Faits divers (42)
Een plaatje dat niets met onderstaande faits divers heeft te maken, maar goed, morgen begint de slachtmaand (Nieuw Museum, Cherchell)Een nieuwe aflevering in de onregelmatig verschijnende reeks faits divers, met deze keer slecht nieuws, geen nieuws, gerelateerd nieuws, nieuws over nieuws en niet ter zake nieuws. Voilà.
Slecht nieuws
Zoals bekend wordt er elke twee maanden ergens een oudheidkundige instelling bedreigd. Dat kan een museum zijn of een archeologische opleiding. Deze maand is het een opleiding klassieke talen in Toronto. De petitie vindt u daar – en ik breng in herinnering dat petities effect hebben. Nou ja, af en toe. Dus neem even de moeite.
Geen nieuws
Voortdurend vergroten archeologen het oudheidkundig databestand. Dat is dagelijkse wetenschap en de dagelijkse activiteiten van oudheidkundigen zijn net zo min nieuws als die van machinisten, ambtenaren of IT-specialisten. Nieuws is als er zaken veranderen. Dat gebeurt immers ook.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat er zo nu en doen leuke ontdekkingen worden gedaan, zoals een Egyptisch fort, een Assyrische tekst in Jeruzalem, de grootste tot nu toe bekende lamassu, vondsten in Olympia en Agrigento, een nieuw en compleet afschrift van de tekst die we (incompleet) al kennen van de Steen van Rosetta, een massagraf bij Mursa en de eerste afbeelding van een Alaan op het Iberische Schiereiland.
Lieve archeologen: dit zijn leuke ontdekkingen, maar gebruik ze nou eens als lokkertjes om de aandacht te vestigen op de hypothesen die jullie formuleren en toetsen. Wie de aandacht trekt zonder dat het aandacht is tot iets, is alleen een aandachttrekker. En oninteressant. Maar dat is de oudheidkunde niet. Geef mensen dus inzicht in het wetenschappelijk proces en stop ermee louter trivia toe te werpen. Al waren dit natuurlijk wel leuke trivia.
Gerelateerd nieuws
Als we nog wetenschapsredacties hadden gehad, zouden we andere dingen hebben gelezen, want de oudheidkunde verbetert zich. En het is niet moeilijk om uit te leggen.
Een van de grootste prestaties van de geesteswetenschappen is de ontdekking van de Indo-Europese taalfamilie en de reconstructie van een oertaal. Dit is extreem belangrijk voor de archeologie, want als we weten dat iets heeft bestaan toen mensen eenmaal konden schrijven én in de samenleving van de sprekers van zo’n oertaal, dan kun je die informatie gebruiken voor de tussenliggende periodes. Zo is de archeologie van de Bronstijd voor een groot deel gebaseerd op talige aannames – lees maar hier of daar of daar of daar of daar.
Dat de methode om de vroege talen te reconstrueren correct is, wordt bewezen doordat het resultaat voldoet aan de coherentietheorie van de waarheid: een bewering is correct doordat ze voortvloeit uit eerdere, correct bevonden gegevens. Dat is hoe wiskundigen, taalkundigen en historici denken over waarheid. Maar zo denken archeologen niet. Die hebben een voorkeur voor de correspondentietheorie van de waarheid: iets is waar omdat het te toetsen is aan de hand van andere gegevens.
En nou is het probleem: we kunnen die onafhankelijke bevestiging niet krijgen omdat niemand ooit een Proto-Indo-Europeaan te spreken krijgt. Maar we kunnen de methode van taalreconstructie wel loslaten op bijvoorbeeld moderne romaanse talen, en kijken of we dan het Latijn reconstrueren. Dat is al eens gedaan, met een computer, en de methode blijkt tot correcte conclusies te komen. En onlangs is nog zoiets gedaan: men heeft diverse Midden-Amerikaanse talen gecombineerd om een oertaal te reconstrueren die voor het begin van de jaartelling in Mexico gesproken moet zijn geweest. En vermoedelijk correspondeert die zo gemaakte reconstructie met schrifttekens die al langer bekend zijn.
Het is u vergeven als u, geïnteresseerd in het oude Eurazië, Midden-Amerika wat ver weg vindt. Maar in Mexico worden methodes geijkt die ook voor de rest van de planeet belangrijk zijn. Hadden we nog maar wetenschapsredacties, dan hadden we over deze vooruitgang gelezen, in plaats van dit geneuzel.
Nieuws over nieuws
De oudheidkundige wetenschap komt niet als wetenschap in het nieuws en onbekend maakt onbemind maakt kwetsbaar. Des te belangrijker is een goede wetenschapsvoorlichting. En nu is er goed nieuws, tweemaal zelfs. Het eerste goede nieuws is dat het Nederlands Klassiek Verbond, dat al sinds mensenheugenis het sympathieke tijdschrift Hermeneus uitgeeft, alle nummers van de afgelopen kwart eeuw online ter beschikking stelt. U vindt de schatkamer hier.
Het andere nieuwtje is dat de Radbouduniversiteit een “kenniscentrum” heeft opgericht voor Romeins Nijmegen. Zo te lezen kan iedereen daar terecht met vragen. Omdat er sprake is van een “nationaal kenniscentrum”, dus groter dan Nijmegen alleen, en mits de Radbouduniversiteit die ambitie waar maakt, hebben we eindelijk wat al heel nodig is. En om eerlijk te zijn: het zou mij een hoop frustratie sparen als ik de dertig vragen die ik per dag te beantwoorden krijg, kan doorsturen naar mensen die wél kunnen zien wat de universiteiten de afgelopen kwart eeuw achter betaalmuren hebben verborgen.
Libanon
En nu ik toch persoonlijk ben: ik heb de laatste tijd veel geschreven over Libanon. De opbrengst van mijn korte geschiedenis is onlangs overgemaakt naar Cordaid. Dat geldt ook voor de royalties van de cursus die ik insprak voor Home Academy. Lees het boek (u bestelt dat hier) of beluister de cursus (u bestelt die daar).
En verder: op donderdag 20 november is er een lezing over het antieke Libanon in Boekhandel Van Rossum aan de Beethovenstraat 30-32 in Amsterdam (tramlijn 5, halte Gerrit v/d Veenstraat). Ik sta daar vanaf 20:00 te loeien. Ook aanwezig is de beroemde classicus Hein van Dolen, met wie ik heb mogen samenwerken bij het boek Goden en halfgoden. Hein leest een oude Fenicische mythe voor. Het wordt een leuke bijeenkomst en aanmelden is aangeraden.
#coherentietheorieVanDeWaarheid #correspondentietheorieVanDeWaarheid #digitaleHistorischeTaalkunde #FaitsDivers #HeinVanDolen #IndoEuropeanistiek #Mexico #NederlandsKlassiekVerbond #Nijmegen #taalkunde #wetenschapsjournalistiek


