#Paulus

2019-11-01

Het scheiden der wegen

Allegorie van de Wet en Genade (Schnütgenmuseum, Keulen)

Waarom zijn joden en christenen gescheiden wegen gegaan? Het bovenstaande glas-in-lood-raam, daterend uit de zestiende eeuw en te zien in het Schnütgen-museum in Keulen, helpt het doorgronden. Het documenteert het oude antwoord, dat ik zal proberen af te zetten tegen het nieuwe. Links ziet u hoe Adam en Eva eten van de verboden vrucht, vooraan ziet u hoe Adam, als symbool voor de gehele mensheid, de keuze krijgt tussen twee wegen: links de weg van de joodse hogepriester, die wordt gesymboliseerd door de Wet van Mozes (helemaal achteraan), en rechts de weg die wordt aangegeven door Johannes de Doper, wijzend naar het Lam (Christus). Een lijk links en de wederopstanding rechts maken duidelijk welke weg de betere is. Volgens de glazenier natuurlijk.

In zijn visie sloot God tweemaal een verbond met de mensheid. Eerst deed Hij dat door de mensen via Mozes de Wet te geven. Als de Joden zich daar maar aan hielden, lag de wereld die zou komen binnen hun bereik. Het leidde – nogmaals: ik geef een zestiende-eeuwse mening weer – tot een godsdienst waarin mensen zich onzeker voelden van hun redding, nerveus probeerden zich zo nauwgezet mogelijk aan de regels te houden en uiteindelijk allemaal nieuwe regels erbij verzonnen, die zijn vastgelegd in de Mishna en de Talmoed.

Gods tweede poging, het Nieuwe Verbond, bestond uit het zenden van zijn Zoon, die met zijn kruisdood de vloek van Adam had weggenomen. Mensen hoefden zich niet neurotisch te houden aan een onderdrukkende Wet, maar waren vrij. Christus had de mensheid getoond dat God genadig was. De mensheid was “gerechtvaardigd”: het wonderlijke woord wil zeggen dat christenen, als ze op het Laatste Oordeel zouden worden beoordeeld, in principe werden gerekend tot de rechtvaardigen.

Goede werken

De middeleeuwse christenen wisten heel goed dat ze het desondanks konden verprutsen en net als de joden hadden ze daarom een leerstuk van de goede werken. “Zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood,” staat in de Brief van Jakobus 2.26. U kent de voorbeelden, zoals het Hôtel Dieu dat de Bourgondische kanselier Nicolas Rolin aan de stad Beaune schonk. Door zo’n goed werk te doen, wiste een schuldige christen als het ware zijn zonden uit. Anderen deden, zoals wij het zouden noemen, vrijwilligerswerk, en omdat niet iedereen een geboren ziekenverzorger is is, accepteerde de kerk dat mensen via een betaling een echte verpleegkundige aan het werk zetten. De gelovige werd naar betaalkracht aangeslagen en verrichtte een goed werk, maar de kerk zorgde wel voor professionele handen aan het ziekbed.

Zulke betalingen heetten “aflaat” en waren menigeen een doorn in het oog, want het had er minimaal de schijn van dat de rijken zich een plaats in het Koninkrijk konden kopen. Dat de opbrengst ging naar een prestigeproject als de bouw van de Sint-Pieter of naar de oorlog tegen de Grote Turk, vormde ook al geen aanbeveling.

Luther

Het is tegen deze achtergrond dat Luther Paulus’ Brief aan de Galaten las. Daarin zit de cruciale passage:

Omdat we weten dat de mens niet wordt gerechtvaardigd door de werken der Wet maar door het geloof in Jezus Christus, hebben wij in hem geloofd, opdat wij zouden worden gerechtvaardigd uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der Wet. Door de werken der Wet zal immers geen mens worden gerechtvaardigd. (Galaten 2.16)

Luther stelde de “werken der Wet” gelijk aan de “goede werken”. De mensen konden door goede werken geen plaats in het Koninkrijk verwerven. Alleen het geloof in Christus bood redding. Christus was immers God, God was almachtig, en als mensen zelf invloed kregen op hun redding, was God niet almachtig. En trouwens, wie goede werken deed, belandde vroeg of laat bij aflatenhandel. Niet doen dus.

4QMMT

Luthers misvatting was dat de “werken der Wet” hetzelfde zouden zijn als “goede werken”. Dat zijn ze niet. Ik heb al vaker geblogd over de Dode Zee-rol 4QMMT, die dit heel duidelijk maakt. Wie de “werken der Wet” uitvoert, is niets anders dan iemand die valt onder de Wet van Mozes. Een Jood dus. Wat Paulus feitelijk bedoelt is dat men door een Joodse afstamming niet wordt gered, maar door geloof in Christus. Over de wenselijkheid van goede werken heeft hij zich niet uitgelaten, maar gegeven het feit dat hij in de Diaspora een collecte hield voor de gelovigen in Jeruzalem, neem ik aan dat Paulus geen bezwaar had tegen de formulering van Jakobus dat geloof zonder goede werken betekenisloos was.

Het is maar weinig overdreven om te zeggen dat de ontdekking van de Dode Zee-rollen het tapijt onder de Reformatie heeft weggetrokken. De Rooms-katholieke en de Lutherse kerk hebben de strijdbijl alweer een tijdje geleden begraven en bij de herdenking van vijf eeuwen Reformatie was de paus uitgenodigd. Hij beantwoordde de geste door in Rome een Piazza Martin Lutero in te richten. (Een reactionaire ambtenaar in het Romeinse stadhuis vond een humoristische manier om het initiatief belachelijk te maken.)

Wat doet het ertoe?

De inzet van dit alles is niet de interpretatie van een zinnetje uit de Brief aan de Galaten, het (on)gelijk van Luther of de verdienste van goede werken. Het gaat om een godsbeeld en dus om een mensbeeld. In de traditionele christelijke visie, zo mooi afgebeeld op het gebrandschilderde raam hierboven, is de God van het Oude Verbond een bonenteller en moeten de mensen punten scoren voor het hiernamaals, en is de God die zich via Christus openbaarde een God van genade.

Dit is een karikatuur van het jodendom. Een jood houdt zich immers niet aan de Wet omdat hij nog gered moet worden, maar houdt zich aan de Wet omdat hij al gered is. De oude weergave van het jodendom is misschien geen antisemitisme in de zin dat een volk als inferieur ras wordt weggezet, maar het schurkt er tegenaan. Wie Luthers anti-joodse polemieken afdoet als bijzaak, heeft domweg niet begrepen dat het de kern vormt van zijn denken.

Laatste punt: ik zal niet snel schrijven dat de oude wereld nog relevant is. Dat we ons er eindeloos mee bezig houden, is een artistieke keuze om er inspiratie aan te ontlenen, maar duidt niet op feitelijke invloed. De klassieke traditie – nooit gedemonstreerd, altijd aangenomen – is slechts de façade van een huis dat sindsdien grondig is verbouwd. Maar hier hebben we een punt waar de bestudering van een antieke tekst werkelijk betekenis heeft. De discussie die ik hier samenvat, is die over het zogenaamde Nieuwe Perspectief op Paulus en gaat dus echt ergens over.

#4QMMT #BriefAanDeGalaten #BriefVanJakobus #genade #goedeWerken #NieuwePerspectiefOpPaulus #Paulus #Schnütgenmuseum #theologie #WerkenDerWet #WetVanMozes

2025-10-19

Jakobus de Rechtvaardige

De dood van Jakobus de Rechtvaardige (San Marco, Venetië)

Het leiderschap van de sicariërs, een stroming binnen het jodendom, was in handen van de afstammelingen van Judas de Galileeër; als leiders van de farizeeën komen we de familie van Gamaliël tegen; je zou van de op Jezus van Nazaret teruggaande stroming dus eveneens verwachten dat zijn verwanten er grote invloed hadden. En zo is het inderdaad. Het Nieuwe Testament noemt Jezus’ broer Jakobus als een leider van de vroege christelijke gemeenschap . Mogelijk oefende ook een broer Judas gezag uit. Op gezag van de tweede-eeuwse auteur Hegesippos weten we dat ook Judas’ kleinzonen nog een rol speelden. Ik blogde daar al eens over en ik laat het nu rusten.

Ik wil het hebben over Jakobus, die in de vroegchristelijke literatuur bijnamen heeft als “broer van de Heer” en “de Rechtvaardige”. Hij wordt ook wel “de Mindere” genoemd, misschien om hem te onderscheiden van de Jakobus die een van de Twaalf was (en die wordt vereerd in Santiago de Compostela). In elk geval: Jezus had een broer die Jakobus heet en die in het Marcus-citaat waarover ik vorige week blogde, in één adem wordt genoemd met Joses, Judas, Simon en een onbepaald aantal zussen.noot Marcus 6.3.

Deze Jakobus zou dus een leider zijn geweest van de vroege kerk, en meer in het bijzonder: in Jeruzalem. Dat is opmerkelijk, want de familie kwam uit Galilea. De verklaring zou kunnen zijn dat men op de naderende Jongste Dag in de heilige stad wilde zijn, maar dat is hypothetiscj. De apostel Paulus ontmoette Jakobus daar enkele keren. In de Brief aan de Galaten vertelt Paulus dat hij drie jaar na zijn bekering Petrus ging opzoeken en toen ook de apostel Jakobus, de broer van de Heer, ontmoette.noot Galaten 1.17. “Apostel” betekent hier niet “een van de Twaalf”, maar verwijst naar één van de velen die door Jezus waren uitgezonden om zijn leer ook elders te verkondigen. Logisch dus dat Paulus toevoegt dat hij geen van hen was tegengekomen in Jeruzalem.

Paulus noemt in dezelfde Galatenbrief Jakobus met Petrus en Johannes “de drie zuilen van de kerk”.noot Galaten 2.9. Met hen zou hij later zijn overeengekomen dat zij de leer van Jezus zouden verkondigen aan de Joden en dat Paulus en Barnabas het zouden doen bij andere volken. Dit wordt in iets andere termen bevestigd door de Handelingen van de Apostelen, waar we lezen over een vergadering van de vroege christenen, die tot dezelfde beslissing komt.noot Handelingen 15.

Dat Jakobus zeer hoog in aanzien stond bij de eerste gelovigen, blijkt ook uit het zogeheten Evangelie van de Hebreeën, waarin de opgestane Christus als eerste verschijnt aan zijn broer. Deze tekst is weliswaar vrij jong, maar documenteert de blijvende herinnering aan het leiderschap van Jakobus.

Rechtvaardiging

De Handelingen en de brieven van Paulus hebben vooral betrekking op de prediking onder de andere volken, maar we beschikken over een Brief van Jakobus die lijkt weer te geven wat Jezus’ broer dacht over precies datgene waar Paulus iets nieuws introduceerde, namelijk de rechtvaardiging door het geloof in Christus. Volgens de auteur is dat onvoldoende – echt geloof blijkt uit goede werken. Daar laat ik het verder even bij, want ik heb het er al eens over gehad.

Ik leg in dat eerdere blogje trouwens ook uit dat een van de argumenten tegen authenticiteit veronderstelt dat iemand uit Galilea niet zulk goed Grieks zou kennen. Wat een onbewezen aanname is en bovendien een tikkeltje hovaardig – alsof wij de oude taal beter zouden kennen dan de mensen uit de Oudheid. Taalkundigen kunnen héél veel, en dat schrijf ik zonder ironie, maar ik zou zelf toch niet zo stellig zijn. In elk geval: er is dus discussie over de authenticiteit van de Brief van Jakobus, en volgende week kom ik daar nog eens op terug.

Dood

De Joodse geschiedschrijvers Flavius Josephus vertelt over de dood van Jakobus in het jaar 62. Josephus zijnde Josephus gaat het verhaal natuurlijk vooral over de officiële leiders van de Joodse gemeenschap, en dus over de relatie tussen gouverneur en hogepriester. De gouverneur, Lucceius Albinus, kreeg een conflict met  hogepriester Ananos II.

Deze Ananos meende handig te kunnen profiteren van de situatie dat [de oude gouverneur Porcius] Festus dood was en [de nieuwe gouverneur] Albinus nog onderweg was. Hij riep een vergadering van rechters bijeen en liet daar de broer van de Jezus die Christus genoemd wordt — de man heette Jakobus — alsmede enkele anderen voorleiden. Hij beschuldigde hen ervan dat ze de Wet hadden overtreden en leverde hen uit om gestenigd te worden. De groepering echter van degenen van wie iedereen in de stad vond dat ze zich precies aan de Wet hielden en die op grond daarvan zeer goed aangeschreven stonden [de farizeeën], nam de zaak hoog op. Ze stuurden in het geheim een vertegenwoordiging naar de koning [Herodes Agrippa II] om er bij hem op aan te dringen Ananos te gelasten zich voortaan van dergelijke acties te onthouden. Het was namelijk niet de eerste keer dat hij over de schreef was gegaan. … Voor koning Agrippa vormde de zaak aanleiding Ananos als hogepriester te ontslaan – hij is drie maanden in functie geweest.noot Josephus, Joodse Oudheden 20.200-203; vert. Wes/Meijer.

Een latere auteur, Clemens van Alexandrië, meende dat Jakobus van de tempelmuur af was gegooid, en daarna was gedood. Dit hoeft niet per se in strijd te zijn met wat Josephus schrijft, omdat de beulen bij een steniging willen dat het slachtoffer stil blijft liggen: de ongelukkige wordt dus ingegraven of men breekt hem de benen – door hem van een tempelmuur te werpen. Ik denk overigens dat we de latere bronnen beter allemaal kunnen negeren, al heb ik, zoals u al merkte, een zwak voor Hegesippos.

Terug naar de anekdote van Josephus. Die is waanzinnig interessant. Om te beginnen vertelt ze iets over de problemen in het dagelijks bestuur van een provincie, waarin lokale gezagdragers niet altijd deden wat Rome wou. De anekdote identificeert verder de enige sadducee die we kennen, namelijk Ananos, die tijdens de Joodse Opstand leiding zou geven aan de provisorische regering in Jeruzalem. Het is verder opvallend dat Josephus, die een hekel had aan de farizeeën, weigert hen te noemen. En tot slot: de passage bewijst dat Jakobus gold als jood en dat andere joden verontwaardigd waren over de wijze waarop hij was aangepakt. In het jaar 62 was er nog geen sprake van dat de wegen van joden en christenen uiteen zouden gaan.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#AnanosII #Barnabas #BriefAanDeGalaten #BriefVanJakobus #ClemensVanAlexandrië #EvangelieVanDeHebreeën #farizeeën #FlaviusJosephus #HandelingenVanDeApostelen #Hegesippos #HerodesAgrippaII #JakobusDeRechtvaardige #Jeruzalem #LucceiusAlbinus #NieuweTestament #Paulus #Petrus #PorciusFestus #steniging

2025-09-01

Danke für das Interesse & gerne, @kaffeeringe 🙏

M.E. konnte sich der feindselige und im Ergebnis widersinnige #Dualismus des #Katechon - Glaubens so massiv verbreiten, „weil“ er an einem randständigen, apokalyptischen Text ansetzte, der kaum breiter wahrgenommen und diskutiert wurde. Während die historisch-kritische #Theologie noch diskutierte, ob 2 Thess überhaupt von #Paulus stammte, entfalteten sich in rechtsdualistischen Zirkeln #Verschwörungsmythen & #Reichslehren. Verstand ja kaum jemand…

2025-09-01

Ganz genau, @angeldruckt - wobei historisch umstritten ist, ob wirklich #Paulus der Autor von 2 Thess war. Zu seinen anderen Briefen bestehen erhebliche stilistische & inhaltliche Brüche.

Doch unabhängig davon: Im Hinblick auf die damalige #Naherwartung hätte auch die Deutung des #Katechon als #Kirche damals noch gar keinen Sinn gemacht. Heute können & sollten wir den Text reflektiert & mit Wissen über die auch jüdischen Traditionen dazu auslegen. So wird klar, dass #Tyrannei abzulehnen ist.🤔🙏

2025-08-31

De onbekende god

Altaar voor een onbekende god (Antiquarium van het Palatijn, Rome)

We zullen vermoedelijk nooit weten wie Gaius Sestius Calvinius was, behalve dat hij in Rome het bovenstaande altaar oprichtte. Het is gevonden op de plek die bekendstaat als Velabrum, dat wil zeggen de doorgang tussen Palatijn en Capitool die het Forum Romanum verbond met het Forum Boarium, de veemarkt. De tekst, die bekendstaat als EDCS-17200112, is eenvoudig:

Sei deo sei deivae sac(rum)
C(aius) Sextius C(ai) f(ilius) Calvinus pr(aetor)
de senatinoot Je zou senatus hebben verwacht. sententia
restituit

Dat wil zoiets zeggen als

Aan hetzij een god, hetzij een godin
Door Gaius’ zoon praetor Gaius Sestius Calvinius
Op last van de Senaat
Heeft hij dit vernieuwd.

Er waren destijds vele goden, en het kon goed verkeerd gaan als je er een vergat. Gelukkig gaven de goden hun wensen door middel van voortekens te kennen, en dan waren er priesters die de zogeheten Sibillijnse Boeken raadpleegden. Die vertelden dan welke godheid wenste te worden toegevoegd aan het pantheon. Maar soms werd het voorteken niet begrepen en dan waren de rampen niet te overzien. Zo liet in 387 v.Chr. een onbekende godheid weten dat hij verering wenste door expliciet te spreken, maar de Senaat sloeg geen acht op de mysterieuze sprekende stem, en binnen de kortste keren leed het leger aan het riviertje Allia een nederlaag tegen de Galliërs, die vervolgens de stad bezetten en het Capitool belegerden. Kortom, je kon beter een altaar hebben waar je offerde aan goden die je ongewild was vergeten.

Zo’n altaar hebben we dus ook hierboven. Het dateert vermoedelijk uit de eerste helft van de eerste eeuw v.Chr. Het werkwoord “heeft dit vernieuwd” bewijst dat dit soort altaren zorgvuldig werd gecontroleerd en op gezette tijden aangepast aan de eisen van de tijd. (Er is overigens een theorie dat de formulering “aan hetzij een god, hetzij een godin” diende om de naam van de beschermgoden van Rome niet te hoeven noteren, zodat vijanden die niet konden ontdekken, maar ik geloof die theorie niet omdat die namen algemeen bekend waren.)

Zo’n altaar was natuurlijk ideaal voor religieuze vernieuwers. De Handelingen van de apostelen vertellen dat de apostel Paulus verwees naar zo’n monumentje toen hij in Athene een nieuwe tak van jodendom kwam uitleggen:

“Atheners, ik heb gezien hoe buitengewoon godsdienstig u in ieder opzicht bent. Want toen ik in de stad rondliep en alles wat u vereert nauwlettend in ogenschouw nam, ontdekte ik ook een altaar met het opschrift: ‘Aan de onbekende god’. Wat u vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen.”noot Handelingen 17.22b-23; NBV21.

En daarmee rond ik mijn zondagse blogje over het Nieuwe Testament af.

[Dit was het 505e voorwerp in mijn reeks museumstukken. Een overzicht van de reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#Athene #HandelingenVanDeApostelen #inscriptie #NieuweTestament #onbekendeGod #Paulus #priesterschap #Rome #SibillijnseBoeken #voortekens

2025-07-20

Apollos

Een Egyptenaar (Staatliches Museum Ägyptischer Kunst, München)

Ik stipte gisteren aan dat het een raadsel is hoe het christendom in Egypte is aangekomen. Een van de allergrootste kenners van de materie, Adolf von Harnack, typeerde ons vrijwel volledige gebrek aan informatie als de ergste lacune in onze kennis van het vroege christendom. De kwestie is belangrijk omdat Egypte in de tweede eeuw een ware fabriek van nieuwe ideeën was. Grappig genoeg weten we wél dat er al heel vroeg volgelingen van Jezus leefden in Alexandrië: we kennen er een bij naam, hij heette Apollos en dat is een naam die vooral in Egypte is gedocumenteerd.

Apollos van Alexandrië

De auteur van de Handelingen van de apostelen vertelt:

Intussen arriveerde er in Efese een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften. Hij had [in zijn vaderland] onderricht gekregen in de Weg van de Heer en verkondigde geestdriftig de leer over Jezus, die hij zorgvuldig uiteenzette, ook al was hij alleen bekend met de doop zoals Johannes die had verricht. In de synagoge begon hij nu vrijmoedig het woord te voeren.noot Handelingen 18.24-26a; NBV21.

We kennen deze Apollos ook uit de door Paulus geschreven Eerste Brief aan de Korintiërs en weten daarom dat Apollos rond 50 aankwam in Efese. Dus hier ontmoeten we een Egyptische Jood die niet alleen de relevante literatuur kende, maar ook het zelfvertrouwen had om op pad te gaan om in de synagogen van Klein-Azië onderricht te gaan geven.

Waar hij zijn kennis had opgedaan, is onduidelijk; de in het citaat hierboven tussen […] geplaatste woorden “in zijn vaderland” staan niet in alle handschriften. Maar we hebben hier wel een christen uit Alexandrië, heel erg vroeg. Overigens waren er op dat moment ook al christenen in Antiochië, dus zó vreemd is het nou ook weer niet.

Handelingen

We lezen in de Handelingen verder dat Paulus’ Efesische leerlingen bedenkingen hadden bij Apollos’ verkondiging, en hem terzijde namen om hem bij te praten.noot Handelingen 18.26b. Vervolgens reisde Apollos door naar Korinthe, waar hij opnieuw kennis maakte met een door Paulus gestichte gemeente.

Hij slaagde erin de Joden in het openbaar in het ongelijk te stellen door op grond van de Schriften aan te tonen dat Jezus de messias is.noot Handelingen 18.28.

Terwijl Apollos dus in Korinthe was, arriveerde Paulus in Efese, waar hij Apollos’ leerlingen opnieuw doopte, omdat die van Apollos de doop hadden ontvangen zoals Johannes die had toegediend. Dat was vooral een manier om ritueel rein aan een nieuw leven te beginnen, en ze hadden niet meegekregen dat ze (althans volgens Paulus) ook nog moesten geloven in de Heilige Geest en in Jezus. Je zou dit laatste de Paulinische verschuiving kunnen noemen: het gaat hem niet om het geloof van Jezus, maar om het geloof in Jezus.

1 Korintiërs

Uit het bovenstaande valt af te leiden dat Apollos mensen doopte en geloofde dat Jezus de messias was, maar dat hij met Paulus van mening verschilde over de vraag wat dit laatste betekende. De auteur van Handelingen noemt verder geen conflicten of ruzies. Dat die er wel waren, blijkt uit Paulus’ eigen woorden.

Door Chloë’s huisgenoten is mij verteld dat er verdeeldheid onder u heerst. Ik bedoel dat de een zegt: “Ik ben van Paulus,” een ander: “Ik van Apollos,” een derde: “Ik van Kefas,” en een vierde: “Ik van Christus.” Is Christus dan verdeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd? Of is het in de naam van Paulus dat u bent gedoopt?noot 1 Korintiërs 1.11-13.

Even verderop bakent Paulus zijn eigen positie af:

De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered is het de kracht van God. Er staat namelijk geschreven: “Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen, het verstand van de verstandigen zal ik tenietdoen.”noot 1 Korintiërs 1.18-19, met citaat uit Jesaja 29.14.

In de vertaling valt een woordspeling weg: het werkwoord “vernietigen” (apollynai in de Septuaginta) lijkt als twee druppels op de naam Apollos. Paulus lijkt geërgerd te zijn. Dat blijkt ook uit de metaforen die hij even verderop gebruikt, waarin hij zich presenteert als belangrijker dan Apollos.

Ik heb geplant, Apollos heeft water gegeven…noot 1 Korintiërs 3.6.

Ik heb als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en anderen bouwen daarop voort…noot 1 Korintiërs 3.10.

Paulus zijnde Paulus vallen deze verwijten eigenlijk wel mee. Over Petrus oordeelt hij veel giftiger.noot “Zijn gedrag was verwerpelijk”: Galaten 2.12. Paulus lijkt niet te hebben willen toestaan dat een meningsverschil de eenheid verstoorde. Zo keek ook de auteur van de Brief aan Titus er tegenaan, die aan de geadresseerde vraagt om Apollos te voorzien van reisbenodigdheden.noot Titus 3.13. Apollos was en bleef dus aanvaard in de Paulinische gemeenschappen, maar er is wel iets aan de hand.

Egyptisch christendom?

Wat was het verschilpunt? Handelingen noemt de doop, de Heilige Geest en het geloof in Jezus, maar 1 Korintiërs noemt die zaken niet. Ik speculeer dat het ging om “de boodschap over het kruis” die een dwaasheid was “voor wie verloren gaan” en die “de kracht van God” was voor degenen die op de Jongste Dag zouden worden gered. Dit is vertrouwd Paulus-materiaal: volgens hem verzoende de kruisdood de zondige mensheid met God.noot Romeinen 5.6-11; Galaten 1.4, 3.13.

Het is goed mogelijk dat Apollos, die immers niet Paulus was, hier anders over dacht. Misschien was in zijn visie Jezus wel een wijsheidsleraar, ongeveer zoals ook Josephus hem typeert, en is Paulus’ opmerking dat “de wijsheid van de wijzen zal worden vernietigd” meer dan een woordspeling. Paulus plaatst dan de wereldse wijsheid van Apollos tegenover zijn eigen, paradoxale dwaasheid. Ik noem dit punt omdat in het latere Egyptische christendom de door Jezus gepredikte wijsheid/inzicht/kennis centraal staat. Dat wordt weleens aangeduid als gnostisch en in navolging van latere orthodoxe auteurs als Eusebios gelden de gnostici als valse christenen. Zo hebben ze dat zelf niet gezien.

Enfin. Ik was aan het speculeren over een niet-Paulinische joodse christen. Er is echter geen bewijs, zelfs geen aanwijzing, dat Apollos een proto-gnosticus was. Het laatste woord moet echt dat zijn van Von Harnack: hoe het christendom in Egypte is gekomen, is de ergste lacune in onze kennis van de geschiedenis van het nieuwe geloof. Maar we weten dus wél dat het er al is geweest vóór 50.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#AdolfVonHarnack #Alexandrië #Apollos #BriefAanTitus #EersteBriefAanDeKorintiërs #Efese #HandelingenVanDeApostelen #JohannesDeDoper #Korinthe #NieuweTestament #Paulus

2013-06-17

Een nieuwe Paulus

In Damascus wordt deze stadspoort aangewezen als de plaats waar Paulus ooit over de muur wist te ontsnappen. Weererkers en mezekouwen zijn middeleeuwse uitvindingen en deze poort stond er niet in de eerste eeuw.

In twee eerdere stukjes heb ik uiteengezet dat de leer van de apostel Paulus de laatste jaren ter discussie is gesteld. De oorzaak is dat het traditionele beeld van het antieke jodendom, dat een starre, op de Wet gerichte godsdienst zou zijn geweest, onhoudbaar is gebleken. De oude visie dat christenen zich onderscheidden van de joden doordat in het nieuwe geloof Gods genade centraal stond en in het oude geloof de Wet, blijkt niet te kloppen. Zo komt de vraag op waar het verschil dan zit – of, iets preciezer gezegd, wat het verschil is volgens Paulus.

Ik beken dat ik op dit moment moeite heb met de materie, die betrekkelijk nieuw is voor me. Wat ik begrijp is dat in de diverse stromingen van het jodendom, waaronder de stroming die later bekend kwam te staan als het christendom, de goede werken waarmee de gelovige een zonde kan compenseren, mogelijk zijn doordat God deze weg in Zijn genade heeft getoond, en dat die genade niet door de werken wordt verworven. Anders gezegd, dat een jood goede werken kan doen, bewijst dat hij al is gered – hij maakt deel uit van het Verbond – en ze zijn voor die redding geen voorwaarde.

Omdat Gods genade – en niet: je houden aan de Wet – dus de kern van het jodendom was, kon Paulus geen stelling nemen tegen het legalisme. Toch polemiseert hij tegen de “werken der Wet”, zoals in deze passage uit de Brief aan de Galaten.

Omdat we weten dat de mens niet wordt gerechtvaardigd door de werken der Wet maar door het geloof in Jezus Christus, hebben wij in hem geloofd, opdat wij zouden worden gerechtvaardigd uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der Wet. Door de werken der Wet zal immers geen mens worden gerechtvaardigd. (Galaten 2.16)

Hier lijkt het geloof in Christus (en dus de genade van God) toch echt te worden geplaatst tegenover een jodendom waarin mensen zich redden door het doen van goede werken. Dat is althans de traditionele uitleg. De ontdekking van de Dode Zee-rollen maakte deze echter moeilijk houdbaar, omdat de uitdrukking “werken der Wet” daarin – zoals de Britse theoloog James Dunn in 1983 aantoonde – vaak verwijst naar de eigen gewoontes van de sekte die deze teksten vervaardigde. “Werken der Wet” is dus geen term uit de verlossingsleer, zoals lange tijd werd aangenomen, maar een sociologische term, die de gebruiken aanduidt waarmee de ene groep zich van de andere afbakende. In het geval van Paulus’ Galatenbrief is met “werken der Wet” dus niets anders bedoeld dan het jood-zijn, en we zouden de regel kunnen lezen als:

Omdat we weten dat joods-zijn ons slechts rechtvaardigt als we geloven in Jezus Christus, hebben wij in hem geloofd, opdat wij zouden worden gerechtvaardigd uit het geloof van Christus, en niet uit het joods-zijn. Daardoor zal immers geen mens worden gerechtvaardigd.

Paulus polemiseert dus niet tegen een jodendom dat alleen redding biedt door scrupuleus wettisch gedrag, maar tegen degenen die het heil willen beperken tot de joden. Een heiden die in Christus gelooft, mag dan buiten het Verbond staan, hij kan worden gered. Als ik de lezing van Dunn goed begrijp, althans.

Dit roept echter weer nieuwe vragen op. De belangrijkste daarvan is: is er in het denken van Paulus wel sprake van een breuk met het jodendom, zoals steeds weer wordt aangenomen? De breuk zit in elk geval niet in het idee dat God in Zijn genade een weg tot verzoening opent, want dat idee was standaard aanwezig in het jodendom. Niemand trekt deze interpretatie in twijfel.

Evenmin is de breuk gelegen in een afwijzing van het doen van goede werken, want Paulus heeft geen reden daartegen te polemiseren en doet het (althans volgens Dunn) ook niet. Tot slot kan de breuk ook niet hebben gelegen in het openstellen van het heil voor niet-joden, want de gedachte dat ook degenen die geen deel hadden aan het Verbond, mochten hopen op Gods genade, was bepaald niet nieuw. De tempel in Jeruzalem moest een huis zijn voor alle volken, had Jesaja al gezegd, en de opvatting dat je alleen joods kunt zijn met een joodse moeder, moest nog populair worden. (Dat dit gebeurde, zou wel eens een reactie kunnen zijn op het enthousiasme waarmee het christendom vreemdelingen accepteerde, maar dat terzijde.)

Wat bij Paulus wel nieuw lijkt te zijn, is een aanvulling op de traditionele opvattingen, namelijk het idee dat Jezus de messias was. Maar zulke aanvullingen waren niet ongebruikelijk. De farizeeën aanvaardden de opinies van de wetgeleerden als aanvulling op de Wet en sekte van de Dode Zee-rollen lijkt de Bijbel te hebben aangevuld met eigen geschriften. Kortom, waar de breuk tussen joden en christenen ook moge zijn ontstaan, in elk geval niet met Paulus (vergelijk ook dit stukje).

Uiteraard zijn er uitzonderingen. De tekst die bekendstaat als 4 Ezra lijkt in elk geval wél te veronderstellen dat joden alleen gered kunnen worden door zich stipt aan de Wet te houden, en de auteur is oprecht depressief dat dit te moeilijk is. Bovendien is het maar de vraag of Dunns interpretatie van “werken der Wet” de juiste is. Over deze discussie gaat Kent Yingers onlangs verschenen The New Perspective on Paul.

Het ligt niet aan Yinger dat ik niet het gevoel heb de stof echt te begrijpen: zijn boek is kristalhelder van opzet en ik begrijp elke stap. Toch komt de discussie voor mij niet tot leven, wat er heel goed mee kan samenhangen dat ik op dit moment wél ben geïnteresseerd in Paulus maar niet in zijn betekenis. Dat komt later. Voorlopig vind ik het interessant als Paulus de goede werken niet afwees en noteer ik dat er continuïteit is van het farizeïsme via de apostel naar de vroege kerk. Dat het voor moderne gelovigen actualiteit bezit, is voor het boek dat ik aan het schrijven ben, niet interessant. Relevantie is de vijand van de geschiedenis.

Yinger geeft kristalhelder aan dat de discussie over het verleden wordt beïnvloed doordat mensen bepaalde posities in het heden niet willen opgeven. Argumenten als zouden de verworvenheden van de Reformatie op het spel staan, of dat het nieuwe perspectief op Paulus wegen opent naar oecumene, zijn voor de historicus echter onbelangrijk. Yinger gaat wel in op de theologische argumenten, maar markeert ze als voor de historische analyse oneigenlijk, en dat siert hem.

Er is meer dat hem siert. Hij realiseert zich tenminste dat het accent moet liggen op Paulus’ brieven, en dat de auteur van de Handelingen van de apostelen niet per se Paulus’ eigen meningen weergeeft. Het doel van die tekst is immers aan te tonen hoe het heil van Jeruzalem, dat in 70 werd verwoest, al was verplaatst naar Rome, een perspectief dat de apostel zelf zeker niet zal hebben gehad. De Handelingen zijn een door vrijwel alle historici erkend dwaalspoor.

Yinger realiseert zich ook dat je niet zonder meer mag aannemen dat Paulus een consistente denker is geweest. Niemand kijkt ervan op als we van Aristoteles’ opvattingen over de ziel zeggen dat hij zichzelf tegenspreekt of dat er ontwikkeling in zit, dus waarom zou er in Paulus’ brieven géén ontwikkeling zijn te zien? Uiteindelijk meent Yinger dat die inconsistentie wel meevalt, maar hij overweegt het tenminste.

Kortom, ook al heb ik niet het gevoel de discussie werkelijk in de vingers te hebben gekregen, en al zal een professioneel “paulinist” wel wat aan te merken hebben op mijn drie stukjes, ik beschouw de uren met Kent Yingers The New Perspective on Paul als buitengewoon waardevol. Het is een prima boek, dat me in elk geval heeft gewezen op een hoop valkuilen.

PS

Een goede website over “de nieuwe Paulus” is daar.

#4QMMT #apostel #BriefAanDeGalaten #genade #goedeWerken #NieuwePerspectiefOpPaulus #NieuweTestament #Paulus #theologie #verzoeningTheologie_ #WerkenDerWet #WetVanMozes

In Damascus wordt deze stadspoort aangewezen als de plaats waar Paulus ooit over de muur wist te ontsnappen. Weererkers zijn een middeleeuwse uitvinding en deze poort stond er niet in de eerste eeuw.
Kleiner Kalenderkleinerkalender
2025-06-29

29. Jun: An Peter und Paul feiern Christen die und . kleiner-kalender.de/0356c

2025-06-29

Zwei Männer. Zwei Wege. Ein Glaube.

Am 29. Juni feiert die Kirche das #Hochfest der Apostel #PetrusundPaulus – zwei Männer, wie sie unterschiedlicher kaum sein könnten: Der eine Fischer, der andere Gelehrter. Der eine verleugnete, der andere verfolgte. Und doch wurden beide zu Säulen des Glaubens.

#Petrus, „der Fels“, war der Erste unter den Jüngern. Jesus übergab ihm die Schlüssel des Himmelreichs – und mit ihm beginnt die Geschichte der Päpste. Gekreuzigt in Rom, über seinem Grab erhebt sich heute der Petersdom.

#Paulus, einst ein erbitterter Gegner der Christen, wurde durch sein Erweckungserlebnis aber zum glühenden Missionar. Seine Briefe prägen bis heute das Denken der Kirche. Auch er starb als Märtyrer in Rom – durch das Schwert.

Gemeinsam sind sie das Fundament unserer Kirche – durch ihren Glauben, ihren Mut und ihr Zeugnis.
________________________
Das Foto zeigt zwei Altarbilder aus der Pfarrkirche St. Stephan in Mindelheim.

2025-06-22

De zevende hemel

De tien manichese hemels

Zoals gebruikelijk blog ik op zondag over de Grieks-Romeins-Joodse wereld van het Nieuwe Testament, en vandaag moet dat maar eens gaan over het wonderlijke idee dat er boven de aarde diverse hemels zijn. Zo schrijft de apostel Paulus in zijn Tweede Brief aan de Korintiërs:

Ik ken een volgeling van Christus die veertien jaar geleden tot in de derde hemel werd weggevoerd – in zijn lichaam of buiten zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen. Maar ik weet dat deze man …   werd weggevoerd tot in het paradijs en dat hij daar woorden hoorde die geen mens kan en mag uitspreken.noot 2 Korintiërs 12.2-4; NBV21.

Omdat deze brief rond 56 is geschreven, hebben we te maken met een gebeurtenis aan het begin van de jaren veertig; de “volgeling van Christus” is vrijwel zeker Paulus zelf, zoals blijkt uit het vervolg.noot 2 Korintiërs 12.7-9. Dit soort omschrijvingen waren in de antieke literatuur niet ongebruikelijk, denk maar aan het gebruik van de derde persoon door Julius Caesar in zijn boek over de Gallische Oorlog. Dus dat is allemaal niet zo bijzonder.

Drie hemels

Dat is ook de formulering “tot in de derde hemel” niet. In het antieke wereldbeeld lag meteen boven de aarde de lucht, waarin de wolken dreven, en was daarboven nog een hogere hemel. Filosofen maakten onderscheid tussen het element lucht en het kosmische element ether. In de hogere hemel was alles volmaakt: de planeten waren perfect bolvormig, hun banen perfect cirkelvormig. De maan, met vlekken, vormde de grens. Daar onder bestond imperfectie en verandering. Boven de hoge hemel lag dan nog een tijdloze transcendente hemel. In zijn dialoog Faidros vertelt Plato dat de goden/planeten soms de kosmische reidans (de omwenteling van de planeten om de zon) achter zich laten en door een gat in de hoge hemel naar buiten gaan en de wereld van de ideeën aanschouwen.noot Plato, Faidros 247. Het Pantheon in Rome is een illustratie van dit wereldbeeld.

Kortom, minimaal drie hemels: de atmosfeer, de hoge hemel en de transcendente hemel. Ook in de Henochitische literatuur vinden we deze verdeling. In het Boek der Wachters lezen we hoe Henoch door de wind wordt opgenomen naar een hemels paleis en dat hij daarvandaan nog wat hoger komt, in een nog mooier paleis, waarin hij God aanschouwt.noot 1 Henoch 14. Deze tekst dateert uit de derde eeuw v.Chr.

De zevende hemel

In jongere teksten wordt het aantal hemels vergroot. Eind eerste eeuw kent de joodse apocalyptische tekst die bekendstaat als 4 Ezra er al zeven,noot 4 Ezra 7.92-98. en dat is ook volgens vroegchristelijke auteurs als Eirenaios van Lyon het aantal hemels. Volgens de derde-eeuwse gnostische tekst De oorsprong van de wereld maakte de schepper Yaldabaoth een hemel voor elk van zijn zeven kinderen.noot Oorsprong van de wereld 102. Ook de islam kent zeven hemels.noot Koran 41.12.

Dantes hemel heeft zelfs tien lagen, en tien is ook het aantal hemels dat de manicheeërs kenden, zoals het plaatje hierboven toont. Kortom, het idee van een meervoudige hemel was buitengewoon gangbaar – al was een mystieke hemelreis dat natuurlijk niet.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#4Ezra #BoekDerWachters #DanteAlighieri #DeOorsprongVanDeWereld #EirenaiosVanLyon #hemel #HenochitischeLiteratuur #manicheïsme #Paulus #Plato #transcendentaliteit #TweedeBriefAanDeKorintiërs #Yaldabaoth #zevendeHemel

2025-06-01

#Rembrandt malt den Apostel #Paulus im unfreiwilligen römischen #Ruhestand. Der alte Herr ist gebrechlicher und nachdenklicher als früher, aber nicht untätig. Auf meinem Blog mache ich mir Gedanken über die Zeit nach dem / meinem aktiven Arbeitsleben.
horstheller.wordpress.com/2025

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst