De Huurlingenoorlog (1)
Borstpantser, mogelijk gebruikt door een kleine Italische huurling in de Huurlingenoorlog (Musée national du Bardo, Tunis)Ik heb in het verleden regelmatig geblogd over Karthago en de Punische Oorlogen tegen de Romeinen. De Huurlingenoorlog (241-238 v.Chr.) heb ik echter nog nooit behandeld, terwijl dat een fascinerend onderwerp is. Het was een humanitaire catastrofe zonder weerga.
Eigenlijk is de naam “Huurlingenoorlog” net zo eufemistisch als de naam die de geschiedschrijver Polybios gebruikt: “de oorlog die de Verdragloze wordt genoemd”. Dat geeft weliswaar aan dat het conflict absoluut en onverzoenlijk was, maar het woord “oorlog” suggereert dat er definieerbare fronten en strijdende partijen waren. Maar zo geordend was het niet. Het was een bewapend conflict van allen tegen iedereen.
Het conflict begon in de laatste weken van de Eerste Punische Oorlog. De Romeinen hadden bij de Egadische Eilanden de Karthaagse vloot verslagen en de Karthaagse soldaten op Sicilië, vrijwel allemaal huurlingen, wisten dat ze nooit meer bevoorraad zouden worden. Ze capituleerden en mochten vertrekken naar Afrika. Daar veroorzaakten ze al snel de totale anarchie.
Ontevreden huurlingen
Geskon, de officier met de weinig benijdenswaardige taak opdracht de capitulatie te regelen, liet in de zomer van 241 v.Chr. de soldaten in groepjes laten terugkeren, opdat de Karthaagse autoriteiten hun regiment voor regiment konden betalen en demobiliseren. De voorzorgsmaatregel bevestigt dat er al problemen waren met de betaling van de soldaten, die al eerder in opstand waren gekomen.
De Karthaagse betaalmeesters gaven de manschappen een voorschot en stuurden ze door naar Sikka, 180 kilometer naar het westen, het huidige El Kef. Het is mogelijk dat ze opdracht kregen hierheen te gaan omdat de Karthagers hen het liefst zo ver mogelijk wilden hebben, maar het kan ook zijn dat oorlog dreigde met Numidië, of allebei.
Niet veel later arriveerde Hanno de Grote, een vooraanstaand politicus, om de huurlingen de situatie uit te leggen: Karthago had geen geld in kas en hoopte dat ze genoegen konden nemen met minder. Misschien zouden de manschappen, die wisten hoe slecht het ervoor stond, er enige redelijkheid in hebben kunnen herkennen en was er met rustig onderhandelen een acceptabel compromis mogelijk geweest, maar de tolken gaven de boodschap niet goed door en de Iberiërs, Kelten, Liguriërs, Balearen, Libiërs en Grieken beschouwden Hanno’s voorstel als onacceptabel. De strijdmacht rukte van Sikka op naar Tunis.
Ontevreden boeren
Er was nog meer ontevredenheid. De boeren waren de voorgaande jaren gedwongen geweest de helft van hun oogst af te staan aan Karthago, wat in elke voorindustriële samenleving absurd veel is. Ook de steden in het Karthaagse achterland hadden reden tot kwaadheid, want ze hadden dubbel tribuut moeten betalen. De onvrede greep om zich heen, en toen de 20.000 man sterke huurlingenschare was aangekomen in Tunis, wist de Karthaagse Raad van Ouden niet beter dan in te stemmen met de eis tot onmiddellijke betaling.
Nu roken de huurlingen bloed, en ze bedachten meteen enkele aanvullende kostenposten. Generaal Hamilkar Barka bleek als onderhandelaar onacceptabel – hij had in Sicilië betalingen toegezegd die nooit waren gedaan – maar Geskon had meer succes. Hij betaalde de eerste regimenten en begon soldaten naar huis te sturen.
Naar een Huurlingenoorlog
Sommige mannen hadden echter geen belang bij een oplossing. Zo was daar Spendius, een weggelopen slaaf uit Italië die niets te winnen had bij demobilisatie. Hij zou dan immers terug moeten naar zijn meester. Verder was er de Libiër Matho, die als een van de leiders van het oproer de aandacht al had getrokken en wist dat als het huurlingenleger eenmaal ontbonden was, niets hem zou beschermen wanneer de Karthagers een prijs op zijn hoofd zouden zetten. Door hun gestook – althans, zo presenteert Polybios het – liep Geskons poging de gemoederen tot bedaren te brengen uit op niets.
De opstandelingen namen de Karthaagse officier gevangen, en toen duidelijk was dat ze Karthago zouden aanvallen, kregen ze de steun van de uitgebuite Libische boeren. “De mannen hadden geen aansporing nodig,” noteert Polybios, die ook het oncontroleerbare aantal van 70.000 opstandige boeren vermeldt.
Even oncontroleerbaar is dat de vrouwen hun sieraden afstonden om soldij te betalen. Misschien gebeurde het echt, maar het is wel een cliché in de antieke literatuur. De munten uit deze jaren suggereren dat de huurlingen in dienst traden van de verenigde steden in het Karthaagse achterland, die een eigen leider hadden, Zarzas. Dat zal althans de officiële fictie zijn geweest in een tijd waarin het recht van de sterkste bepalend was.
[Wordt vervolgd; dit blogje was gebaseerd op een hoofdstuk uit mijn boek De vergeten oorlog. Wat mij betreft bestelt u het en doet u het iemand cadeau met Sint-Nikolaas. Maar u kunt natuurlijk ook mijn nieuwe boek bestellen, Oudheidkunde is een wetenschap. Mijn uitgever is goed voor me geweest en wil ook wel eens een bestseller hebben.]
#ElKef #Geskon #HamilkarBarka #HannoDeGrote #huurlingen #Huurlingenoorlog #Karthago #Matho #Polybios #soldij #Spendius #Tunesië #Tunis #Zarzas