C10 | De droom van Licinius
Licinius (Museum St.-Lazarus, Larnaka)
[Tiende van zeventien blogjes over Constantijn de Grote (r.306-337). Het eerste was hier.]
In mijn vorige blogje legde ik uit waarom Lactantiusโ beschrijving van Constantijns overwinning bij de Milvische Brug โ met een droom en een overwinning-brengend teken โ niet te lezen is als bewijs voor zijn christelijke overtuiging. Er is echter nog een ander probleem. Ongeacht de betekenis van wat er op de schilden geschilderd is geweest, is de voorafgaande droom verzonnen. Ik heb daarover al eens eerder geblogd, maar het kan geen kwaad het in deze reeks nog eens te vertellen. Het blijkt uit wat Lactantius nog meer vertelt.
Na zijn beschrijving van de slag bij de Milvische Brug meldt hij dat Constantijn en Licinius elkaar in februari 313 in Milaan ontmoetten om de bruiloft te vieren tussen Licinius en Constantijns halfzuster Constantia. Profiterend van het feit dat Licinius in het westen was, rukte diens rivaal Maximinus Daia op naar Bithyniรซ, het gebied rond Lactantiusโ woonplaats Nikomedeia en naar het daar tegenover gelegen Byzantium.
Licinius versus Daia
Keizer Licinius keerde snel terug vanuit Milaan. Lactantius vertelt dat het leger van Daia groter was dan dat van Licinius: de aanvaller zou wel 70.000 goedbewapende soldaten bij zich hebben gehad, terwijl Licinius beschikte over amper 30.000 man. Dit is de eerste van enkele door Lactantius zorgvuldig geschapen parallellen tussen enerzijds de strijd tussen Constantijn en Maxentius en anderzijds die tussen Licinius en Daia. De tweede overeenkomst is dat waar Maxentius de oude goden via de Sibyllijnse Boeken raadpleegde, Daia steun vraagt van de god Jupiter. De volgende parallel is de hulp die Constantijn en Licinius krijgen van God, een vierde is dat alles op de dag van de troonsbestijging van de verliezende partij plaatsvindt en de vijfde overeenkomst is de vlucht van de verliezende vorsten.
Hier is het verhaal van Lactantius, zoals door Vincent Hunink vertaald in Het visioen van Constantijn (2018).
De nacht daarop verscheen aan Licinius in zijn slaap een engel van God. Die maande hem snel op te staan en te bidden tot de @hoogste God, samen met heel zijn leger; zou hij dat doen, dan was de overwinning aan hem. Na die woorden had hij de indruk dat hij opstond, terwijl de engel die hem had gemaand nog bij hem was en aangaf hoe men moest bidden en in welke woorden.
[er volgt een gebed zonder specifiek christelijke strekking]
De keizer besloot tot een veldslag op 1 mei, de achtste jaardag van Daiaโs keizerbenoeming. Zo zou hij uitgerekend op die jaardag verslagen worden, evenals met Maxentius was gebeurd in Rome. Daia wilde eerder actie. Daags tevoren stelde hij โs ochtends zijn linie op, zodat hij zijn jaardag, de volgende dag, als overwinnaar kon vieren.
Er komt bericht in het kamp dat Daia in beweging is gekomen. De soldaten grijpen hun wapens en gaan hem tegemoet. Tussen beide legers lag een kale, onvruchtbare vlakte, Ergenus genaamd. Beide linies kregen elkaar in het zicht. Dan leggen de soldaten van Licinius hun schilden neer. Ze doen hun helmen af, strekken de handen ten hemel, naar het voorbeeld van hun leidinggevenden, en spreken het gebed uit ten behoeve van de keizer. De ten dode gewijde linie hoort een gegons van bidders. Driemaal spreken zij hun gebed uit, waarna ze vol moed de helmen weer op hun hoofd zetten en de schilden opnemen.noot Lactantius, De dood van de vervolgers 46.
Het Edict van Milaan
De afloop van Lactantiusโ verhaal is voorspelbaar: Liciniusโ vrome soldaten verslaan de manschappen van Daia, die op de vlucht slaat. Vervolgens bezoekt de overwinnaar Nikomedeia, waar hij op 13 juni 313 verklaart dat de christenen niet alleen vrij zijn hun religie te belijden, maar ook gecompenseerd zullen worden voor de tijdens de vervolging geleden schade. Hoewel deze verklaring dus betrekking heeft op Nikomedeia, is ze bekend komen te staan als het Edict van Milaan, omdat de inhoud in die stad besproken met Constantijn besproken zou zijn geweest. Lactantius rondt zijn verhaal af met de laatste dagen van Daia, die naar het oosten vlucht en zelfmoord wil plegen, maar (tot leedvermaak van de verteller) langdurig pijn lijdt omdat het gif niet naar behoren werkt.
Lactantius de fantast
Als alleen de droom van Constantijn, die bevel krijgt een teken op de schilden van zijn mannen te laten aanbrengen, en de droom van Licinius, die van een engel verneemt hoe zijn soldaten moeten bidden, zouden zijn overgeleverd, was dat genoeg om te concluderen dat er sprake was van topiek: een type-scene ofwel standaardscรจne in een tekst. Het antieke publiek verwachtte zulke scรจnes en een oudheidkundige weet dat hij een droom voor een veldslag niet letterlijk mag nemen. Vooral niet als het er twee zijn. En zeker niet als er tussen de twee veldslagen niet minder dan vijf parallellen zijn.
Wat ik maar zeggen wil: het lijkt erop dat Lactantius weinig informatie had over de westelijke veldslag en zijn beschrijving zรณ construeerde dat de gevechten op elkaar leken. En hij voegde wat dromen toe. Over degenen die desondanks denken dat Constantijn een droom heeft gehad die hem tot het christendom bracht, schreef de Vlaamse filosoof Danny Praet dan ook: het zou fijn zijn als mensen een bron helemรกรกl zouden lezen. Ze zouden dan immers hebben herkend dat twee dromende keizers teveel is om geloofwaardig te zijn.
[Wordt vervolgd.]
#ConstantijnDeGrote #DannyPraet #droom #EdictVanMilaan #Lactantius #Licinius #MaximinusDaia #typeScene