#MuurVanHadrianus

2025-02-24

Een curieus tongewelf

Aanzet van een tongewelf in Bulla Regia

Een paar jaar geleden kondigden archeologen in Zuid-Holland de ontdekking aan van een unieke inscriptie, waarop de naam stond vermeld van een Romeins legeronderdeel dat een deel van de limes-weg had aangelegd. Niks bijzonders: we wisten al een eeuw dat dit onderdeel was gestationeerd aan de Beneden-Rijn, en verder heeft nooit iemand ontkend dat de limes-weg is aangelegd voor en door het leger.

Alles is uniek, vroeg of laat

Omdat er netto nul nieuwe informatie was, legden de archeologen de nadruk dus maar op het verondersteld unieke karakter van de vondst. Een leugen was het niet. Als je je focus legt op Nederland, was het een unicum. Zou zo’n inscriptie echter bekend zijn geweest uit Vechten of Utrecht, dan was de inscriptie uniek voor de provincie Zuid-Holland. Kenden we zo’n inscriptie uit Bodegraven of Alphen, dan was de inscriptie uniek voor de gemeente Katwijk. Als je maar beperkt genoeg denkt, is alles uniek.

Het erge is: doordat archeologen alles maar uniek noemen, vallen echt unieke vondsten nauwelijks op. Want soms zijn die er.

Een tongewelf uit Carlisle

In Carlisle, aan het westelijke uiteinde van de Muur van Hadrianus, zijn in een Romeins badhuis uit de vroege derde eeuw na Chr. wonderlijke aardewerken buisjes gevonden. In Europa zijn die alleen aangetroffen op twee plaatsen op Sicilië. Verder is het verspreidingsgebied beperkt tot de Romeinse provincie Africa, dus zeg maar Tunesië en noordwestelijk Libië. Je moet je netten wel heel wijd werpen om de vondst uit Carlisle niet uniek te laten zijn.

Dit soort buisjes dienden om tongewelven te construeren. De simpele manier om zo’n plafond aan te brengen is door een halfronde, houten stellage neer te zetten (of in de muur te verankeren) en daar dan de stenen overheen te leggen. Met behulp van cement ontstaat dan een stevig gewelf. Soms lopen de stenen ook licht taps toe, zodat ze zichzelf vastzetten.

In Tunesië deden ze het anders. Daar gebruikten bouwkundigen sinds de derde eeuw v.Chr., dus de Karthaagse tijd, dit soort buisjes als basis voor het gewelf. De foto hierboven illustreert het hopelijk voldoende. Je maakt een boog van buisjes, en gebruikt die als basis. Daarna kun je met mortel en stenen een gewelf te bouwen. Op deze manier kun je werken zonder zo’n houten stellage, wat wel zo handig is in een land dat niet speciaal bekendstaat om zijn uitgestrekte wouden.

Septimius Severus

De opgravers in Carlisle hebben een geloofwaardige verklaring voor hun unieke vondst. In 208 na Chr. kwam keizer Septimius Severus, die afkomstig was uit Africa, naar Britannië. Het staat vast dat hij en zijn opvolger Caracalla reparaties hebben laten uitvoeren aan de Muur van Hadrianus en de achterliggende nederzettingen. De keizer heeft vermoedelijk zijn eigen architecten en bouwkundigen meegenomen. Die hebben, zo suggereren de opgravers, in Brittannië een nieuwe techniek geïntroduceerd om een tongewelf te maken.

Nodig was dat niet. Anders dan in Tunesië en Libië, groeiden op de Britse eilanden voldoende bomen, zodat houten stellages prima voldeden om een tongewelf te bouwen. De toepassing van dit soort buisjes bleef dus eenmalig, uniek.

PS

Zoals u weet, ligt de wetenschap onder vuur. Rancuneuze politici hebben liever dat hun ambtenaren niet werken op basis van feiten. Terwijl wetenschappelijke inzichten toch de basis vormen voor gedegen beleid en vooruitgang. En terwijl wetenschappelijke inzichten toch overal op aarde dezelfde zijn, en dus volken en generaties verbinden.

Ja, ik weet wat u denkt. De vorige alinea beschrijft het ideaal van de wetenschap, en niet de praktijk. Er valt het nodige te herstellen. Maar dan moet er wel iets resteren dat te herstellen valt. Als dat er niet is, is herstel niet mogelijk. Een blog maakt geen beleid, maar u kunt met deze petitie tonen dat u wanbeleid onacceptabel vindt.

#AfricaProconsularis #Britannia #Carlisle #GrootBrittannië #MuurVanHadrianus #SeptimiusSeverus #tongewelf

2024-11-14

Het leven van Suetonius

De inscriptie met Suetonius’ carrière (Archeologisch Museum, Annaba)

Als u nog nooit een antieke bron heb gelezen, zijn er eigenlijk maar drie plaatsen om te beginnen: de profeet Amos, voor het betere pek-en-zwavel-werk, de altijd onderhoudende Historiën van Herodotos van Halikarnassos of de keizerlevens van Suetonius. Over eerstgenoemde moeten we het bij gelegenheid nog eens hebben, over de tweede hebben we het al eens gehad, en dus is vandaag Suetonius aan de buurt.

Suetonius’ jeugd

Gaius Suetonius Tranquillus, zoals zijn volledige naam luidt, is geboren in de havenstad Hippo Regius, het moderne Annaba in het noordoosten van Algerije. Zijn vader, Suetonius Laetus, was een rijk man en behoorde tot de ridderstand, de op een na hoogste rang in de Romeinse elite (na de senatoren). In 69 na Chr., het jaar van de burgeroorlog die bekend staat als Vierkeizerjaar, diende Laetus als tribuun in het Dertiende Legioen Gemina. Zijn zoon zou later vertellen dat Laetus aanwezig was geweest toen keizer Otho besloot zelfmoord te plegen.

Uit het voorafgaande kunnen we het geboortejaar van Suetonius afleiden. In de eerste plaats moet Laetus zijn geboren rond 49, omdat een tribuun meestal negentien of twintig jaar oud was. Normaliter markeerde een tribunaat het begin van een loopbaan, maar voor Laetus was het een einde: als officier van de verslagen Otho kon hij uitsluitend met pensioen gaan. Ervan uitgaande dat Laetus in de zomer van 69 terugkeerde naar Hippo, kan zijn zoon Gaius Suetonius Tranquillus niet zijn verwekt vóór het najaar van 69 en kan hij niet voor de zomer van 70 zijn geboren. Als hij het tweede kind van Laetus was, is hij zelfs later geboren. Een datum na 73 stuit weer op problemen met zijn eigen carrière.

Plinius

Tijdens de regeerperiode van Domitianus (r. 81-96) werd Suetonius naar Rome gestuurd om te worden opgeleid als redenaar. Hij had het geluk om Plinius de Jongere te ontmoeten, die in 93 praetor was, vervolgens diende als prefect van de militaire schatkist (in 94-96) en die consul was in 100. Plinius, auteur van een brievencollectie en naar eigen zeggen een kenner van literair talent, nam Suetonius onder zijn hoede. Zo zorgde hij ervoor dat Suetonius tegen een redelijke prijs een boerderij kon kopen.

In 103 zorgde Plinius ervoor dat de man uit Hippo in Britannia kon dienen als tribuun, maar Suetonius weigerde. Hij zal zich al te oud hebben gevoeld. Later spoorde Plinius hem aan een van zijn boeken uit te geven en nog later, toen Plinius gouverneur was van Bithynië-Pontus, nam hij zijn protegé mee. Eenmaal daar regelde Plinius een privilege voor zijn vriend, die hij typeert als een geleerd en integer man.

Plinius lijkt kort na zijn terugkeer uit Bithynië of in die provincie te zijn overleden. Zonder zijn brieven zouden we niet veel hebben geweten over de eerste helft van Suetonius’ leven.

In keizerlijke dienst

Gelukkig hebben we ook een inscriptie die in 1952 in zijn geboortestad Hippo Regius is ontdekt.noot EDCS-13900062. Die informeert ons dat de man die door Plinius was afgeschilderd als een enigszins onwereldse geleerde, zeer belangrijk ambtelijke functies heeft bekleed. Hij was eerst a bybliothecis, vervolgens a studiis en tot slot ab epistulis geweest. Die laatste functie gaf Suetonius meer invloed dan Plinius ooit kan hebben bezeten.

Als a bybliothecis was Suetonius verantwoordelijk voor de bibliotheken in Rome. Er waren er minstens zeven, meestal bestaande uit twee leeszalen, één voor de Latijnse en één voor de Griekse literatuur. Het is mogelijk dat Suetonius betrokken is geweest bij de organisatie van de nieuwe bibliotheken in het Forum van Trajanus, dat in 112 voor het publiek werd geopend, maar dat waarschijnlijk pas later werd voltooid.

Een a studiis was een documentalist. Als een gezantschap de keizer iets kwam vragen, moest de a studiis de relevante antwoorden op eerdere, soortgelijke verzoeken vinden. Dat was geen gemakkelijke taak, als we brieven mogen geloven die Trajanus enkele jaren eerder aan Plinius had geschreven. De keizer moest een keer toegeven dat de tekst van een verordening zoek was. Bij een andere gelegenheid moest hij uitleggen dat het kopieënboek van zijn correspondentie onvolledig was.

De ab epistulis bekleedde een van de belangrijkste posities in het Romeinse bestuur. We kunnen de titel vertalen als “minister van brieven”, “algemeen secretaris” of “directeur van de kanselarij”. Suetonius was verantwoordelijk voor alle keizerlijke correspondentie. Iedere Latijnse brief die keizer Hadrianus in de eerste vijf jaar van zijn regering, dus tussen 117 en 122, deed uitgaan, moet zijn gegaan door de handen van Suetonius. Uit hoofde van zijn functie was hij vermoedelijk ook lid was van de kroonraad, de naaste adviseurs van de keizer. Suetonius moet Hadrianus hebben vergezeld op zijn eerste tour door de provincies: langs de Rijn naar Keulen en daarvandaan naar het Kanaal, naar Britannia. Hij zal getuige zijn geweest van het leggen van de eerste steen van de Muur van Hadrianus.

Ontslag

We weten verder dat Suetonius in Ostia, de haven van Rome, twee priesterlijke functies bekleedde. Ze hadden weinig om het lijf, maar golden als prestigieus. Het is niet bekend hoe de wereldvreemde geleerde een van de machtigste mannen in Rome heeft kunnen worden, maar het is verleidelijk aan te nemen dat hij een machtige, nieuwe patroon gevonden heeft. Dat moet Gaius Septicius Clarus zijn geweest, de praetoriaanse prefect. De twee mannen worden in één adem genoemd door de anonieme auteur van de Historia Augusta:

Hadrianus liet Septicius Clarus, prefect van de lijfwacht, en Suetonius Tranquillus, keizerlijke secretaris, en vele anderen vervangen omdat ze zich zonder zijn toestemming tegenover zijn vrouw Sabina familiairder hadden gedragen dan de hofetiquette toeliet. Hij zou zelfs zijn eigen vrouw, dat zei hij wel vaker, hebben weggestuurd wegens humeurigheid en prikkelbaarheid als ze een gewone burgeres was geweest.noot Historia Augusta, Hadrianus 11; vert. John Nagelkerken.

We weten niet precies wat is voorgevallen, maar het lijkt erop dat Septicius en Suetonius ten val kwamen omdat Hadrianus zijn vrouw wilde isoleren. We weten dat Suetonius al boeken was gaan schrijven en kunnen aannemen dat het niet moeilijk zal zijn geweest om zich terug te trekken op een landgoed. Daar is hij na 126 overleden.

[Wordt vervolgd]

#aBybliothecis #aStudiis #abEpistulis #Domitianus #GaiusSepticiusClarus #Hadrianus #HippoRegius #MuurVanHadrianus #Ostia #Otho #PliniusDeJongere #Sabina #Suetonius #Trajanus #XIIIGemina

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.04
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst