#Tarsos

2025-01-26

“De Egyptenaar”

De Olijfberg

Een paar maanden geleden noemde ik in dit zondagse reeksje over nieuwtestamentische personen die we ook van buiten de Bijbel kennen de man die in de Handelingen van de apostelen wordt aangeduid als “de Egyptenaar”. Ik citeerde de passage al eens eerder:

Vlak voordat Paulus de kazerne binnengebracht zou worden, zei hij tegen de tribuun: “Mag ik u iets vragen?” De tribuun [Claudius Lysias] antwoordde: “Spreekt u Grieks? Bent u dan niet die Egyptenaar die onlangs in opstand kwam en met vierduizend oproerkraaiers de woestijn in getrokken is?” Paulus zei: “Ik ben een Jood uit Tarsos in Cilicië, burger van een niet onbelangrijke stad.”noot Handelingen 21.37-39; NBV21.

Die Egyptenaar, die kennen we, al kennen we zijn naam niet. Maar de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus vertelt erover. Tweemaal zelfs. Het gaat om de rebellen die Josephus de schuld geeft van de vernietiging van de Tempel in 70 na Chr.: gewelddadig, anti-Romeins verzet was wezensvreemd aan het Joodse volk, en als dit rapaille in toom was gehouden, had het dagelijks offer gewoon voortgang kunnen vinden. Hoewel Josephus het begin van de verzetstraditie te vroeg plaatst, vermeldt hij in de kwart eeuw vóór de Joodse Opstand inderdaad enkele opstandelingen. Zoals de Egyptenaar, die we rond 58 moeten plaatsen. Josephus schrijft in De Joodse Oorlog:

Een nog ernstiger slag werd de Joden toegebracht door de valse profeet uit Egypte. Bij aankomst in het land verzamelde deze man, een charlatan die zich voordeed als profeet, dertigduizend goedgelovige lieden. Langs grote omwegen voerde hij hen van de woestijn naar de zogeheten Olijfberg. Hij had het vaste voornemen van hieruit een doortocht naar Jeruzalem te forceren, het Romeinse garnizoen te overmeesteren en zichzelf te installeren als tyran van het volk. Zijn gewapende volgelingen beschouwde hij als een geschikte lijfwacht. Maar [gouverneur Antonius] Felix verhinderde dat er van zijn plannen iets trekken. De hele bevolking schaarde zich achter hem. Het resultaat van de botsing was dat de Egyptenaar met slechts een handjevol mannen wist te ontkomen, maar dat het overgrote deel van zijn aanhang gedood of gevangen genomen werd; de rest van zijn volgelingen werd uiteengeslagen. Ieder probeerde stilletjes zijn eigen huis te bereiken.noot Josephus, Joodse Oorlog 2.261-263; vert. Wes/Meijer.

In de Joodse Oudheden komt Josephus erop terug. Maar de accenten liggen anders: het aantal volgelingen lijkt meer in lijn met de vierduizend die de auteur van de Handelingen noemt. Ook vermeldt Josephus de tweede keer niet dat de profeet dreigde geweld te gebruiken om de toegang tot Jeruzalem te forceren.

De Egyptenaar zei dat hij hun vanaf de Olijfberg wilde laten zien hoe op zijn bevel de muren van Jeruzalem zouden instorten, en hij kondigde aan dat hij hen vervolgens dwars door de puinhopen heen de stad zou binnenleiden. Toen Felix dat vernam, gaf hij zijn soldaten bevel de wapens op te nemen. Hij rukte met een groot aantal ruiters en voetsoldaten op uit Jeruzalem en stortte zich op de volgelingen van de Egyptenaar. Vierhonderd van hen bracht hij om het leven, tweehonderd nam hij gevangen. De Egyptenaar zelf wist uit het strijdgewoel te ontsnappen en verdween spoorloos.noot Josephus, Joodse Oudheden 20.169-171; vert. Wes/Meijer.

De tweede keer is Josephus duidelijker over de aard van de Egyptische profeet: die modelleerde zijn optreden op Jozua, die ooit de muren van Jericho had laten instorten. Maar er is meer. Dit was duidelijk een messiaanse bewering, al onderdrukt Josephus die informatie. De eerste weggever is dat hij erkent dat de man wilde heersen als tyran, alleenheerser. Hij zal zichzelf wel Koning Messias hebben genoemd. De tweede aanwijzing is de vermelding van de Olijfberg, de plek waar God op de Dag des Oordeels zou staan om de strijd tegen de vijanden van Israël te voeren.noot Zacharia 14.4.

Dat de tribuun die Paulus arresteerde, meende dat hij de Egyptenaar had gearresteerd, is eigenlijk wel logisch: Paulus werd ervan beschuldigd dat hij “overal en aan iedereen een leer verkondigt die tegen ons volk gericht is en tegen de wet en de tempel.”noot Handelingen 21.28. Die dreigende aankondiging was een punt van overeenkomst, en het zou teveel gevraagd zijn geweest van een Romeinse officier om het verschil te begrijpen tussen een Egyptenaar die zijn optreden modelleerde op Jozua en een farizee die zei de profeet te zijn van Jezus. Wij zijn het niet meteen, maar het zijn twee weergaven van dezelfde Aramese naam Yešua.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#ClaudiusLysias #FlaviusJosephus #HandelingenVanDeApostelen #Jozua #MarcusAntoniusFelix #messianisme #messias #NieuweTestament #Olijfberg #Paulus #Tarsos

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.04
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst