#Lagash

ƧƿѦςɛ♏ѦਹѤʞspacemagick
2025-05-31

Sargon the Great is on a new campaign to establish a base in Wales.

(Yeah, yeah, I know, it might be Naram-Sin.)

2025-05-07

Oorlog in Sumerië

Spijkerschrifttekst van Enmetena van Lagash over de oorlog met Umma (Louvre, Parijs)

Het schijnt voor te komen, en het is natuurlijk heel bijzonder, dat mensen dagenlang niet denken aan het conflict tussen de Sumerische stadstaten Lagash en Umma. Het is een van de oudst-gedocumenteerde oorlogen uit de geschiedenis. De inzet was niet gering: door het onduidelijke verloop van de grens tussen de twee staatjes was de watervoorziening onzeker en dus ook de welvaart.

Dit was de menselijke dimensie van het conflict, waar wij iets van begrijpen. Er was echter een tweede dimensie. Als het land eigendom was van de stadsgoden, dan was dit dus tegelijk een conflict tussen twee goden. Gelukkig waren er altijd verstandige goden, zoals het hoofd van het Sumerische pantheon, Enlil. Diens vertegenwoordiger op aarde, koning Mesalim van Kish (pakweg 2550 v.Chr.) stelde de grens vast en plaatste daar een stèle. Probleem opgelost – althans voorlopig.

Ten oorlog

Een halve eeuw later, dus ergens rond 2500 v.Chr., probeerde Pabilgešgaltukunoot Hoe verzin je zo’n naam? van Umma de grens te verleggen, maar de koning van Lagash, Ur-Nanshe, versloeg hem en nam hem zelfs gevangen. De mannen van Umma waren echter niet overwonnen, hergroepeerden onder een zekere Ush, vielen Lagash binnen en verplaatsten de grensstèle. Althans, zo lezen we op de Gierenstèle van Eanatum, die een generatie later koning zou zijn te Lagash en als zodanig misschien niet de allermeest betrouwbare bron is.

Dramatis personae

Aanvankelijk probeerde Lagash de hernieuwde grensschending diplomatiek op te lossen. Ur-Nanshes zoon en opvolger Akurgal stuurde dus ambassadeurs, maar Ush van Umma stuurde die onverrichter zake terug. Misschien herkennen we hier een despotische vorst, want Ush verspeelde kort daarna het vertrouwen van zijn onderdanen en werd door hen gelyncht. De nieuwe heerser in Umma was Enakalli.

Eanatum

Juist op dat moment volgde in Lagash Eanatum zijn vader Akurgal op. We zijn inmiddels aanbeland rond het jaar 2475. Met een hoop geweld dwong de nieuwe koning van Lagash zijn vijand Enakalli van Umma om de grens weer te leggen waar die, althans volgens de bewoners van Lagash, behoorde te liggen. Eanatum zou 36.000 vijanden hebben gedood. Volgens de Gierenstèle dan, die eindigt met de eden die de verslagen heerser van Umma zou hebben afgelegd.

Het conflict was echter nog niet voorbij. Een generatie later viel Umma Lagash opnieuw aan, waar koning Eanatum inmiddels was opgevolgd door Enannatum. De mannen van Umma, geleid door Ur-Lumma, hadden inmiddels een nieuw pressiemiddel: ze sloten de kanalen af waarmee Lagash van water werd voorzien. Lagash week echter niet. Kroonprins Entemena versloeg de mannen van Umma en doodde Ur-Lumma. Diens opvolger, van wiens naam we alleen de lettergreep Il kennen, sneed de watertoevoer opnieuw af.

De afloop

Entemena, inmiddels koning van Lagash, besloot dat de oplossing bestond uit het graven van een kanaal, om water vanaf de Tigris naar Lagash te brengen. Probleem: dit water was wat zouter. De regio verziltte.

De gevolgen waren catastrofaal. In Entemena’s dagen, eind vijfentwintigste eeuw v.Chr. bestond de oogst van Lagash voor zeker een zesde uit tarwe, maar rond 2100 v.Chr. was dat gereduceerd tot een vijftigste. De koningen van Lagash verplaatsten hun residentie naar het nabijgelegen Girsu, waarover ik onlangs blogde. De regio van Lagash is op geologische kaarten nog altijd herkenbaar als verzilt.

#AkurgalVanLagash #EanatumVanLagash #EnakalliVanUmma #EnannatumIVanLagash #Enlil #EntemenaVanLagash #Gierenstèle #grens #kanaal #Lagash #MesalimVanKish #Tigris #umma #UrLummaVanUmma #UshVanUmma

2025-05-05

Een oudheidkundig probleem: vergelijkingstheorie

Vergelijkingstheorie helpt vaststellen wat deze vier koningen vergelijkbaar maakt.

Vandaag een blogje over een probleem waarmee de oudheidkundige disciplines kampen: de onvoldoende uitgewerkte vergelijkingstheorie. Vóór ik daarop inga, eerst even terug naar vorige week. Toen schreef ik over het historisme: het denkbeeld dat alles een eigen, historisch gevormd karakter heeft. Dit maakt het op het eerste gezicht onmogelijk wetmatige verbanden aan te wijzen. Ik schreef:

Unieke evenementen en volken hebben immers niets gemeenschappelijks waarop zulke wetten gebaseerd kunnen zijn. Negentiende-eeuwse historici zochten bij het verklaren van het verleden dus niet naar algemene patronen, maar lieten zich inspireren door de tekstuitleg, en dan vooral door de psychologiserende hermeneutiek.

Anders geformuleerd, oudheidkundigen probeerden het verleden te verklaren door zich in te leven (ein zu fühlen) in de individuele actoren, wat hand in hand ging met een voorkeur voor grotemannengeschiedenis. Het focus op het individu betekende dat er geen vruchtbare samenwerking kon ontstaan met de in de negentiende eeuw groeiende sociale wetenschappen, die immers zochten naar algemeen-menselijke patronen.

Dit is in de twintigste eeuw uiteraard veranderd. Zeker de oudhistorici en de archeologen hebben bruggen naar de sociale wetenschappen geslagen; voor de classici, met hun nadruk op auteurs, lag deze weg minder voor de hand.

Niets is vergelijkbaar? Kom nou zeg

Eén van de redenen om niet te veel waarde te hechten aan de opvatting dat alles uniek en onvergelijkbaar is, is, zoals ik al aankondigde, dat ze zichzelf in de staart bijt. We gebruiken woorden om het verleden te beschrijven, maar die impliceren altijd een vergelijking. Wie het woord “koning” gebruikt om bijvoorbeeld Echnaton te typeren, vergelijkt de farao impliciet met oorlogsleiders als Saul en Agamemnon, met imperialistische heersers als Aššurnasirpal II en Darius, met stadsvorsten als Servius Tullius van Rome en Leonidas van Sparta, en met stamhoofden als de Belg Ambiorix en de Germaan Arminius.

Dit bezwaar speelt ook bij begrippen als “handel”, “wet” en “oorlog”: de historist kan zulke woorden eigenlijk niet gebruiken, omdat hij daarmee vergelijkbare zaken oproept en dus de uniciteit van zijn onderwerpen ontkent. Dat is op zich niet erg – de oudheidkundige stuit voortdurend op complicaties waarvoor in feite geen oplossing bestaat – maar het roept wel twijfel op aan het historistische uitgangspunt.

Een tweede moeilijkheid doet zich voor wanneer de historist wil schrijven over zaken waarvan de mensen destijds geen weet konden hebben. Een voorbeeld hiervan levert de geschiedenis van het kanaal dat koning Entemena van Lagash, in het zuiden van Irak, rond 2400 v.Chr. liet graven. Ik kom daarop nog terug, maar voor het moment: de Sumerische koning wilde zijn stad voor de toevoer van zoet water onafhankelijk wilde maken van het vijandige Umma, liet een kanaal graven, maar richtte daarmee zijn koninkrijk feitelijk ten gronde doordat de bodem verziltte. Je kunt dit niet met einfühlen verklaren, want Entemena had nooit gehoord van verzilting. De historist die het verleden alleen einfühlenderwijs wenst te doorgronden, ontzegt zich inzicht in een belangrijk deel van de antieke cultuur.

Nu is ook nooit een oudheidkundige zo consequent geweest. Een Johann Gustav Droysen – ik schreef al eens over hem – erkende de complicaties. Weliswaar beschouwde hij het doorgronden van de mentaliteit van de mensen uit het verleden als het voornaamste doel van de historische belangstelling, maar hij zag in dat die psychologische duiding onmogelijk was zonder eerst de omstandigheden te hebben verkend waaronder de mensen destijds hun keuzes hadden moeten maken. Bij die fase van het onderzoek (de “uitleg van de voorwaarden”), keek de geschiedkundige naar zaken als het fysisch en sociaal milieu, de staatshuishouding en de technologie. Zaken dus waar je met einfühlen niet zo veel over kunt zeggen.

De moeilijkheden worden in één klap opgelost als we aannemen dat historische verschijnselen wél vergelijkbaar zijn. Geweld is in alle tijden de oplossing van degenen die de situatie niet langer meester zijn, en we kunnen het woord “oorlog” gebruiken voor elke vorm van geweld tussen zelfstandige politieke eenheden, variërend van het duel van David en Goliath, dat in een minuut voorbij was, tot de Eerste Punische Oorlog, het grootste en langste conflict uit de Oudheid. Er zijn beslist overeenkomsten en antieke oorlogen zijn vergelijkbaar met bewapende conflicten in andere samenlevingen of tijdperken.

Alles is vergelijkbaar? Ook niet waar

We moeten echter uitkijken dat we nu niet de tegengestelde fout maken. We kunnen niet zomaar zeggen “oorlog is oorlog”. De genoemde geweldsuitbarstingen zijn immers nogal divers van aard. Een ander voorbeeld is “huwelijk”. Polygamie, opvattingen over de vraag vanaf welke verwantschapsgraad iemand met een familielid mag trouwen, de exclusiviteit van het huwelijk voor partners van verschillend geslacht, het al dan niet samenwonen, de rechten van de betrokkenen, verschillende soorten huwelijken voor verschillende maatschappelijke standen, de duur, de overdracht van burgerrechten aan de volgende generatie: allemaal zaken waarover in verschillende culturen uiteenlopend wordt gedacht, en die het onmogelijk maken alle verbintenissen op één hoop te gooien. Is historisme een te gemakkelijke oplossing, “alles is vergelijkbaar” is dat ook. En neem van mij aan: je wil niet weten in hoeveel sociaalwetenschappelijke publicaties de auteurs nuances negeren die historici belangrijk vinden.

Even platvloers is het te zeggen dat je de vergelijkbaarheid van geval tot geval moet bekijken, want dat is een vrijbrief voor subjectiviteit. De ene onderzoeker kan te weinig complicaties zien, terwijl iemand anders er juist teveel kan bedenken.

Daar komt nog bij dat we redelijkerwijs van een wetenschapper mogen verwachten dat hij niet slechts een vergelijking maakt die resultaat oplevert, want resultaat is er altijd. Je kunt alles met resultaat vergelijken, zelfs appels en peren. Waar het om gaat is dat de oudheidkundige de vergelijking onderzoekt die de meeste resultaten oplevert. De onderzoeker die zich bezighoudt met de landbouw in Romeins Italië, kan vergelijkingen maken met het zeventiende-eeuwse Koninkrijk Napels en resultaat boeken, maar als er méér resultaat zou zijn geboekt door te kijken in rabbijnse traktaten over het middeleeuwse Apulië, mogen we ons afvragen waarom zo iemand het Koninkrijk Napels erbij heeft gehaald.

Vergelijkingstheorie

Om de vergelijkbaarheid controleerbaar te houden, hebben de sociale wetenschappen in de twintigste eeuw een instrumentarium ontwikkeld waarmee ze enerzijds vermijden dat ze zaken vergelijkbaar achten die dat niet zijn, en anderzijds verhinderen dat ze zaken als onvergelijkbaar beschouwen die dat wel zijn. Enkele eerste voorbeelden in deze tabel:

(klik=groot)

Dit is grofmazig, zeker, maar het is een begin en oudheidkundigen hebben belang bij deze conceptuele duidelijkheid. Wie te weinig data heeft, moet de houdbaarheid van z’n reconstructie onvermijdelijk toetsen aan de hand van vergelijking met andere samenlevingen, en als je niet weet welke vergelijking aanvaardbaar is, is de kans op vergissingen levensgroot. Je wint niets als je Donald Trump vergelijkt met Caligula, of de val van Rome met de bestorming van het Capitool. Dat de oude Grieken zowel zijn vergeleken met nobele wilden als met mensapen, en tevens zijn opgevat als “mensen zoals wij, maar gekleed in lakens”, moet te denken geven: er is domweg niet voldoende nagedacht over wat waarmee vergelijkbaar is.

[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van stukjes over het wetenschappelijk aspect, vindt u daar.]

#einfühlen #EntemenaVanLagash #grotemannengeschiedenis #hermeneutiek #historisme #JohannGustavDroysen #Lagash #positivisme #socialeWetenschappen #vergelijkingstheorie #wetenschappelijkeDisciplines #wetmatigeVerklaringsmodel

2025-04-15

Gudea van Lagash

Gudea van Lagash (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik heb weleens geblogd over de klimaatcrisis die bekendstaat als het 4,2 ka BP event: een periode van droogte die in Egypte het einde van het Oude Rijk markeert en in Mesopotamië het einde van het Rijk van Akkad. In Irak was er een periode zonder centraal gezag, tot de Derde Dynastie van Ur het tweestromenland opnieuw verenigde. Uit die tussentijd kennen we één koning vrij goed: Gudea, heerser van de Sumerische stadstaat Lagash. Het is ietwat verwarrend dat de voornaamste nederzetting in zijn koninkrijkje de tempelstad Girsu was. Beide steden liggen in het oosten van Sumerië.

We moeten de regering van Gudea plaatsen tussen 2144 en 2124 v.Chr.noot Dit is volgens de bewezen correcte middenchronologie; de Engelse Wikipedia, die door wetenschappers die de discussie hebben verloren is gevandaliseerd, vermeldt ook de weerlegde korte chronologie. Het lijkt een bloeiperiode te zijn geweest. Er zijn in Lagash, Girsu en elders duizenden inscripties gevonden, waaronder de langst-bekende Sumerische tekst, een cilinder uit Girsu.

Ook zijn er allerlei beelden bekend van koning Gudea. Het bovenstaande hoofd van zo’n beeld, gemaakt van dioriet, behoort tot de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Uit de teksten weten we dat Gudea in zijn zesde regeringsjaar, 2139 v.Chr., dwars door Elam oprukte naar Anšan, een stad die iets ten westen van het huidige Shiraz ligt. Voor deze militaire expeditie moeten Gudea’s mannen zo’n 600 kilometer hebben gemarcheerd, en daarna nog eens 600 kilometer terug. Met buit beladen, dat wel. Heel ongebruikelijk was zo’n veldtocht niet. Eerdere vorsten uit het zuiden van Mesopotamië waren met hun leger naar de Middellandse Zee opgerukt.

De meeste teksten van Gudea gaan echter over de in Mesopotamië onvermijdelijke irrigatiewerkzaamheden en de al even onvermijdelijke constructie van tempels, die in Girsu ook zijn teruggevonden. De teksten vermelden dat de bouwmaterialen kwamen uit alle windstreken, die een voor een worden opgesomd: ceders van de Libanon, koper uit de Sinaï, en zo voort en zo verder. Zulke opsommingen zijn een typisch Mesopotamisch motief, dat doorgaans niet meer wil zeggen dan dat men via-via handel dreef met deze gebieden. In een van zijn teksten claimt Gudea echter dat mensen helemaal uit “Meluhha” naar hem zijn gekomen – en dat is vrijwel zeker India. Een direct contact!

Maar toch: al met al een heel gewone koning. Toevallig iemand waarover we veel teksten hebben en wiens portret vaak is gereproduceerd, maar niet een vorst die heel bijzondere dingen deed of zich heel bijzonder presenteerde. Iemand die zijn public relations piekfijn op orde had, dat is alles. Of zijn regering werkelijk een bloeiperiode was, valt aan de hand van het veelvoud aan vondsten simpelweg niet te zeggen: dat iets of iemand goed is gedocumenteerd, wil niet zeggen dat het ook belangrijk is geweest. Maar die kop in Leiden, die is mooi.

[Dit was het 488e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]

#42KaBPEvent #Anšan #Girsu #Gudea #Irak #klimaatcrisis #Lagash #RijkVanAkkad #UrIII

Matt WillemsenNonog@fedibird.com
2023-11-07

Ordering Off a 5,000-Year-Old Mesopotamian Menu
A community effort brings ancient flavors to modern Texas.
atlasobscura.com/articles/anci #mesopotamia #menu #cooking #recipes #texas #mudhif #iraq #MarshArab #reed #structure #Lagash #tavern

De ArcheoloogDeArcheoloog
2023-02-25

Bij opgravingen op Tell al Hiba, de ruïneheuvel van de stad hebben archeologen een bijna 5000 jaar oude gevonden. En ze ontdekten ook een 'zeer', een voorganger van de huidige .(1)
washingtonpost.com/history/202

2023-02-20

A 4,500-year-old #palace from the #Kingdom of #Lagash #unearthed in modern-day southern #Iraq could hold the keys to a greater understanding of #Sumerian history. That’s because the site holds over 200 cuneiform tablets that contain administrative records concerning the city of Girsu, The Guardian reported. #Archaeologists with the #BritishMuseum are calling it the Lord Palace of the Kings. explorersweb.com/sumerian-pala

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.04
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst