#dodeZeeRollen

2025-11-16

Het scheiden der wegen

Schema van het scheiden der wegen (klik=groot)

Het is niet voor het eerst dat ik schrijf over het scheiden van de wegen van joden en christenen. Voor negentiende-eeuwse christenen was dat simpel: er was een Oud Verbond en omdat de joden Jezus van Nazaret niet hadden erkend als messias, was er een Nieuw Verbond, waarin de joden als verbondsvolk waren vervangen door de christenen. En voor joden was het ook al simpel: christendom was monotheïsme voor de export, maar niet het onversneden echte spul. Beide groepen – de negentiende-eeuwse christenen en de negentiende-eeuwse joden – claimden het tempeljodendom als hun eigen erfgoed en meenden dat de andere religie zich van de rechte leer had afgesplitst.

De geschiedenis van het christendom werd lange tijd eigenlijk even simpel voorgesteld. Ooit was er een zuivere kerk geweest, waar links en rechts aftakkingen van waren, met één orthodoxe stroming die in een rechte lijn vanaf de apostelen ging naar het eigen kerkgenootschap.

Al in de negentiende eeuw stond vast dat het complexer was. De Dode Zee-rollen en de publicatie van vroegchristelijke bronnen hebben dat bevestigd. Ik verzorg over deze materie weleens een cursus, en onlangs maakte ik daarbij het schema dat u hierboven ziet. Het is in deze vorm gemaakt door Kees Huijser, die wel vaker het grafische werk voor deze blog verzorgt. Ik beweer niet dat dit overzicht correct is; er is geen verband of lijn die niet ook anders kan zijn; maar het schema helpt om de stof te ordenen.

Pluriform jodendom

Helemaal links ziet u de situatie rond het jaar 150 v.Chr. In zijn Joodse Oorlog en Joodse Oudheden gebruikt de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus ongeveer dit moment om de stromingen te introduceren die volgens hem het normale jodendom vertegenwoordigen: de farizeeën, de sadduceeën en de essenen.

Het is plausibel dat deze drie stromingen ontstonden door het conflict dat ligt besloten in de Dode Zee-rol die bekendstaat als 4QMMT, “Enige werken der Wet”. Volgens een mogelijke interpretatie richtte de auteur zich tot hogepriester Jonathan, om hem te waarschuwen voor de eerste farizeeën (“Belialsoverleg”) en te brengen tot de juiste, vroeg-sadducese opvattingen. Toen de hogepriester niet akkoord ging, splitste de groep rond de auteur van deze brief zich van de sadduceeën af en vormde de groep van de essenen. Althans, dat is een mogelijk scenario, dat is gebaseerd op de aanname dat de Dode Zee-rollen door de essenen zijn geschreven. Dat is maar de vraag.

Als deze aanname correct is, zijn er ook meerdere esseense groepen geweest; de Dode Zee-rollen documenteren verschillen in opvatting en verschillende woonplaatsen. Ook de farizeeën waren verdeeld; vanaf het begin van de jaartelling waren er twee hoofdstromingen. De sicariërs, waarvan nogal eens wordt genegeerd dat ze ook niet-joodse leden hadden, waren overigens een farizese afsplitsing. De meeste joodse stromingen overleefde de ondergang van Jeruzalem in 70 niet.

Het scheiden der wegen

De Jezusbeweging kende ook twee takken, waarvan de joodse tak is vertegenwoordigd in de Didache (al zijn er andere interpretaties) en de niet-joodse in de brieven van Paulus en de evangeliën. Die zijn geschreven rond 70 (Marcus) en in de generatie er na. Er zijn geleerden die het evangelie van Johannes dan weer heel vroeg plaatsen en beweren dat dat “een game-changer” is, maar ik geloof er helemaal niks van. Ik noem het echter om nog eens te benadrukken dat het schema ook maar een vereenvoudiging is, ja een oververeenvoudiging.

Meer oververeenvoudiging: Jochanan ben Zakkai organiseerde het rabbinaat en baseerde zich daarbij op een van de twee farizese stromingen. Helemaal onwaar is het niet, maar het rabbijnse jodendom dat zo kwam te ontstaan, heeft bredere wortels dan alleen het farizeïsme. De optekening van de Mishna, een verzameling rabbijnse wijsheid, toont dat joods leven mogelijk is in een samenleving die niet joods is. Er zijn geen Joodse machthebbers, met andere woorden – een gevolg van de opstand van Bar Kochba. Na 136 na Chr. moest men achttien eeuwen wachten voor een nieuwe Joodse staat in het land van Israël.

Die Bar Kochba-opstand had een einde gemaakt aan de joodse christenen. Althans, daarvoor zijn aanwijzingen. Het is weer niet zo zeker allemaal. Wat wél zeker is, is dat op dat moment de rabbijnse joden en de christenen al uit elkaar aan het gaan waren. De door de Romeinse keizer Domitianus met ongebruikelijke hardheid geïnde belasting die bekendstaat als Fiscus Judaicus speelde daarbij een belangrijke rol, maar er waren meer factoren, waarover discussie bestaat.

