#Ulia

2025-01-08

Caesar bevrijdt Ulia

Twee Romeinse soldaten (Archeologisch museum van Sevilla)

Als ik u zeg dat het 8 januari was in het jaar waarin Julius Caesar zonder collega het consulaat bekleedde (45 v.Chr.), dan vermoedt u al wat er komt: een antwoord op de vraag wat Julius Caesar 2069 jaar geleden liep te doen.

U zult zich wellicht herinneren dat Caesar in Obulco troepen aan het samentrekken was. Het ging langzaam. Toen verraders aanboden hem Córdoba, de hoofdstad van Andalusië, te overhandigen, had hij de troepen nog niet voor een snelle operatie. Ook het door Gnaeus Pompeius Junior belegerde Ulia kon Caesar niet ontzetten. Dat daar werd gevochten, is in 2020 archeologisch bevestigd. Hoewel de stad was afgesneden van de buitenwereld, was men wel op de hoogte van Caesars aankomst.

Ulia versterkt

De auteur van De Spaanse Oorlog vertelt:

Onopgemerkt door Pompeius’ posten kwamen afgezanten naar Caesar toe met het verzoek Ulia zo snel mogelijk versterking te sturen. De stad had het Romeinse volk altijd uitstekende diensten bewezen, en Caesar gaf zes cohorten en een even groot aantal ruiters snel bevel om in de tweede nachtwake uit te rukken. Als commandant gaf hij hun een man mee die de provincie kende en niet weinig deskundig was, Lucius Vibius Paciaecus.

Juist op het moment dat deze de posten van Gnaeus Pompeius bereikte, werd het land overvallen door noodweer en krachtige wind. Door het hevige noodweer was de toegang tot de stad zó duister dat men nauwelijks zijn buurman kon herkennen. Dit ongemak was voor Caesars mannen van het grootste nut. Toen ze daar aankwamen, gaf Vibius de ruiters opdracht de paarden met twee man te bestijgen, en zo galoppeerden ze tussen de vijandelijke posten door recht op de stad af. Toen ze midden tussen de posten waren, vroeg een van de vijanden wie ze waren, waarop een van onze mannen zei dat hij zijn mond moest houden, want ze probeerden op dat moment de muur te naderen om de stad in te nemen. De wachters konden door het noodweer hun taak toch al niet oplettend genoeg vervullen, en bovendien werden ze door dit antwoord afgeschrikt.

Toen onze mannen de poort naderden, werden ze na een afgesproken teken door de stadsbewoners binnengelaten. De infanteristen betrokken posten in alle delen van de stad en de ruiters deden onder geschreeuw een uitval naar het legerkamp van de vijanden.noot Ps.Caesar, De Spaanse Oorlog 3; vert. Hetty van Rooijen.

Naar Córdoba

Dat was 8 januari. Het was niet het enige dat Caesar voor de belegerde stad deed. Zelf rukte hij op naar Córdoba, waar hij op 10 januari aankwam. Hij hoopte Pompeius zo te dwingen de belegering van Ulia op te heffen. Op 12 januari gebeurde dat inderdaad: Pompeius brak de blokkade af en rukte op naar Córdoba.

Ulia zelf mag vergeten zijn, het was voor Caesar een belangrijke overwinning. Het stadje beheerste de weg van Córdoba naar de haven van Málaga. Caesar opende zo een tweede aanvoerlijn, die met een lengte an 130 kilometer substantieel korter was dan de 450 kilometer naar Saguntum. De versterkingen van de Mauretanische koning Bogud die niet veel later zouden aankomen, arriveerden vrijwel zeker over deze weg. Bovendien had Caesar getoond dat hij zijn bondgenoten niet in de steek liet. Daarmee maakte hij het voor steden die aarzelden of ze Pompeius of Caesar moesten steunen, eenvoudiger zijn zijde te kiezen.

Munt van Marcus Lollius Palikanus (Bodemuseum, Berlijn)

Ondertussen was in Rome een nieuwe muntmeester actief: Marcus Lollius Palikanus. Op zijn munten herkennen we het spreekgestoelte op het Forum Romanum, de zogeheten Rostra, met daarboven het bankje van de volkstribunen. Op de keerzijde van deze munten stond de Vrijheid. Je kunt dit op twee manieren interpreteren: als een teken van oppositie of als een teken van steun aan een dictator die de vrijheid garandeerde. Ik denk dat die ambiguïteit ook destijds is ervaren.

[Een overzicht van de reeks #RealTimeCaesar is hier.]

#RealTimeCaesar #2069JaarGeleden #Andalusië #Bogud #Córdoba #GnaeusPompeiusJunior #JuliusCaesar #LuciusVibiusPaciaecus #MarcusLolliusPalikanus #Rostra #SpaanseOorlog #Spanje #TweedeBurgeroorlog #Ulia

2024-12-03

Caesar in Obulco

Op weg naar Obulco stak Caesar de Guadalquivir over bij Andujár. De Romeinse brug is in deze vorm iets jonger dan de tijd van Caesar.

Het was begin december in het jaar waarin Julius Caesar en Lepidus het consulaat bekleedden, ofwel 46 v.Chr. Dit is dus een blogje in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij kwam op 2 december aan in Obulco, zo’n zestig kilometer ten oosten van Córdoba, in het stroomgebied van de Guadalquivir, en een eind in de richting van het door Gnaeus Pompeius Junior belegerde Ulia. Caesar moet de Guadalquivir zijn overgestoken bij Isturgi, het huidige Andujár. Anders dan op de heenreis vanuit Italië naar Saguntum, waarover ik al blogde, deed Caesar het niet rustig aan: in tien of elf dagen legde zijn leger 450 kilometer af. Dat is bijna dubbel zo snel als een antiek leger normaal gesproken oprukte.

Het is des te opmerkelijker als we bedenken dat Caesar zijn enkel had verstuikt bij het oversteken van een rivier.noot Seneca, De beneficiis 5.24. Niet dat dat ertoe deed voor de eigenlijke opmars van de hoofdmacht, maar de generaal nam geen vrijaf en toonde zo zijn soldaten dat hij zichzelf niet ontzag.

Obulco

In elk geval verzamelde Caesar zijn troepen in Obulco. Blijkbaar was er echter bij de voorbereidingen iets verkeerd gegaan. Caesar kwam eerder aan dan voorzien. We halen deze informatie uit De Spaanse Oorlog, een anoniem geschrift over Caesars laatste campagne. Anders dan de Alexandrijnse Oorlog, dat een alleszins redelijke bron is, en De Afrikaanse Oorlog, een levendige tekst vol interessante details, treft De Spaanse Oorlog ons als wat minder prettige lectuur. “Ongetwijfeld geschreven door een centurio die handiger was met het zwaard dan de pen,” is het onaardige commentaar dat ik ooit tegenkwam.

Maar toch: de auteur was ooggetuige. Zijn verslag komt bovendien heet van de naald. Hij weet bijvoorbeeld nog niet dat Caesar zich begin 44 v.Chr. zou laten benoemen tot permanent dictator en schreef dus binnen enkele maanden na de Spaanse campagne. Onze getuige vertelt dat, toen Caesar was aangekomen, afgezanten aankwamen van de mensen uit Córdoba die zich van Gnaeus Pompeius hadden afgekeerd.

Ze deelden mee dat Córdoba bij nacht kon worden ingenomen; want Pompeius had zich van de provincie meester gemaakt door zijn tegenstanders te overrompelen [en niet omdat hij mocht rekenen op werkelijke sympathie]. Bovendien had hij overal koeriers geposteerd die hem Caesars komst moesten melden, en daarmee zelf van zijn angst voor diens komst blijk gegeven. Ze voerden nog veel andere geloofwaardige argumenten aan.

Daarom bracht Caesar zijn legaten Quintus Pedius en Quintus Fabius Maximus, aan wie hij al eerder het commando over zijn [Spaanse] leger had gegeven, van zijn komst op de hoogte, en hij vroeg om een escorte van ruiterij uit de provincie. Maar hij bereikte hen sneller dan zij verwachtten en kreeg geen escorte van ruiterij, zoals hij had gewild.noot Ps.Caesar, De Spaanse Oorlog 2; vert. Hetty van Rooijen.

Het moet frustrerend zijn geweest. Een snel succes in de hoofdstad van Andalusië zou een enorme opsteker zijn geweest. Appianus heeft een verklaring voor de traagheid waarmee Caesars versterkingen verschenen:

Caesars soldaten werden als nooit tevoren overvallen door angst vanwege alles wat ze hoorden over het aantal vijanden, hun vaardigheid en hun door wanhoop gevoede fanatisme.noot Appianus van Alexandrië, Burgeroorlogen 2.103; vert. John Nagelkerken.

Dat door wanhoop gevoede fanatisme had alles te maken met de Clementia Caesaris die ik al eens noemde. Caesar accepteerde ieders capitulatie, aangezien hij zowel soldaten als bestuurders nodig had. Wat hij daarentegen niet accepteerde, was dat mensen die eenmaal een beroep hadden gedaan op zijn genade, zich vervolgens tegen hem keerden en dan, na te zijn verslagen, voor de tweede keer een beroep deden op zijn clementie. Zulke mensen wachtte executie. Een deel van de troepen van Pompeius Junior had zich in Afrika overgegeven, was begenadigd, was toen naar Spanje gegaan en had zich aangesloten bij Pompeius. Hun enige hoop was de overwinning. Ze waren bloedfanatiek.

Ondertussen in Rome

De impasse duurde enige tijd. In Rome noteerde Cicero in een brief aan Gaius Cassius Longinus (de latere moordenaar van Caesar) dat er uit Spanje nog geen enkel nieuws was. Er circuleerden allerlei deprimerende geruchten, maar die bleven onbevestigd.noot Cicero, Brieven aan vrienden 15.17.

Ondertussen moesten in Rome consulverkiezingen plaatsvinden. Caesars collega Lepidus zorgde ervoor dat Caesar in het volgende jaar consul sine collega zou zijn. Het was niet voor het eerst in de Romeinse geschiedenis dat de hoogste gezagdrager geen ambtsgenoot had, maar het was duidelijk weer eens een crisismaatregel, de zoveelste improvisatie.

[Een overzicht van de reeks #RealTimeCaesar is hier.]

#RealTimeCaesar #2069JaarGeleden #Andalusië #Andujár #Appianus #Córdoba #Cicero #clementiaCaesaris #dictator #GaiusCassiusLonginus #GnaeusPompeiusJunior #Guadalquivir #Isturgi #JuliusCaesar #Obulco #QuintusFabiusMaximus #QuintusPedius #SextusPompeius #SpaanseOorlog #Spanje #TweedeBurgeroorlog #Ulia

2024-11-05

Caesar vertrekt naar Andalusië

Caesar kwam aan in Saguntum

Vóór ik aan aan het eigenlijk blogje van vandaag begin: ik organiseer in het komende voorjaar twee busreizen, de ene naar de Provence en de andere naar Beieren. Allebei zijn superinteressant. Ik ga er nog een keer echt reclame voor maken, maar u, als volger van deze blog, heeft een streepje voor hè, dus u weet er alvast van.

En daarmee kom ik bij mijn eigenlijke blog, die ik alleen kan beginnen met de constatering dat het alweer voor de derde keer november was in het extra lange jaar waarin Julius Caesar en Lepidus het consulaat bekleedden. Aangezien Caesars kalenderhervorming inmiddels een feit was, hoef ik de data niet meer voor u om te rekenen naar onze eigen kalender: 5 november is gewoon 5 november. Jawel, u bent weer beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij nam afscheid van koningin Kleopatra, die Rome verliet om terug te keren naar Egypte, en vertrok zelf naar Andalusië. De situatie daar was in de voorafgaande twee jaren stap voor stap verergerd en vergde nu Caesars persoonlijke aanwezigheid. Het was een van de rijkste gebieden in de Romeinse wereld; Hannibal had al eens getoond hoe gevaarlijk een vijand kon zijn die Andalusië kon gebruiken als basis. De oorlog zou culmineren in een van de bloedigste veldslagen uit de Romeinse geschiedenis.

De situatie in Andalusië

Toen de Tweede Burgeroorlog was uitgebroken, was het gebied loyaal geweest aan de Senaat en aan generaal Pompeius. Na Caesars overwinning bij Ilerda was hij opgerukt naar Andalusië, waar hij de capitulatie had aanvaard van Marcus Terentius Varro. Daarna was Caesar naar Italië teruggekeerd. Terwijl hij oorlog voerde in Dyrrhachion en Farsalos, had de door hem aangestelde gouverneur Quintus Cassius Longinus nogal wat problemen gecreëerd. Ik blogde er al over. Een nieuwe gouverneur, de Gaius Trebonius die eerder een rol had gespeeld bij de belegering van Marseille, had geen orde kunnen scheppen en was uit Córdoba verdreven door een zekere Titus Quinctius Scapula.

Dat was de situatie geweest toen begin 46 Gnaeus Pompeius Junior in Spanje was aangekomen. Hij had in het huidige Marokko de lokale heersers Bochus en Bogud geprovoceerd en was verslagen. Daarna was hij weggezeild naar de Balearen, waarvandaan hij was overgestoken naar het Spaanse vasteland. Daar was hij begonnen met het uitbreiden van zijn netwerk. Soms gebruikte hij geweld, zoals op Ibiza en tegen Cartagena. De ontevredenheid over Caesars belastinggaarders was echter voldoende groot om de provincie zelfs zonder aansporing partij te laten kiezen voor Pompeius.

Na de slag bij Thapsus zochten de verslagen republikeinse leiders dus een veilig heenkomen in Andalusië. Niet iedereen kwam aan: Publius Sittius had Lucius Afranius in Numidië in een hinderlaag laten lopen en had Metellus Scipio verrast in de haven van Hippo Regius. Maar Titus Labienus, Sextus Pompeius en Publius Attius Varus kwamen wel aan in Spanje. Hun leger zwol aan tot twee legioenen in de hoofdstad Córdoba en elf elders in Andalusië. Gnaeus Pompeius Jr blaakte van zelfvertrouwen en noemde zich, blijkens de inscriptie die bekendstaat als EDCS-20301621, al imperator, de titel die een generaal aannam na een buitenlandse overwinning. Welke Iberische groep hij heeft verslagen is onbekend.

Caesar had al troepen gestuurd onder leiding van zijn neef Quintus Pedius en Quintus Fabius Maximus. Die hadden echter weinig bereikt en het was op hun verzoek dat Caesar nu afreisde. Hij had vermoedelijk meer willen regelen in Rome. Allerlei functies waren nog vacant en de dictator-voor-tien-jaren was gedwongen het bestuur van de stad over te laten aan zijn adjudant Marcus Aemilius Lepidus, die zich liet bijstaan door zes of acht militaire prefecten. Een improvisatie. De zoveelste.

Saguntum

Op 21 november, de zeventiende dag na zijn vertrek, landde Caesar bij Saguntum. Dat betekent dat hij het rustig aan heeft gedaan, want volgens Orbis zou het negen dagen hebben gekost. Dat Caesar geen haast had, blijkt ook uit een opmerking van Suetonius, die vertelt dat Caesar onderweg een gedicht had geschreven, getiteld De reis. De vertraging kan heel goed te maken hebben met winterstormen.

Cassius Dio beschrijft de reactie van Pompeius Junior. Carteia is vlakbij Gibraltar en Baetica is de antieke naam van Andalusië.

Hij werd bang. Omdat hij dacht dat hij niet sterk genoeg was om de heerschappij over heel Spanje te krijgen, trok hij zich onmiddellijk terug in Baetica, zonder zijn tegenstanders op de proef te hebben gesteld. Bovendien bleek de zee hem meteen vijandig gezind: Caesars commandant Gaius Didius versloeg Publius Attius Varus in een zeeslag bij Carteia. Als hij niet naar het land was gevlucht en daar een rij ankers had laten afzinken, waarop zijn achtervolgers waren vastgelopen als op een rif, zou Varus zijn hele vloot hebben verloren.

Afgezien van de stad Ulia steunde heel zuidelijk Spanje Pompeius, en het was deze stad, die weigerde zich aan hem te onderwerpen, die hij ging belegeren.noot Cassius Dio, Romeinse Geschiedenis 43.32.

En daarmee lag Caesars eerste aanvalsdoel al vast: Ulia, het huidige Montemayor, vijfendertig kilometer ten zuiden van Córdoba. De anonieme auteur van De Spaanse Oorlog begint zijn verslag met de mars naar Obulco, dat de basis zou zijn voor de operaties om Ulia te ontzetten. Die mislukten meteen.

[Een overzicht van de reeks #RealTimeCaesar is hier.]

#RealTimeCaesar #2069JaarGeleden #Andalusië #Baetica #Córdoba #GaiusDidius #GaiusTrebonius #GnaeusPompeiusJunior #JuliusCaesar #KleopatraVIIFilopator #LuciusAfranius #MarcusAemiliusLepidus #MarcusTerentiusVarro #PubliusAttiusVarus #PubliusSittius #QuintusCaeciliusMetellusPiusScipio #QuintusCassiusLonginus #QuintusFabiusMaximus #QuintusPedius #Saguntum #SextusPompeius #SpaanseOorlog #Spanje #TitusLabienus #TitusQuinctiusScapula #TweedeBurgeroorlog #Ulia

2024-09-08
Txangoa euripean
#Ulia
Donostiari begirada, ulia menditik
Kontu aldaketa/Cambio cuentaizaro
2019-03-16

Gaurko ibileraren pare bat . Un par de del paseito de hoy.

Atardecer desde UliaDonostiako panoramika UliatikIlunabarrean txakur bat mendi bideanAtardecer con sol entre árboles

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.04
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst