Aretas IV, koning in Petra
De Bab Kisan in DamascusHet leuke van schrijven over het Nieuwe Testament, zoals ik op zondag doe, is dat altijd wel iemand het oneens met je is. Als je schrijft dat Matteüs’ verhaal over de geboorte van Jezus tjokvol zit met verwijzingen naar de joodse religieuze literatuur, zijn er mensen die zeggen dat dat niet wil zeggen dat het historisch onbetrouwbaar is. Daar zit wat in. Als je schrijft dat een verhaal dat tjokvol literaire verwijzingen zit, daarom nog niet volledig verzonnen hoeft te zijn, zijn er weer andere mensen die het daarmee oneens zijn. Ook daar zit wat in. De een neemt de Bijbel letterlijk, de ander denkt dat alles een literair spel is, en daartussen ligt het veld waar een historicus hypothesen formuleert.
Paulus in Damascus
Vandaag echter een stukje waar vermoedelijk niemand bezwaar tegen kan maken: ik heb het over Aretas IV Filopatris. Die wordt één keer in het Nieuwe Testament genoemd, namelijk in de Tweede Brief aan de Korinthiërs. De apostel Paulus heeft zich weer eens in een wespennest gestoken en vertelt:
Toen ik in Damascus was, liet de etnarch van koning Aretas de stad afsluiten om mij gevangen te nemen; ik kon alleen aan hem ontkomen doordat ik in een mand door een venster in de muur werd neergelaten.noot 2 Korinthiërs 11.32-33.
De Damascener stadspoort hierboven, de Bab Kisan, wordt tegenwoordig aangewezen als de plek waar Paulus de stad verliet, maar de mezekouw bewijst vanzelfsprekend dat het feitelijk een middeleeuwse constructie is. Ik ga snel verder met koning Aretas, die dus een functionaris in dienst had die het had gemunt op Paulus.
Aretas IV
Aretas – een Griekse weergave van de Arabische naam Harid – regeerde van 9 v.Chr. tot en met 40 na Chr. over de Nabateeërs, en had als hoofdstad Petra. Hij was dus de buurman van koning Herodes en aangezien burenruzie in de Oudheid vrij gewoon was, is het niet zo vreemd dat hij zich aansloot bij het Romeinse leger waarmee Publius Quinctilius Varus in 4 v.Chr. enkele Joodse opstanden onderdrukte.
Koning Aretas is vermoedelijk het beroemdste om zijn dochter Fasaelis, die was getrouwd met Herodes Antipas – en werd verstoten. Antipas wilde namelijk trouwen met Herodias, de moeder van het meisje Salome. Ik blogde daar al eens over en laat die materie nu rusten. Vandaag noem ik slechts dat Aretas des duivels was om de echtscheiding en met leger en al oprukte tegen Antipas, bijgestaan door wat hulptroepen. Dat kunnen de soldaten geweest van Antipas’ broer Filippos, maar de Armeense geschiedschrijver Mozes van Chorene identificeert ze als het leger van koning Abgar V van Edessa. Dat is allerminst uitgesloten.
Herodes Antipas riep nu de hulp in van de gouverneur van Syrië, Lucius Vitellius (vader van de latere keizer), die inderdaad oprukte naar het zuiden. De operatie werd voortijdig afgebroken en het gebied van de Nabateeërs werd nooit aangevallen.
Damascus?
Hoe Aretas ooit de macht kan hebben uitgeoefend in Damascus, zoals op het eerste gezicht verondersteld in het verhaal over de ontsnapping van de apostel Paulus, is een onopgelost mysterie. Maar feitelijk staat in de tekst alleen dat een Nabatese functionaris verbleef in Damascus. Nergens staat dat de stad in handen van Aretas was. Misschien was die gezagdrager wel op bezoek. We weten het weer eens niet.
En o ja: het zou zomaar eens kunnen zijn dat het Schathuis in Petra feitelijk het graf is van koning Aretas IV.
Het Schathuis in Petra[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]
#AbgarV #AretasIV #Damascus #FilipposHerodiaan_ #HerodesAntipas #Herodias #Jordanië #LuciusVitellius #MozesVanChorene #Nabateeërs #NieuweTestament #Paulus #Petra #PubliusQuinctiliusVarus #Salome #TweedeBriefAanDeKorintiërs