#HerodesDeGrote

2025-01-06

Nog één keer: de wijzen uit het oosten

4QTestimonia, met teksten over de messias (Jordan Museum, Amman)

Ik heb al redelijk wat keren geblogd over Matteüs’ verhaal van de wijzen uit het oosten die naar Betlehem kwamen. Ik doe het vandaag nog één keer en dan houd ik ermee op, althans voor 2025.

Magiërs

Het door Matteüs voor de wijzen gebruikte Griekse woord is magos, en ik vertelde dertien jaar geleden al eens dat dat verwees naar religieuze specialisten uit Perzië. Probleem één: dat zijn geen sterrenwichelaars, hoewel we daar bij Matteüs wel mee te maken hebben. In het Grieks heten sterrenwichelaars soms mathematikoi, vaak chaldaioi en zo nu en dan astrologoi. Geen magoi. Speculaties dat de Perzische magoi aan sterrenwichelarij waren gaan doen toen de Perzen Babylonië hadden onderworpen, zoals geopperd door Mary Boyce, zijn vooral bedacht om dit probleem op te lossen.

Toch is de woordkeuze van Matteüs niet onlogisch. Magoi waren namelijk wel aanwezig als een machthebber ergens arriveerde. Ze zeiden dan gebeden, vaak staand bij een vuuraltaar waarop ze geurstoffen verbrandden. Aangezien Matteüs Jezus presenteert als koning, is hun aanwezigheid in zijn evangelie logisch. Maar hij presenteert ze dus niet in de eerste plaats als sterrenkundigen.

De ster

Dan is er die ster. Dat is, om zo te zeggen, het beeldmerk van de messias. Sinds de vroege eerste eeuw v.Chr. – eigenlijk zolang als het messianisme bestaat – dacht men dat het vers uit Numeri 24.17:

Een ster komt op uit Jakob,
een scepter uit Israël.
Hij verbrijzelt Moab de slapen,
de kinderen van Set slaat hij neer.

verwees naar de messias. Dat Matteüs hier echt naar verwijst, blijkt uit de precieze formulering: de magiërs zeggen tegen koning Herodes “Wij hebben zijn ster zien opkomen”.noot De Statenvertaling “ster in het Oosten” gaat op dit punt de mist in. Met deze verwijzing maakt Matteüs duidelijk wat Jezus’ plaats is in de heilsgeschiedenis.

Citaten en allusies

Verder weeft hij nogal wat verzen uit de joodse religieuze literatuur door zijn betoog. Afgezien van het Numeri-citaat citeert hij letterlijk Micha 5.1, Hosea 11.1, Jeremia 31.15 (“Er klinkt een stem in Rama”) en Exodus 4.19, en alludeert hij aan Jesaja 60.6 en Exodus 1.16. Matteüs’ slotopmerking dat Jezus kwam te wonen in Nazaret om een profetie in vervulling te laten dat hij nazoreeër genoemd zal worden, verwijst naar een onbekend geschrift dat niet in de Bijbel is opgenomen. Het gaat om een woordspel: een nazoreeër is iemand uit Nazaret, is iemand die een gelofte heeft ingelost en verwijst naar netzer, “loot”, wat een ander messiaans motief is: zie Jesaja 11.1.

Ik som dit op omdat de aller-, allereerste vraag die we bij een tekstanalyse moeten stellen, die is naar het genre. Je kunt een roman niet lezen alsof het non-fictie is, een gedicht vergt een andere leeshouding dan proza, en toneel lees je hardop. In dit geval is de dichtstbijzijnde parallel de Dode Zee-rol die bekendstaat als 4QTestimonia, een bloemlezing uit de joodse literatuur die betrekking heeft op de messias. Matteüs heeft zulke citaten genomen en er een verhaal van geschapen.

Het verhaal is dus – ik vertel opnieuw wat ik al eens herhaalde – een literair spel. Het literaire vlechtwerk levert een gek verhaal op, met bijvoorbeeld een hoogst onlogische vlucht naar Egypte, die er vooral is om een Hosea-passage in vervulling te laten gaan. Het heeft dus niet zoveel zin te zoeken naar de ster van Betlehem, want dat is net zoiets als vragen wat die stem uit Rama heeft gezegd.

Niet alles is fictie

Dat Matteüs’ verslag van de geboorte van Jezus is geschreven op de wijze waarop joodse religieuze teksten destijds in elkaar zaten, wil overigens niet zeggen dat alles fictie is. Door wat citaten uit liedjes van Taylor Swift te combineren, kun je een feitelijk accuraat verslag schrijven van de ochtend in januari waarop je de kerstverlichting hebt opgeruimd. Zoals ik al eens schreef, kan de historicus een antieke tekst nooit zomaar helemaal letterlijk nemen maar is het ook verkeerd aan te nemen dat alles literaire fictie is.

Wat ik hierboven vertel, heb ik in diverse stukjes allemaal al weleens uitgelegd. Ik maakte deze samenvatting op verzoek van de onlangs overleden journalist Paul Damen, die hierover nog eens een stuk wilde schrijven en informatie bij me kwam vragen. Maar toen ik het op een druilerige zondagmorgen samenvatte, viel me iets op.

Heidense wijzen

De joodse religieuze literatuur verwijst weleens naar de magiërs, zoals in Daniël 2.2 en in Filon van Alexandriës Leven van Mozes 1.264. De magiërs zijn strijk en zet dwazen, die het eigenlijk niet snappen. Het zijn geen wijzen uit het oosten, maar onwijzen. De Griekse auteur Herodotos denkt er precies zo over. De Joodse precedenten van Matteüs zijn, als ik het goed zie, wel negatief, maar nog vér van de latere typering van magiërs als bedriegers.

In eerste instantie dacht ik dat Matteüs wilde zeggen dat de dwazen het licht zagen opkomen dat koning Herodes tot elke prijs wil doven. Dat zou, dacht ik, dezelfde omkering zijn die we bij Lukas aantreffen: herders, die spreekwoordelijke outcasts van de antieke samenleving, zijn daar de eersten die op de hoogte zijn van goed nieuws. Veel christelijker kon het niet, leek me, als de laatsten de eersten waren.

Gert Knepper, die weleens op deze blog schrijft en die ik altijd om advies kan vragen, had een betere uitleg van het curieuze gegeven dat Matteüs magoi presenteert die er in de joodse religieuze literatuur slecht vanaf komen. Hij attendeert erop dat de magiërs in Daniël het niet snappen doordat hun wijsheid tekortschiet in vergelijking met de inzichten die de joodse religie biedt. In het Matteüs-evangelie concluderen ze echter op grond van hun beperkte wijsheid correct dat er een Joodse koning is geboren.

Zo’n presentatie – het zijn heidenen maar wel goede heidenen – past prima, zowel aan het einde van de eerste eeuw v.Chr. als in de eerste eeuw na Chr. In het eerste geval past het omdat het jodendom een steeds bredere definitie was gaan definiëren van het Verbondsvolk (vgl. het blogje van 24 november); in het tweede geval omdat het christendom eind eerste eeuw na Chr. steeds meer heidense aanhangers kreeg.

Kortom, er is aan de Kerstverhalen nog een hoop te ontdekken, maar voor 2025 vind ik het wel mooi geweest.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#4QTestimonia #Daniël #EvangelieVanLukas #EvangelieVanMatteüs #Exodus #FilonVanAlexandrië #HerodesDeGrote #HoseaProfeet_ #Jeremia #Jesaja #magiërs #MaryBoyce #messias #Micha #NieuweTestament #PaulDamen #Statenvertaling #SterVanBetlehem #TaylorSwift

2024-11-10

De verwachte messias

Kindermoord te Betlehem (Codex Egberti)

Ik blogde twee weken geleden over de vlucht naar Egypte na de Kindermoord in Betlehem. Het hartverscheurende verhaal over de vermoorde baby’s en peuters veronderstelt dat koning Herodes wist dat er een kind geboren zou worden dat ooit als koning zou regeren over de Joden. Volgens de evangelist Matteüs vernam Herodes dat van de oosterse wijzen, die een wonderbaarlijke ster hadden gevolgd.noot Matteüs 2.2-3.

Omdat het schokkende verhaal een bovennatuurlijk teken bevat en bovendien aan elkaar hangt van de citaten uit de oudere joodse religieuze literatuur, kun je redeneren dat het allemaal is verzonnen. Misschien is dat ook wel zo. Van de andere kant: het uitmoorden van alle baby’s en peuters uit een klein stadje was niet beneden koning Herodes, die ook zijn eigen zoon uit de weg liet ruimen. Hij was volkomen scrupuleloos. De Kindermoord mag dan niet zijn vermeld in een andere bron, de gebeurtenis past verdraaid goed bij wat we weten over de paranoïde heerser.

De voorspelde messias

En er is nog iets. We weten dat er destijds voorspellingen circuleerden over het einde der tijden, messiassen, afstammelingen van David, herstel van Israël en meer eschatologisch fraais. Eén zo’n voorspelling is te vinden in de Henochitische literatuur, een destijds – vóór de joodse Bijbel in de tweede eeuw na Chr. werd samengesteld – belangrijk joods literair genre. De auteur schrijft dat het einde der tijden zal plaatsvinden in de zeventigste generatie na Henoch. Aangezien die zelf behoorde tot de zevende menselijke generatie, wisten joodse lezers dat de beslissende wending in de wereldgeschiedenis zou plaatsvinden in de zevenenzeventigste generatie. U mag in het evangelie van Lukas het aantal namen in de geslachtslijst van Jezus nalezen om te zien hoe de auteur het rekensommetje toepaste op de door hem gebiografeerde messias.noot Lukas 3.23-38.

Toen Herodes overleed – vermoedelijk in het najaar van 5 v.Chr., misschien in de eerste weken van 4 v.Chr. – waren er enkele opstanden. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus besteedt er veel aandacht aan, omdat deze opstanden in zijn analyse het begin vormden van een traditie van opstandigheid die uiteindelijk leidde tot het einde van het dagelijks offer in de tempel, de tempelcultus en de Verbondsrelatie tussen de joden en hun God. Als die rebellen de toon niet hadden gezet, aldus Josephus, zou iedereen netjes zijn blijven luisteren naar de Joodse leiders en had iedereen deel kunnen nemen aan de Pax Romana. (Voor het goede begrip: moderne historici delen deze analyse niet omdat de Romeinse annexatie het begin vormde van zo’n veertig jaar betrekkelijke rust.)

Flavius Josephus noemt een Judas, zoon van Hizkia, die opereerde rond Sepforis. Josephus noemt ook een Simon van Peraia, die zichzelf kroonde met een diadeem. Hij noemt Athronges, die als herder nogal leek op koning David. Het gevaarlijkst was Judas de Galileeër, de grondlegger van de sicariërs. Rationeel als Josephus is, en rationeel als hij het jodendom wil presenteren aan zijn heidense lezers, houdt hij zich op de vlakte voor wat betreft de eschatologische ideeën die circuleerden. Maar ze waren er. En koning Herodes moet dat hebben geweten.

De historische kern?

Wat ik zelf denk dat er is gebeurd: Herodes wist van de smeulende onrust, kende de profetieën over de messias en wist dat zijn dood de vonk in een kruitvat zou zijn. Hij regelde zijn opvolging zó als het hem het beste leek. Hij maakte een nieuw testament. Hij ruimde een zoon uit de weg die hij incompetent achtte. En hij gaf zijn Germaanse lijfwacht, wellicht Bataven, opdracht de baby’s en peuters in de Davidsstad Betlehem uit de weg te ruimen. Matteüs hoorde ervan en betrok het op zijn eigen messias. Hij sloeg de plank niet ver mis.

Zulke preventieve moorden waren in de oude wereld niet uniek. Kort voor zijn dood liet keizer Hadrianus enkele senatoren uit de weg ruimen die de troonsbestijging van Antoninus Pius zouden hebben kunnen belemmeren. Hadrianus deed dus gewoon alvast het vuile werk van Antoninus Pius. Misschien niet sympathiek, maar zo werkte het in de oude wereld.

In het geval van koning Herodes pakte het echter verkeerd uit. Bij zijn overlijden ontplofte het kruitvat. Er waren opstanden en uiteindelijk moest de gouverneur van Syrië, Publius Quinctilius Varus (die van de slag in het Teutoburgerwoud), met de legioenen interveniëren.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#AntoninusPius #Athronges #diadeem #EvangelieVanLukas #EvangelieVanMatteüs #FlaviusJosephus #geslachtslijstVanJezus #Hadrianus #HenochitischeLiteratuur #HerodesDeGrote #JudasDeGalileeër #JudasZoonVanHizkia #KindermoordVanBetlehem #messias #NieuweTestament #sicariërs #SimonVanPeraia #SterVanBetlehem

2024-10-27

De vlucht naar Egypte

Koptisch mozaïek van de Vlucht naar Egypte (Caïro)

Zomaar eens een vraag die ik binnen kreeg: waarom vluchtten Jozef en Maria, toen ze hadden vernomen dat koning Herodes kwaad in zijn zin had voor de pasgeboren Jezus (en alle andere kinderen in Bethlehem), eigenlijk naar Egypte? Als je in Bethlehem bent, zijn er toch makkelijker bereikbare plekken om je aan het koninklijk gezag te onttrekken?

Daar had ik eigenlijk nog nooit zo bij stilgestaan. En ik kan drie antwoorden verzinnen. Het eerste neemt het verhaal van de evangelist Matteüs zoals het is: omdat een engel verscheen aan Jozef, en omdat die engel zei “Maak je gereed en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte”.noot Matteüs 2.13. Dit antwoord zal voor een moderne lezer, die niet zoveel waarde hecht aan verschijnende engelen, niet zo heel bevredigend zijn.

Antwoord twee dus maar. Waar zouden Maria en Jozef vanuit Bethlehem eigenlijk heen kunnen? Het dichtstbijzijnde buitenland was het koninkrijk van de Nabateeërs, en er zijn maar twee wegen. De noordelijke weg zou Jozef en Maria eerst naar Jeruzalem hebben gebracht, daarvandaan over de Jordaan, en dan verder richting Chesbon. Aangezien de kindermoordenaars vanuit Jeruzalem op weg waren naar Bethlehem, zouden Maria en Jozef hen dus tegemoet zijn gereisd. Geen veilige richting dus. Dat geldt ook voor uitwijken naar de Dekapolis: ook dan moest je via Jeruzalem. De zuidelijke weg leidde via Hebron, waar Herodes een garnizoen had, vervolgens onder de Dode Zee langs, en dan over de bergen. Niet echt makkelijk, en je kwam dus soldaten tegen.

Wat resteert is de weg naar het westen, richting Egypte: een Romeinse provincie. Ook niet makkelijk, want je moet door de Sinaï, maar er was weinig kans op ontmoetingen met soldaten. Bovendien woonden er Joden en was er in Leontopolis een joodse tempel. De Koptische kerk wijst in Matareya, twintig kilometer vanaf Leontopolis, een plek aan waar de heilige familie zou hebben gerust. Tot slot: er vluchtten wel vaker Joden die kant op, zoals de laatste sicariërs.

Dit tweede antwoord veronderstelt dat de Maria en Jozef, toen Herodes de kindermoord beraamde, werkelijk naar Egypte zijn gegaan. Dat valt niet helemaal uit te sluiten, maar zelf ben ik daar niet zo van overtuigd. Het punt is welbekend: Jezus kwam uit Nazaret maar de messias behoorde te komen uit Bethlehem. De evangelist Lukas lost het op door Jozef en Maria wegens een volkstelling van Nazaret naar Bethlehem te laten gaan, waar een baby wordt geboren. Dit verhaal is vreemd, want geen Romeinse magistraat heeft ooit aan zijn onderdanen gevraagd zich te registreren op een andere plek dan waar ze woonden. Bij Matteüs is het echtpaar altijd al in Bethlehem, is Jezus al een kleuter, en vestigt de familie zich na een omweg via Egypte in Nazaret.

Dit verhaal is ook vreemd, maar op een andere manier: het is een weefsel van een stuk of zeven citaten: voorspellingen die volgens Matteüs in vervulling zijn gegaan. De kindermoord moet de lezer doen denken aan Exodus 1.16: “Als het een jongen is, moet u hem doden”. Matteüs citeert Jeremia 31.15, over bitter geween dat klinkt uit Rama. En tot slot Hosea 11.1: “uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.”. Dat gaat weliswaar niet over de zoon van God, maar aan precies citeren deed men destijds nog niet. Mijn derde antwoord is dus: de vlucht naar Egypte vond plaats omdat Hosea zoiets had voorspeld, en voor Matteüs sprak het vanzelf dat zo’n voorspelling in vervulling was gegaan.

#Betlehem #Chesbon #Egypte #EvangelieVanLukas #EvangelieVanMatteüs #HerodesDeGrote #HoseaProfeet_ #Jozef #KindermoordVanBetlehem #Leontopolis #Maria #Matareya #messias #Nabateeërs #Nazaret #OnnozeleKinderen

2024-09-15
De hippodroom van Caesarea Maritima

In het vorige blogje legde ik uit hoe de politieke landkaart van Judea en omgeving er in de nieuwtestamentische tijd uitzag. Wat van mensen woonden hier nu? Ik denk dat wij dat eigenlijk niet goed begrijpen kunnen. Dat komt ten dele doordat niet iedere gemeenschap een politieke chroniqueur had als Flavius Josephus, of religieuze literatuur als het Nieuwe Testament, de Dode Zee-rollen of de Mishna. Maar even wezenlijk is dat wij zijn geconditioneerd door de nationale staat:noot Ik krijg dat lelijke anglicisme “natie-staat” dat de laatste jaren zo populair aan het worden is, almaar niet uit mijn pen. het idee dat in één land één door zijn taal gedefinieerd volk woonde met één min of meer dezelfde cultuur. Wij zijn slecht voorbereid op de pluriformiteit van de toenmalige wereld.

Tegenstellingen

Binnen de Herodiaanse rijken waren bijvoorbeeld joodse delen, met Jeruzalem als bekendste voorbeeld, maar ook hellenistische steden als Caesarea, Samaria, Sepforis, Tiberias en Panias. Op het platteland lijken mensen waarde te hebben gehecht aan joodse gebruiken, maar dat wilde niet zeggen dat ze geen kritiek hadden op de Tempel. (Het wil ook niet zeggen, trouwens, dat wij moeten denken dat we ze kunnen begrijpen vanuit het latere rabbijnse jodendom – een fout die nogal eens wordt gemaakt.) Omgekeerd leefden er joodse groeperingen buiten wat wij instinctief geneigd zijn te beschouwen als een joods gebied. Het kan niet vaak genoeg benadrukt worden dat Jeruzalem, welke pretenties de stad ook had, niet de enige tempel voor Jahweh was.

Joods grafschrift uit Hegra

Er waren ook talige variaties. Ik noemde in het vorige blogje dat Beiroet een Latijnse enclave was. We moeten de rest van de regio als Aramees en Grieks beschouwen, waarbij de ene taal thuis werd gesproken en de ander bij officiële gelegenheden. Naarmate je oostelijker kwam, waren er meer Arabisch- en Safaïtischsprekenden. Ik blogde al eens over Alchaudonios.

Ook cultureel was het gebied veelkleurig: nomaden, boeren en stedelingen; Griekse, Romeinse en traditionele vormen; en ook mensen die voorwendden traditionele verhalen te vertellen en zich daarbij bedienden van Griekse concepten. Ik ben steeds meer geïntrigeerd door Filon van Byblos, die een Fenicische identiteit wil beschrijven – maar “Fenicië” was nou net géén Fenicisch concept. Het was een Griekse naam voor een verzameling mensen die zichzelf beschouwden als bewoners van Akko, Tyrus, Sidon, Beiroet, Byblos of Arwad. Het is vermoedelijk geen toeval dat noch Filon zelf, noch iemand anders hem aanduidt als “Filon van Fenicië”. Dat maakt hem een mooi voorbeeld van de complexiteit van de toenmalige identiteit.

Panias, de grot van Pan met de bron van de Jordaan

Wat is een jood?

En dan is er de welbekende vraag wat een jood eigenlijk is. Er bestaan verkeerde antwoorden. Het ideologische gedram van Flavius Josephus over de drie “echte” filosofieën (farizeeën, sadduceeën, essenen) hoeven we niet eens te overwegen. Joden zijn evenmin de ingezetenen van de staat van de koning der Joden, Herodes de Grote, want daarbinnen leefden volop polytheïsten. De samaritaanse geloofsgemeenschap – die niet dominant was in Samaria en die ook daarbuiten leden had – is dan nog een onderwerp dat ik oversla.

Joden zijn ook al niet degenen die alleen Jahweh vereren, want je kon prima jezelf identificeren als jood en toch Pan vereren of Jahweh gelijkstellen aan de Allerhoogste God of aan Dionysos. Verder was Jahweh voor menige niet-jood toch een reële god, erkend tot in Tongeren aan toe. Het goede antwoord is vermoedelijk dat een jood offerde aan Jahweh en alleen aan Jahweh. Het belang van het offer is voor ons, niet gewend aan zulke rituelen, een makkelijk te onderschatten factor.

Skythopolis, met midden de tempel voor Dionysos

Betsaïda

Ik keer nog even terug naar de nieuwe stad Betsaïda. Er woonden joden, dat staat vast. De evangelist Johannes noemt bijvoorbeeld Jezus’ vroege leerling Filippos, een van de Twaalf.noot Johannes 1.45. Zijn naam is Grieks, wat misschien wel en misschien geen aanwijzing is voor zijn achtergrond.

Betsaïda zal vanouds bewoners hebben gehad die leefden van de visserij, landbouw en jacht. Dat wil vrijwel zeker zeggen dat ze redelijk praktisch dachten. Als een schaap in een put was gevallen, haalde je het er uit, ook op sabbat.noot Matteüs 12.11. Misschien was die groep verder wat conservatief en moest ze niet teveel hebben van vernieuwingen.

Het stadje kende echter ook nieuwkomers. Josephus noemt ze en het is leuk dat de archeologen in El-Araj niet alleen Romeins aardewerk hebben gevonden, maar ook bakstenen. Zoals ik al eens vertelde, is baksteen in het Nabije Oosten een “ethnic marker” die suggereert dat mensen zich als Romein hebben willen presenteren.

In elk geval: als de oude bewoners conservatief waren en als de nieuwkomers zich als Romeins presenteerden, zal er weinig belangstelling zijn geweest voor een messias. Dat geeft mogelijk wat context aan de uitspraak die de Q-bron Jezus in de mond legt:

“Wee Chorazin, wee Betsaïda, want als in Tyrus en Sidon de wonderen waren gebeurd die bij jullie gebeurd zijn, dan zouden de inwoners van die steden zich allang in een boetekleed gehuld en met stof bedekt hebben en tot inkeer gekomen zijn.”noot Matteüs 11.21 ||Lukas 10.13.

Een dramatische passage, maar het past bij wat we denken te weten over de bevolking van Betsaïda.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

Deze blog is gratis, maar als u me wil steunen, koop dan een van mijn boeken, doe via Livius.nl een cursus of reis, of doneer. U kunt de blog ook volgen via het Whatsapp-kanaal.

Deel dit:

https://mainzerbeobachter.com/2024/09/15/judea-en-zijn-buren-cultuur/

#Alchaudonios #Aramees #Betsaïda #CaesareaMaritima #Chorazin #Dionysos #ElAraj #essenen #ethnicMarker #EvangelieVanJohannes #farizeeën #FilipposTwaalf_ #FilonVanByblos #HerodesDeGrote #identiteit #Jeruzalem #Judea #messias #nationaleStaat #NieuweTestament #offer #Pan #Panias #QBron #sadduceeën #Safaïtisch #Samaria #samaritaanseGeloofsgemeenschap #Sepforis #Tiberias #Tongeren

2024-09-15
Judea

Een tijdje geleden blogde ik over Judea – of beter, het gebied dat ooit geregeerd was geweest door koning Herodes. Dat bestond om te beginnen uit het eigenlijke Judea, dus de regio rond Jeruzalem, met in het zuiden Idumea en in het noorden Samaria. Deze drie delen vormden ongeveer de helft van het koninkrijk, en na Herodes’ dood (5/4 v.Chr.) kwamen ze in handen van Herodes Archelaos. Die regeerde er een jaar of tien als ethnarch, “volksleider”, waarna het gebied in Romeinse handen kwam. Terwijl Jeruzalem het belangrijkste centrum was van de joodse godsdienst, was het bestuurlijke centrum de stad Caesarea. Die stad had geen uitgesproken joods karakter. Ik kom daarop terug in het volgende blogje.

Het koninkrijk van Herodes was echter groter dan het gebied dat Archelaos erfde. In het oosten lag de Peraia, “overkant”, een smalle strook land aan de overzijde van de Jordaan en Dode Zee, en in het noorden lag Galilea. Zoals ik al eens vertelde, regeerde hier Herodes Antipas, met als hoofdsteden Sepforis en Tiberias – ook geen heel joodse steden. Tot slot lagen in het noordoosten de Golan en de Hauran, een weinig herbergzaam gebied ten zuiden van Damascus. Hier heerste Filippos, wiens residentie Panias was, gewijd aan de Griekse god Pan. Antipas en Filippos heersten elk over een kwart van de bezittingen van koning Herodes, en hun titel was tetrarch, “heerser over één vierde”.

Vrije steden

Het Nieuwe Testament speelt zich echter af in een grotere wereld. Zo was er Gaza. Toen koning Herodes overleed, kreeg die stad de status van civitas libera, “vrije gemeente”. Die status behelsde dat zo’n stad geen tribuut (foros) aan de vorst betaalde. In plaats daarvan betaalde ze een, eh, contributie (eisforos). En – u raadt het nooit – de hoogte daarvan kwam overeen met het tribuut dat ze niet hoefden betalen. Een curator hield een Romeins oogje in het zeil. Hoewel er dus weinig vrijs was aan een vrije gemeenschap, gold de status als een privilege.

Mozaïek uit Sepforis

Vrije steden konden samenwerken. In het oosten lag de zogeheten Dekapolis, het “tienstedenland” waarover ik eerder schrijf. Het was een los samenwerkingsverband zonder raadsorgaan, zonder gemeenschappelijke cultus en (voor zover bekend) zonder eigen magistraten. Zelfs het aantal steden varieerde: de Grieks-Romeinse geograaf Ptolemaios van Alexandrië noemt er zelfs achttien. Neem Gadara, dat had behoord tot het koninkrijk van Herodes en bij diens dood was verheven tot vrije gemeente: de stad was een latere toevoeging aan de Dekapolis. Tot de andere steden behoorden Gerasa, het huidige Amman en – op de westelijke Jordaanoever – Skythopolis (het bijbelse Beth Shean).

Syrië

Ten noorden van het Herodiaanse gebied lag de Romeinse provincie Syrië, die in 64 v.Chr. door generaal Pompeius was toegevoegd aan het Mediterrane wereldrijk. Aan de kust lagen steden als Dor, Akko, Tyrus en Sidon, en meer in het binnenland lagen steden als Damascus en Antiochië. De status van vrije gemeente was voor hen niet weggelegd. Voor hen waren andere privileges, zoals een naamverandering. Akko mocht zich achtereenvolgens vernoemen naar een Ptolemaïsche koning, naar keizer Claudius en naar Nero. Een ander voorrecht was de rang van colonia, wat betekende dat alle bewoners het Romeinse burgerrecht hadden. Dat was bijvoorbeeld het geval voor Beiroet: een Latijnse enclave in een Grieks-Aramese wereld.

Inscriptie van koning Agrippa II uit Beiroet

De landkaart was niet statisch. Her en der ontstonden nieuwe steden, zoals Tiberias en Betsaïda, dat onlangs is geïdentificeerd bij El-Araj. Bij zo’n stadstichting moet je je overigens niet teveel voorstellen. Het was vaak niet meer dan de verplaatsing van een groep mensen naar een plek waar een machtshebber mensen nodig had. Betsaïda kreeg zijn nieuwe bewoners vermoedelijk om de tetrarchie van Filippos op de Golanhoogte te voorzien van een haven aan het Meer van Galilea.noot Flavius Josephus, Joodse Oudheden 18.28. De stad werd prompt hernoemd – en wel naar de dochter van keizer Augustus, de roemruchte Julia. Omdat die in 2 v.Chr. in ongenade viel, moet de bevolkingsverplaatsing hebben plaatsgevonden in 4 of 3 v.Chr.

Ten slotte lag in het zuiden van het huidige Jordanië het gebied van de Nabateeërs, met als hoofdstad Petra. Hier woonde een halfnomadische, Arabischsprekende groep. Ik heb het er al eens over gehad. Ook waren er mensen die Safaïtisch spraken, een taal die oudheidkundigen pas de laatste jaren hebben leren doorgronden dankzij de bestudering van duizenden inscripties.

[Wordt vervolgd; een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

Deze blog is gratis, maar als u me wil steunen, koop dan een van mijn boeken, doe via Livius.nl een cursus of reis, of doneer. U kunt de blog ook volgen via het Whatsapp-kanaal.

Deel dit:

https://mainzerbeobachter.com/2024/09/15/judea-en-zijn-buren-politiek/

#Akko #Amman #Beiroet #BethShean #Betsaïda #CaesareaMaritima #civitasLibera #colonia #Dekapolis #Dor #ElAraj #Filadelfeia #FilipposHerodiaan_ #Gadara #Gaza #Gerasa #GnaeusPompeiusMagnus #Golan #Hauran #HerodesAntipas #HerodesArchelaos #HerodesDeGrote #Idumea #Jerash #Jeruzalem #Judea #JuliaIII #MeerVanGalilea #Nabateeërs #NieuweTestament #Panias #Peraia #Petra #PtolemaiosVanAlexandrië #Safaïtisch #Samaria #Sepforis #Sidon #Skythopolis #Tiberias #Tyrus

2023-08-27

Herodes de Grote

De decoratie van het paleis van Herodes in Masada

Het Nieuwe Testament gaat over vissers, tollenaars, huismoeders en timmerlieden: het kopergeld van Romes gouden eeuw, om Arie van Deursen te parafraseren. De groten der aarde blijven echter niet onvermeld: keizer Augustus, keizer Tiberius en een handvol plaatselijke vorsten maken hun opwachting. Uit die laatste categorie is koning Herodes er een. Of beter: Herodes is er vijf, want we hebben Herodes de Grote, Herodes Archelaos, Herodes Antipas en twee keer Herodes Agrippa. En dan is er nog een Herodes die geen Herodes heette maar Filippos. Dus dat maakt zes. Daar wil ik het de komende tijd eens over hebben.

Antipatros

En we beginnen bij de grondlegger van de dynastie: Antipatros. U bent hem, als u een trouwe lezer bent, eerder tegengekomen: hij was commandant van het leger dat Julius Caesar in 47 v.Chr. te hulp schoot tijdens de Alexandrijnse Oorlog. Als dank benoemde Caesar hem tot epitropos – een woord dat we zouden kunnen vertalen als toezichter – voor de zwakke heerser Hyrkanos II.

Later, in de verwarde periode na de moord op de dictator, dwongen Brutus en Cassius hem tot het betalen van een enorm bedrag. De Oudheid zijnde de Oudheid wentelde Antipatros de betaling af op de bevolking. Die keerde zich tegen de machtshebbers en Antipatros werd vermoord. Niet veel later herstelde Marcus Antonius de orde en hij benoemde Antipatros’ veelbelovende zoon Herodes tot koning van Judea.

Herodes de Grote

De nieuwe koning, die weleens de bijnaam “de Grote” kreeg, moest zijn hoofdstad veroveren, want niet iedereen in Jeruzalem zat op hem te wachten. Gelukkig kreeg hij de beschikking over twee Romeinse legioenen (III Gallica en VI Ferrata). Het garnizoen van de bezette stad werd ondergebracht in een fort, dat Herodes naar zijn weldoener noemde: de Antonia-burcht. Die naam bleef gehandhaafd toen Herodes partij wisselde en Marcus Antonius inruilde voor Octavianus.

In de ruim dertig jaar van zijn regering, was hij als koning even succesvol als hij als privépersoon ongelukkig was. Althans, dat is het beeld dat de Joodse historicus Flavius Josephus schetst, en het moet gezegd: de regering eindigde in complete paranoia. Kort voor Herodes’ dood in 5 v.Chr. (misschien begin 4) liet hij nog een zoon executeren. De kindermoord in Betlehem is niet gedocumenteerd buiten Matteüs 2, maar klinkt niet onwaarschijnlijk.

Even goed was zijn beleid effectief. Doordat hij ook de exploitatierechten bezat van de kopermijnen op Cyprus, was hij schatrijk. De Wierookroute vanuit Jemen liep via het Petra van de Nabateeërs naar zijn residentie in Caesarea: nog meer inkomsten. Hoge belastingen ook. Josephus noemt twee belastingen (een van 10,7% en een van 8,6%), wat excessief veel is in een voorindustriële samenleving. De mensen konden het nauwelijks opbrengen, behalve als ze dienst deden op een van zijn bouwprojecten.

De Klaagmuur, ofwel de westelijke muur van het terras van de tempel in Jeruzalem, is het bekendste voorbeeld van Herodes’ bouwactiviteit

Dat zijn er vele. (Tot grote vreugde van de huidige toeristische diensten van Israël.) Herodes’ paleis wordt genoemd in Handelingen 23.35. Andere bouwwerken zijn de Tempel in Jeruzalem, Masada, Machaerus, Herodion en de schitterende hoofdstad Caesarea.

Wrevel

Hoge belastingen en hoge werkdruk: alle reden waarom de Joden hun koning haatten. Maar er was meer. Hij kwam uit een familie met Fenicische voorouders en was de zoon van Antipatros, die een Idumeeër was. Herodes’ moeder was Arabisch, en hoewel er discussie over was, was menigeen van mening dat alleen mensen met een Joodse moeder Joods waren. (In later eeuwen zou dit het dominante standpunt worden.) Kortom, de wrevel over de belastingheffing werd uitgebreid met ergernis over het feit dat hij “niet van hier” was. Dat hij schuldslaven aan het buitenland verkocht, wat verboden was volgens de Wet van Mozes, maakte hem niet geliefder.

De koning had dus een leger nodig, dat hij rekruteerde onder de Samarianen. (Dat zijn dus de bewoners van de stad Samaria en omgeving. Het is iets anders dan de samaritaanse geloofsgemeenschap.) Met niet minder dan tien huwelijken verbond Herodes zich met diverse voorname lokale en regionale families. En in Jeruzalem was er altijd de Antonia-burcht.

Paleis in Masada

Het bittere einde

De regering van Herodes eindigde, zoals gezegd, in paranoia. Toen hij ziek werd, riepen twee populaire schriftgeleerden, Judas en Matthias, hun leerlingen op om de gouden adelaar van de ingang van de Tempel te verwijderen. Wat het pijnpunt was, is onduidelijk, maar de uitkomst van het incident was gruwelijk: Herodes liet leraren en leerlingen levend verbranden.

Binnen de koninklijke familie brak ruzie uit over de opvolging. Herodes liet zijn zonen Aristoboulos en Antipatros II in 7 en 5 v.Chr. executeren. Misschien was dit het moment waarop keizer Augustus grapte dat het veiliger was om Herodes’ varken (hus) te zijn dan zijn zoon (huios).

De keizer bekrachtigde echter het testament van Herodes. Na zijn dood in 4 v.Chr. werd het koninkrijk verdeeld onder zijn zonen. Herodes Antipas zou als tetrarch heersen over Galilea en de oostelijke Jordaanoever; Filippos werd tetrarch van de Golanhoogte in het noordoosten; en Archelaos zou regeren over Judea en Samaria. Dat liep uit op een ramp, maar daarover een andere keer.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#Antipatros #AntoniaBurcht #Augustus #CaesareaMaritima #FilipposHerodiaan_ #Golan #HerodesDeGrote #IIIGallica #Jeruzalem #KindermoordVanBetlehem #MarcusAntonius #Masada #MeerVanGalilea #NieuweTestament #samaritaanseGeloofsgemeenschap #samaritanen #VIFerrata

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst