Mopsos
Hiërogliefisch Luwische inscriptie uit KaratepeDe oude Grieken hadden verhalen over een legendarische held Mopsos, die werkte als ziener in Klaros, in het westen van het huidige Turkije. Na de verwoesting van Troje zou hij de gastheer zijn geweest van enkele Griekse krijgers, waaronder de Griekse waarzegger Kalchas. De twee futurologen deden een wedstrijdje wie het meeste wist, en kort nadat Mopsos had gewonnen, overleed Kalchas.
Daarop trok Mopsos naar het oosten, richting Syrië en Fenicië. In Cilicië zou hij enkele steden hebben gesticht, zoals Mopsoukrenai (“Mopsosbronnen”) en Mopsouestia (“Mopsoshaard”). Volgens de Grieks-Romeinse geograaf Strabon regeerde de ziener vanuit de stad Mallos, ten zuidoosten van het huidige Adana; Ploutarchos meldt dat er in zijn tijd, begin tweede eeuw na Chr., in Cilicië nog een orakel van Mopsos was.
Azatiwataya
Tot zover de Griekse sagen. Nu wat historische informatie over het Anatolië van de Zeevolkentijd. Rond 1200 v.Chr. werd de Hittitische hoofdstad Hattusa ontruimd en viel het centrale gezag weg. De oude provincies of deelkoninkrijken overleefden onder Hittitische dynastieën, die in de IJzertijd een voor een werden onderworpen door de Assyriërs. Tot de steden die bloeiden tussen de neergang van Hittitenrijk het de opkomst van Assyrië, behoorde Karatepe-Aslantaş, een van de mooiste ruïneparken van Turkije. De stad, die ooit Azatiwataya heette, is ontdekt in 1946.
Fenicische inscriptie uit KaratepeEen van de vorsten was Azatiwata, die rond 700 v.Chr. een tweetalige inscriptie heeft nagelaten: de ene versie, zevenenzeventig regels lang, was gesteld in het aan wetenschappers allang bekende Fenicisch, terwijl de andere versie was gesteld in Hiërogliefisch Luwisch, dat dankzij deze inscriptie kon worden ontcijferd. Koning Azatiwata identificeert zichzelf als de heerser van een koninkrijk dat in het Fenicisch Dnnym heette, ofwel Adana. Misschien heeft het iets te maken met het Zeevolk dat in het Egyptisch bekendstaat als Denyen, maar dat is speculatie.
Moxos, Mpš, Mopsos
Het opvallende is nu dat Azatiwata, anders dan zijn tijdgenoten, niet opschept dat hij een koning was die alles veroverde, vernietigde en plunderde. In plaats daarvan vertelt hij dat hij zijn volk in overvloed en rust liet leven, dat hij de vrede lief had (en daarom zorg droeg voor het leger en de forten) en dat hij vrede sloot met alle koningen. “Zelfs op de ooit gevreesde plaatsen waar geen man durfde gaan, wandelen tegenwoordig vrouwen met hun spintol”.
Maar er is nog iets. Azatiwata beweert in zijn inscripties dat hij een afstammeling is van iemand die in het Luwisch Moxos heet en in het Fenicisch Mpš en die geen ander kan zijn dan de Griekse Mopsos. Dat hadden we even niet zien aankomen, dat zo’n legendarische held uit zo’n legendarische oorlog echt heeft bestaan. Of, iets beter geformuleerd: dat een Griekse traditie over een held van lang geleden ook in de Luwische/Fenicische sfeer bekend was.
Het werpt een zeker licht op de verhalen over Grieken die zich na de ondergang van Troje hebben gevestigd op Cyprus of uitzwierven naar Egypte. Niet dat die sagen nu ineens waar zijn. Er is geen reden zoiets te denken. Maar misschien horen we zo nu en dan wel echo’s uit de Late Bronstijd, toen de Mykeense Grieken inderdaad naar de het oosten reisden, of uit de Zeevolkentijd, toen volken met Grieks-achtige namen opdoken in de Levant.
#Adana #Azatiwata #Azatiwataya #Cilicië #Denyen #HiërogliefischLuwisch #Kalchas #KaratepeAslantaş #Klaros #LateBronstijd #Mallos #Mopsos #Mopsouestia #TrojaanseOorlog #Zeevolken