit:

De Heer zette David tegen het volk op met de woorden: “Ga in Israël en Juda een volkstelling houden.”noot 2 Samuël 24.1; NBV21.

David doet keurig wat hem wordt opgedragen en wordt vervolgens bestraft. Voor de auteur van dit verhaal was dat geen probleem: God is te groot voor de menselijke criteria voor goed en kwaad. Een paar eeuwen later was men daar anders over gaan denken. De auteur van Kronieken past het verhaal aan:

Satan keerde zich tegen Israël en zette David ertoe aan in Israël een volkstelling te houden.noot 1 Kronieken 21.1; NBV21.

Wie nog meer bewerking zoekt, kan Genesis leggen naast Kronieken naast de apocriefe Henochitische literatuur, het Genesis-apocryphon, en Jubileeën, het Boek der reuzen en het Boek van Noach. Ik meen dat het Emanuel Tov, een van de grote kenners van de Dode-Zee-rollen, was die voor dit genre de term “reworked scripture” bedacht. Het simpele punt is: dit was een voorindustriële samenleving, waarin informatie schaars was en hoog werd aangeslagen. Men vond het om die reden belangrijker mensen juist te informeren dan de bedoeling van de auteur correct weer te geven. Men voelde zich daarom vrij de tekst te verbeteren als de opsteller zich, naar de nieuwere inzichten, had vergist. Dat op die manier juist verkeerde informatie kon ontstaan, is ons probleem, niet het hunne.

Zo moeten we ook kijken naar – ik noem eens wat – de antieke wetenschappelijke uitgaven van de homerische poëzie. Niemand bekreunde zich om de dichter zelf, het ging erom een goed gedicht te maken. Ander voorbeeld: de codificatie van het Romeins Recht door keizer Justinianus, waarin alle geldbedragen mechanisch werden aangepast aan de in zijn tijd gangbare valuta.

Hoe erg is dit alles?

Voor ons is dit allemaal wat onhandig, want wij vinden het wel belangrijk te weten wat de precieze woorden van deze of gene auteur zijn. Als er van een bepaalde tekst maar één handschrift is, zullen we nooit weten of er mee is gerommeld. Daarvoor is immers vergelijkingsmateriaal nodig.

Toch zijn er een paar hoopvolle tekenen. Een daarvan is dat we van redelijk wat teksten middeleeuwse kopieën hebben én antieke papyri, en dan blijkt de wildgroei toch niet zo groot te zijn. Een schrijffoutje hier of daar, dat wel, maar als er een standaardtekst was, werd die redelijk nauwkeurig doorgegeven. Niettemin: het blijft een punt van aandacht.

#2Samuël #BoekDerReuzen #BoekVanNoach #DodeZeeRollen #EmanuelTov #GenesisApocryphon #HenochitischeLiteratuur #Homeros #Jubileeën #Justinianus #koningDavid #Kronieken #mondelingeLiteratuur #poëzie #ProtoIndoEuropees #ReworkedScripture #Satan #SjaakEnDeBonenstaak

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst