Heldenstrijd om de polen
Een vriendin woonde lange tijd in de Franklinstraat in Amsterdam-West. Steeds als ik het straatnaambordje zag, moest ik denken aan John Franklins zoektocht naar de Noordwestelijke Doorvaart. Ooit hadden West-Europeanen gedacht dat Oost-Azië eenvoudig te bereiken was door noordelijk om Canada of Rusland te varen, maar het was al snel duidelijk geworden dat daar te veel ijs lag. De poolkap zou moeten smelten om de route economisch rendabel te krijgen. Desondanks vertrok Franklin in 1845. Er werd nooit meer van hem vernomen.
Op zoek naar Franklin
Nieuwe expedities volgden, niet om alsnog te leren hoe je snel naar Japan of China kon varen, maar om te ontdekken wat Franklins lot was geweest. Op een zeker moment waren elf Britse en twee Amerikaanse schepen actief, plus twee expedities die zochten vanaf het land. Ondanks deze inzet ontstond pas in 1854 duidelijkheid toen Inuit vertelden dat een groep zeelieden het Canadese vasteland had bereikt en zuidwaarts was getrokken, hongerend en uiteindelijk terugvallend op kannibalisme. Dat het werkelijk ging om leden van de Franklinexpeditie, werd bewezen toen de speurders een stuk hout aantroffen waarop “Erebus” stond, de naam van een van Franklins schepen.
In 1859, veertien jaar na Franklins vertrek, werd een formulier gevonden van de soort die ontdekkingsreizigers destijds op opvallende plaatsen achterlieten. Daarop schreven ze de allerbelangrijkste feiten; zo’n formulier bevatte verder het verzoek het op te sturen naar Londen. Het gevonden formulier vertelde dat Franklin was overleden en dat de schepen Erebus en Terror waren opgegeven. Een eveneens gevonden sloep met twee skeletten vormde een grimmige bevestiging. Andere skeletten werden in 1869 en 1880 aangetroffen. Daarmee kwam een voorlopig einde aan de speurtocht.
De noordwestelijke doorvaart op een zeventiende-eeuwse globe (Mathematisch-Physikalische Salon, Dresden)Ze werd in de jaren negentig van de vorige eeuw hernomen. Inmiddels lijkt het erop dat de opvarenden leden aan loodvergiftiging; er is botmateriaal getroffen met snijsporen die kannibalisme bewezen; in 2014 werd het wrak van Erebus gevonden, twee jaar later gevolgd door het andere scheepswrak, dat van de Terror. Er is ook een Inuit-rapport dat de Britse zeelieden een grafkelder hebben gebouwd, maar die is nog niet gevonden.
Heldenstrijd om de polen
Een van de gevolgen van de zoekexpedities, zo merken Ralph Andrist en George Dufek op in Heroes of Polar Exploration (1962), was vertrouwdheid met de noordelijke wateren. In 1903-1905 kon Roald Amundsen de Noordwestelijke Doorvaart zonder veel moeite vinden.
Het is zomaar een losse opmerking uit het boek van Andrist en Dufek, dat in 1963 door Henk Muris is vertaald onder de titel Heldenstrijd om de polen. Ik las het boek als puber, had er goede herinneringen aan, heb het onlangs antiquarisch aangeschaft en was niet teleurgesteld. Wat is dit een verschrikkelijk goed boek.
Negentiende-eeuws houtsnijwerk van de Inuit (Museo de América, Madrid)Nu ben ik nooit noordelijker geweest dan Denemarken, dus van poolonderzoek weet ik weinig meer dat het bestaat. Wat ik wel denk te kunnen beoordelen is de wijze waarop Andrist en Dufek hun stof presenteren: ze nemen de lezer serieus. Er zijn geen flauwe grappen om de aandacht te trekken, ze vertellen gewoon een goed verhaal en onderbreken het regelmatig om samen te vatten. Zo ziet de lezer stap voor stap het inzicht groeien. Een van de laatste tussenconclusies luidt dat het twintigste-eeuwse onderzoek meer profiteert van techniek dan van uithoudingsvermogen. Poolonderzoek is tegenwoordig teamwork, geen individuele moed.
Poolonderzoek en historisch onderzoek
Maar het is juist die individuele moed die de poolreizigers zo boeiend maakt. Geschiedenisboeken “werken” nu eenmaal het beste als het verhaal gaat over mensen. Andrist en Dufek vergeten het drama van de expedities van Willem Barentsz, Vitus Bering, Robert Scott en Ernest Shackleton dan ook niet, zodat het boek zowel een Apeldoornse puber als een Amsterdamse oudhistoricus kan boeien, maar steeds keren ze terug bij hun thema: het groeiende wetenschappelijke inzicht.
Wat me bij herlezing opviel, is ook hoe actueel het boek is gebleven. Oké, de auteurs gebruiken “Eskimo” waar wij de voorkeur geven aan “Inuit”, en vanzelfsprekend hebben wij meer informatie dan in 1962. Zoals waar de Erebus en Terror zijn gezonken. Maar toch. Een goede auteur weet wat belangrijk is en wat niet, en schrijft iets dat de historiografische modes overstijgt. Tegenwoordig herhalen historici de slavernijdiscussie en je zou denken dat Andrist en Dufek die mode in 1962 niet konden voorzien, maar ze vermelden dat Matthew Henson, de rechterhand van Robert Peary, kwam uit een familie van slaven.
Hoe een zwart slavenkind als een van de eersten op de noordpool aankwam, daarover had ik meer willen lezen. Op het internet vond ik weinig. En daarmee noem ik een verschil tussen het lezen toen en nu: je kunt nu extra informatie naast je boek leggen. En dan valt des te meer op dat Andrist en Dufek wisten wat ze deden. Er is momenteel debat of Peary werkelijk de noordpool heeft bereikt, omdat hij enkele keren veertig kilometer per dag zou hebben afgelegd, terwijl het gemiddelde op de hele expeditie twintig was. Andrist en Dufek constateren de wonderbaarlijke snelheidsverdubbeling eveneens. De conclusie dat Peary de noordpool niet heeft bereikt, trekken ze niet, maar ze herkennen dat er iets vreemds aan de hand is. Zo werkt goede geschiedschrijving: de data en de verbazing blijven dezelfde, de interpretatie kan verschuiven.
Reconstructie van de “Witte Swaen“, het schip van Willem Barentsz.Actualiteit
Kortom, ik ben blij een jeugdboek herlezen te hebben. En er valt van het poolonderzoek zowaar nog iets te leren. Natuurlijk dienden vroege expedities het economische belang van de diverse West-Europese handelscompagnieën, maar voor de reizigers speelde het wetenschappelijk belang evenzeer een rol. Ook al moesten ze de Noordoostelijke Doorvaart vinden, toch verkende Willem Barentsz eerst de meer noordelijke wateren, waarbij hij Spitsbergen ontdekte. Toen hij eenmaal begon aan de economisch interessante verkenning van de Russische noordkust, was het al te laat in het seizoen om nog succes te hebben. De zuiver wetenschappelijke belangstelling had het gewonnen van de economische belangen.
Daarom klopt de titel Heldenstrijd om de polen ook niet. Ja, het boek gaat over helden en over de polen. Maar het gaat vooral over de groei van onze kennis. De Engelse titel, Heroes of Polar Exploration, maakt duidelijker wat het doel van al die heldenmoed was: exploratie dus, wetenschap, het gemeenschappelijk bezit van de mensheid.
Het is vandaag Prinsjesdag. De Nederlandse regering maakt beleidsvoornemens bekend. Ik zou onze politici en de academische bestuurders willen zeggen: laat kennis en cultuur nou eens gaan vóór geldelijk gewin.
#boek #Canada #ErnestShackleton #Eskimo #GeorgeDufek #Inuit #JohnFranklin #MatthewHenson #poolonderzoek #RalphAndrist #RoaldAmundsen #RobertPeary #RobertScott #Rusland #Spitsbergen #VitusBering