Julius Caesar neemt Ategua
Reliëf van een Iberische ruiter, zoals Julius Caesar ontving uit Saguntum (Archeologisch Museum van Catalonië, Barcelona)Als ik u zeg dat het 1984 was en als ik vertel dat de Tweede Kamer overwoog de dienstplichtigen vervelingstoeslag te geven, dan weet u dat bent beland in een blogje over een van Lenderings grootste frustraties: een jaar van je leven verspillen omdat de Russen mogelijk zouden komen. Iets plezierigs of voordeligs heb ik aan mijn soldatenbestaan nooit, nooit, nooit ontdekt. Nou ja, misschien één voordeel: ik denk te begrijpen wat er door de soldaten van Julius Caesar heenging toen ze 2069 jaar geleden het Iberische heuvelfort Ategua belegerden.
Ategua
De blokkade begon op 21 januari. Caesars mannen legden eerst belegeringswerken aan rond het stadje en vervolgens een reeks schansen om het eigen kamp te verdedigen. Grachten graven, wallen opwerpen, bomen kappen, takken verwijderen, palissades oprichten, dammen bouwen, schutdaken maken: het soldatenleven was in 45 v.Chr. bijna even saai als in 1984. Het verschil was natuurlijk dat Caesars manschappen wisten dat Gnaeus Pompeius Junior in de omgeving was.
Maar die deed hoegenaamd niets. Hij sloeg zijn kamp op in het zicht van de stad en toonde de adelaars van dertien legioenen, maar schoot Ategua niet te hulp. Een halve maand verstreek en pas op de vijftiende dag deed Pompeius een halfslachtige aanval op een afgelegen versterking.
Er werd bericht gestuurd aan Caesar in de hoofdbasis, waarop deze met drie legioenen uitrukte om zijn mannen in nood hulp te brengen. Bij zijn nadering vluchtten de vijanden in paniek, en velen werden gedood en niet weinigen gevangen genomen, onder wie twee centurio’s; bovendien vluchtten velen zonder hun wapens, en van hen werden tachtig schilden meegebracht.noot Ps.Caesar, De Spaanse Oorlog 9; vert. Hetty van Rooijen.
De volgende dag, 5 februari, ontving Caesar versterkingen uit Italië en Saguntum, waarop Pompeius de aftocht liet blazen. Hij trok zich terug richting Córdoba. De auteur van De Spaanse Oorlog vertelt over de alledaagse dingen.
De volgende dag werden door onze soldaten twee soldaten uit Pompeius’ Inheemse Legioen gevangen genomen, die zeiden dat ze slaven waren. Bij hun komst werden ze herkend door soldaten die vroeger onder Fabius en Pedius hadden gediend … Men liet hun geen kans op vergiffenis en ze werden door onze soldaten gedood. In dezelfde tijd werden koeriers gevangengenomen die uit Córdoba naar Pompeius waren gestuurd en per ongeluk naar ons legerkamp waren gekomen. Men hakte hun de handen af en liet ze gaan. noot Ps.Caesar, De Spaanse Oorlog 10; vert. Hetty van Rooijen.
Er waren pogingen tot verraad, Pompeius probeerde nog even te interveniëren maar uiteindelijk liet hij Ategua wat het was. De stad capituleerde.
Op hetzelfde moment kwamen de stadsbewoners die al eerder als afgezanten naar buiten waren gekomen naar Caesar toe. Ze zeiden dat ze de stad de volgende dag zouden overgeven, als hij hun leven zou sparen. Hij antwoordde hun dat hij Caesar was en woord zou houden. Zo kreeg hij op 19 februari de stad in handen.noot Ps.Caesar, De Spaanse Oorlog 19; vert. Hetty van Rooijen.
De weg naar Málaga
Er zouden in de omgeving nog meer gevechten volgen, vrijwel allemaal om stadjes en dorpen langs de weg naar Málaga. Om een stadje dat Ucubis heette bijvoorbeeld, waar Pompeius burgers liet doden die hij ervan verdacht met Caesar te sympathiseren. Hij bereikte daarmee dat enkele van zijn eigen manschappen besloten naar Caesar over te lopen. De gevechten waren doorgaans kleinschalig, verliepen meestal in het voordeel van Caesar, werden afgewisseld met deserties en gingen aan de overgrote meerderheid van de soldaten voorbij. De meest opmerkelijke gebeurtenis was een ouderwets duel tussen twee kampioenen, dat eindigde door een cavaleriegevecht.
Gaandeweg kreeg Caesar meer vat op de weg naar Málaga. De auteur van De Spaanse Oorlog, die vooral belangstelling heeft voor de alledaagse gevechten en de persoonlijke moed van deze of gene, vermeldt niet dat langs die weg versterkingen arriveerden. Suetonius, die een goede roddel niet onvermeld zal laten, weet er echter meer van. Hij vertelt althans dat koning Bogud van Mauretanië zijn koningin Eunoë meenam, die een verhouding begon met de Romeinse dictator. Voor sommige mannen was de oorlog niet saai.
[Een overzicht van de reeks #RealTimeCaesar is hier.]
#RealTimeCaesar #2069JaarGeleden #Andalusië #Ategua #Bogud #Eunoë #GnaeusPompeiusJunior #JuliusCaesar #SpaanseOorlog #Spanje #TweedeBurgeroorlog #Ucubis
