#Lyci%C3%AB

2025-05-27

Alexander de Grote in Lycië

De rotsachtige kust van Lycië

In 2003 reisden mijn zakenpartner en ik Alexander de Grote achterna, dwars door Turkije. Ik heb veel mooie herinneringen aan die reis: Efes pilsen (dat overigens wordt gebrouwen in Izmir), de grafheuvels bij Troje, de weidse vlakte van Frygië, de geuren op de kruidenmarkt in Iskenderun. Maar vooral: de rotsige kust van Lycië. Alexander was hier in de eerste weken van 333 v.Chr., nadat hij veel te veel tijd had verspild aan de zinloze belegering van de havenstad Halikarnassos.

Lycië & elders

De daaropvolgende inname van de havens van Lycië was op zich nuttig, want ooit zou het resterende Perzische garnizoen wegvaren uit Halikarnassos, en als dan ook de Lycische havens niet meer in Perzische handen waren, zou het voor de Perzen lastig worden de Egeïsche Zee te bereiken. Onze bronnen besteden daarom veel aandacht aan Alexanders campagne, hoewel dat niet de belangrijkste Macedonische operatie van dat moment was. Dat was de verovering van het westelijk deel van de Koninklijke Weg, die vanaf Sardes landinwaarts liep, naar de Frygische hoofdstad Gordion. Wie die stad beheerste, had een basis om Anatolië te veroveren. Alexanders generaal Parmenion lijkt Gordion zonder slag of stoot te hebben kunnen innemen. Niet vreemd: de Perzen hadden het garnizoen laten vechten aan de Granikos, en dat hadden de meeste soldaten niet overleefd.

De Perzische tegenmaatregelen hadden, nu koning Darius III Codomannus niet beschikte over een leger in Anatolië, geen militair karakter. Het lijkt erop dat hij probeerde verdeeldheid te zaaien onder de Macedoniërs. In Parmenions leger bevond zich Alexandros van Lynkestis, de man die Alexander als eerste als koning had erkend na de moord op Filippos. Daarmee had Alexandros zich het leven gered, want twee van zijn broers zouden – zo dacht men, in het klimaat van paranoia dat de moord omgaf – betrokken zijn geweest bij de aanslag en waren terechtgesteld. Wegens die executies had hij redenen om Alexander te haten en Darius schijnt hem een vermogen in het vooruitzicht gesteld te hebben als hij de Macedonische koning uit de weg zou ruimen. Parmenion kon niet achterhalen of Alexandros gehoor aan die oproep had willen geven, maar stelde hem in verzekerde bewaring. Toen Alexander bijna vier jaar later afrekende met een samenzwering, ging de terechtstelling van Alexandros in een moeite door.

De troepen van Alexander en Parmenion waren niet de enige Macedonische legers in Anatolië. Een van onze bronnen, Diodoros van Sicilië, vermeldt dat ook andere Macedonische korpsen oprukten naar Frygië. Hun activiteit suggereert dat er nog weerstand tegen de Macedoniërs was. De aanpak van verzetshaarden bewijst echter vooral dat Alexander inmiddels van zins was het gebied te behouden.

Faselis

Alexander zelf was dus in Lycië. De kustweg voerde door een spectaculair, ruig landschap zoals de Macedoniërs nog nooit hadden gezien. Alleen het Tempe-ravijn was van een even rauwe schoonheid, maar dat lag ingeklemd tussen twee bergen en niet tussen een berg en de zee. Alexanders hofpropagandist Kallisthenes vermeldt dat er, toen de Macedoniërs het havenstadje Faselis passeerden, iets wonderlijks gebeurde: de zee zou met omslaande golven een soort knieval hebben gemaakt. Welk natuurverschijnsel bedoeld kan zijn, is onduidelijk, maar dat Azië alvast voor Alexander boog was te mooi om aan het thuisfront te onthouden.

[wordt vervolgd]

#AlexanderDeGrote #AlexandrosVanLynkestis #DariusIIICodomannus #DiodorosVanSicilië #Faselis #Frygië #Gordion #Kallisthenes #Lycië #Parmenion #Turkije

2024-11-26

Romeins Lycië

Het theater van Patara

[Dit is het laatste van vijf blogjes over Lycië; het eerste was hier.]

Na 168 v.Chr. was Lycië (landkaart) weliswaar onafhankelijk, maar het behoorde wel tot de Romeinse invloedssfeer. Echt onafhankelijk was het niet. Het kreeg te lijden tijdens de Eerste Mithridische Oorlog (89-85), toen koning Mithridates VI van Pontos alle Romeinse bezittingen in Klein-Azië aanviel. Toen de oorlog voorbij was, reorganiseerde Rome de politieke landkaart.  Diverse steden in het binnenland, zoals Oinoanda, hoorden voortaan bij Lycië. Faselis werd weliswaar nog een tijdje bezet door de Cilicische Piraten, maar die vormden geen partij voor de Romeinse generaal Pompeius de Grote, die in 67 v.Chr. het Nabije Oosten opnieuw reorganiseerde.

Een paar jaar later bezocht de Romeinse politicus Cicero Lycië en beschreef het gebied als een “Griekenland”. Dit suggereert dat de bovengenoemde fantastische verhalen inmiddels algemeen werden beschouwd als nauwkeurige beschrijvingen van de begindagen. De Romeinse politicus merkte ook op dat de Lyciërs, als ze aan het einde van hun toespraken zijn, dichtbij het zingen komen.noot Cicero, Orator 18.57.

De Romeinse Keizertijd

In de jaren na de moord op Julius Caesar viel een van de moordenaars, Brutus, Lycië binnen. Xanthos werd meedogenloos aangeslagen voor een bijdrage aan de krijgskas en het was duidelijk dat het land, hoewel formeel onafhankelijk, in feite Romeins grondgebied was. (Na de verwoesting van Xanthos werd Patara de nieuwe hoofdstad.) Enkele jaren later schreef de Grieks-Romeinse aardrijkskundige Strabon dat Lycië een goed bestuurd gebied was, wat eigenlijk wilde zeggen dat de Romeinse overheid er geen omkijken naar had.noot Strabon, Geografie 14.3.3. De Romeinen annexeerden het uiteindelijk in 43 na Chr. en creëerden toen de nieuwe provincie Lycia et Pamphylia.

Twaalf Lycische goden; hun positie boven twaalf dieren, gaat terug op de Bronstijd (Archeologisch Museum, Antalya)

Het Romeinse Rijk garandeerde rust, en we horen weinig over Lycië. De Lycische Bond, die inmiddels dertig steden telde, speelde nog een rol in de cultus voor de keizer, maar was geen politieke instelling meer. Onze bronnen noemen geen sensationele gebeurtenissen. Plinius de Oudere vertelt ergens een onschuldige anekdote over een gouverneur die met zeventien gasten had gedineerd onder een plataan. Dezelfde schrijver wijdt een vriendelijk woord aan de wijn uit Telmessos. Andere bronnen noemen Lycische sponzen (die Aristoteles al eens had genoemd als iets speciaals) en de saffraan van Olympos. Geen serieuze gebeurtenissen, met andere woorden.

Van verschillende keizers is bekend dat ze gebouwen in Lycië hebben opgericht. Hadrianus gelastte bijvoorbeeld de aanleg van betere faciliteiten in de haven van Myra. Antoninus Pius greep in na een aardbeving en werkte daarbij samen met een Lycische miljardair genaamd Opramoas van Rhodiapolis. Iets later worden ook Septimius Severus en Caracalla genoemd als weldoeners van de Lycische steden. De brug in Limyra, een van de oudste bruggen met segmentbogen ter wereld, is niet nauwkeurig te dateren, maar is zeker een constructie uit de Romeinse keizertijd. Een speciale vermelding verdient de filosofische inscriptie van Diogenes van Oinoanda.

De markt van Oinoanda

Langzaam verdwijnt Lycië echter nog verder uit onze bronnen. De Byzantijnse auteur Zosimos weet van een bandietenleider, Lydios, die Pamfylië en Lycië teisterde, totdat de Romeinse keizer Probus hem gevangennam in het aangrenzende Pisidië.noot Zosimos, Nieuwe Geschiedenis 1.69. We vernemen verder van christelijke leiders, maar zelfs de beroemdste van hen, Nikolaas van Myra, is slechts een naam. In 366 vluchtte een usurpator – dit is misschien niet helemaal de juiste naam, want hij kwam uit de oude keizerlijke dynastie – genaamd Procopius naar de bergen van Lycië, maar hij werd uitgeleverd aan keizer Valens, die hem liet onthoofden. Nogmaals: het zijn maar anekdotes.

Toch weten we dat de bevolking stabiel bleef en dat Lycië niet echt leed onder bijvoorbeeld de epidemie van 541. Misschien lag het te ver van de grote handelsroutes om aan de ziekte te lijden. Het is verder opvallend dat de bevolkingsafname in de Late Oudheid, Lycië betrekkelijk laat trof. Toen tegen het midden van de zevende eeuw de Arabieren begonnen de kusten te plunderen, werd de regio echter hard getroffen. De Middeleeuwen waren nu ook begonnen in Lycië.

#AntoninusPius #Caracalla #Cicero #CilicischePiraten #DiogenesVanOinoanda #EersteMithridatischeOorlog #Faselis #GnaeusPompeiusMagnus #Hadrianus #JuliusCaesar #Limyra #Lycië #MithridatesVIEupator #Myra #NikolaasVanMyra #Oinoanda #Olympos #OpramoasVanRhodiapolis #Patara #ProcopiusUsurpator_ #Rhodiapolis #Rhodos #SeptimiusSeverus #StrabonVanAmaseia #Telmessos #Tlos #Valens #Xanthos #Zosimos

2024-11-26

Hellenistisch Lycië

Het Letoön

[Dit is het vierde van een vijftal korte blogjes over Lycië; het eerste was hier.]

De onafhankelijkheid van Lycië (landkaart) is eigenlijk nooit meer hersteld en de plaatselijke cultuur begon te verdwijnen in de late vierde eeuw. De jongste Lycische inscriptie is geschreven in het laatste kwart van die eeuw. Toen het Perzische Rijk na 338 v.Chr. begon te desintegreren, werden de Lyciërs niet opnieuw zelfstandig, maar onderworpen door de Macedonische koning Alexander de Grote, die in de winter van 334/333 door het land marcheerde. Er was lokaal verzet, maar Alexanders ondercommandant Nearchos maakte daaraan een einde.

Een lijst van buitenlandse heersers geeft een beeld van de volgende, chaotische fase van de Lycische geschiedenis. Na de dood van Alexander in 323 werd het gebied achtereenvolgens geregeerd door zijn generaal Antigonos, door Ptolemaios I Soter (vanuit Egypte), door een broer van Kassandros van Macedonië, en vanaf 275 door de zoon van Ptolemaios, Ptolemaios II. De Ptolemaiën regeerden bijna een eeuw lang over Lycië, maar in 197, tijdens de Vijfde Syrische Oorlog, nam de Seleukidische koning Antiochos III de Grote de macht over. Die verloor hij echter weer tijdens de Syrische Oorlog tegen de Romeinen, die in 188 de regio toewezen aan hun bondgenoot Rhodos.

De Lyciërs haatten hun nieuwe heerser en verenigden zich in de Lycische Bond. Volgens de geograaf Artemidoros van Efese (die van de beruchte papyrus), waren drieëntwintig steden lid. Kleine steden hadden elk één stem; de grotere steden konden er twee stemmen krijgen; en de grootste (steden Pinara, Tlos, Xanthos, Patara, Myra en Olympos) hadden drie stemmen. Rechters en andere ambtenaren werden in dezelfde verhouding gekozen uit de steden.noot Strabon, Geografie 14.3.3. De bondgenoten hadden ook gezamenlijke culten, zoals de verering van Leto.

De Romeinen hadden na twintig jaar alweer redenen om de zaken anders te organiseren. Ze verleenden Lycië in 168 zijn onafhankelijkheid, maar de Bond bleef bestaan. Voor het eerst in anderhalve eeuw was het gebied weer zelfstandig. Onder Romeinse auspiciën, althans.

[wordt vervolgd]

#AlexanderDeGrote #AntigonosEénoog #AntiochosIIIDeGrote #ArtemidorosVanEfese #Artemidorospapyrus #Kassandros #Leto #Letoön #Limyra #Lycië #Myra #Nearchos #Olympos #Patara #Pinara #PtolemaïscheRijk #PtolemaiosISoter #PtolemaiosIIFiladelfos #Rhodos #SeleukidischeRijk #SyrischeOorlog #Telmessos #Tlos #VijfdeSyrischeOorlog #Xanthos

2024-11-26

Lycië tussen Athene en Perzië

Rotsgraven in Myra

[Dit is het derde van vijf korte blogjes over Lycië; het eerste was hier.]

Ik liet u in het vorige blogje achter met de Perzische verovering van Lycië (landkaart), rond het midden van de zesde eeuw v.Chr. Na Xerxes’ mislukte expeditie naar Griekenland maakten de Griekse steden in Azië zich onafhankelijk, en ook enkele Karische en Lycische havensteden sloten zich aan bij de nieuwe Atheense alliantie, die was gericht tegen Perzië en Sparta.

Dit suggereert dat deze Lyciërs ongelukkig waren met de Perzische heerschappij, maar het is ook mogelijk dat een Atheens leger hun tot overgave heeft gedwongen. We weten zeker dat de Atheense admiraal Kimon rond 468 v.Chr. in de regio actief is geweest; ik blogde al eens over de slag bij Eurymedon. Er moeten echter meer soortgelijke expedities zijn geweest, die we niet kennen doordat we zo weinig bronnen hebben.

Hoe dat ook zij, de Griekse cultuur beïnvloedde de Lycische. De nederzettingen op de diverse heuvels begonnen er steeds meer uit te zien als stadjes; de bouwers van de rotsgraven imiteerden de Griekse architectuur; veel teksten werden geschreven in twee talen. De Grieken raakten steeds meer geïnteresseerd in Lycië, maar er bleven allerlei misverstanden. Herodotos zegt bijvoorbeeld dat de Lyciërs het belangrijker vonden iemands moeder te kennen dan zijn vader. Dat blijkt niet uit de inscripties die we over hebben.noot Herodotos, Historiën 1.173.

Tijdens de Archidamische Oorlog (431-421) verloren de Atheners grip op hun imperium, herwon Lycië zijn onafhankelijkheid, en verloor die onvermijdelijk weer aan Perzië. De Perzische bondgenoot Xanthos was in deze tijd in staat zijn macht uit te breiden en het nabijgelegen Telmessos te veroveren.

Er waren echter volop mensen die terug wilden naar samenwerking met Athene of volledige onafhankelijkheid. Een van hun leiders was Perikles van Limyra, die zich rond 400 v.Chr. in het oostelijke deel van Lycië aandiende als “koning van Lycië”. Hij breidde zijn macht uit naar het westen, versloeg een prins genaamd Arttumpara (de Lycische vorm van het Perzische Artembares), nam Telmessos in en maakte een einde aan de heerschappij van Xanthos.

Na de zogeheten Opstand van de Satrapen (367-362) vinden we Lycië weer onder Perzisch gezag, zoals duidelijk blijkt uit de Xanthos-trilingue, een drietalige inscriptie de duidelijk maakt wie de macht had. De Lyciërs vielen nu onder Maussolos, de satraap van Karië. Hij gold als vriend van de Grieken, waaruit weer eens blijkt dat Perzische politieke controle Griekse culturele invloed niet uitsloot.

[wordt vervolgd]

#ArchidamischeOorlog #Athene #Eurymedon #Faselis #HerodotosVanHalikarnassos #Karië #Kimon #Lycië #Maussolos #Myra #PeriklesVanLimyra #Sparta #Telmessos #Xanthos #Xerxes

2024-11-25

Archaïsch Lycië

Een Lycisch portret van Omfale; achter de Griekse mythe gaat een Anatolisch verhaal schuil (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

[Dit is het tweede van een vijftal korte blogjes over Lycië; het eerste was hier.]

De inwoners van Lycië (landkaart) noemden zichzelf Trmmili, maar buiten Lycië gebruikte niemand die naam. Alleen de Griekse onderzoeker Herodotos, afkomstig uit het nabijgelegen Halikarnassos, noteert dat ze zich Termilen noemden. Minder plausibel voegt hij daaraan toe dat de Termilen zich Lyciërs waren gaan noemen toen een Athener genaamd Lykos bij hen was komen wonen.noot Herodotos, Historiën 7.92.

Archeologisch worden de Lyciërs “zichtbaar” in de achtste eeuw v.Chr., als de acropolis van de stad Xanthos wordt bebouwd. Niet veel later stichtten Grieken van het eiland Rhodos de havenstad Faselis en verschillende andere steden. De bewoners moeten het alfabet hebben doorgegeven aan de Lyciërs en hun economie hebben gestimuleerd door landbouwproducten af te nemen. Toch bleven de meeste Lyciërs herders die met hun kuddes zwierven door het kustgebergte. Omdat het gebied zo lastig begaanbaar was, konden de koningen van Lydië, die in de vroege zesde eeuw grote delen van Anatolië onderwierpen, Lycië nooit onderwerpen. Of ze veel behoefte hadden aan de betrekkelijk arme regio, is ook maar de vraag.

De Perzische koning Cyrus de Grote had meer ambities. Hij annexeerde Lydië en liet daarna zijn generaal Harpagos enkele veegoperaties uitvoeren. Die onderwierp de Lyciërs wél. Herodotus vertelt dat het Perzische leger Xanthos volledig verwoestte en dat hij alle inwoners liet doden, op tachtig families na, die tijdens de aanval niet in de stad waren geweest. Dat kunnen herders zijn geweest, die in de bergen waren.noot Herodotos, Historiën 1.176.

De markt van Xanthos

De dynastie die met de Perzische verovering van Xanthos aan de macht kwam, dankte haar positie aan haar relaties met de grote koning. Cyrus – of een van zijn eerste opvolgers – zal een lokale leider hebben aangewezen als vertegenwoordiger van alle Lyciërs, verantwoordelijk hebben gesteld voor de betaling van het tribuut en hebben verwacht dat hij schepen leverde aan de Perzische marine. Herodotos kent een Xanthische admiraal Kybernis, wat een weergave lijkt te zijn van de Lycische naam Kuprlli.noot Herodotos, Historiën 7.98.

Er waren in Lycië meer invloedrijke families. Namen als Khinnakha, Sppntaza en Tethtiweibi zijn bekend van inscripties en munten, die dienden om soldaten te betalen en de autonomie van deze of gene nederzetting te benadrukken. Van een werkelijk gemonetariseerde economie was nog geen sprake. Hoewel er dus meer Lycische dynasten waren, was de heerser in Xanthos duidelijk de machtigste.

[wordt vervolgd]

#CyrusDeGrote #Faselis #Harpagos #herders #HerodotosVanHalikarnassos #Lycië #Lydië #Rhodos #Xanthos

2024-11-25

Lycië in de Bronstijd

De rotsachtige kust van Lycië

De zuidgrens van het huidige Turkije wordt gedomineerd door een enorme bergketen, de Taurus. De Afrikaanse tektonische plaat botst hier tegen de Euraziatische plaat. Hoewel er kustvlaktes zijn, zoals Cilicië en Pamfylië, rijzen de bergen op veel plaatsen bijna meteen op uit de Middellandse Zee, waardoor het land weinig toegankelijk is en de rotskust gevaarlijk. Een van de beruchtste kusten was Lycië, in het zuidwesten (landkaart).

Lukka

De /c/ in Lycië danken we aan het Latijn, dat zo de /k/ weergaf. Ik blogde al eens over de laatantieke klankverandering. Maar je sprak het dus uit als Lukia, en zo heet het gebied dan ook in de oudste, Hittitische bronnen: Lukka. Die bronnen noemen nooit vorsten en er zijn ook geen staatsverdragen bekend, wat suggereert dat de Bronstijd-Lyciërs niet waren georganiseerd als koninkrijk. Dat wordt bevestigd door het feit dat monumentale architectuur ontbreekt: er was geen staatsapparaat. De mensen leefden als nomaden in een stamsamenleving.

Officieel was Lukka onderworpen aan de grote koning in Hattusa, maar even vaak lezen we over Lukka-mensen als tegenstanders. Ze worden evneens genoemd als piraten, ook in de Egyptische bronnen over de Zeevolken.

Homeros

In Homeros’ Ilias, die door latere Grieken werd opgevat als beschrijving van gebeurtenissen uit de dertiende eeuw v.Chr., heten de Lycische commandanten Glaukos en Sarpedon. De laatste was een zoon van Zeus en Europa en een broer van koning Minos van Kreta, die hem in ballingschap zou hebben gestuurd. Dit oude verhaal werd door latere generaties uitgelegd als bewijs dat de Lyciërs oorspronkelijk Kretenzers waren.

Bellerofon en Pegasos (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

De Ilias bevat nog een ander verhaal over het vroegste Lycië: het gaat over Bellerofon, die de monsterlijke Chimaira bestreed. Het is een traditioneel drakendoderssprookje, geassocieerd met een gasbron in het oosten van de regio. Vermoedelijk gaat het verhaal uit de Ilias terug op een veel oudere mythe, maar in de klassieke tijd gold de Korinthische afkomst van Bellerofon als bewijs voor een Griekse oorsprong van de Lyciërs. Kortom: Homeros gold als bewijs voor een herkomst uit zowel Kreta als Korinthe, en in beide gevallen waren de Lyciërs verwant met de Grieken.

De gasbron Chimaira

Luwisch en Lycisch

Hun taal, bekend uit ongeveer 200 teksten uit de vijfde en vierde eeuw, suggereert iets anders. Die stamt af van het Luwisch, de dominante taal in het westen van Anatolië in de Bronstijd. Zo heet de Luwische stormgod Tarkhunt in het Lycisch Trqqas; hij zou nog met Zeus worden geïdentificeerd. Een ander voorbeeld van Luwisch-Lycische religieuze continuïteit is de cultus van de “moeder van de goden”, die in klassieke bronnen bekendstaat als Leto, de moeder van Apollo en Artemis.

[wordt vervolgd]

#Bellerofon #Chimaira #Glaukos #Hittieten #Homeros #Ilias #Leto #LuwischeTalen #Lycië #Minos #Sarpedon

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.04
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst