#Tsjaad

2025-05-14

De gevolgen van de klimaatverandering komen hard aan bij de mensen in Tsjaad. Zoals Agnès, die ziet dat er meer overstromingen zijn die op hun beurt leiden tot meer honger.

Klimaatverandering is een wereldwijd probleem. Onze uitstoot beïnvloedt het leven van onze buren dichtbij en ver weg. Laten we onze uitstoot verminderen.

Kijk voor inspiratie op onze website: climatestewards.nl/materialen/

#tsjaad #klimaatverandering #uitstootverminderen

2024-12-02

De Nok-beschaving

Een kopje met drie gezichten (Musée du Quai Branly, Parijs)

Het NRC Handelsblad publiceerde dit weekend een interview met Zenab Badawi, auteur van An African History of Africa, dat ik al eerder vermeldde. Ik had in dat interview wat kritischer vragen verwacht. Badawi is namelijk wél geïnteresseerd in het verleden, maar haar boek wemelt van de slordigheden en redenatiefouten. Eén daarvan staat in geschiedenisjargon bekend als naïef positivisme: de aanname dat geschreven bronnen én accuraat én representatief zijn. De meeste mensen herkennen wel het eerste probleem (de bevooroordeeldheid van deze of gene bron), maar niet het tweede (de incompleetheid). Badawi is zo iemand. Ze volgt datgene waarover ze informatie heeft en schept zo een verhaal over het verleden, maar het verhaal is niet representatief voor het geheel. Sta me nog een jargonterm toe: An African History of Africa is, hoe sympathiek ook, niet objectadequaat. Een journalist mag daar best vragen over stellen. Je bent een krant hoor.

De Nok-beschaving

Een van de onderwerpen die Badawi overslaat, is de Nok-beschaving. Voor wie deze blog leest omdat ’ie belangstelling heeft voor de Oudheid: Hanno, de Karthaagse zeeman die een ontdekkingsreis maakte langs de westkust van Afrika, had daarmee contact toen hij de monding van de Niger passeerde. Het is ook een van de gebieden waarover W. F. G. Lacroix zijn mooie boek Africa in Antiquity schreef, waarin hij aantoonde dat de Grieks-Romeinse geograaf Ptolemaios betrouwbare informatie weergaf, gebaseerd op de mondelinge tradities waar een zeeman aan de monding van de grote rivieren kennis van kon nemen.

De Nok-cultuur wordt meestal door middel van thermoluminescentie gedateerd tussen 800 v.Chr. en 200 na Chr., met een “aanloopfase” waarover ik het nog zal hebben. Ze is dus even oud als de Nubische culturen van Napata en Meroë. Een respectabele context, zou je zeggen, maar Nok wordt doodgezwegen. En niet alleen door Badawi, hoewel die zegt het “complete verhaal” te willen vertellen.

Dat heeft een verklaring. Het opvallendste bewijsmateriaal bestaat uit wonderlijke terracottabeeldjes, waarvan de eerste zo’n honderd jaar geleden zijn gevonden door mensen die zochten naar tin. Ze worden nog altijd gevonden, maar er is weinig archeologisch onderzoek, zodat de meeste voorwerpen contextloos zijn. De beeldjes zijn bovendien verweerd: ze waren ooit versierd met een dun laagje slib met metaalhoudende pigmenten, maar die is veelal in de loop der eeuwen afgesleten. Voor musea is dit geen aantrekkelijk materiaal: deze beeldjes zijn geen publiekstrekkers en door gebrek aan context is uitleg moeilijk. Ze horen echter evengoed bij de Afrikaanse IJzertijd als Egypte en Nubië.

Een Nok-sfinx (Staatliche Sammlung für Ägyptische Kunst, München)

Beeldjes

Toch zijn die beeldjes interessant. Ze zijn, om te beginnen, vaak hol, wat je niet meteen zou verwachten. Het kan gaan om mensen, dieren en fabelwezens. De grootste zijn manshoog, de meeste zijn stukken kleiner, en ze hebben grappige ogen. Als het gaat om mensen, hebben ze opvallend complexe kapsels en baarden, vaak juwelen en wapens (slingers, pijl en boog), opvallende hoofddeksels en – het meest curieus – symptomen van ziektes. De terracotta’s lijken door houtsnijwerk te zijn geïnspireerd.

Archeologen nemen wel aan dat althans sommige menselijke figuren hoge functionarissen of goden voorstellen. Dat kan zijn; de sculptuur van andere IJzertijdculturen is immers ook gewijd aan goden en aan mensen bovenaan de maatschappelijke ladder. De aanname dat de beeldjes een rituele functie hebben gehad is – de Eerste Hoofdwet van de Archeologie zijnde de Eerste Hoofdwet van de Archeologie – niets dan speculatie.

De verspreiding van de vindplaatsen is informatiever. Nok, waarnaar de cultuur is genoemd, ligt middenin Nigeria, even ten noorden van de hoofdstad Abuja. De meeste sites liggen op heuveltoppen en hellingen langs de grote wegen tussen het Tsjaad-meer (waar na de tweede eeuw v.Chr. de Sao-cultuur bestond) en Kameroen. Dat duidt op handel. Het feit dat de mensen pigmenten op metaalbasis gebruikten, bewijst dat ze de IJzertijd hadden bereikt, en dat lijkt te zijn bevestigd door de weinige metaalvondsten uit gecontroleerde opgravingen.

Vroege Nok-beeldjes (Museum Kurá Hulanda, Willemstad)

Vroege Nok

De Nok-mensen ontwikkelden de metallurgie zelfstandig, vermoedelijk rond 800 v.Chr.; de “aanloopfase” is feitelijk pre-IJzer-Nok. Eén van de grote vragen is waar die vroege fase haar oorsprong vindt, en eigenlijk weten we het niet. Tot de gewassen die de Nok-boeren verbouwden, behoorde echter parelgierst, en dat is in Nigeria een exoot. Het gewas komt wel voor in de noordelijkere savanne. Zeg maar bij het Tsjaad-meer. Omdat we weten dat de Sahara uitdroogde, is het bepaald niet ondenkbaar dat mensen zuidwaarts trokken.

We zouden meer willen weten, maar het blijkt moeilijk vroege sites te identificeren. Bovendien zijn archeologen niet zelden te laat en zijn pre-IJzertijd-sites vaak al geplunderd.

Dierfiguur (Musée du Quai Branly, Parijs)

Kleinschalige, autonome, lokale groepen

Het zijn niet alleen de vroege sites die we niet kennen, ook over het millennium tussen 800 v.Chr. en 200 na Chr. is weinig bekend. We hebben alleen een aanzet tot een aardewerk-chronologie, dus dateren is vooralsnog lastig. Organisch materiaal blijft slecht bewaard in de Nigeriaanse bodems, zodat we over vee-, groente- en fruitteelt weinig specifiek kunnen zijn.

Wat we wel weten is dat de mensen woonden in kleine dorpen; steden waren er niet. De meeste nederzettingen zijn maar kort bewoond geweest: maar zelden hebben archeologen meer dan één bewoningslaag aangetroffen. Dat er sociale stratificatie was, blijkt alleen uit de beeldjes, want paleizen of monumentale huizen zijn nog niet geïdentificeerd. Kortom, de Nok-samenleving was kleinschalig en georganiseerd in kleine, vermoedelijk autonome lokale groepen.

Daarmee is de De Nok-beschaving representatief voor grote delen van Afrika in het eerste millennium v.Chr. en het eerste millennium na Chr. Om precies te zijn: ze is representatiever dan Egypte en Nubië. Het verschil is dat men in noordoostelijk Afrika het schrift en een monumentale architectuur ontwikkelde.

Badawi schrijft daarover wel. Ze volgt de geschreven bronnen, ze volgt de monumentale architectuur. Dat is een ontzettend negentiende-eeuwse manier om met het verleden om te gaan. Je mag het naïef positivisme noemen of anders, maar het is in elk geval geen professionele eenentwintigste-eeuwse geschiedschrijving. Ze had best een archeoloog uit Nigeria kunnen bellen. Afrika verdient beter dan dit amateurisme.

#EersteHoofdwetVanDeArcheologie #gierst #HannoDeZeevaarder #Meroë #naïefPositivisme #Napata #Niger #Nigeria #NokBeschaving #SaoCultuur #thermoluminescentie #Tsjaad #WFGLacroix #ZenabBadawi

2024-11-04

Thermoluminescentie (en wat dat betekent)

Sao-sculptuur (Musée du Quai Branly, Parijs)

Oudheidkundigen hebben diverse dateringsmethoden. Terugwerkend: eerst is er de gangbare kalender, wat verder terug hebben we de Romeinse keizers en hellenistische koningen, nog wat dieper zijn er de Mesopotamische sterrenkundige dateringen. Daarnaast biedt de archeologie een stoer werkpaard: de koolstofdatering. Alleen: dat werkpaard heeft soms kuren. Elke datering behoeft kalibratie en daarnaast zijn er reservoireffecten en andere complicaties. En nog een probleem: organisch materiaal mineraliseert, en in sommige regio’s gaat dat erg snel.

Zoals de gebieden ten zuiden van de Sahara. De Romeinen ontmoetten kooplieden uit die regio, maar wisten daar – als we de route langs de Nijl even buiten beschouwing laten – maar weinig van. Het enige wat de klassieke auteurs ons aan informatie hebben nagelaten, zijn geruchten over goudbewakende gorgonen en amazones: een echo van de situatie in de Bambouk. Omdat archeologen dus  dateringsmoeilijkheden hebben, is er, vergeleken met bijvoorbeeld de Maghreb, een gat in onze kennis. Dit is een van de redenen dat subsaharaal Afrika een beetje wordt genegeerd. Zelfs Zenab Badawi, die in haar recente An African History of Africa licht wil werpen op dit werelddeel, besteedt er geen aandacht aan.

Thermoluminescentie

Gelukkig bestaan er meer oudheidkundige dateringstechnieken, zoals thermoluminescentie. Daarmee kunnen onderzoekers sedimenten en aardewerk dateren. Dit is geen nieuwe techniek of zo; archeologen kunnen het al meer dan een halve eeuw en dat ik het er nog niet eerder over heb gehad is gewoon omdat andere dingen actueler waren. Het principe is dat mineralen (en dus ook zandkorrels en kleideeltjes) van nature een zachte elektromagnetische straling hebben, de luminescentie. Na verhitting is die verwaarloosbaar, maar als het materiaal vervolgens wordt afgesloten van het licht, bijvoorbeeld omdat het onder de grond ligt, laadt het zich weer op vanuit natuurlijke radioactiviteit. Als een analist het materiaal in het lab belicht, komt de zo opgebouwde elektromagnetische straling weer vrij en daarna geldt: hoe meer, hoe ouder. Je kunt zo tienduizenden jaren teruggaan en de foutenmarge loopt op tot 10%.

In het Musée du Quai Branly in Parijs leerde ik vorige week iets over een mij nog onbekend resultaat. Rond het Tsjaad-meer, dus aan de zuidwestelijke rand van de Sahara, bestond ooit de zogeheten Sao-cultuur. Archeologen plaatsten die lange tijd in de ruim twee millennia tussen de negende eeuw v.Chr. en de veertiende eeuw na Chr. De stadstaten aan het einde van deze periode zijn ook bekend uit Arabische bronnen en vormen geen probleem, maar het beginpunt was feitelijk een slag in de lucht. In 2014 kwamen verschillende terracottabeeldjes als het bovenstaande naar het laboratorium en konden analisten vaststellen dat het begin van de Sao-cultuur zeven eeuwen later moet worden geplaatst, rond het midden van de tweede eeuw v.Chr.

Sao-aardewerk (Musée du Quai Branly, Parijs)

Betekenis

Maakt thermoluminescentie in dit geval veel uit? Voor de Romeinse handel niet: we wisten al dat men producten uitwisselde met Sao-kooplieden. Maar er ontstaat een interessant synchronisme tussen de opkomst van de Sao-cultuur en de neergang van de Karthaagse handel. We mogen speculeren – speculeren! – dat daardoor een eerdere elite verarmde en desintegreerde, waarna Sao-elites vrij baan kregen. De foutenmarge maakt echter ook de omgekeerde gang van zaken denkbaar: al eerder in de tweede eeuw v.Chr. bloeide de handel op tussen de nieuwe Sao-mensen en Karthago, dat daardoor in welvaart toenam, wat dan voor Rome weer aanleiding was tot militaire interventie.

Al met al is de herdatering van de Sao-cultuur geen werkelijk belangrijk nieuw resultaat; nieuwe hypotheses zijn zelfs helemaal geen resultaat. Maar er openen zich wel nieuwe denkpistes. En dat is gewoon leuk.

[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van stukjes over het wetenschappelijk aspect, vindt u daar.]

PS

O ja: had u deze petitie al getekend?

#Bambouk #chronologie #DerdePunischeOorlog #koolstofdatering #MuséeDuQuaiBranly #petitie #Sahara #SaoCultuur #sediment #thermoluminescentie #Tsjaad #ZenabBadawi

2023-09-06

'#Mali, #BurkinaFaso, #Tsjaad, #Niger, #Gabon: het ene na het andere West-Afrikaanse land keert zich tegen oud-kolonisator #Frankrijk. Na decennia van ‘speciale relaties’ lijkt het land zijn grip op het Afrikaanse continent te verliezen, vertelt Frankrijk-correspondent Floor Bouma.'

#NRCVandaag Hoe het anti-Franse sentiment opleeft in West-Afrika

open.spotify.com/episode/5fxWR

2023-04-20

Zeker tienduizend Soedanezen vanwege geweld gevlucht naar buurland Tsjaad

#Soedanezen #Tsjaad #VerenigdeNaties
nu.nl/-/6260330/

2023-04-20

'Uitgestorven' leeuw voor het eerst sinds 2004 gespot in nationaal park Tsjaad

#leeuw #Wildlife #Tsjaad
nu.nl/-/6260321/

2023-03-21

𝗥𝘂𝗶𝗺 𝟰𝟬𝟬 𝗿𝗲𝗯𝗲𝗹𝗹𝗲𝗻 𝗸𝗿𝗶𝗷𝗴𝗲𝗻 𝗹𝗲𝘃𝗲𝗻𝘀𝗹𝗮𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻𝘄𝗲𝗴𝗲 𝗱𝗼𝗼𝗱 𝗧𝘀𝗷𝗮𝗱𝗶𝘀𝗰𝗵𝗲 𝗼𝘂𝗱-𝗽𝗿𝗲𝘀𝗶𝗱𝗲𝗻𝘁

In Tsjaad zijn ruim 400 rebellen veroordeeld tot levenslange gevangenisstraffen. Ze worden beschuldigd van betrokkenheid bij de dood van oud-president Idriss Déby. De president overleed in 2021 nadat hij tijdens een bezoek aan de frontlinie gewond was geraakt bij gevechten van het leger met de rebellengroep FACT.

nos.nl/l/2468370 #nieuws #nos #Tsjaad #rebellen #oudpresident

2022-12-07

Grootschalige overstromingen in #Tsjaad hebben ook de hoofdstad Ndjamena getroffen, pal in het hoogseizoen voor malaria. Tienduizenden mensen zijn uit hun huizen verdreven, en hulporganisaties vrezen voor uitbraken van malaria en cholera. bit.ly/3uwIIza

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.04
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst