#hunnen

2024-05-27

De Europese canon (1-5)

Tijdens keizer Septimius Severus, wiens ereboog u hier ziet, bereikte het Romeinse Rijk zijn grootste omvang

Een tijdje geleden stelde ik een Europese historische canon voor van tweeënveertig vensters en nodigde ik u uit toevoegingen te doen en verbeteringen te suggereren. Tussen vandaag en de Europese verkiezingen van 6 juni zal ik in elf blogjes de uitkomst aan u presenteren: steeds vijf vensters en daarnaast een stukje waarin ik de keuzes verantwoord. Bedenk wel: een canon een didactisch hulpmiddel, geen in steen gehouwen waarheid. Een canon heeft meer te doen met wetenschapscommunicatie dan met wetenschap. Wie liever een canon van de geschiedwetenschap leest, vindt die hier.

Ter zake nu.

Het Romeinse Rijk

Periode: Tot de zesde eeuw / tot 1453

In het krachtige en welvarende Romeinse Rijk, dat rond 202 na Chr. zijn grootste omvang bereikte, woonde ongeveer een derde van de wereldbevolking. Hoe vitaal de toenmalige cultuur was blijkt wel uit het feit dat het imperium bleef bestaan tot 1453 (later meer) terwijl de voornaamste Romeinse talen – het Grieks, het Latijn en het Aramees – nog springlevend zijn.

De voornaamste erfenis, en de reden waarom de Romeinen deel uitmaken van de Europese canon, is echter een andere: bescheidenheid. De Romeinen hadden er geen enkele moeite mee te erkennen dat ze hadden geleerd van andere beschavingen. Ze erkenden het wezenlijk andere. Die bescheidenheid gaven ze door aan het middeleeuwse christendom, dat erkende te staan op de schouders van reuzen, aan de Renaissance en aan het latere Europa. Met een woord van Rémi Brague is bescheidenheid Europa’s “Romeinse weg”.

De kerstening, gesymboliseerd door de doop (Ravenna)

De kerstening

Periode: 96-1000

Het christendom ontstond als joodse sekte, raakte van de andere joden afgesplitst, deed Grieks-Romeinse filosofische bagage op, werd van tijd tot tijd en van stad tot stad vervolgd, tot de keizers Licinius en Constantijn het begin vierde eeuw erkenden als toegestane godsdienst. Tegen het einde van die eeuw was de Romeinse elite, die wist uit welke hoek de wind waaide, overgegaan tot het christendom en langzaam verspreidde het geloof zich.

In de vijfde eeuw begon missionering buiten het Romeinse Rijk (Saint Patrick, Ierland), de post-Romeinse elite werkte samen met de kerk (Clovis, Gallië) en later namen de vorsten in de noordelijke en oostelijke periferie het geloof aan (Harald I van Denemarken rond 965, Vladimir I van Kyjiv 988, Stefanus I van Hongarije 1000).

Goudschat van de Avaren (Nationaal Museum, Boedapest)

De Avaren

Periode: 560-803

Alternatief: de Hunnen (433-469)

Al in de IJzertijd bestond er een geleidelijke migratie van nomadische veetelers vanuit het droge Siberië over de Altai naar de vochtigere steppe van het huidige Oekraïne. De migrerende groepen zijn bekend onder allerlei namen: Kimmeriërs, Skythen, Sarmaten. Steeds als het klimaat verslechterde, kwamen migranten westwaarts. De golf die in de late vijfde eeuw kwam opzetten diende zich aan als de Hunnen en later als de Avaren.

De meeste van deze groepen desintegreerden al snel, maar het rijk van de Avaren bleef een kwart millennium bestaan. Hun aanwezigheid blokkeerde de landweg tussen het oostelijk en westelijk deel van de Laat-Romeinse wereld. West-Europa raakte gescheiden van het Byzantijnse Rijk.

Inscriptie over waterwerken in Córdoba (Archeologisch museum, Córdoba)

Het emiraat van Córdoba

Periode: 711-1039

De Arabische veroveringen begonnen rond 630 en al begin achtste eeuw viel het post-Romeinse Rijk van Toledo. Niet veel later staken de Arabieren de Pyreneeën over, waar ze een ander post-Romeins rijk, dat van de Merovingen, destabiliseerden. De Merovingische generaal Karel Martel versloeg een Arabisch leger bij Poitiers (732), wat zijn familie het prestige gaf om de macht benoorden de Pyreneeën over te nemen. Zo ontstond de dynastie van de Karolingen, met een ideologie dat zij het christelijke Europa belichaamde, kampend tegen de Saracenen.

Een Arabische burgeroorlog maakte niet veel later een einde aan de expansie en het Iberische Schiereiland scheidde zich af van het Kalifaat. Dit emiraat van Córdoba zou eeuwenlang een van de voornaamste contactpunten zijn tussen de Arabische en West-Europese cultuur.

Een kopiist aan het werk

De Karolingische Renaissance

Periode: Vanaf 795

In 795 dicteerde Karel de Grote de circulaire die bekend is komen staan als de Brief over het cultiveren der letteren. Hiermee organiseerde hij het onderwijs in zijn rijk. In dezelfde tijd begonnen klerken in abdijen op grote schaal antieke teksten te kopiëren. Zo stelden ze het Griekse en Romeinse literaire erfgoed, voor zover nog aanwezig, voor latere generaties veilig.

Het doel van dit cultureel reveille was het opvoeden van de bevolking in christelijke deugden, maar ook teksten van heidense schrijvers werden gekopieerd. Zonder de Karolingische Renaissance zouden wij de Romeinse wereld nauwelijks kunnen kennen.

De Europese canon…

… vervolgt met de verantwoording van de Europese canon, en wordt vervolgd met een blogje over de Volle Middeleeuwen. U blijft op de hoogte van deze reeks (en van alle blogjes) via het WhatsAppkanaal.

1-56-1011-1516-2021-2526-3031-3536-4041-4546-50

#Avaren #Clovis #ConstantijnDeGrote #emiraatVanCórdoba #EuropeseCanon #HaraldIVanDenemarken #Hunnen #IerseMonniken #KalifaatVanBagdad #KarelDeGrote #KarelMartel #KarolingischeRenaissance #kerstening #Kimmeriërs #Licinius #Merovingen #Oekraïne #RémiBrague #RijkVanToledo #Sarmaten #SintPatrick #Skythen #slagBijPoitiers #StefanusIVanHongarije #VladimirIVanKyjiv

2020-07-16

De Skythen (1)

Een Skythische boogschutter op een Griekse vaasschildering (Louvre, Parijs)

Het is pas op blz.311 in zijn vorig jaar verschenen boek The Scythians. Nomad Warriors of the Steppe dat de door mij bewonderde Britse oudheidkundige Barry Cunliffe het punt maakt waar ik op zat te wachten. Het is wat lyrisch geformuleerd maar belangrijk:

The wide expanse of steppe flowing through Eurasia, with its grey-green horizons receding in the distance and its shimmer as the wind rustles the grass, challenges everyone to be on the move. Like the sea, it is a world where nothing can stay still and, like the sea, it sweeps everything onward. For millennia people have progressed through the steppe, sometimes in repeating patterns of transhumance and sometimes with astonishing speed, crossing huge distances to seek out new pastures. The Scythians occupy only one small part of the grand narrative.

Skythen en andere nomaden

De golven van de zee zijn de perfecte metafoor. Ze bewegen op en neer, vormen samen een enorme stroming en verplaatsen grote watermassa’s over enorme afstanden. Steppenomaden bewegen met de jaargetijden van zomer- naar winterweiden, clusteren samen onder leiding van deze of gene charismatische leider – een Attila de Hun, een Djengis Khan, een Timoer Lenk – en vormen een volk, verplaatsen zich van het oosten naar het westen, vallen weer uiteen en herclusteren dan weer als er een nieuwe leider opstaat. Het geldt ook voor de Indo-Europeanen, voor de Kimmeriërs, voor de Skythen, voor de Sarmaten, voor de Kushana’s, voor de Alanen, voor de Hunnen, voor de Avaren, voor de Turken, voor de Bulgaren, voor de Khazaren, voor de Magyaren, voor de Tataren, Mongolen, Kozakken, Oezbeken. Seizoensmigratie van veetelers, krijgers te paard, steeds weer trekkend van de droge steppe van Siberië naar het wat vochtiger Oekraïne, Roemenië en Hongarije. De Skythen vormden maar één hoofdstuk in het grote verhaal, één golf in een zee van migrerende steppenomaden.

Je verwacht dat Cunliffe er een prachtboek van kan maken. De Oxford-archeoloog heeft in het verleden immers prachtige syntheses geschreven over bijvoorbeeld de Kelten en charmante monografieën als die over Pytheas van Marseille. Maar dit keer werkt het niet. O zeker, het boek is prachtig vorm gegeven. De foto’s tonen talloze voorwerpen en opgravingen uit de landen van de voormalige Sovjet-Unie die wij anders nooit zouden zien. Alleen al daarom is The Scythians geen miskoop. Ik had echter moeite om het boek uit te lezen. Het boeit niet voldoende.

Skythisch paardenbeslag in de vorm van een vis (Nationaal Museum, Boekarest)

Vaste punten in een nomadenlandschap

Het ligt niet aan de stof. De Skythen, zoals de “golf” heette die de Kimmeriërs vooruit joeg, vormen een fascinerend thema. Ze beheersten het gebied van Oezbekistan tot en met Oekraïne tussen pakweg 750 en 200 v.Chr. en werden ingehaald door de “golf” van de Sarmaten. De meeste mensen waren nomaden, maar dat ze hun kudden verweidden wil niet zeggen dat ze voortdurend onderweg waren. Tot de vaste punten in het landschap behoorden enorme handelsnederzettingen, waar ook ambachtslieden werkten. Ook waren er koninklijke graven, waar rituelen plaatsvonden en waar grote groepen arbeiders doorlopend aan het werk waren. Deze teams van bouwvakkers en grondwerkers waren zo goed als sedentair.

De Skythische koningsgraven zijn vanaf de negentiende eeuw onderzocht en in de twintigste eeuw gebeurde dat ook heel professioneel; de communistische archeologie was lange tijd de geavanceerdste die er was. We beschikken over menselijk materiaal (skeletten maar ook getatoeëerde huid), houten voorwerpen en textiel. Allemaal zaken die in het Mediterrane gebied zeldzaam zijn. De aandacht wordt echter vooral getrokken door het vele goud, dat echt schitterend is bewerkt. Denk aan afbeeldingen van griffioenen, ruiters, herten en krijgers. We weten voldoende van de samenleving om iets van de religie te kunnen reconstrueren, om de krijgskunst te begrijpen, om het nomadische jaarritme te doorgronden en om te weten dat de rollen van man en vrouw vloeiend waren. (De Grieken meenden dat de Amazones leefden bij de Skythen.)

Portret van een krijger (Nationaal Museum, Tasjkent)

Clusteren en herclusteren

Het idee dat er, ondanks golven van seizoensmigratie, hele volksverhuizingen plaatsvonden op de Euraziatische steppe, is sinds kort redelijk onderbouwd: DNA-onderzoek waarop een van de vaste lezers van deze blog me attendeerde, toont dat er in de periode tussen 750 en 200 v.Chr. een toename is van oostelijke haplogroepen. Dat sluit vanzelfsprekend niet uit dat nomaden die al door het gebied zwierven, zich met die immigranten hebben vermengd. Zo zijn de steppenomaden altijd geweest: groepen clusterden, vielen uiteen en herclusterden. Als modieuze onderwerpen als DNA en gender ook belangrijke en relevante onderwerpen zijn, zou een boek over de Skythen eindeloos boeiend moet zijn. Het lukt Cunliffe echter niet werkelijk.

[Wordt vervolgd]

#Alanen #Avaren #BarryCunliffe #gender #griffioen #Hunnen #Kazachstan #Khazaren #Kimmeriërs #Kozakken #Magyaren #Mongolen #nomadisme #Oekraïne #Oezbeken #Oezbekistan #Rusland #Sarmaten #Siberië #Skythen #Tataren

2025-10-19

@telepolis
Die #Römer geschwächt durch eine jahrzehntelang andauernde #Pandemie, die #Hunnen waren quasi aggressive Klimaflüchtlinge auf der Suche nach guten Lebensräumen für sich... So hab ich den Untergang des römischen Reiches noch gar nicht gesehen bzw. von der Pandemie hatte ich noch gar nichts gewußt.
Danke für den Geschichtsunterricht, der mal gegen den Strich gebürstet ist.

#Geschichte #römischesReich

2020-06-20

De gesel Gods (6)

Een Frankische krijger: de Heer van Morken (Johnny Shumate)

[Voorlaatste deel van een zevendelige reeks over Attila de Hun. Het eerste deel was hier en behandelde het begin van de veldslag op de Catalaunische Velden.]

De anekdote over de stroom bloed waarmee het vorige stukje eindigde oogt onwaarschijnlijk, maar zwaardwonden zijn over het algemeen vrij groot en antieke veldslagen lijken buitengewoon bloedig te zijn geweest. Als er ook nog paarden zijn doodgebloed, is er geen enkele reden om te twijfelen aan Jordanes’ macabere beschrijving.

Het landschap is licht glooiend en toen de Visigotische en Romeinse ruiters hun tegenstanders achternazetten, raakten ze het contact met de Hunnen kwijt, bijvoorbeeld door aan de andere zijde langs een heuvel te rijden. Bij het vallen van de avond bleken ze het kamp van de Hunnen te zijn gepasseerd. Thorismund, de zoon van de gesneuvelde Visigotische koning Theodorik, reed in de nacht argeloos het kampement van zijn vijanden binnen en werd maar met moeite door zijn volgelingen bevrijd. Het woord is opnieuw aan Jordanes (in de vertaling van Hein van Dolen).

Bij het aanbreken van de volgende dag zagen de Romeinen dat de velden met lijken waren bezaaid en dat de Hunnen niet durfden uit te breken. Daarom beschouwden zij zich als overwinnaars, ofschoon ze beseften dat Attila pas na een definitieve nederlaag de strijd zou staken. Ondanks de genadeslag had hij de moed niet opgegeven, maar hij liet de wapens kletteren en op de krijgstrompetten blazen om te dreigen met een aanval. Hij gedroeg zich als een leeuw die door jachtspiesen is doorboord en vóór de ingang van zijn hol op en neer loopt. Toespringen durft hij niet, maar tegelijk schrikt hij de omstanders onophoudelijk af met zijn gebrul.

Zo joeg de in het nauw gedreven, van strijdlust bezeten vorst zijn overwinnaars angst aan. Met het oog hierop verzamelden de Visigoten en de Romeinen zich om te overleggen wat ze met de verslagen Attila aan moesten. Ze besloten hem door een belegering af te matten omdat hij niet over een voedselvoorraad beschikte, terwijl hij vanwege de regen aan pijlen die door de boogschutters de palissaden van zijn kamp in werden afgeschoten, onmogelijk kon aanvallen. Er wordt verteld dat de koning ondanks de wanhopige situatie tot op het laatst moedig standhield en een brandstapel van paardenzadels had laten oprichten om zich in de vlammen te werpen als de vijanden op hem zouden losstormen. Want hij gunde niemand het genoegen hem te verwonden, en als heerser over zoveel volken wilde hij niet in de handen vallen van zijn tegenstanders.

Thorismund wilde de dood van zijn vader wreken en het kamp van de Hunnen bestormen, maar Aetius hield hem tegen. Nu de vijand was verslagen, moest de generaal diplomaat zijn en denken aan de toekomst. Zou Thorismund zijn zin krijgen, dan zou deze een te grote reputatie verwerven en misschien het Romeinse oppergezag niet meer erkennen. Ook de Hunnen konden nog eens nuttig zijn. Dus suggereerde Aetius zijn bondgenoot dat hij naar Aquitanië moest terugkeren voordat zijn broers zich meester hadden gemaakt van de troon.

Toen ook de Franken waren teruggekeerd, kon de Romein onderhandelen met de leider der Hunnen, die zoveel gezag had verloren hij moeite zou hebben zijn federatie bijeen te houden. Rome kon hem daarbij helpen en als Attila dat aanbod eenmaal had aangenomen, zou hij verstrikt raken in het netwerk der Romeinse diplomatie en geleidelijk worden ingekapseld: een beproefde methode om van vijanden bondgenoten te maken. De latere Byzantijnse diplomatie zou in deze sporen treden.

[Wordt morgen afgerond]

#Aetius #Attila #CatalaunischeVelden #Franken #Frankrijk #Gallië #Hunnen #Jordanes #Visigoten #warLord

2020-06-20

De gesel Gods (5)

Catalaunische Velden, waar Aetius het opnam tegen Attila

[Vijfde deel van een zevendelige reeks over Attila de Hun. Het eerste deel was hier en ik was gekomen tot Attila’s inval van Gallië in 451 na Chr. Hij had niet al zijn doelen kunnen bereiken en zocht een plaats om slag te leveren tegen een coalitie van de Romeinen en hun Germaanse bondgenoten, geleid door generaal Aetius.]

Attila meende dat hij een goed slagveld had gevonden op de eindeloze grasvlakte tussen het huidige Troyes en Châlons-en-Champagne: de Catalaunische Velden. Alles draaide om het bezetten van een heuvelrug. Als de soldaten van de Romeinse coalitie die als eersten bezetten, zouden hun bogen een draagwijdte krijgen waarmee ze gelijk kwamen aan de Hunnen; omgekeerd, als Attila’s krijgers de heuvelrug bezetten, dan restte de tegenstanders niets anders dan de aftocht. Jordanes, die in de zesde eeuw een Geschiedenis van de Goten schreef, doet verslag van de veldslag die hier op 20 juni 451 plaatsvond. De fragmenten zijn vertaald door Hein van Dolen.

Theodorik bezette met de Visigoten de rechtervleugel en Aetius met de Romeinen de linker. Ze lieten Sanguibanus in het midden plaatsnemen (hij was de aanvoerder van de Alanen). Dat gebeurde uit strategische voorzorg om de man in wiens moed zij weinig fiducie hadden door een massa getrouwen te omringen. Immers, wie nauwelijks kans krijgt te vluchten, strijdt noodgedwongen mee.

Kroon uit het graf van een Hunnenleider (Nationaal Museum van Hongarije, Boedapest)

Dit waren niet alle troepen uit de coalitie. Het is bekend dat helemaal links Franken en Bourgondiërs stonden.

Aan de andere kant waren de gelederen van de Hunnen zo geplaatst dat Attila en zijn dapperste krijgers zich in het midden bevonden. Met deze opstelling had de koning zijn eigen veiligheid voor ogen omdat de positie te midden van het volk hem beschermde tegen het dreigende gevaar. De talrijke volken en allerlei stammen die hij aan zich had onderworpen, bezetten de vleugels. Onder hen blonk het leger van de Ostrogoten uit, dat onder bevel stond van de broers Valamir, Theodemir en Videmer […]. De wijdvermaarde koning van de Gepiden, Ardarik, was met een ontelbare schare ook van de partij. Vanwege zijn voorbeeldige toewijding aan Attila werd hij gekend in diens plannen. Want Attila had met zijn vooruitziende blik een afweging gemaakt en hij was op hem en Valamir, de koning van de Ostrogoten, meer gesteld geraakt dan op de andere leiders. Valamir kon namelijk geheimen voor zich houden, had een fluwelen tong en was heel gewiekst, terwijl Ardarik, zoals gezegd, zijn goede naam dankte aan zijn trouw en beleid. Op hen kon Attila met een gerust hart rekenen wanneer ze tegen hun stamgenoten, de Visigoten, zouden strijden. Alle andere koningen – als we hen zo mogen betitelen – en de hoofden van verschillende stammen bedienden Attila slaafs op zijn wenken. Zodra hij maar met de ogen had geknipperd, stond iedereen hem zonder morren en met angst en beven terzijde. Zonder mankeren werd elk van zijn bevelen uitgevoerd.

Toen de strijd losbarstte, slaagden de soldaten van de Romeinse coalitie er als eersten in de heuvelrug te bezetten. De naderende Hunnen werden teruggeslagen en in hun vlucht verstoorden ze ook de afdelingen van hun bondgenoten. Attila herstelde echter de orde.

Ondanks de penibele situatie nam de aanwezigheid van de koning alle twijfel weg en gingen ze een gevecht aan van man tegen man. De strijd was verschrikkelijk, verwarrend, wreed en langdurig. In de geschiedenis heeft nooit iets vergelijkbaars plaatsgevonden. Zulke krijgsverrichtingen zou een held die dit spektakel had moeten missen, zijn hele leven lang niet meer kunnen meemaken. Want als we de generaties vóór ons mogen geloven, trad de beek, die met een lage bedding door de bovengenoemde vlakte stroomde, vanwege het bloed uit de wonden van de slachtoffers buiten haar oevers. Ze was niet als gewoonlijk door de regenval gezwollen, maar het wassen had een abnormale oorzaak als gevolg van de groeiende hoeveelheid bloed waardoor een woeste rivier ontstond. De gewonden waren daar gedwongen hun brandende dorst te lessen met het vervuilde water; in hun ellende dronken zij het bloed dat volgens hen uit hun eigen kwetsuren was gevloeid.

Hier werd koning Theodorik, die heen en weer reed om zijn leger aan te vuren, van zijn paard geworpen en vertrapt onder de voeten van zijn eigen mannen. Zo vond de hoogbejaarde man zijn levenseinde. […]

Op dat moment verwijderden de Visigoten zich van de Alanen om de troep Hunnen aan te vallen. Bijna hadden ze Attila omgebracht, maar die was bijtijds weggevlucht en had zich met zijn gevolg teruggetrokken binnen de omheining van zijn kamp, dat hij met karren had verschanst. De omwalling was kwetsbaar, maar toch probeerden zij daarachter hun leven te redden.

[Wordt later vandaag vervolgd]

#Aetius #Alanen #Attila #CatalaunischeVelden #ChâlonsEnChampagne #Frankrijk #Gallië #Gepiden #Hunnen #Jordanes #Visigoten #warLord

2020-06-19

De gesel Gods (4)

Bourgondische gesp (Musée d’Archéologie nationale, Saint-Germain-en-Laye)

[In dit vierde deel van deze zevendelige reeks over Attila de Hun maakt hij dan eindelijk zijn opwachting. Het eerste deel was hier. Ik behandelde de geleidelijke desintegratie van het West-Romeinse Rijk tot 444.]

Dat de afstammelingen van de Germaanse migranten die zich in Gallië hadden gevestigd, merendeels loyaal waren, bleek in 451, toen ze mede in het krijt traden om de Romeinse wereld te verdedigen tegen de Hunnen. De kern van deze stammenfederatie was door Oekraïne en Roemenië naar het westen getrokken, had aanvallen uitgevoerd op het Oost-Romeinse Rijk en had zich gevestigd in het gebied dat eeuwen later, toen de Magyaren dezelfde route aflegden, werd vernoemd naar hun vijfde-eeuwse voorgangers: Hunnenland ofwel Hongarije.

Door isotooponderzoek is bevestigd hoe fluïde deze etnische groep was. Daar waren al aanwijzingen voor, zoals een anekdote van de Byzantijnse auteur Priscus over een bewoner van een stad aan de Donau die erkend werd als Hunse krijger, maar nu zijn er dus ook laboratoriumresultaten die bevestigen dat mensen met een akkerbouwersvoedingspatroon hun sedentaire bestaan inruilden voor een leven als nomadische ruiter, en vice versa. Het is hoe het eeuwenlang is gegaan op de Centraal-Euraziatische steppe.

De Hunnen golden als gevaarlijk, want ze waren in staat grote bogen te hanteren terwijl ze te paard zaten. Zo konden ze hun vijanden van grotere afstand beschieten en aanvallen zonder te worden aangevallen.

In 451 trokken de Hunnen en de mensen die zich bij hen hadden aangesloten, zoals de Ostrogoten, naar Gallië. Hun leider was koning Attila, die in de Middeleeuwen de bijnaam flagellum dei zou krijgen, “de gesel Gods”. Het leger stak de Rijn over, veroverde Metz en rukte op naar Orléans. Het doel van de tocht was niet zozeer het plunderen of het verwerven van land, als wel het tonen dat de Hunnen overal konden toeslaan waar ze wilden. Na terugkeer kon dan worden onderhandeld met de Romeinen over de hoogte van de jaarlijks te betalen afkoopsom.

Attila’s tegenstander was de Romeinse generaal Aetius, die zich verzekerde van de hulp van de (afstammelingen van) Germanen in Gallië. Een eerste succes boekte de coalitie in de zomer, toen de Hunnen op het punt stonden Orléans in te nemen. Een gecombineerd Romeins-Visigotisch ruiterleger kwam op het laatste moment ter plaatse aan en dwong Attila terug te keren, want hoe efficiënt zijn ruiters ook waren, als hij werd belegerd in de veroverde stad, had hij daar weinig aan. Dus maakte hij rechtsomkeert, in de hoop ergens slag te kunnen leveren met zijn tegenstanders en zijn bewegingsvrijheid te herwinnen.

[Wordt later vandaag vervolgd]

#Aetius #Attila #Frankrijk #Gallië #Hunnen #warLord #WestRomeinseRijk

2025-08-20

De Kushana’s

Een Kushana-prins uit Dalverzintepa (Nationaal Museum, Tasjkent)

Het begint dus in China. Of beter, ten noorden van China. Aan het begin van de tweede eeuw v.Chr. woonden daar twee groepen nomaden. In het noordwesten waren dat de Tochaars-sprekende Yuezhi en in het noordoosten de Xiongnu. En verder was er de eeuwige trek waarmee herdersvolken westwaarts reizen, omdat je dan van het betrekkelijk droge Mongolië en Siberië naar steeds groenere gebieden reist – over de Altai, naar de Pontische Steppe, naar de Hongaarse poesta.

En dat wil dus zeggen dat de Xiongnu westwaarts trokken en de Yuezhi voor zich uit dreven. In 176 v.Chr. kwam dit proces door een militair conflict in een stroomversnelling en de Yuezhi migreerden via het huidige Kazachstan naar Sogdië, zeg maar het huidige Oezbekistan, waar ze rond 130 v.Chr. aankwamen. Ook vestigden ze zich in Baktrië, het grensgebied tussen Oezbekistan en Afghanistan, aan weerszijden van de rivier de Oxus. Ze woonden hier te midden van een Sogdisch-Baktrisch-Perzisch-Griekse bevolking en namen het Griekse alfabet over. Opgravingen als het Oezbeekse Khalchayan en het Afghaanse Tillya Tepe documenteren het pluriforme karakter van deze wereld.

De muren van Ayaz Kala

De Kushana’s

Zoals de Xiongnu de Yuezhi voor zich uit hadden gedreven, zo dreven de Yuezhi de Saken voor zich uit, een soort Skythen, die uiteindelijk via Sakastan (Sistan in Afghanistan) naar de Punjab zouden trekken. En langs die route volgden uiteindelijk, na pakweg  30 na Chr., ook de Yuezhi, geleid door een zekere Kujula Kadfises. Hij en zijn opvolgers bouwden een groot rijk op dat zich uitstrekte vanuit Xinjiang via Sogdië en Baktrië naar Gandara, de Punjab en de Gangesvallei. U kunt het zich voorstellen als een grote C rondom Tibet. Dit rijk staat bekend als dat van de Kushana’s en het moge duidelijk zijn dat het, samen met het Parthische Rijk, de verbinding vormde tussen het Romeinse Rijk in het verre westen en Han-China in het verre oosten. Deze handelsweg staat bekend als Zijderoute.

Boeddha (Nationaal Museum, Tasjkent)

In het Kushana-rijk zou het zogeheten Mahayana-boeddhisme alle ruimte krijgen, zoals gedocumenteerd in Oezbeekse sites als Dalverzintepa, Zurmala, Kara Tepe en Fayaz Tepe, en in Pakistan in de kloosters van Mohra Moradu en Jaulian bij Taxila. Een heel vroege aanwijzing is dat het Chinese geschiedenisboek Hou Hanshu vermeldt dat een door de Yuezhi afgevaardigde diplomaat in 2 v.Chr. in de Chinese hoofdstad Chang’an les gaf over het boeddhisme. Dit bewijst dat althans een deel van de Yuezhi op dat moment al was overgegaan tot dit geloof. Toen Kujula Kadfises richting Punjab trok, trok hij geen onbekende wereld binnen, want er waren dus al religieuze contacten met India.

Kushana-munt (Bode-Museum, Berlijn)

Overigens tonen de Kushana-munten een veelvoud aan Iraanse, Indische en Griekse goden. Het zou verkeerd zijn te denken dat de Kushana’s alleen maar boeddhisten waren. Niet alleen omdat antieke overheden zelden zoiets als één staatsgodsdienst hadden, maar ook omdat mensen normaal gesproken een “dubbel geloof” hadden, wat eigenlijk gewoon wil zeggen dat je meedoet aan de gebeden in het huis waar je toevallig bent. Dat kan de ene keer boeddhistisch zijn en de volgende keer iets hindoeïstisch of Baktrisch en de derde keer iets Grieks of jaïnistisch of zoroastriaans.

Een stupa bij Mohra Moradu

Late Oudheid

Zolang in het westen de Parthen heersten, hadden de Kushana’s geen noemenswaardige vijanden, maar na 224 kwamen in Iran de Sassaniden aan de macht. Al ten tijde van Ardašir I (r.224-242) waren er conflicten en rond 260 ging Sogdië voor de Kushana’s verloren. Niet veel later liepen de Sassaniden ook Baktrië en Gandara onder de voet. (Bij de plundering van Peshawar namen ze de bedelnap van Boeddha mee, die dus nog ergens in Iran moet zijn.)

Ivoor uit Begram (Musée Guimet, Parijs)

De noordelijke gebieden vielen in handen van groepen die we gemakshalve zullen aanduiden als “Hunnen” en mogelijk verwant zijn met de Xiongnu waarmee ik dit blogje begon. Ook die migreerden naar het westen en het was dus te verwachten dat ze ooit in de gebieden zouden komen waar ze ooit de Yuezhi naartoe hadden gedreven. De rest van het Kushana-rijk (dus de Punjab, de Indusvallei en de Gangesvallei) bleven als staat nog ongeveer een eeuw overeind, tot de Hunnen noordelijk India binnenvielen.

Fayaz Tepe

De onvermijdelijke Kushana’s

De Kushana’s zijn onvermijdelijk voor wie zich met de Oudheid bezighoudt. Zoals gezegd vormen ze een cruciale schakel in het enorme Euraziatische systeem. Zij waren wat centraal was in Centraal-Eurazië. Wie reist in Oezbekistan of Pakistan komt ze steeds weer tegen, en vermoedelijk geldt dat ook voor Afghanistan en Xinjiang.

Atlanten uit het Tapa-i-kafariha-klooster

Ik zelf werd voor het eerst geconfronteerd met de Kushana-architectuur bij mijn bezoek aan Taxila-Sirsukh, waar we de enorme (door hennep overgroeide) stadsmuren zagen van een gigantische vierkante stad. We waren moe van de vlucht van Londen naar Islamabad en hadden de andere delen van Taxila al gezien. Het was al laat in de middag – en we hebben het verder maar even gelaten zoals het was. Achteraf heb ik daarvan toch wel spijt. Ik zal niet snel weer in de Punjab zijn, vrees ik, en hoewel de wereld nog zo veel wonderen voor me in petto heeft, vind ik dat ergens toch ook wel weer jammer.

#Afghanistan #ArdaširI #Baktrië #boeddhisme #ChangAn #Dalverzintepa #dubbelGeloof #FayazTepe #Gandara #Ganges #HanDynastie #HouHanshu #Hunnen #India #Indus #Jaulian #KaraTepe #Khalchayan #KujulaKadfises #KushanaS #Mahayana #MohraMoradu #Oezbekistan #Pakistan #ParthischeRijk #Punjab #Saken #Sassaniden #Sirsukh #Sogdië #Taxila #TillyaTepe #Tochaars #Xinjiang #Xiongnu #Zijderoute

2025-08-04

Die Hunnen kommen! Rennet! Fliehet! usw.

Der Untertitel ist Programm, geheimnisumwittert und leider schwer zu greifen. Meine neue Lektüre über die Hunnen.

#Buch #Sachbuch #lektüre #Lesen #Literatur #Hunnen #Rom #Antike

schreibgewitter.de/neue-lektue

Universität zu KölnUniKoeln@wisskomm.social
2025-06-17

🔍 Die europäischen Hunnen hatten altsibirische Wurzeln

Eine Studie von Dr. Svenja Bonmann und Dr. Simon Fries zeigt, dass die europäischen Hunnen eine gemeinsame Sprache mit ihren asiatischen Vorfahren, den #Xiongnu, teilten. 🌍

Das Team hat linguistische Daten ausgewertet, die u.a. auf Orts- und Gewässernamen beruhen. Das Ergebnis: sowohl die Herrscherdynastie der Xiongnu als auch der ethnische Kern der #Hunnen sprachen #AltArinisch. 🤓

Mehr dazu ▶️ uni.koeln/CJMWU

#uniköln

Am Fluss Jelogui, einem Zufluss des Jenisseij in Sibirien. In der Region leben noch einige wenige Sprecher einer Jenissejsprache, des Ketischen. Die Sprache der europäischen Hunnen gehörte zur gleichen Sprachfamilie. | On the River Yelogui, a tributary of the Yenisei in Siberia. A few speakers of a Yenisei language, Ket, still live in the region. The language of the European Huns belonged to the same language family.
Martin MarheineckeMartinM@norden.social
2025-06-17

Die #Hunnen sprachen offenbar eine jenisseidiesche Sprache, und nicht, wie oft angenommen, eine Turk-Sprache. Das bedeutet, dass auch ich mein gewohntes Geschichtsbild revidieren muss, bisher stellte ich mir Hunnisch als eine Art "Tatartisch" vor. nachrichten.idw-online.de/2025

#Geschichte #Sprachforschung #Spätantike

2025-03-21

Faits divers (34)

Meisje in toga (© Museo de Navarra)

Een nieuwe lente, een nieuwe aflevering van de onregelmatig verschijnende reeks faits divers, met deze keer: allerlei kleine, onsamenhangende berichtjes. Daarom heet de rubriek ook faits divers.

***

Toga

De toga geldt als een Romeins mannenkledingstuk. Meer precies, een kledingstuk voor heren die op chique wilden gaan. De dichter Vergilius typeerde de Romeinen als gens togata, getogeerd volk, en keizer Augustus citeerde die woorden toen hij decreteerde dat heren op het Forum Romanum goed gekleed dienden te gaan. Voor mij kwam het vrij onverwacht dat in het noorden van Spanje een standbeeld van iemand, gehuld in een toga, blijkt te hebben toebehoord aan een jonge vrouw. Was het iemand die tot man was “gepromoveerd”? Vergiste de bronsgieter zich? Begrijpen we Romeinse gender-rollen niet goed?

Mikve

Een mikve is een joods ritueel bad. Echt zeldzaam zijn ze niet, maar ze zijn allemaal – en daarover blogde ik al eens – gevonden in Judea. Logisch. Wie zijn rituele reinheid door onderdompeling herstelde, zou deze te midden van zijn geloofsgenoten makkelijker bewaren dan in een niet-joodse omgeving. Een ritueel bad heeft niet zoveel zin als de rituele onreinheid snel terugkeert. Nu blijkt er ook een mikve te zijn geweest in Ostia, waar al eerder een synagoge was geïdentificeerd. Het bewijst dat reinheid ook buiten het land van Israël mogelijk was en dat is een interessant nieuwtje.

De Hunnen

Of het nu gaat om de Skythen, de Sarmaten, de Avaren of de Hunnen: het gaat steeds om enorme federaties van nomaden die vanuit of via Centraal-Eurazië richting Europa trekken. Zulke groepen clusterden rond een charismatische leider en vielen na diens dood even gemakkelijk weer uit elkaar. Aantonen dat zo’n groep stamde uit het Verre Oosten, is dan ook niet makkelijk, want onderweg pakten ze de leden van oudere groepen op, terwijl migranten die in pakweg Mongolië aan hun reis begonnen, halverwege konden afhaken. Dit soort federaties waren, met een modern woord, multi-etnisch.

Dat de Hunnen uit het oosten kwamen, betwijfelt niemand, en er zijn allerlei pogingen gedaan ze gelijk te stellen aan groepen die bekend zijn uit Chinese teksten. Een bekende kandidaat is de groep die bekendstaat als de Xiongnu. Die verdreven in de derde eeuw v.Chr. de Yuehzi, die over de Pamir trokken, terechtkwamen in het huidige Oezbekistan en een rijk stichtten dat zich uitstrekte tot India: de Kushana’s. Hun verdrijvers, de Xiongnu, trokken rond het begin van onze jaartelling ook naar het westen en er is vaak geopperd dat zij de voorlopers waren van de Hunnen.

Recent onderzoek toont dat er onder de Hunnen die zich later in Roemenië en Hongarije vestigden, mensen waren met genetisch materiaal dat stamt uit het Verre Oosten. Er zijn soortgelijke conclusies over de Avaren. We moeten deze conclusies niet groter maken dan ze zijn: het zou, in een multi-etnische groep, eerder nieuws zijn geweest als dit niet zo was.

De toekomst van spijkerschriftstudies

Er is een oudheidkundige doorbraak waarvan we weten dat die er aankomt: de Mesopotamische data-explosie. Simpel gezegd: maak met een koepelvormige camera of een scan een drie-dimensionele afbeelding van een kleitablet, laat artificiële intelligentie de tekens herkennen en omzetten in een bestand van gestandaardiseerde tekens, maak met software à la Google Translate een automatische vertaling en presto, we hebben de ene tekst na de andere erbij, ontsloten voor eenieder die ze lezen wil, ongeacht voorkennis van de oude talen. Er moeten nog ongeveer een half miljoen tabletten worden gepubliceerd.

Onderzoekers hebben de technologieën maar moeten nog een paar stappen zetten. Eén daarvan is nu echter gezet: ze hebben de artificiële intelligentie geleerd spijkerschrifttekens te lezen. Dit is echt iets om in de gaten te houden, want we staan dus aan de vooravond van een zó spectaculaire vergroting van ons databestand dat we moeten aannemen dat de kwantitatieve verandering een kwalitatieve verbetering gaat opleveren. Ongetwijfeld meer in een volgende aflevering van de onregelmatig verschijnende rubriek faits divers.

#artificiëleIntelligentie #Avaren #China #DNAOnderzoek #FaitsDivers #gender #Hunnen #KushanaS #mikve #Ostia #spijkerschrift #toga #Xiongnu #Yuezhi

Alexander Goeres 𒀯jabgoe2089@hub.netzgemeinde.eu
2025-03-05
auch hier wieder einmal: die entwicklung von völkern ist uneinheitlich, meistens sehr dynamisch und entspricht in den seltensten fällen den fiktionen, die heutzutage in konservativen und rechtsradikalen kreisen zu dem begriff "volk" vorherrschen.

dazu kann ich auch sehr empfehlen: mischa meier, geschichte der völkerwanderung (hier meine rezension dazu)

funfact: von den hunnen ist noch nicht einmal bekannt, welche sprache sie gesprochen haben ...

#geschichte #wissenschaft #spätantike #hunnen #archäologie

Nachrichten aus der Archäologie @ Archäologie Online wrote the following post Tue, 04 Mar 2025 18:47:00 +0100

Herkunft und Vielfalt der Hunnen

#^Herkunft und Vielfalt der Hunnen

Ein internationales multidisziplinäres Forschungsteam hat spannende neue Erkenntnisse über die Herkunft und Vielfalt der Bevölkerungsgruppen gewonnen, die zwischen dem späten 4. und dem 6. Jahrhundert n. Chr. während und nach den Hunneneinfällen in Mitteleuropa lebten. Durch die Kombination modernster archäogenomischer Analysen mit archäologischen und historischen Untersuchungen gelang es, einige europäische Individuen der Hunnenzeit direkt mit einer hochrangigen Elite des früheren Xiongnu-Reiches in Verbindung zu bringen - einem mächtigen Nomadenreich dessen Zentrum in der mongolischen Steppe lag, Jahrhunderte bevor die Hunnen nördlich und westlich des Schwarzen Meeres auftauchten. Die Studie zeigt auch, dass nur wenige Individuen der Hunnenzeit ostasiatische Vorfahren hatten und dass ein Großteil Neuankömmlinge gemischter Herkunft waren. Damit wirft die Studie ein Licht auf die viel diskutierte Bevölkerungsdynamik, die die Geschichte Eurasiens in der Spätantike prägte.

Roland zu Dortmund e.V.RolandzuDortmund@genealogie.social
2025-02-26

DNA-Analysen

Masse der Hunnen waren genetisch Europäer

mdr WISSEN, 25. Februar 2025

"Die #Hunnen gelten als Paradebeispiel für jene asiatischen Reitervölker, die einst über Europa herrschten. (..) [Die] Masse der Hunnen Europas waren genetische Europäer, so eine umfassende #DNA-Analyse unter Beteiligung des Max-Planck-Instituts für evolutionäre #Anthropologie in Leipzig."

Hier weiterlesen:
www-mdr-de.cdn.ampproject.org/

#Genealogie #Familienforschung #Ahnenforschung

Screenshot
scinexx - das wissensmagazinscinexx@nrw.social
2025-02-25

Woher die Hunnen wirklich kamen. DNA-Analysen enthüllen Abstammung und Herkunft der spätantiken Reiterkrieger. #Hunnen #Attila #Reiterkrieger #Geschichte #Steppenkrieger #Antike
scinexx.de/news/archaeologie/u

Spektrum (inoffiziell)spektrum@anonsys.net
2024-04-24
Vor 1500 Jahren pflegten die Hirtengruppen im Karpatenbecken besondere Familiensitten: Die Männer standen an der Spitze und schickten die Frauen für diplomatische Beziehungen fort.#Awaren #Steppe #Steppenvölker #Archäogenetik #Genetik #Spätantike #Nomaden #Hunnen #Völkerwanderung #Stammbaum #Familie #Archäologie #Kultur
Als Männer herrschten und Frauen Allianzen garantierten
🍀 Egghat НетBойне 🍀egghat
2024-03-05

WDR ZeitZeichen: Alfred von Waldersee, preußischer Kolonialverbrecher in China (gestorben am 5.3.1904) www1.wdr.de/mediathek/audio/ze

Elize Hendriks 🍋elizemanis
2023-07-30

@dagmarh @harld @johannesbeers @Marielvd @Eetschrijver @rniamat ze zien het wel. Maar het interesseert hun niks.

RiffReporterriffreporter
2023-06-13

, und – die reiternomadischen Gruppen lösen bis heute Faszination und Schrecken aus. Das Landesmuseum für Vorgeschichte in Halle/Saale widmet ihnen deshalb eine große Ausstellung. RiffReporter Tobias Sauer war für den „Über Geschichte“- vor Ort:   riffreporter.de/de/wissen/auss

Rüdiger Benninghaus1Sauerlaender@pixelfed.social
2023-06-12
This figure on the so-called Augusta House in Erfurt (Thuringia) appears to represent a Hun.
(June 2023)
(Foto: © Rüdiger Benninghaus)
#Fratzen, #Figurenköpfe, #Architektur, #architecture, #Hunnen, #Erfurt, #Thüringen

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst