#MalikIbnAnas

2025-06-15

Islamitisch recht (5) rechtsscholen

Een qadi spreekt met een dame en heer (dertiende eeuw)

[Dit is het vijfde van acht blogjes over het ontstaan van de islam. Het eerste was hier.]

In het voorgaande hebben we gezien dat van islamitische rechtsgeleerden (ulama) werd verwacht dat hij, als hem een vraagstuk werd voorgelegd, zijn oordeel baseerde op een hiërarchie van autoriteiten. Eerst was er de heilige Koran, daarna de door mensen overgeleverde hadith (anekdotes over het leven van Mohammed en zijn metgezellen) en de ijma’ (de consensus der geleerden). Alleen als hij er zo nog niet uit was, kon hij een persoonlijk oordeel geven, mits dit gebeurde aan de hand van een goed beredeneerde analogieredenering (qiyas).

Vier scholen

Deze door Al-Shafi’i ontworpen hiërarchie was een kleine eeuw later op hoofdlijnen door alle rechtsgeleerden aanvaard. Omdat er echter verschillende hadithcollecties waren, bleef er nog genoeg te discussiëren over, zodat er verschillende rechtsscholen ontstonden. De grondleggers daarvan worden nog altijd in ere gehouden; zo kun je in Beiroet het graf bezoeken van Abd ar-Rahman al-Awza‘i (707-774). Uiteindelijk zouden vier rechtsscholen blijven bestaan.

Daarbij behoorden de oude rechtsscholen, die van Abu Hanifa in Kufa en van Malik ibn Anas in Medina. Zij namen Al-Shafi’i’s systeem niet zomaar over. Abu Hanifa liet de geleerden vanouds grote vrijheid om een eigen oordeel te formuleren, terwijl Malik ibn Abas een kleiner hadithcorpus hanteerde dan gebruikelijk, en daarnaast de gebruiken van de bewoners van Medina beschouwde als rechtsbron. De leerlingen van Al-Shafi’i zelf, de derde school, erkenden het algemeen belang als rechtsprincipe. Weer een andere school, die van Ahmad ibn Hanbal uit Mekka (780-855), hechtte meer waarde aan de consensus van Mohammeds metgezellen dan aan de ijma’ der geleerden.(Over Ibn Hanbal wordt verteld dat hij zijn leven lang geen dadels heeft genuttigd omdat hij geen betrouwbare hadith kende waaruit bleek dat Mohammed dadels had gegeten.)

Tot de scholen die in de Middeleeuwen bloeiden maar zijn verdwenen, behoren de school van de zojuist genoemde Al-Awza‘i en ook de zahirieten, die populair was in het Emiraat van Córdoba. De aanhangers van deze laatste school oordeelden dat de Koran zo letterlijk mogelijk moest worden genomen, wat neerkwam op een afwijzing van analogie en persoonlijk oordeel.

Overeenkomsten en verschillen

Met het verstrijken van de tijd zouden deze scholen elkaar erkennen en beïnvloeden, maar verschillen van inzicht bleven bestaan. Terwijl bijvoorbeeld de volgelingen van Malik ibn Anas waarde hechtten aan de intentie waarmee een verbintenis was aangegaan, concentreerden de aanhangers van Abu Hanifa zich meer op de formele kant van de overeenkomst. De scholen hebben momenteel een zekere regionale verspreiding:

De meeste gelovigen hadden – en hebben – met de variatie niet zo’n moeite. Bij het Laatste Oordeel zou God wel bekendmaken wiens mening de juiste was, en tot die tijd stond het de mensen vrij om verschillend te oordelen over tal van zaken. Marokkanen en Turken hebben, zoals we elk jaar weer lezen, niet altijd dezelfde data voor de ramadan, en daar ligt niemand wakker van. Waar het tot de Jongste Dag om draaide, waren de integriteit en de professionaliteit waarmee de geleerden zochten naar de waarheid als ze een juridisch oordeel (fatwa) moesten formuleren.

[wordt vervolgd]

#AbdArRahmanAlAwzaI #AbuHanifa #AhmadIbnHanbal #emiraatVanCórdoba #hadith #hanafisme #hanbalsime #ijma_ #islamisering #islamitischRecht #Koran #Kufa #MalikIbnAnas #malikisme #Medina #Mohammed #MuhammadAlShafiI #shafisme #sharia #ulama #zahirieten

2025-06-12

Islamitisch recht (2) de hadith

Een veertiende-eeuwse afbeelding van een qadi

[Dit is het tweede van acht blogjes over het ontstaan van de islam. Het eerste was hier.]

In het vorige blogje beschreef ik hoe de Umayyadische kaliefen, residerend in Damascus, geen beleid hadden om hun imperium te islamiseren. Ze handhaafden het gewoonterecht en accepteerden verschillende rechtsstelsels naast elkaar. Unificatie had geen prioriteit: wie een gebied onderwerpt, bouwt eerder draagvlak door bestaande praktijken te laten bestaan.

De Abbasiden

Met het verstrijken van de tijd, ontstond hierover toch wat onvrede bij althans een deel van de gelovigen. Dat de eerste vier opvolgers van Mohammed “de rechtgeleide kaliefen” werden genoemd, was een regelrecht verwijt aan de Umayyadische kaliefen, die zich niet recht lieten leiden. De frustratie van de gelovigen combineerde met onvrede onder de niet-Arabische moslims. Met name de Perzen voelden zich achtergesteld, en een opstand was het resultaat. In 750 werd de Umayyadische dynastie vervangen door de Abbasidische, die de residentie verplaatste naar Bagdad.

Omdat de nieuwe kaliefen niet dezelfde verwijten wilden krijgen als hun voorgangers, financierden ze de rechtsschool van Kufa, waar Abu Hanifa (699-767) probeerde een werkelijk islamitisch recht te ontwerpen, dat vrij zou zijn van Griekse en Romeinse invloeden. De kern van de zaak was hierbij dat het oordeel van de juristen moest worden gefundeerd op een steviger basis dan het gewoonterecht: het voorbeeld van de Profeet zelf.

Hadith

Het directe gevolg was de aanleg van enorme collecties anekdotes, hadith, over het leven van Mohammed. Een van de oudst-bekende juridische studies uit de islamitische wereld, de Muwatta (“Goedgebaande weg”) van Malik ibn Anas (ca.710-796), illustreert hoe men met die verhalen omging. Als er een vraag lag, zocht deze rechtsgeleerde eerst in zijn boeken alle relevante anekdotes op en vergeleek die met de traditie van zijn eigen stad, Medina. Beide manieren om te kijken naar het voorbeeldige leven van Mohammed waren gegarandeerd goed: enerzijds waren de anekdotes overgeleverd op naam van betrouwbare zegslieden, anderzijds golden de gewoonten in Medina, waar de Profeet had gewoond, als voortzettingen van een voorgeleefde levenswijze.

Op deze wijze kon Malik ibn Anas aangeven wat Mohammed in een gegeven situatie zou hebben gedaan, en kwam hij tot een beredeneerd oordeel – een fatwa. Dat Mohammed het voorbeeld was, belette Malik ibn Anas en zijn collega’s overigens niet om af te wijken van het oordeel van de Profeet, bijvoorbeeld als dat in tegenspraak was met de Koran.

Zo ontstond rond het midden van de achtste eeuw een vorm van rechtspraak die in niets leek op wat eraan voorafging. Anders dan bijvoorbeeld de joden, hadden de moslims geen heilig boek vol bepalingen, aangevuld met rabbijnse discussies. Anders dan bij de christenen waren er geen synodes om regels vast te stellen. Anders dan het Romeins Recht kende de islam geen stelsel van wetten en vastgelegde definities.

De moslims kozen voor een rechtssysteem dat in wezen was gebaseerd op precedenten. Het kon ook moeilijk anders, want de rechtsgeleerden wilden de praktijk zuiveren van Griekse en Romeinse invloeden. Wat feitelijk gebeurde, was dat elke moslim geacht werd te leven naar het voorbeeld van de Profeet.

[wordt morgen vervolgd]

PS

Vanavond is in het Rijksmuseum in Leiden de presentatie van mijn boek over de geschiedenis van Libanon. Er is een livestream.

Mijn boek over Libanon is verschenen. De opbrengst is geoormerkt voor Cordaid Libanon.

PS: u kunt deze blog volgen via het Whatsapp-kanaal.

Zelfde tijdvak


Berbers en Arabieren

juni 14, 2017
Het einde van de Avaren

november 16, 2019
Islamitisch recht (3) onderzoek van de hadith

juni 13, 2025 Deel dit:

#Abbasiden #AbuHanifa #Bagdad #hadith #islamisering #islamitischRecht #Kalifaat #KalifaatVanBagdad #KalifaatVanDamascus #Koran #Kufa #MalikIbnAnas #Medina #Mohammed #sharia #Umayyaden

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst