#gezichtsreconstructie

De ArcheoloogDeArcheoloog
2025-06-12

Van een jonge man die in de tijd tussen 1150 en 1215 tot de eerste generatie bewoners aan de hoorde, is een gemaakt. Na een stemronde onder ruim 2100 mensen heeft hij de naam gekregen. Dat is een middeleeuwse jongensnaam die edele vriend betekent.
parool.nl/amsterdam/eerste-ams

2024-12-31

Vragen rond de jaarwisseling (3)

Reconstructie van het gezicht van Sensaos (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik nodigde u onlangs uit om vragen te stellen voor het lijstje “Vragen rond de jaarwisseling” van 2024. De eerste zes vragen beantwoordde ik hier, de volgende zes daar, en hier zijn er nog eens zes.

13. Hoe gradueel ging het klassieke Latijn als voertaal uit West-Europa over in de Romaanse talen?

Voor zover ik weet ligt er een probleem met onze data: we hebben alleen geschreven teksten. Uiteraard bevatten die regelmatig opmerkingen over de spreektaal, maar de schrijftaal kennen we wel beter dan de dagelijkse omgangstaal. Het klassieke Latijn en het klassieke Grieks bleven lang in gebruik omdat dit de talen waren waarmee de elites met elkaar communiceerden. Ze hadden een positie die vergelijkbaar is met het hedendaagse standaard-Arabisch.

Ondertussen waren er in de spreektaal wel degelijk ontwikkelingen. Het gesproken Latijn in Numidië zal anders zijn geweest dan het gesproken Latijn in de Lage Landen, omdat in de ene provincie de vroege Berbertalen invloed hadden, terwijl in het Rijnland Gallische en Germaanse invloeden waren. We hebben een paar aanwijzingen voor de spreektaal. In onze contreien kende men een /h/-achtige klank die de Romeinen niet kenden en op verschillende manieren weergaven. De bewoners van Zuid-Holland heetten dus Cananefaten en Hiananefaten. De Hauhae, “hooghemers” ofwel de bewoners van de terpen en wierden, werden op deze manier Chauken.

In de vijfde eeuw viel de eenheids-schrijftaal weg. Wat daarna in inscripties geschreven wordt, staat veel dichter bij de spreektaal. Het Latijnse novem, “negen”, heeft dan zijn laatste medeklinker al verloren en is al op weg naar het Franse neuf. Evengoed waren er literaire auteurs die een Latijn schreven dat een Cicero zou hebben begrepen.

Of de ontwikkeling gradueel of snel verliep, is moeilijk te zeggen omdat ontwikkelingen binnen de spreektalen in de eerste Romeinse eeuwen eeuwenlang moeilijk kenbaar zijn, als het ware bedekt door de Latijnse schrijftaal. In de vijfde eeuw zijn er echter zeker verschillen en vanaf de negende eeuw zijn die voldoende scherp om hedendaags Frans te herkennen – bijvoorbeeld in de Straatsburger Eden.

Tot slot: het was een spel van enerzijds een natuurlijke ontwikkeling van de spreektaal en anderzijds het vasthouden aan oude taalvormen. Dat laatste gebeurde deels omdat mensen netjes voor de dag wilden komen en dus vasthielden aan klassieke vormen (zoals autochtone Nederlanders het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke vormen handhaven als correct Nederlands), en deels omdat die vormen waren ingeburgerd. Vooral veel gebruikte werkwoorden bevatten daardoor overblijfselen van oudere taalfasen, eigenlijk een soort archaic survivals.

14. Behoorden de vroege Friezen bij de Vikingen in Engeland?

Of we zo precies kunnen zijn, weet ik niet, maar een recente expositie in het Fries Museum in Leeuwarden maakt wel duidelijk dat ook de bewoners van het laatantieke/vroegmiddeleeuwse kustgebied zich aansloten bij de Vikingen. Meer informatie daar.

15. Welke andere publicisten zijn er die net zoals Erasmus de klassieke bronnen grondig en systematisch bestudeerd hebben?

Erasmus had allerlei collega’s, zoals Cornelis Gerritsz en Reinier Snoy, die allebei over de Bataven hebben gepubliceerd. Ook Gerard Geldenhouwer schreef daarover. Zij leefden in de zestiende eeuw en zijn verantwoordelijk voor het “Gelderse geschiedbeeld”, waarin de Bataven gelden als voorlopers van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Janus Dousa is verantwoordelijk voor het misverstand dat het Lugdunum op de Peutingerkaart Leiden zou zijn.

Iets eerder leefden Alexander Hegius en Rudolf Agricola, die zich bezighielden met het Grieks, een taal die maar weinig West-Europeanen in de vijftiende eeuw beheersten. Kortom, Erasmus was de enige niet.

16. Waarom wordt een monumentaal gebouw uit de Middeleeuwen, bijvoorbeeld een kathedraal, hersteld en een monumentaal gebouw uit de Oudheid, bijvoorbeeld een tempel, niet?

Ik denk dat het is omdat kathedralen over het algemeen nog wel overeind staan en vaak ook nog in gebruik zijn. Als de Notre Dame afbrandt, restaureer je die. Maar antieke tempels, tja: het zijn al eeuwenlang ruïnes, we kennen ze niet anders. Ik denk ook niet dat er iemand is die die abattoirs wil heropenen.

17. Hebt u een mening over reconstructies van schedels, geraamtes of andersoortige restanten van mensen?

In zo’n gezichtsreconstructie komen diverse soorten informatie samen. Om te beginnen de schedel zelf. Omdat we weten hoe dik de huid en de gezichtsspieren zijn, kunnen ze redelijke benaderingen geven van de vorm van het gelaat. Er zijn zulke goede gezichtsreconstructies van bijvoorbeeld onbekende moordslachtoffers gemaakt, dat de nabestaanden de overledene herkenden, en forensisch onderzoek mogelijk werd.

Het tweede soort informatie komt uit de rest van het geraamte. Als iemand zwaarlijvig was, heeft dat sporen nagelaten in de vorm van vergroeide botten en kapotte knieën. Hieruit zijn conclusies te trekken over het vet in het gezicht, dus of mensen een onderkin of andere vetlagen hadden.

Dan is er het DNA. Daarmee kunnen we tegenwoordig uitspraken doen over de kleur van de huid en de ogen. Dat gezichtsreconstructies van prehistorische en antieke mensen tegenwoordig donkerder worden vervaardigd, is geen politieke correctheid, maar gebaseerd op feiten. Vermoedelijk zou het Rijksmuseum van Oudheden de reconstructie van de zestienjarige Sensaos die bovenaan dit stukje staat, tegenwoordig donkerder maken.

Hoewel er dus verbetering is, blijven er subjectieve aannames. Het RMO gaf onlangs uitleg over de keuzes bij de gezichtsreconstructie van Sensaos. De keuze voor nogal volle lippen was gebaseerd op het gegeven dat haar moeder een Nubische naam had, dus uit Oost-Afrika, waar mensen tegenwoordig zulke lippen hebben. Haar kaaklijn lijkt daarentegen meer West-Afrikaans. Het fysisch antropologisch bewijs conflicteerde hier dus met het naamkundig bewijs en welke keuze je ook maakt, ze is subjectief.

18. Hoe herken je een degelijk/goed “publieksgeschiedenisboek”?

Moeilijk te zeggen, omdat er diverse manieren zijn om het publiek aan te spreken. Je hebt de eerste lijn, waarin we de feiten presenteren, zoals de boeken van Bart Van Loo. En je hebt de tweede lijn, waarin we mensen in een staat van vertrouwdheid brengen met het wetenschappelijk proces, zoals ik probeer in mijn boek Oudheidkunde is een wetenschap. En zo zijn er meer verschillen. Het is lastig te zeggen wat boeken goed maakt.

Aanwijzingen dat een boek slecht is, zijn er wel: denk aan een literatuurlijst zonder Franse of Duitse literatuur. En als het gaat over de Oudheid: een classicus die geen archeoloog raadpleegt en vice versa. Auteurs die geen meelezers noemen, hebben onvoldoende zelfkritiek. Maar dit spreekt natuurlijk vanzelf.

Voor straks: fijne jaarwisseling! Voor morgen: gelukkig nieuw jaar!

#archaicSurvival #DesideriusErasmus #GerardGeldenhouwer #gezichtsreconstructie #JuliusCaesar #Latijn #Lienden #LugdunumBatavorum #Peutingerkaart #RijksmuseumVanOudheden #romaanseTalen #Sensaos #StraatsburgerEden #taalkunde #vragenRondDeJaarwisseling

RTL Nieuwsrtlnieuws
2024-11-28

𝗚𝗲𝘇𝗶𝗰𝗵𝘁𝘀𝗿𝗲𝗰𝗼𝗻𝘀𝘁𝗿𝘂𝗰𝘁𝗶𝗲 𝗯𝗶𝗷 𝗕𝗲𝗻𝗷𝗮𝗺𝗶𝗻 𝗻𝗮 𝗮𝗮𝗻𝘃𝗮𝗹 𝗺𝗲𝘁 𝘀𝘁𝗼𝗲𝗽𝘁𝗲𝗴𝗲𝗹: '𝗔𝗹𝗹𝗲 𝗯𝗼𝘁𝘁𝗲𝗻 𝘄𝗮𝗿𝗲𝗻 𝗴𝗲𝗯𝗿𝗼𝗸𝗲𝗻'

Benjamin, de man die drie weken geleden een zware stoeptegel op zijn hoofd gegooid kreeg in Rotterdam, is sinds vrijdag uit het ziekenhuis. Alle botten in zijn gezicht waren gebroken waardoor hij vorige week een gezichtsreconstructie moest...

rtl.nl/nieuws/binnenland/artik

2024-11-09

Gravin Judith in Gent

Judith, geschilderd door Albrecht de Vriendt (1889)

Oké, het is nét geen tien. Het is een tien min. Maar de Judith-expositie in de Sint-Pietersabdij in Gent is de beste archeologische tentoonstelling in jaren. Het aanbod is precies groot genoeg om tot je te kunnen nemen zonder moe te worden, de voorwerpen zijn perfect gekozen, de uitleg is voorbeeldig, de inrichting deugt en het onderwerp is belangrijk. En dat onderwerp is niet de Karolingische prinses Judith.

Het onderwerp is het graf dat bekendstaat als S127. Het is in 2006 aangetroffen bij de aanleg van een onderaardse parkeergarage, ruwweg voor de ingang van de huidige abdijkerk. Een koolstofdatering maakte duidelijk dat het gebeente dateerde uit de negende eeuw; fysisch antropologisch onderzoek identificeerde het als het graf van een vrouw van een jaar of zestig. Omdat het graf lag binnen de grenzen van de Karolingische kerk, moest het gaan om iemand uit de absolute elite van de toenmalige samenleving.

Judith

De expositie presenteert de hypothese dat mevrouw S127 Judith moet zijn geweest, de rond 843 geboren dochter van koning Karel de Kale (r.840-877) en Ermentrudis. Voor Nederlandse lezers: Judith is de stammoeder van de graven van Vlaanderen. Haar ouders huwelijkten haar in 856 uit aan de koning van Wessex, Æthelwulf. Vijftien maanden later was koningin Judith alweer weduwe, maar ze hertrouwde meteen met haar stiefzoon Æthelbald, die ook al snel overleed. In 860 was Judith, die tweemaal een vermogen had geërfd, weer terug in het koninkrijk van haar vader.

En toen gebeurde er iets opmerkelijks: ze nam zelf het initiatief voor een derde huwelijk, tegen de zin van haar vader. Je kunt je voorstellen dat ze, inmiddels koningin, geen routine meer had in ondergeschiktheid. De man van haar keuze was Boudewijn met de IJzeren Arm, en haar vader nam meteen tegenmaatregelen: de bisschoppen spraken een banvloek uit over de relatie. De twee gelieven vertrokken naar Lotharingen, waar Lotharius II (r.855-869) aan de macht was.

Daarvandaan riepen ze de hulp in van paus Nicolaas I (r.858-867), die een verzoening wist te bewerkstelligen. De banvloek werd ingetrokken, het huwelijk werd ingezegend en Karel de Kale schonk zijn nieuwe schoonzoon het beheer over de kustprovincie Vlaanderen. Een verantwoordelijke positie, want inmiddels waren er Vikingaanvallen en Karel de Kale stelde alles in het werk om de kustverdediging te versterken.

Judith werd nog moeder van graaf Boudewijn II (r.879-918) en verdwijnt dan uit de bronnen, al zijn er speculaties dat ze heeft bemiddeld bij het huwelijk van haar zoon met een prinses uit Wessex. Vóór die speculatie pleit dat ze beschikte over de benodigde Britse contacten.

De hypothese

De gestorven leden van de Vlaamse grafelijke familie werden gewoonlijk bijgezet in de Sint-Pietersabdij, dus de hypothese dat ook Judith hier ligt begraven, is niet uit de lucht gegrepen. Meer precies: is het mevrouw S127?

De expositie presenteert voorbeeldig hoe wetenschappers zoiets toetsen. De uiteindelijke conclusie is dat ze de hypothese op bioarcheologische gronden noch kunnen bevestigen noch kunnen verwerpen. We zouden daarvoor een specifiek DNA-profiel moeten hebben en dat is er niet. Op historische gronden is er zelfs redelijke twijfel mogelijk, aangezien je zou hebben verwacht dat er in de Sint-Pietersabdij zou zijn gebeden voor Judith, althans, als ze er werkelijk begraven lag. Daarvoor zijn echter geen aanwijzingen. Het roept de vraag op wie dan wel in graf S127 is begraven.

Gelukkig heeft deze voorzichtige conclusie de makers van de tentoonstelling er niet van weerhouden een gezichtsreconstructie te maken van de vrouw uit S127 en die aan te kleden alsof het de Karolingische prinses, Britse koningin en Vlaamse gravin was. Ook is er een oogstrelend mooie jurk met dito sieraden. In zijzalen zijn aspecten van het toenmalige hofleven geïllustreerd, maar het hoofddeel van de tentoonstelling is de toetsing van de hypothese.

Gezichtsreconstructie, gebaseerd op S127

De historische context

De toetsing van de hypothese wordt langs twee lijnen gepresenteerd – het is immers een samenwerking van historici en archeologen. Voor wat betreft het historische onderzoek is een hele wand ingeruimd voor een tijdlijn. Het sterke ervan is dat hier niet alleen de voornaamste gebeurtenissen staan aangegeven, maar dat de betekenis daarvan meteen in twijfel wordt gesteld. De nuanceringen kunnen behoorlijk complex zijn, maar hier is een eenvoudig voorbeeld:

Einhard, de biograaf van Karel de Grote, was lekenabt van de Sint-Pietersabdij, en verder is er uitleg van het ambt van lekenabt én twijfel aan de bewering dat hij de stichter is van de abdij. Even verderop worden in de toelichting diverse motieven genoemd voor Judiths eerste huwelijk. Of we vernemen dat het verzet van Karel de Kale tegen Judiths derde huwelijk te maken kan hebben gehad met het feit dat de dubbele weduwe erg rijk was en de Vikingoorlogen Karels kas hadden uitgeput. Dat Boudewijn met de IJzeren Arm uit Laon zou komen, zoals vaak wordt beweerd, is “absoluut niet zeker”.

Deze vorm van historische toelichting is echt heel verhelderend. Ze voegt meer toe dan de historische context, maar toont tevens hoe ambigu onze informatie is. Ik kende deze presentatiewijze nog niet en ik hoop het voortaan in elk museum zo gedaan te zien.

Het archeologisch onderzoek

Ik stipte hierboven al aan dat mevrouw S127 is onderzocht met onder andere een koolstofdatering van het botmateriaal. Het fysisch antropologisch onderzoek waarmee is vastgesteld dat het skelet van een vrouw was, wordt geïllustreerd met bijvoorbeeld afgietsels van twee bekkens en schedels naast elkaar: je ziet zelf het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke variant. Het echte botmateriaal ligt in een vitrine met een deksel, waarop een nette waarschuwing staat dat je menselijke resten zult zien. We leren dat het dijbeen een aanwijzing biedt voor de totale lichaamslengte, terwijl een getoonde knie ouderdomskwaaltjes documenteert. De dikte van het tandglazuur van overledene S2372 heeft een defect dat duidt op een kinderziekte. Etc.

Plattegronden illustreren dat S127 lag binnen de Karolingische kerk, terwijl er ook aandacht is voor het isotopenonderzoek. Dat bewijst dat de overledene heen en weer is gegaan tussen het huidige Frankrijk, Groot-Brittannië en België. Het DNA-onderzoek, zo erkennen de tentoonstellingmakers, leverde weinig op omdat het middeleeuwse genetische materiaal nogal verbrokkeld was.

Heel goed is dat de expositie begint met de constatering dat bureauonderzoek de eerste fase is van welk archeologisch onderzoek dan ook. Ook is er nadruk op het belang van documentatie en het feit dat vondsten nooit voor zich spreken maar interpretatie behoeven. U weet wel, hermeneutiek is de gedeelde methode van de geesteswetenschappen. Het beste dat we momenteel mogen concluderen, vanuit de archeologie, is dat de maatschappelijke positie van mevrouw S127, haar mobiliteit en haar datering overeenkomen met wat we, vanuit de geschiedwetenschap, kunnen vertellen over het leven van Judith.

Kortom

Al met al een zeer succesvolle tentoonstelling. Te vaak beginnen archeologen, als ze hun vak moeten uitleggen, te neuzelen over vondsten, in plaats van dat ze mensen antwoord geven. Archeologie is een wetenschap en het gaat om interpretatie en het toetsen van hypotheses. Dat proces legt de Judith-expositie voorbeeldig uit en door de publieksvraag serieus te nemen, draagt ze bij aan het vertrouwen in de wetenschap.

Als er zo’n vijftig bruikleengevers zijn, weet je dat er werk van is gemaakt en dat zie je er meteen aan af. De wetenschappelijke publicatie, Judith of West Francia, Carolingian Princess and First Countess of Flanders onder redactie van Steven Vanderputten, mag er eveneens zijn. Kortom, een expositie om heel blij om te zijn. Ik heb dit blogje meteen zaterdagmiddag geschreven, in de trein terug naar huis. De expositie is nog tot en met 19 januari.

O ja: ik zei dat het rapportcijfer een tien min was. Geen tien. Het minpunt is de opening: een filmpje waarin vier onderzoekers hun verslag doen. Er is weer eens geen rekening gehouden met mensen die lijden aan hyperacusis. Als het gaat om inclusiviteit is er zelfs bij de beste tentoonstellingen nog een lange weg te gaan.

#ÆthelbaldVanWessex #ÆthelwulfVanWessex #BoudewijnIMetDeIJzerenArm #BoudewijnIIVanVlaanderen #Ermentrudis #fysischeAntropologie #Gent #gezichtsreconstructie #isotopenonderzoek #JudithVanWestFrancië #KarelDeKale #Karolingen #kinderziekten #koolstofdatering #LothariusII #NicolaasI #SintPietersabdij #Vlaanderen #Wessex

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.04
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst