#LuciusOpimius

2023-07-06

Gaius Marius

De zogenaamde “Marius” (Glyptothek, München)

Op donderdag blog ik meestal over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld. Soms heb ik commentaar, soms vat ik samen, soms breid ik uit, zoals toen ik het had over Jugurtha of over de hervormingen die Tiberius en Gaius Sempronius Gracchus hadden voorgesteld.

De aanhangers van laatstgenoemde waren in opdracht van Lucius Opimius gewelddadig opgeruimd en de boodschap was duidelijk: wie een rol van betekenis wilde spelen in de Romeinse politiek, had gewapende steun nodig. In de komende decennia zouden in snelle opeenvolging, met toenemende agressie en met afnemende legitimiteit een half dozijn politici de top bereiken. En een voor een kwamen Gaius Marius, Lucius Cornelius Cinna, Lucius Cornelius Sulla, Pompeius de Grote, Julius Caesar en Marcus Antonius ten val.

Gaius Marius

De eerste in het rijtje was Gaius Marius (157-86). Omdat hij afkomstig was uit de ridderstand, de financiële elite, sprak het niet vanzelf dat hij doordrong tot de senatoriële, bestuurlijke elite. In de regel zorgden de senatoren ervoor dat alleen hun eigen zonen voor magistraturen in aanmerking kwamen. Maar Marius had ooit, in de oorlog tegen de Keltiberische stad Numantia, in een duel een vijandelijke leider gedood. Romeinse kiezers beschouwden dat als voldoende kwalificatie voor om het even welk ambt. Bovendien genoot Marius de steun van de machtige familie der Caecilii Metelli, die wel meer talentvolle ridders ondersteunde.

Marius’ verdere carrière verliep spectaculair. Hij was volkstribuun, praetor en provinciegouverneur, trouwde met Julia (een meisje uit de verarmde aristocratische familie der Julii Caesares) en bekleedde in 107 het consulaat. Dat ambt gebruikte hij om zich door de Volksvergadering naar de oorlog tegen de Numidische vorst Jugurtha te laten sturen.

Hij was dus een popularis. Marius versloeg de Numidiër, wist hem in handen te krijgen en liet hem terechtstellen. Het was het zoveelste hoogtepunt in een fenomenale loopbaan en Marius deed er alles aan om te benadrukken dat hij zijn carrière zélf had gemaakt, en niet dankte aan een senatoriële vader. Hij gold nu als Romes beste generaal.

Kimbren en Teutonen

In 105 v.Chr. leden de Romeinen bij Orange een enorme nederlaag tegen de Germaanse Kimbren en Teutonen. (Een legioenkamp uit deze tijd is hier geïdentificeerd.) Er kwamen die dag meer mensen om het leven dan bij Cannae. In paniek koos de bevolking Marius tot consul voor het jaar 104. Dit was illegaal, want tussen twee consulaten moesten minimaal tien jaren verstrijken. Maar de senatoren konden er niets tegen doen, want Marius was populair bij de Volksvergadering. Hij zou de hoge magistratuur vijf jaar onafgebroken bekleden.

In afwachting van het beslissende treffen met de Germanen trainde Marius het leger. Historici hebben daar vroeger veel van gemaakt. Eigenlijk zijn alle verschillen tussen het leger van de vroege tweede eeuw v.Chr. en dat van Julius Caesar wel een keer verklaard met een beroep op de veronderstelde hervormingen van Marius. Inmiddels zien krijgshistorici dat de veranderingen allemaal wat minder abrupt zijn geweest.

Een re-enactor demonstreert hoe een soldaat in de tijd van Marius eruit zag.

Feit is dat de legers na Marius minder dan voordien werden gerekruteerd uit dienstplichtige boeren, en meer uit het stedelijk proletariaat. Nieuw was dat niet. Er was al een quasi-professionele kern voor de Romeinse legers. Sommige centuriones dienden wel twintig jaar. Echte beroeps dus. Er is wel op gewezen dat we in deze tijd steeds minder horen over de aristocratische tribunen en meer over de wat volksere centuriones, en dat er een sociale omwenteling was. Misschien is dat waar.

Met dit leger kon Marius de Teutonen in de Provence (102) en de Kimbren bij de Po (101) verslaan. Om deze overwinning te herdenken bouwde Marius’ medeconsul een tempel voor het Geluk van deze Dag en offerde de opgeluchte bevolking aan de goden en aan Marius.

Ondertussen was zo’n beroepsleger gevaarlijk. De soldaten eisten dat ze aan het eind van hun diensttijd land zouden krijgen en waren daarom trouw aan hun generaal. Niet aan Rome. En er was nog een probleem: het nieuwe leger was duur. Ik had me dat niet zo gerealiseerd, maar De Blois en Van der Spek schrijven:

De nieuwe lasten die op de staatskas drukten, bevorderden het Romeinse imperialisme. Rome ging op zoek naar nieuwe belastbare gebieden.

Saturninus

Al eerder had Marius gebruikgemaakt van de diensten van volkstribuun Lucius Appuleius Saturninus, die een wet door de Volksvergadering had geloodst om land in het huidige Tunesië ter beschikking te stellen aan Marius’ veteranen. In 100 werkten de twee mannen samen aan een soortgelijke wet.

Appuleius, de politieke erfgenaam van de gebroeders Gracchus, had geconcludeerd dat zijn hervormingsmaatregelen alleen succes konden hebben als hij beschikte over militaire steun. Toen Marius in de gaten kreeg dat Appuleius land zocht voor de veteranen om zo een privéleger te creëren, was het te laat. Met geweld herstelde Marius de orde waarvoor hij als consul verantwoordelijk was. Appuleius werd vermoord in het Senaatsgebouw.

Inscriptie ter ere van Marius (afgietsel; Museo nazionale della civiltà romana, Rome)

Dit was het voorlopige einde van Marius’ rol in de Romeinse politiek. Hij had zich gekeerd tegen de Volksvergadering waaraan hij zijn carrière dankte. Voor een popularis was dit politieke zelfmoord. In de Senaat raakte hij eveneens geïsoleerd. Hij had een beroep kunnen doen op zijn veteranen, maar zag daarvan af. Zijn loopbaan had meer dan eens op gespannen voet gestaan met het Romeinse staatsrecht, maar Gaius Marius was in zijn hart geen revolutionair.

Al snel zou Rome echter een revolutie én een contrarevolutie aanschouwen. Daarover volgende week.

[Een overzicht van deze reeks over het handboek oude geschiedenis is hier.]

#DeBloisEnVanDerSpek #GaiusMarius #GaiusSemproniusGracchus #handboek #Jugurtha #JuliaI #Kimbren #LuciusAppuleiusSaturninus #LuciusOpimius #Numantia #Orange #populares #RomeinseRevolutie #Teutonen #TiberiusSemproniusGracchus #volksvergadering

2024-02-20

Het Forum Romanum

Het Forum Romanum, gezien vanaf de Palatijn

Ik ken maar weinig plaatsen waar zoveel lieux de mémoire bij elkaar zijn te vinden als op het Forum Romanum: het centrale plein van de stad Rome.

De vorige zin is wat paradoxaal, want het woord forum betekent eigenlijk zoiets als “buiten” (vgl. ons woord forens) en verwijst dus allerminst naar iets middenin een stad. De verklaring is dat het alleroudste Rome lag op de heuvel Palatijn en dat het latere Forum Romanum inderdaad daar buiten lag. Het was de drassige vallei, die afwaterde naar de Tiber door het dal tussen Palatijn en Capitool. Archeoloog Giacomo Boni vond in dit dal allerlei archaïsche graven.

Maquette van de begraafplaats op het forum (Anrtiquarium forense, Rome)

Koningstijd

Later clusterden de diverse heuvels rond de vallei samen tot één stad, zodat wat ooit buiten had gelegen het centrum werd. Rond 600 v.Chr. draineerden de Romeinen het moeras en maakten er een echt plein van. Dat was sindsdien het politieke, religieuze en zakelijke stadshart.

In het westen waren het Comitium, waar de Volksvergadering samenkwam, en de Curia, de vergaderplaats van de Senaat, het adviescollege van de koning. Wat verderop diende het plein als markt. In het oosten verrezen de Regia (de residentie van de koning), de tempel van Vesta en het huis van haar priesteressen.

Inscriptie, in oeroud Latijn, gevonden onder de Zwarte Steen (Nationaal Museum, Rome)

Nog eeuwen wees men de cultusplaatsen uit de oudste tijd aan. Hier was de Zwarte Steen, daar een gewijde vijgenboom, even verderop een tweetal beelden ter ere van Venus Cloacina en het houten tempeltje van Janus. In later tijden wisten de Romeinen al niet meer waarom ze deze plaatsen vereerden.

Republiek

Toen Rome kort voor 500 v.Chr. een republiek werd, veranderde er weinig. Een deel van de Regia diende voortaan als heiligdom, andere delen werden toegewezen aan de opperpriester, de Saturnustempel werd voltooid, en na een overwinning op de Latijnen kwam er een tempel voor Castor en Pollux.

De tempel van Saturnus

Na pakweg 490 v.Chr. werd er een eeuw niets vermeldenswaardigs bijgebouwd. Het ging Rome in deze tijd bepaald niet voor de wind. Ook in de vierde eeuw werd maar sporadisch iets toegevoegd. Er verrees wel een tempel voor Concordia, het Sprekerspodium (rostra) werd voorzien van scheepsstevens (en een inscriptie in potjeslatijn) en aan de zuid- en noordzijde van het Forum kwamen galerijen die bekendstonden als Oude en Nieuwe Winkels. Daarboven waren balkons van waaruit mensen konden kijken naar processies, wedstrijden en gladiatorengevechten op het plein.

Griekse bezoekers in de derde eeuw waren getroffen door het contrast tussen het sobere plein en de Romeinse macht. Toen Pyrrhos van Epirus een gezant naar Rome stuurde, keerde die terug met de constatering dat het karige Senaatsgebouw een vergaderplaats van koningen was. In de komedie Curculio van de toneelschrijver Plautus (ca. 250-184) is een beschrijving opgenomen van de gebouwen en mensen die te zien waren op het Forum. Tot die laatsten behoorden meinedigen, leugenaars, bluffers, geldverkwisters, hoeren, patsers, knapen, praatjesmakers, lasteraars, woekeraars en pooiers.

Het sprekersplatform (rostra)

Pas na 200 v.Chr. verrezen de openbare gebouwen die het Forum Romanum veranderden in het plein dat eeuwenlang op elke bezoeker een verpletterende indruk maakte. Succesvolle politici stichtten dan basilieken die ze financierden uit de buit van hun veldtocht. Het oudste voorbeeld is de Basilica Porcia, die Cato de Oudere in 184 v.Chr. bouwde naast het Senaatsgebouw. Die verving een van de winkelrijen. De andere winkelrij werd vijf jaar later vervangen door wat bekendstaat als de Basilica Aemilia. Tiberius Sempronius Gracchus, de vader van Tiberius en Gaius, bouwde daar in 169 de Basilica Sempronia tegenover: hier kwam de rechtbank samen. Lucius Opimius, de tegenstander van de Gracchen, kon na de dood van Gaius Gracchus in 121 niet achterblijven en bouwde de Basilica Opimia. Ironisch genoeg stond die naast de tempel van Concordia.

Burgeroorlogen

Rome was nu onmiskenbaar op weg de hoofdstad te worden van een wereldrijk. Het moet een drukte van belang zijn geweest. Sulla verving het oude Senaatsgebouw en uit deze tijd dateert ook de herbouw van de Basilica Aemilia.

Het door Julius Caesar gebouwde Senaatsgebouw

Het was echter vooral Julius Caesar die het oude plein renoveerde. De Basilica Sempronia werd vernieuwd en heet sindsdien Basilica Julia. Met de buit van de Gallische Oorlog bouwde hij een tweede forum naast het eerste, en toen hij Pompeius had verslagen, vernieuwde hij ook het Comitium en het Senaatsgebouw. Pas zijn adoptiefzoon Octavianus zou deze projecten afronden (in 29 v.Chr.). Hij wijdde ook de tempel in van de vergoddelijkte Caesar, een gebouw dat vóór de Regia was geplaatst en het Forum aanzienlijk verkleinde

In deze tijd werd het plein opnieuw bestraat met het plaveisel dat ook nu nog is te zien. Tevens werd de herbouw van de Basilica Aemilia afgerond, zodat het Forum werd begrensd door twee monumentale hallen: deze basiliek in het noorden en de Basilica Julia in het zuiden. Het is tegenwoordig moeilijk voor te stellen hoe hoog deze gebouwen ooit zijn geweest, maar het Forum Romanum moet hebben geleken op de Brusselse Grote Markt: een groot plein dat klein lijkt doordat de omliggende gebouwen zo hoog zijn.

Niet het meest opvallende monument: de fundering van wat traditioneel wordt beschouwd als de sokkel van het Ruiterstandbeeld van Domitianus. De inscriptie vermeldde zijn bezoek aan de splitsing van Rijn en Waal.

Keizertijd

Net als Caesar bouwde Augustus een eigen forum. Het nam enkele functies over van het Forum Romanum, dat daardoor sterk inboette aan betekenis. De luxe winkels die ooit in de galerijen gevestigd waren geweest, verhuisden naar het Forum van Caesar en het oude forum werd nu een toeristenstek, waar de bezoeker werd onderwezen in de zegeningen van het keizerlijk bestuur. Illustratief is het lot van de Concordiatempel, die in 10 na Chr. werd herdoopt tot tempel van de door de keizer verwezenlijkte Eendracht (Concordia Augusta). Om de amusementswaarde te vergroten werd hij ingericht als museum voor Griekse beeldhouwkunst. Kortom, het Forum was het domein van dagjesmensen en we mogen ons de overgebleven winkels voorstellen als souvenirstalletjes.

De ereboog voor Septimius Severus

Augustus’ opvolgers lieten het Forum Romanum zo veel mogelijk zoals het was en beperkten zich ertoe de bestaande gebouwen te restaureren. Tot het einde van de derde eeuw zijn slechts een paar bouwwerken toegevoegd, waarvan er maar drie echt opvallend zijn. Vespasianus en zijn zoon Titus kregen een tempel, Antoninus Pius en zijn vrouw Faustina eveneens, en bij het Senaatsgebouw verrees het eerste monument dat de bezoeker zag als hij het Capitool afdaalde: de ereboog van Septimius Severus. Het is wat ironisch dat dit monument, dat de eenheid van het Forum Romanum het meeste doorbrak, nu het opvallendste bouwwerk is.

#AntoninusPius #Augustus #BasilicaAemilia #BasilicaJulia #CatoDeOudere #Comitium #Curia #FaustinaI #ForumRomanum #GaiusSemproniusGracchus #GiacomoBoni #JuliusCaesar #lieuDeMémoire #LuciusCorneliusSulla #LuciusOpimius #Octavianus #Palatijn #rechtbank #Regia #Rome #Rostra #TiberiusSemproniusGracchus #Titus #TitusMacciusPlautus #VenusCloacina #Vespasianus #Vesta

2025-03-29

De Romeinse tempel voor Concordia

De schamele resten van de tempel van Concordia

Als ik aan de westelijke zijde van het Forum Romanum sta – en dat heb ik weleens gedaan – moet ik altijd denken aan de ontmoeting van Gregory Peck en Audrey Hepburn aan de voet van de Boog van Septimius Severus. Vlak daarbij liggen de schamele resten van de Romeinse tempel voor de godin van de Eendracht, Concordia.

De Standenstrijd

Dat heiligdom was in de jaren zestig van de vierde eeuw v.Chr. gebouwd om het einde te herdenken van het slepende sociale conflict tussen patriciërs en plebejers, de zogeheten Standenstrijd. De eerste groep, de Romeinse adel, monopoliseerde op dat moment consulaat en Senaat. Het plebs (letterlijk: het vulsel) was de rest van de bevolking, en daaronder waren ook rijke mannen die bestuursfuncties wilden bekleden. Hun voornaamste argument om toegelaten te worden tot de hoogste magistratuur, was dat zij in tijden van oorlog werden geacht in de voorste gelederen te strijden, maar dat zij geen invloed hadden op de beslissing over oorlog en vrede. Bovendien betaalden ze veel belasting zonder iets te mogen zeggen over de besteding daarvan.

Deze ambitieuze en rijke niet-aristocraten verbonden zich met de armen, die ook enkele grieven hadden. Velen hadden schulden gemaakt om de belasting te betalen waarmee de bouw van de  republikeinse stadsmuur werd gefinancierd. Ze eisten schuldsanering. Degenen die hun boerderij aan schuldeisers hadden moeten verkopen, verlangden nieuw land. Veel van het veroverde land was namelijk in handen gekomen van de allerrijksten, die best wat konden missen. Volgens de Romeinse geschiedschrijver Titus Livius kanaliseerden de volkstribunen Sextius en Licinius de onvrede:

Ze stelden wetten voor die allemaal gericht waren tegen de invloed van de patriciërs en de belangen van de plebejers dienden. Een ervan betrof de schulden: wat er al aan rente was betaald zou in mindering moeten worden gebracht van de hoofdsom en het restant zou in drie gelijke jaarlijkse termijnen moeten worden afgelost. Een tweede wet bepaalde de omvang van het grondbezit: niemand zou meer mogen bezitten dan 125 hectare land. Volgens een derde wet … zou een van beide consuls uit de plebejers worden gekozen. Alle drie waren het reusachtige projecten, die niet dan met de grootste strijd verwezenlijkt konden worden. Hiermee werd alles wat door mensen mateloos begeerd wordt – land, geld, hoge posities – in één keer aan de orde gesteld.noot Titus Livius, Geschiedenis van Rome sinds de stichting van de stad 6.35.4-5; vert. Hetty van Rooijen.

Volgens het Romeinse staatsrecht van die tijd mochten volkstribunen geen wetten indienen, maar alleen zaken verbieden. Dat wapen was echter scherp genoeg: Licinius en Sextius verboden álles, zelfs magistratenverkiezingen. Een jaar lang heerste er anarchie. De impasse werd doorbroken toen er oorlog uitbrak en de senatoren een dictator aanwezen. Dat was het enige wat volkstribunen niet konden verbieden.

De eerste tempel voor Concordia

De man die de problemen moest oplossen, was Marcus Furius Camillus, de meest vooraanstaande senator van zijn tijd. Hij had zo’n veertig jaar daarvoor het gehate Veii veroverd en het Romeinse prestige in Latium na de Gallische inval hersteld. Ook ditmaal boekte hij een militaire zege, en toen de soldaten met buit naar de stad terugkeerden was er al iets van de spanning uit de lucht genomen. De Grieks-Romeinse auteur Ploutarchos vertelt dat de volkstribunen toen probeerden Camillus te laten arresteren:

Op het Forum brak een geschreeuw en tumult uit zoals nog nooit was vertoond. Het gevolg van Camillus probeerde de gerechtsdienaar van het podium af te duwen, terwijl de menigte daaronder hem aanspoorde Camillus mee te trekken. Deze wist niet goed raad met de situatie, maar legde zijn ambt niet neer. Hij verzocht de senatoren hem te volgen en begaf zich naar het Senaatsgebouw. Voordat hij naar binnen ging, draaide hij zich om naar het Capitool en smeekte de goden de toestand tot het best mogelijke einde te brengen. Verder deed hij de gelofte een tempel voor de Eendracht te bouwen als de onrust was bedaard.

In de Senaat ontstond een fel debat over de tegenover elkaar staande meningen, maar het mildere standpunt, dat aan het volk tegemoet kwam en het wilde toestaan één van de consuls uit hun midden te kiezen, kreeg de overhand. Toen Camillus dit aan het volk bekendmaakte als Senaatsbesluit, waren ze, zoals te verwachten viel, opgetogen en verzoenden zich onmiddellijk met de Senaat, en onder luide toejuichingen begeleidden ze Camillus naar huis.

De volgende dag kwamen ze bijeen en besloten om ter herdenking van het gebeurde het heiligdom van de Eendracht, dat Camillus had beloofd, te bouwen tegenover het Forum en het Comitium.noot Ploutarchos, Camillus 52.2-4.

Verschillende geleerden menen dat dit verhaal onwaar is en dat de tempel van Concordia in feite is gebouwd aan het einde van de vierde eeuw. Hoe dit ook zij, het gebouw onderging tijdens de Tweede Punische Oorlog een opknapbeurt. Weliswaar was de tempel niet beschadigd, maar de initiatiefnemer zocht naar een mogelijkheid het Romeinse volk ertoe te motiveren eensgezind de oorlogsinspanning aan te gaan.

Tweedracht en eendracht

De volgende constructiefase dateert uit 121 v.Chr. en diende om te gedenken dat consul Lucius Opimius in dat jaar Gaius Gracchus en zijn aanhangers had laten doden. Opimius bouwde naast de tempel van Concordia de Basilica Opimia, waarover Ploutarchos het volgende schrijft:

De bouw van de tempel van de Eendracht door Opimius zette kwaad bloed bij de bevolking. Zo wekte hij de indruk er trots op te zijn dat zoveel burgers waren gedood. Het leek wel een triomf. Daarom schreven sommigen ’s nachts onder de inscriptie op de tempel: ‘Krankzinnige tweedracht bouwt een tempel voor Eendracht.’noot Ploutarchos, Gaius Gracchus 17.6.

Concordia Augusta

Zijn definitieve vorm kreeg de tempel van de Eenheid ten tijde van keizer Augustus. Voortaan vond hier de cultus plaats voor Concordia Augusta, een naam die op drie manieren kon worden uitgelegd: als ‘verheven eendracht’, als ‘door de keizer verwezenlijkte eensgezindheid’ en als ‘harmonie binnen de keizerlijke familie’. De eerste betekenis was natuurlijk de beoogde en de meeste Romeinen stemden ermee in omdat er een einde was gekomen aan de burgeroorlogen. Maar er zullen bij de inwijding in 10 of 12 na Chr. ook mensen zijn geweest die voor een moment dachten aan de tweede interpretatie. Augustus had de oppositie immers de mond gesnoerd.

Ook de derde uitleg zal sommige aanwezigen door het hoofd hebben gespeeld, want de inwijding werd verricht door Augustus’ beoogde opvolger Tiberius. De verhouding tussen beide mannen was lange tijd gespannen geweest en de godin van de Eendracht had de Romeinen zelden zo gezegend als toen ze Augustus en Tiberius had verzoend.

De nieuwe tempel was dus gewijd aan de verheven eendracht, maar suggereerde tegelijk dat de bestuurders eensgezind en sterk waren en oppositie ongewenst was. Hetzelfde signaal werd afgegeven door de beelden aan weerszijden van de trap naar de tempel: Hercules en Mercurius, de kracht en het kapitaal van het regime. Bovenop de nok stonden Concordia en twee andere godinnen (vermoedelijk Vrede en Gezondheid), geflankeerd door beelden van soldaten.

Museum

De zaal van de T-vormige tempel was groter dan het Senaatsgebouw, en daarom vonden hier de vergaderingen van het hoge college plaats als de opkomst hoog was. De senatoren zaten dan in een indrukwekkende ruimte, want de tempel van de Eendracht diende tevens als museum van Griekse beeldhouw- en schilderkunst. De oudere Plinius noemt in zijn Natuurlijke historie elf kunstwerken van antieke topkunstenaars`, zoals vier olifanten van obsidiaan.

En dit was nog niet alles. Keizer Tiberius liet er een standbeeld van de Griekse godin Hestia opstellen dat hij had laten overbrengen van het eiland Paros. Flavia Domitilla, de dochter van keizer Vespasianus, overtrof echter alle schenkingen met een gouden zegelring waaraan een even beroemd als tragisch verhaal was verbonden. Hij zou namelijk hebben toebehoord aan Polykrates, de alleenheerser van Samos. Volgens de sage was hij de gelukkigste mens op aarde en had hij zich tijdig gerealiseerd dat de goden jaloers zouden worden op zijn voorspoed. Om toch enig verdriet te hebben en daarmee de goddelijke toorn af te wenden, had hij het sieraad in zee geworpen, maar een paar dagen later had zijn kok het voorwerp aangetroffen in de maag van een vis die hij bereidde voor zijn meester. Deze wist toen dat hij gedoemd was en kwam in 522 v.Chr. inderdaad onaangenaam aan zijn einde. Plinius de Oudere beschrijft het juweel:

Het staat vast dat de edelsteen een bruin-witte agaat was en we moeten maar geloven dat ze hem tentoonstellen in het heiligdom van de Eendracht, gevat in een gouden hoorn, een geschenk van de keizerin. In een collectie van veel kostbaarder voorwerpen neemt deze bijna de laatste plaats in.noot Plinius, Natuurlijke Historie 37.4.

#AudreyHepburn #Augustus #Concordia #ForumRomanum #GaiusSemproniusGracchus #GregoryPeck #LuciusOpimius #MarcusFuriusCamillus #patriciërs #plebs #PliniusDeOudere #Ploutarchos #PolykratesVanSamos #Rome #Standenstrijd #TitusLivius #TweedePunischeOorlog

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst