De verdwijning van het Gallisch
Een in Griekse letters geschreven Gallische inscriptie uit AlesiaDe Romeinen kwamen, zagen en overwonnen nogal eens, maar de overwinning had vele vormen. Rond 146 v.Chr. lijfden ze bijvoorbeeld Griekenland in, waar de taal van de overwonnen bleef bestaan. Syrië volgde in 64 v.Chr. en Egypte in 31 v.Chr., en ook daar overleefden de oorspronkelijke talen. Aramees wordt nog steeds gesproken, al is het marginaal, en het Koptisch bleef als schrijftaal bestaan tot de dertiende eeuw en als spreektaal tot in de zeventiende.
Elders bereidde de Romeinse overwinning echter de overheersing voor van het Latijn, zoals in de Keltische gewesten. De gestage verdwijning van het Gallisch is goed te volgen. Aan inscripties zie je dat de oude tweestammige namen plaats maken voor tria nomina. Dat proces was nog niet voltooid toen dat Romeinse namensysteem in onbruik raakte, maar dan herken je de verdwijning van het Gallisch aan bijvoorbeeld vertalingen. Zo vermeldt een inscriptie uit Trier dat een Artula, Gallisch voor “kleine berin”, een dochter Ursula had, wat in het Latijn hetzelfde betekent.noot EDCS-10600882. Hier werd een Keltische persoonsnaam aangepast aan het inmiddels dominante Latijn. De overgang duurde een paar eeuwen, maar het resultaat is daar: zowel Spanjaarden als Fransen spreken een romaanse taal.
Verklaringen
Een deel van de verklaring zal wel zijn dat het Latijn, als Italische taal, leek op het Keltisch. De Romeinse rex, “koning”, was de Gallische rix, en de Romeins taurus, “stier”, was de Gallische taruos. Er waren natuurlijk ook woorden en grammaticale regels die niet op elkaar leken, maar de overeenkomsten waren er en maakten het voor Kelten eenvoudiger om Latijn te leren.
Een tweede factor zal zijn geweest dat het Latijn vanaf de eerste dag de taal was van het gezag. De gouverneur, zijn ambtenaar, de soldaten: die spraken allemaal de taal van de Romeinen. Het gewicht van deze factor is vermoedelijk niet zo heel groot, want ditzelfde was het geval in de Maghreb, waar het Punisch nog in de Late Oudheid werd gesproken, wat later de arabisering vereenvoudigde. Dat heb ik althans eens gelezen, maar ik kan het niet beoordelen. Een ander voorbeeld: in het oosten verdrong de Romeinse bestuurstaal, het Grieks, het Aramees en Koptisch niet. Dus nee, dat iets de taal van de macht is, is niet de belangrijkste factor.
Een derde factor lijkt me belangrijker: het Latijn was niet alleen een gesproken, maar ook een geschreven taal. Nu kun je tegenwerpen dat de Kelten eveneens schreven. De Keltischsprekenden in Spanje benutten het Iberische alfabet, de Kelten op de Povlakte hanteerden de Etruskische letters en de Galliërs namen eerst het schrift over van de Grieken in de Provence en later dat van de Romeinen.
Dit is interessant. Het suggereert om te beginnen dat men vooral schreef om met de buren te communiceren. Zelf hadden de Kelten er blijkbaar niet zoveel behoefte aan. Hun munten hebben ook geen opschriften, alleen plaatjes. De verandering van schrift in Gallië duidt er bovendien op dat de schrijfcultuur, die dus wel bestond, geen erg sterk eigen karakter bezat.
Bovendien zijn de teksten doorgaans heel kort. Niemand in Iberië, Gallië, noordelijk Italië of het Donaugebied lijkt de noodzaak gevoeld te hebben wetten vast te leggen, hoewel dat in Griekenland en Italië zo’n beetje de eerste toepassing was van het schrift. Julius Caesar vermeldt dat het druïden verboden was hun leer op te schrijven.noot Caesar, Gallische Oorlog 6.14.
Een Gallisch overblijfsel
Het lijkt me dat de afwezigheid van een werkelijke schrijfcultuur bij de Keltischsprekende volken, terwijl het Latijn de taal was van het bestuur, de verklaring is voor de verdwijning van het Gallisch. Bij het Grieks, het Aramees en het Koptisch lag dat anders. Die hadden een veel sterkere eigen schrijfcultuur.
Een berin uit Trier (Landesmuseum)Maar de verdwijning van de Keltische talen duurde eeuwen. De Trierse dame met de Keltische naam Artula die haar dochter in het Latijn Ursula noemde, leefde pas in de zesde eeuw. In de omgeving van Trier was dus nog een geïsoleerde groep Keltischsprekenden, die de taal pas opgaf in de Late Oudheid. De christelijke auteur Hieronymus noemt in zijn commentaar op Paulus’ Brief aan de Galaten dat er mensen in Trier waren die Gallisch konden spreken met Galaten uit Ankara. Ik heb dat altijd ongeloofwaardig gevonden, maar nu ik deze inscriptie ken, begin ik daar anders over te denken.
#druïden #GallischeTaal #Hieronymus #KeltischeTalen #Latijn #schrijftaal #spreektaal #triaNomina





