La venue de l’avenir
Na afloop van de voorstelling klonk applaus. Dat had ik al heel lang niet meegemaakt in de bioscoop, maar La venue de l’avenir verdiende het. Ik heb ademloos zitten kijken.
De film vertelt twee verhalen. Eén daarvan speelt in 2025. Om een groot infrastructureel project mogelijk te maken, zou een verlaten boerderij in Normandië moeten worden gesloopt en de erfgenamen van de laatste eigenares moeten daar toestemming voor geven. Vier van hen gaan eens een kijkje nemen en ontdekken langzaam maar zeker het leven van hun overgrootmoeder Adèle. Die is, zo leren we uit de tweede verhaallijn, ergens rond 1895 naar Parijs afgereisd om haar moeder te vinden.
Voorspelbaarheden
U bent media-vaardig genoeg om een reeks dingen te kunnen voorspellen. Er is een contrast tussen de jachtige eenentwintigste eeuw en het rustigere verleden. Er is een contrast tussen de stad en het platteland. Mensen die in films op zoek gaan naar hun ouders, vinden die doorgaans ook. Verder is er de kitscherige moraal dat het leven van hippe hedendaagse digitale content makers ook niet alles is. Parijs is bovendien weer eens een stad der wonderen – en gelukkig zijn de makers van de film zich daarvan bewust door in de moderne verhaallijn een fotograaf en zijn model te laten praten over Parijs als cliché.
Nog iets dat je al zó vaak hebt gezien in een kostuumdrama dat het in principe zou moeten vervelen: dat historische personages even langs komen. We zien Felix Nadar en Claude Monet, die voor het verhaal een functie hebben, en we zien Sarah Bernhardt en Victor Hugo, die voor het verhaal geen functie hebben. Men overnacht in de legendarische herberg Le Rat Mort op Montmartre, waar de Sacré-Coeur nog in aanbouw is. En er is de flauwe kunstgreep dat de kijker meer weet dan de personages, zoals wanneer we in de hedendaagse verhaallijn een brief aan Adèle lezen van een soldaat die in 1916 wordt uitgezonden naar Verdun.
Ik kan nog toevoegen dat de plot niet één keer verrast. Op de boot naar Parijs maakt Adèle vrienden, die plannen hebben om het in Parijs helemaal te gaan maken. Jonge mensen met een missie die samen hun doelen bereiken – u mag zelf bedenken in welke films u het eerder zag. Zo’n voorspelbare plot zou in principe de verveling hebben moeten doen toeslaan, en dat zou zéker het geval moeten zijn als er geen enkel conflict is en zelfs een antagonist ontbreekt.
Kortom, een film die het niet moet hebben van originaliteit of spanning. Een film, bovendien, die nóg meer toeristen naar het toch al drukke Parijs zal brengen. La venue de l’avenir is dan ook gesubsidieerd door de regio Île-de-France.
En toch
Wat de film dan wel speciaal maakt? Eén, het spel met de twee verhaallijnen zorgt voor afwisseling. Twee, er zijn leuke en intelligente grappen, zoals de man die aan het einde van de film vertelt dat hij een afspraak heeft om te gaan kijken naar iets waarover hij even had moeten nadenken om het te begrijpen en dat “cinématographe” heet. Daar ervaar jij, eenentwintigste-eeuwse bioscoopbezoeker die denkt aan de eerste negentiende-eeuwse bioscoopbezoekers, hetzelfde als de eenentwintigste-eeuwse personages ervaren als zij het leven van Adèle in beeld brengen.
Drie, de verhaallijn in 1895 is gewoon móói. De makers hebben gekeken naar de schilderijen uit die tijd en dat werkt nu eenmaal. Vier, de personages zijn sympathiek en mooi uitgewerkt. Je zou met elk van deze mensen een keer naar het café willen en er een fijne avond mee doorbrengen.
Vijf, de film stelt de vraag waarom zoveel mensen terugverlangen naar het verleden – zelfs in 1895 deed men dat al. En ook al ben ik historicus, ik weet het antwoord niet, behalve dan dat het me blijft verbazen, aangezien het heden echt zo beroerd niet is. Nieuw is niet altijd slecht. En dat is ergens ook een rode draad in de film: de relatie tussen traditie en vernieuwing. In de verhaallijn in 1895 is er een herhaalde discussie over de vraag of de fotografie de schilderkunst niet overbodig maakt, en het antwoord is vanzelfsprekend dat er Monets zijn die een traditioneel genre kunnen vernieuwen.
U merkt, ik kan moeiteloos de aspecten benoemen die de film vervelend zouden hebben moeten maken, en ik kan niet goed uitleggen waarom ze desondanks uiterst prettig is. En dat wil zeggen dat het een intrigerende film is.