Pluriform christendom

De andere, niet-joodse christenen waren verdeeld over allerlei oriëntaties en ideeën, die ik in dit schema achterwege heb gelaten. Egypte was een fabriek aan nieuwe opvattingen. In de tweede helft van de tweede eeuw organiseerde Eirenaios van Lyon het nieuwe geloof, en zijn opvattingen staan aan het begin van de proto-orthodoxie.

Er zijn op dat moment andere opvattingen. Montanisme, die het martelaarschap verheerlijken; gnostici, met een complexe mythe en eigen teksten, bekend uit Nag Hammadi. En er zijn nog meer opvattingen, die we niet altijd even goed kennen. De meeste mensen die Christus vereerden, deden dat in combinatie met de oude goden, en de scheiding van het langzaam groeiende rabbijnse jodendom was ook niet scherp. Over deze ideeën zijn we slecht geïnformeerd omdat latere, orthodoxe kopiisten dit materiaal zelden kopieerden. Soms, zoals in een hymne waarin Christus aan Apollo wordt gelijkgesteld, schemert er iets door.

De keuze van Constantijn

De bekering van Constantijn betekende dat het exclusivistische christendom (dat stelde dat als je Jezus vereerde, je hem als enige godheid aanvaardde en dus niet, zoals in de Oudheid gewoon was, de nieuwe god combineerde met de verering van de andere goden) de wind in de zeilen kreeg. Iets preciezer: binnen dit exclusivistische christendom steunde hij de proto-orthodoxe groep. Met het Concilie van Nikaia, dit jaar zeventien eeuwen geleden, werd dit de staatskerk van het Romeinse Rijk.

Was de proto-orthodoxie de belangrijkste groep binnen het derde-eeuwse christendom, en was Constantijns specifieke keuze daarom voorspelbaar? Of was de proto-orthodoxie een van de vele christelijke oriëntaties, en was zijn keuze persoonlijk? Ik voor mij denk het laatste, maar er zijn geleerdere mensen die denken dat het proto-orthodoxe christendom dominant was, en sommigen denken dat die dominantie begon met Eirenaios, anderen denken dat het al eerder het geval was.

Wat ik maar zeggen wil: dit schema is handig voor onderwijsdoelen, en wat mij betreft mag iedereen het gebruiken. Als je er maar bij zegt dat elk aspect discutabel is.

#4qmmt #constantijnDeGrote #didache #dodeZeeRollen #domitianus #eersteConcilieVanNikaia #eirenaiosVanLyon #essenen #exclusivistischeChristenen #farizeeen #fiscusJudaicus #flaviusJosephus #gnosis #jezusVanNazaret #jochananBenZakkai #jonathanDeMakkabeeer #messias #mishna #montanisme #nagHammadi #nietExclusivistischeChristenen #sadduceeen #scheidenDerWegen #sicariers

2023-12-17

De sekte van de Dode-Zee-rollen

Een van de Dode-Zee-rollen: 4QTestimonia, met teksten over de messias (Jordan Museum, Amman)

In eerdere stukjes heb ik aangegeven dat er een joodse groep is geweest die we de essenen noemen en dat deze groep misschien wel en misschien niet iets te maken heeft met de Dode-Zee-rollen. Ook heb ik een overzicht van enkele rollen gegeven.

Aan de hand van die teksten kunnen we wél een geschiedenis van de sekte schetsen, al zijn er nog veel onduidelijkheden. We weten echter zeker dat ze is ontstaan door het optreden van een geleerde die wordt aangeduid als de Leraar der Gerechtigheid. We hebben diverse teksten over deze beginfase, maar helaas niet over de verdere ontwikkeling. Om het complex te maken, zijn de teksten vaak cryptisch geformuleerd. We hebben bijvoorbeeld geen idee wie worden bedoeld met de Spotter en de Man van de Leugen, twee tegenstanders van de Leraar der Gerechtigheid. Alleen de identificatie van de Goddeloze Priester met Jonathan de Makkabeeër is plausibel, maar ook niet meer dan dat.

Het ontstaan van de sekte van de Dode-Zee-rollen

Een geschiedenis zou kunnen beginnen met de wortels van de beweging, ergens aan het begin van de tweede eeuw: het moment waarop er volgens het Damascusgeschrift “een rest” was die haar zondigheid inzag. Mogelijk is deze groep te identificeren met degenen voor wie de Tempelrol is geschreven. Twintig jaar later – en dan zouden we ergens rond 168 v.Chr. zijn, toen er inderdaad een crisis in de tempelcultus was – verscheen de Leraar der Gerechtigheid, een priester die claimde de profeten beter dan wie ook te doorgronden. Hij had een conflict met de Spotter, over wie we in het Damascusgeschrift lezen dat hij “over Israël wateren van leugen uitgoot” en de Joden “liet afwijken van de paden der gerechtigheid”, waarna God hen “overleverde aan het wrekende zwaard”. De jaren 160 waren inderdaad bloedig door de onderdrukking van de Makkabeeënopstand.

We weten niet wie de Spotter was, maar lezen wel dat hij aanhangers had. Wellicht waren dat de eerste farizeeën, want Enige werken der Wet, dat geschreven lijkt te zijn door de Leraar de Gerechtigheid, veronderstelt onenigheid met deze groep. Het conflict, dat ging over enkele halachische kwesties en de juiste kalender, lijkt serieus te zijn geweest, zeker als de Spotter identiek is aan de in de commentaren op Psalmen, Micha en Habakuk genoemde “man van de leugen”. Diens biografie lijkt op wat in het Damascusgeschrift wordt gezegd over de tegenstander van de Leraar der Gerechtigheid: hij misleidde velen en had aanhangers.

Het lijkt erop dat deze tegenstander erin is geslaagd de Leraar door een raadscollege veroordeeld te krijgen en dat deze daarop Jeruzalem verliet, zijn tegenstanders toevoegend dat hun addergif en valsheid opspoten tot aan de sterren. Het staat vast dat de balling vervolgens met zijn aanhangers het Verbond vernieuwde in “het land van Damascus”. Of we deze topografische aanduiding letterlijk mogen nemen, weten we weer eens niet, maar niets pleit ertegen dat de Leraar en zijn leerlingen zich vestigden in een nabijgelegen deel van het Seleukidische Rijk.

Verdere geschiedenis

Was de Leraar der Gerechtigheid nog in ballingschap toen hij Enige werken der Wet schreef? Misschien. Richtte hij zich tot de eerste, in 152 aan de macht gekomen, Hasmonese hogepriester, Jonathan de Makkabeeër? Wellicht. Was dat de tegenstander die wordt aangeduid als de Goddeloze Priester? Het lijkt erop.

Deze tegenstander van de Leraar der Gerechtigheid leek aanvankelijk een bondgenoot, zo lezen we in de Pesher Habakuk, en kreeg de macht over Israël. Hij keerde zich echter tegen de Leraar en probeerde hem zelfs te doden op de dag die in de sektarische kalender gold als Grote Verzoendag – misschien zelfs met succes. Wegens deze wandaden en omdat hij de tempel had verontreinigd, leverde God de Goddeloze Priester uit aan zijn vijanden. Wat de Habakukcommentator zegt past bij Jonathan, maar de identificatie blijft hypothetisch.

De aanhangers van de Leraar der Gerechtigheid behielden enorme eerbied voor hun meester. Ze vereenzelvigden hem met de “lijdende dienstknecht” waarover de profeet Jesaja had geschreven. Deze was weliswaar verguisd, onrechtvaardig veroordeeld en verbannen om een graf te vinden tussen de misdadigers, maar had daardoor wel het lijden van anderen gedragen. Volgens het Damascusgeschrift en de Pesher Micha verwachtten de sektariërs dat de Leraar zou terugkeren om zijn vijanden te berechten. De goddelozen zouden voor immer worden uitgeroeid, de wandaden van de Goddeloze Priester werden dan vergolden en de aanhangers van de Man van de Leugen zouden branden.

Zoekgeraakte eeuwen

Na de dood van de Leraar der Gerechtigheid, over wiens loopbaan we zo weinig weten, wordt het nog moeilijker om een geschiedenis van de sekte te schrijven. In feite is een eeuw of twee gewoon zoek, al moeten zijn volgelingen op een gegeven moment uit ballingschap zijn teruggekeerd naar Judea. Het Damascusgeschrift documenteert een pluriformer wordende groepering. Later werd de ideologie van de sekte vastgelegd in de Pesher Habakuk, de Pesher Psalmen en de Oorlogsrol: ook een eeuw na het ontstaan van de sekte geloofden de leden dat ze leefden in de Eindtijd en snel zouden zien hoe de goddelozen werden bestraft.

We zouden graag meer weten over deze Joodse groepering, maar de bronnen – hoe talrijk ook – zijn domweg ontoereikend. Alleen over het einde van de sekte hebben we weer wat informatie. Toen de Romeinen vanaf 66 na Chr. probeerden de Joodse Opstand te onderdrukken, brachten sommige sektariërs hun boekrollen in veiligheid bij Qumran.

Josephus vermeldt nog dat de essenen door de Romeinen hard zijn aangepakt en dat ze, ook als ze werden gemarteld, geen krimp gaven. Dat kan waarheid of idealisering zijn, maar in elk geval overleefde het essenisme de crisis niet. En ook dat lijkt een overeenkomst met de sekte van de Dode Zee-rollen: geen van de sektariërs keerde naar Qumran terug om de kostbare boekrollen op te halen.

#4QTestimonia #Damascusgeschrift #DodeZeeRollen #Eindtijd #EnigeWerkenDerWet #eschatologie #essenen #farizeeën #FilonVanAlexandrië #GroteVerzoendag #halacha #JonathanDeMakkabeeër #LeraarDerGerechtigheid #LijdendeDienstknecht #Oorlogsrol #PesherHabakuk #Qumran #Tempelrol #verzoeningTheologie_

2020-11-29

Messias (3)

Een van de Dode-Zee-rollen: 4QTestimonia, met teksten over de messias (Jordan Museum, Amman)

Ik heb in de twee eerste stukjes (één, twee) verteld hoe het messianisme is ontstaan als een droom over een betere koning, afkomstig uit het huis van David. De eindtijdverwachtingen die in het christendom een rol zijn gaan spelen, ontbraken in het jodendom aanvankelijk, maar zijn wel gedocumenteerd. Misschien is dit een latere ontwikkeling. De combinatie van een koning die én eschatologisch is én de Mensenzoon is die het Laatste Oordeel velt, zo normaal in het christendom, is in het antieke Jodendom volstrekt marginaal. Uit de meer gangbare teksten, zoals Psalm van Salomo 17, valt eigenlijk vooral een compleet seculiere profielschets af te leiden.

Twee messiassen

Er schuilt echter een tegenstrijdigheid in het takenpakket van de ideale vorst uit de zeventiende Psalm van Salomo. Enerzijds is de messias een krijger, maar anderzijds verricht hij taken die rituele reinheid vereisen. Misschien is dit de reden waarom er ook teksten zijn waarin naast de koninklijke messias een tweede messias voorkomt met een minder krijgszuchtig karakter. Het is ook mogelijk dat het idee van een dubbele messias een reactie is geweest op de Hasmonese leiders, die én hogepriester waren én de wereldlijke macht uitoefenden. De dubbele messianologie kan een uiting zijn van correct constitutioneel gedrag: de functies van krijger-koning en hogepriester dienden gescheiden te blijven.

Wat de herkomst van het idee ook zij, het bestond. De samensteller van een bloemlezing van messiaanse schriftpassages, de hierboven afgebelde 4QTestimonia, weet bijvoorbeeld dat de loot van David zal verschijnen met de “onderzoeker van de Wet”. Het Damascusgeschrift, zeg maar de grondwet van de sekte van de Dode-Zee-rollen, spreekt enkele keren de verwachting uit dat in de Eindtijd naast de messias van Israël ook een messias van Aäron zal verschijnen.

Een ander voorbeeld is de beschrijving van de eschatologische maaltijd, waarin de priesterlijke messias gaat aanzitten op een betere plek dan zijn koninklijke collega. “Zoals de hemel boven de aarde is,” observeerde de auteur van de Testamenten van de twaalf aartsvaders, “zo is Gods priesterschap verheven boven de aardse heerschappij”. Het is denkbaar het idee van de dubbele messias ook in de praktijk is toegepast. In 132 na Chr. kwamen de Joden tegen Rome in opstand onder leiding van de messias Bar Kochba, het “sterrenkind”. Een rabbijnse bron, Klaagzangen Rabbah, vermeldt naast Bar Kochba nog een priester, Eleazar, en we weten dat in diens naam munten zijn geslagen. Het is een aantrekkelijke gedachte dat hij Bar Kochba’s priesterlijke messias was.

De priesterlijke messias

Er zijn enkele teksten waarin de priesterlijke messias alleen optreedt, zonder collega, wat niet zo vreemd is omdat hogepriesters vanouds werden gezalfd en dus als het ware een eigen mandaat hadden. Het Dode-Zee-rolfragment dat bekendstaat als Aäronidische tekst A vertelt hoe de toekomstige hogepriester zijn tijdgenoten zal laten delen in zijn wijsheid en dat hij

verzoening zal doen ten behoeve van de kinderen van zijn generatie en gezonden zal worden naar alle kinderen van zijn volk.

Helaas, zo vervolgt de tekst, het onderricht mag dan zijn zoals God het wil en mag de duisternis dan verdrijven tot aan de einden de aarde, uiteindelijk zullen tegenstanders de priesterlijke messias belasteren, zodat zijn tijdgenoten zullen dwalen en verstrikt raken. In de tekst die bekendstaat als 11Q13 draait het om Melchisedek, de hogepriester die ooit Abraham had gezegend en die zou terugkeren om een einde te maken aan de heerschappij van Belial.

Hoe invloedrijk het idee van een priesterlijke messias was, is moeilijk uit te maken. De Aäronidische tekst was vermoedelijk niet sektarisch en kan in bredere kring bekend zijn geweest, zodat ze een model kan zijn geweest dat de volgelingen van Jezus van Nazaret gebruikten om de dood van hun meester een plaats te geven. Zij kenden zeker de ideeën over Melchisedek, want ze worden aangehaald in de Brief aan de Hebreeën, waarin Jezus geldt als de perfecte hogepriester.

Overigens: deze priesterlijke messias is onmiskenbaar eschatologisch van aard, maar hij is dus niet dezelfde als de Mensenzoon die het Laatste Oordeel zal vellen. De priesterlijke messias is een menselijk figuur.

Profeet zoals Mozes

Er zijn nog meer messianologieën gedocumenteerd, zoals de “profeet zoals Mozes”. Deuteronomium kondigt aan dat God profeten zou doen opstaan als Mozes, die men moest gehoorzamen. Deze regel was niet zonder weerklank gebleven. Hosea en Jesaja hadden al gespeeld met de gedachte van een nieuwe Uittocht en de Joodse historicus Josephus noemt verschillende mannen die zich in de eerste eeuw aandienden als nieuwe Mozes.

  • In 36 kondigde een profeet aan dat hij op de berg Gerizim, waar volgens de samaritanen de tempel diende te staan, vaatwerk zou tonen dat Mozes daar had begraven. Toen de aanhangers van de samaritaanse profeet bewapend bleken te arriveren, stuurde prefect Pontius Pilatus de cavalerie eropaf.
  • In de jaren vijftig nodigde een anonieme profeet zijn volgelingen uit met hem de woestijn in te trekken.
  • Niet veel later kwam een Egyptenaar, ongetwijfeld met aanhang, de andere kant op en rukte op naar Jeruzalem.
  • Theudas modelleerde zijn optreden niet op dat van Mozes, maar op dat van diens opvolger Jozua: hij voorspelde dat de Jordaan in tweeën zou splijten om hem en zijn aanhangers doortocht te verlenen naar het Beloofde Land.

Al deze profeten werden om het leven gebracht, maar dat was niet voldoende om het idee te doen verdwijnen: nog in 448 na Chr. volgden de Joden van Kreta een nieuwe Mozes, die hun beloofde dat hij de zee zou splijten om een weg naar Jeruzalem te openen. Sommigen betaalden voor hun geloof met de verdrinkingsdood.

De profeet als Elia

Een ander figuur lijkt als taak te hebben gehad de koninklijke messias aan te kondigen en wordt wel vergeleken met de profeet Elia. Van deze profeet werd verteld dat hij zijn leerling Elisa tot profeet zalfde en dat hij met zijn gebed God had kunnen overreden een overleden kind te laten herleven. Het eerste maakte associaties mogelijk met de messias en het tweede maakte Elia bij uitstek geschikt om het aanbreken van de Eindtijd aan te kondigen: dan zouden, althans volgens sommige joodse groepen, de doden immers opstaan.

Een fragment uit de Dode Zee-rollen, 4Q521, vermeldt dat een Elia-achtig personage de gevangenen zal bevrijden, blinden zal doen zien, gebogenen zal oprichten, gewonden zal genezen, “de doden zal doen herleven en de ootmoedigen de blijde boodschap zal brengen”. Het is denkbaar dat Jezus van Nazaret zijn optreden naar Elia modelleerde en dat zijn leerlingen deze rol toekenden aan Johannes de Doper.

[Wordt vervolgd.]

#4QTestimonia #DodeZeeRollen #Eindtijd #eschatologie #messianisme #messias #NieuweTestament #Theudas #verzoeningTheologie_

2014-01-04

Gereduceerd verleden

Hoe ouder, hoe minder belangrijk

Ik heb het nooit geturfd, maar ik denk dat je, als je zou onderzoeken naar welke delen van het verleden men in de media het meest verwijst, zult concluderen dat het recente verleden frequenter wordt genoemd dan het wat verdere verleden. De twintigste eeuw trekt meer aandacht dan de negentiende, die weer populairder is dan de achttiende, enzovoort. Je zou misschien een beeld krijgen zoals op het grafiekje: een gestaag dalende lijn met een stevige top in de Gouden Eeuw en een wat minder stevige top in de Romeinse tijd.

Ik denk dat dit een vrij normale curve is. Vandaag de dag heeft iedereen meer belangstelling voor het recente verleden, heeft elk volk een gouden eeuw en blijft de belangstelling voor de Oudheid bestaan op dezelfde manier als waarop zij in de vroege negentiende eeuw is gevormd: een geseculariseerde vorm van de oudere belangstelling voor de ontstaanstijd van het christendom. Dat er zo weinig vernieuwing zit in de oudheidkunde is voldoende deprimerend om het punt nog eens te noemen, maar het is niet waarover ik het nu wil hebben.

Zo’n aflopende curve – minder belangstelling voor het verleden naarmate het verder is – is namelijk helemaal niet zo vanzelfsprekend als wij denken. Iedereen die zich wel eens heeft bezig gehouden met de Oudheid weet dat bijvoorbeeld de Grieken en Joden een heel andere visie hadden op de geschiedenis, waarin het verre verleden belangrijker was dan het recente. Zolang de Grieken onafhankelijk waren, was de Trojaanse Oorlog hét ijkpunt; toen ze eenmaal door de Romeinen waren onderworpen, keken de Grieken bovendien met liefde terug op de klassieke periode, hun eigen gouden eeuw. In feite is er dus een omgekeerde curve: hoe verder het verleden, hoe meer aandacht.

Livius’ boeken, per halve eeuw

De Romeinen hebben wat dat betreft een moderner geschiedbeeld, met een curve die lijkt op de zojuist getoonde. Elke staaf in de tweede tabel is een halve eeuw breed en toont hoeveel boeken de historicus Titus Livius wijdde aan die periode. (Dat de meest linkse staaf, die het langst zou hebben moeten zijn, korter is, is omdat die veertig en geen vijftig jaar beslaat.)

De Joden van het begin van onze jaartelling lijken meer op de Grieken dan op de Romeinen of ons. Ook voor hen was het verre verleden belangrijker dan het recente. Wie zich een beetje met het onderwerp bezighoudt, zal dat snel genoeg in de gaten hebben. De Joodse auteurs verwijzen vaak naar Abraham, Mozes en David, maar zelden of nooit naar de periode die daarop volgde: naar de twee koninkrijken Israël en Juda of naar de vorsten die daar regeerden. Men las wél de profeten die tijdens de Assyrische, Babylonische en Perzische tijd hadden geleefd, maar had geen belangstelling voor hun tijdgenoten.

Deze belangstelling voor de legendarische tijd lijkt algemeen te zijn geweest, en dit heb ik nu eens geturfd. Onder de Dode Zee-rollen zijn veel meer Bijbelse teksten over de aartsvaders en de politieke bloei ten tijde van David en Salomo dan over de daaropvolgende tijd. Er zijn bijvoorbeeld slechts drie exemplaren gevonden van Koningen, maar zeven van Genesis en acht van Exodus, terwijl er vijfendertig teksten zijn gevonden waarin de stof van Genesis wordt bewerkt (zoals het Boek van de wachters, het Boek der reuzen en Jubileeën).

Nu behoren de Dode Zee-rollen bij een sekte, maar de lofzang van de bepaald niet sektarische Jezus Sirach op de wijzen van weleer toont dezelfde voorkeur. Hij prijst Adam, Set, Henoch, Noach, Sem, Abraham, Isaak, Jakob, Jozef, Mozes, Aäron, Pinechas, Jozua, Kaleb, de Rechters, Samuël, Natan, David, Salomo, Elia, Elisa, Hizkia, Jesaja, Josia, Jeremia, Ezechiël, de twaalf kleine profeten, Zerubbabel, de hogepriester Jozua, Nehemia en de hogepriester Simon de Rechtvaardige: na negentien namen uit de gouden, vroegste tijd, bestaat het recentere verleden uit nog vier bestuurders en zeven profeten.

Als ik het goed heb geteld, bevat de Mishna, waarin farizees materiaal is opgenomen, niet minder dan 422 verwijzingen naar het verre verleden – dus koning Salomo of ouder – en 68 verwijzingen naar het recentere verleden, waarbij dan nog moet worden aangetekend dat de tweede groep uiteenvalt in 60 verwijzingen naar profeten en 8 naar historische personen.

Hebben de Joodse historici een ander geschiedbeeld? Er zijn uit de derde, tweede en eeuw v.Chr. vijf geschiedschrijvers bekend, maar  het lijkt erop dat ook Demetrios, Aristeas, Eupolemos, Kleodemos en Artapanos zich beperkten tot de gouden tijd: slechts twee van de negentien op hun naam overgeleverde fragmenten gaan niet over de vroegste geschiedenis.

Ik heb niet de pretentie met dit alles iets nieuws te melden. Zoals gezegd heeft iedereen die zich ook maar een beetje in het onderwerp verdiept, het snel genoeg in de gaten. Het leek me echter de moeite waard zo’n intuïtieve notie met cijfers te onderbouwen.

#DodeZeeRollen #geschiedschrijving #Mishna

Hoe ouder, hoe minder belangrijkLivius' boeken, per halve eeuw
2025-03-09

Echtscheiding in Romeins Judea

Ik ben geen voorstander van niet-authentiek beeldmateriaal, maar ik heb bij het blogje van vandaag niks beters dan Abraham die Hagar verstoot.

Het is een waarheid als een koe: waar twee culturen contact maken, nemen ze zaken van elkaar over. Dat geldt dus ook voor de Joodse cultuur, waar ik op zondag altijd over blog, en de Grieks-Romeinse cultuur, die momenteel aandacht krijgt in de Week van de Klassieken. Van Romeins-Joods cultuurcontact zijn allerlei voorbeelden en een speculatief voorbeeld schoot me vorige week te binnen: echtscheiding.

Joodse echtscheidingen

Een van de hardste gegevens over de leer van Jezus van Nazaret is zijn afwijzing van scheiding. Die is heel breed gedocumenteerd: Marcus 10.2-9 is een voorbeeld, de Bergrede bevat een ander.noot Matteüs 5.32. Het verbod is ook te vinden bij de apostel Paulus.noot Romeinen 7.2-6. We hebben dus documentatie uit minimaal drie bronnen: Marcus, Q en Paulus. Het zal bovendien niet in een Joodse context zijn verzonnen, aangezien het een breuk vormt met het gangbare jodendom. Echtscheiding was immers toegestaan, zij het met regels. De procedure rond de echtscheidingsbrief staat beschreven in Deuteronomium.noot Deuteronomium 24.1-4 en 21.14, 22.29.. De uitwerking van die regels staat in het Mishna-traktaat Gittin.

Jezus’ afwijzing van echtscheiding hing niet in het luchtledige. Ook de sekte van de Dode-Zee-rollen had er moeite mee, met als argument dat wie veel vrouwen heeft, ook zijn joodse geloof zou verliezen. Dat had koning Salomo immers bewezen.

Romeinse echtscheidingen

Maar wellicht is er een tweede reden waarom Jezus tegen echtscheiding was. Ik verzin die, maar het is niet onmogelijk dat er in zijn tijd een toename was van het aantal echtscheidingen, omdat dit onder het Romeinse recht heel eenvoudig was. In de Romeinse wereld kon een scheiding tot stand komen zonder formaliteiten, eenvoudigweg doordat de twee partners stopten met gemeenschappelijk leven. Dat kon met wederzijdse goedkeuring gebeuren, of doordat een van de twee partners wegging.

Ik kan het niet bewijzen, maar het zou me niet verbazen als iemand nog eens aantoonde dat er met de komst van Rome in de Joodse wereld meer echtscheidingen waren. Waar twee culturen contact maken, nemen ze zaken van elkaar over: dat is een waarheid als een koe. En het is ook een waarheid als een koe dat als de leden van twee culturen elkaar kennen, ze elkaars gebruiken kunnen afwijzen.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#Bergrede #BriefAanDeRomeinen #Deuteronomium #DodeZeeRollen #echtscheiding #koningSalomo #Mishna #Paulus #QBron #RomeinsRecht

2025-02-08

Overgeleverde teksten

Een kopiist voltooit zijn werk

De discussie ging over het doorgeven van antieke verhalen. Het ligt voor de hand dat die veranderden toen ze nog mondeling waren. U kent vast wel het kleuterschoolspelletje waarbij de kinderen in een kring zitten, het eerste kind het tweede kind iets in het oor fluistert dat die moet doorfluisteren aan het volgende kind, en dat als het bericht de kring rond is gegaan, er een totaal andere boodschap is. Doorgegeven verhalen veranderen bovendien ook als ze op schrift staan. Waren er, opperde een van de discussianten, niet ook aanpassingen gedaan aan de Bijbel?

Mondeling overgeleverde teksten

Eerst even iets over dat mondelinge doorgeven. Ik speelde net vals door het te vergelijken met dat kleuterspelletje. Men had destijds namelijk een manier om de informatie accuraat door te geven: poëzie. Alliteratie, ritme en rijm helpen goed om een korte boodschap intact te houden. De Latijnse bezweringsformule pastores pecuaque salva servassis, “herders en vee, bescherm ze”, gaat terug tot het Proto-Indo-Europees en is een millennium of drie mondeling doorgegeven. Daarbij zijn wat aanpassingen gedaan aan de taal, maar het allittererende zinnetje zelf bleef bewaard.

Een ander voorbeeld: als de plot maar goed is, gaat een verhaal ook lang mee. Dat denken we althans en het klinkt plausibel. Het sprookje van Sjaak en de Bonenstaak is met zekerheid oer-, oeroud (lees maar hier). Het probleem met deze redenering is echter dat we niet weten welke verhalen verloren zijn gegaan. Misschien hadden die wel een veel sterkere plot. En trouwens, wat is dat eigenlijk, een sterke plot? Kortom, mondelinge tradities zijn niet helemáál onbetrouwbaar, maar eigenlijk hebben we er niet voldoende vat op.

Geschreven overgeleverde teksten

Als informatie eenmaal op schrift staat, kunnen we wel zien hoe ze wordt doorgegeven. En inderdaad, er zijn aanpassingen. Omdat de discussie de Bijbel noemde, haal ik daar een voorbeeld uit:

De Heer zette David tegen het volk op met de woorden: “Ga in Israël en Juda een volkstelling houden.”noot 2 Samuël 24.1; NBV21.

David doet keurig wat hem wordt opgedragen en wordt vervolgens bestraft. Voor de auteur van dit verhaal was dat geen probleem: God is te groot voor de menselijke criteria voor goed en kwaad. Een paar eeuwen later was men daar anders over gaan denken. De auteur van Kronieken past het verhaal aan:

Satan keerde zich tegen Israël en zette David ertoe aan in Israël een volkstelling te houden.noot 1 Kronieken 21.1; NBV21.

Wie nog meer bewerking zoekt, kan Genesis leggen naast Kronieken naast de apocriefe Henochitische literatuur, het Genesis-apocryphon, en Jubileeën, het Boek der reuzen en het Boek van Noach. Ik meen dat het Emanuel Tov, een van de grote kenners van de Dode-Zee-rollen, was die voor dit genre de term “reworked scripture” bedacht. Het simpele punt is: dit was een voorindustriële samenleving, waarin informatie schaars was en hoog werd aangeslagen. Men vond het om die reden belangrijker mensen juist te informeren dan de bedoeling van de auteur correct weer te geven. Men voelde zich daarom vrij de tekst te verbeteren als de opsteller zich, naar de nieuwere inzichten, had vergist. Dat op die manier juist verkeerde informatie kon ontstaan, is ons probleem, niet het hunne.

Zo moeten we ook kijken naar – ik noem eens wat – de antieke wetenschappelijke uitgaven van de homerische poëzie. Niemand bekreunde zich om de dichter zelf, het ging erom een goed gedicht te maken. Ander voorbeeld: de codificatie van het Romeins Recht door keizer Justinianus, waarin alle geldbedragen mechanisch werden aangepast aan de in zijn tijd gangbare valuta.

Hoe erg is dit alles?

Voor ons is dit allemaal wat onhandig, want wij vinden het wel belangrijk te weten wat de precieze woorden van deze of gene auteur zijn. Als er van een bepaalde tekst maar één handschrift is, zullen we nooit weten of er mee is gerommeld. Daarvoor is immers vergelijkingsmateriaal nodig.

Toch zijn er een paar hoopvolle tekenen. Een daarvan is dat we van redelijk wat teksten middeleeuwse kopieën hebben én antieke papyri, en dan blijkt de wildgroei toch niet zo groot te zijn. Een schrijffoutje hier of daar, dat wel, maar als er een standaardtekst was, werd die redelijk nauwkeurig doorgegeven. Niettemin: het blijft een punt van aandacht.

#2Samuël #BoekDerReuzen #BoekVanNoach #DodeZeeRollen #EmanuelTov #GenesisApocryphon #HenochitischeLiteratuur #Homeros #Jubileeën #Justinianus #koningDavid #Kronieken #mondelingeLiteratuur #poëzie #ProtoIndoEuropees #ReworkedScripture #Satan #SjaakEnDeBonenstaak

2024-12-31

Vragen rond de jaarwisseling (2)

Een Romeinse dodecaëder (Archeologisch Museum, Zagreb)

Ik nodigde u onlangs uit om vragen te stellen voor het lijstje “Vragen rond de jaarwisseling” van 2024. De eerste zes vragen beantwoordde ik daar; hier zijn er nog eens zes.

7. Is er meer bekend over hoe bijv. Caesar een grote troepenmacht met alle ondersteuning over grote (zee) afstanden kon sturen?

Ik denk dat u dit stuk moet lezen.

8. Was er in de oude wereld een sociale status vereist om deel te nemen aan de eredienst? Kijkend naar de meest populaire godheden in de antieke culturen, zie ik elitaire prioriteiten zoals autoriteit, oorlog en wijsheid. Verraadt dat een bepaalde maatschappelijke structuur?

De cultus draaide doorgaans om het offer en niet iedereen kon dat betalen. Dit betekent dat de maatschappelijke gemarginaliseerden waren uitgesloten van althans een deel van de eredienst. Een bekende anekdote gaat over Simeon, de zoon van Gamaliël, die protesteerde toen in de joodse tempel in Jeruzalem de prijs van een duif was verhoogd. Hij bereikte een normalisering van het tarief en daarmee was het heil opnieuw betaalbaar. Niet voor de bedelarmen, maar wel voor mensen die enige inkomsten hadden.

Dat de meest populaire goden zich bezighielden met autoriteit, oorlog en gecontroleerde kennis, is gezichtsbedrog. De populariteit van een god is af te meten aan inscripties en tempels en afbeeldingen, maar alle drie waren uitingen van de elite-cultuur. We weten feitelijk niet wie, maatschappijbreed, de populairste goden waren.

We kunnen wel nadenken over wat de gemarginaliseerden, zoals de herders uit het Lukas-evangelie, hebben gedacht. In voorindustriële werelden, waarin alles draaide om patronage en dus tussenpersonen, verlangen de machtelozen vooral naar rechtstreeks contact met degenen die de beslissingen nemen (“brokerless kingdom”). En de tempel, waar het offer zo duur was, was zo’n tussenpersoon tussen de gemarginaliseerde gelovige en zijn god. Acties tegen de officiële eredienst, zoals Jezus’ tempelreiniging, passen heel goed in dit beeld.

Ik focus in dit antwoord op het jodendom omdat het Nieuwe Testament zo verdraaid interessant is. Hier discussiëren vissers, prostituees en tollenaars over de zaken die zij belangrijk vonden en dat maakt het Nieuwe Testament tot een uniek sociologisch document. Ik heb het vaker geschreven, al weet ik even niet meer waar, maar alleen al om deze reden zou op de gymnasia wat meer gelezen moeten worden in het Lukasevangelie en de Handelingen van de apostelen.

9. Wat was het doel en de betekenis van de Romeinse dodecaëders?

Als ik het wist, doceerde ik nu aan de Sorbonne.

10. Ik heb weleens gehoord dat tussen ca 500 v.Chr. en 1000 na Chr. het terpengebied tot de dichtst bewoonde gebieden in Europa hoorde.

Dat lijkt me kras. Steden zijn echt dichter bevolkt dan welk platteland ook. En in een deel van de genoemde periode, tussen pakweg 250 en 450, was het kustgebied zelfs verlaten. Misschien is er een misverstand: West-Friesland was in de Bronstijd heel erg dichtbevolkt. Een mooi boek daarover is Landschap vol Leven. De archeologie van de Westfrisiaweg van Jolanda Bos en Sigrid van Roode.

11. Ik hoop op een overzicht “wijzigende inzichten van 2000 tot 2024 m.b.t. tot het tijdvak “einde Romeinse Rijk en Vroege Middeleeuwen”.

Dat is moeilijk samen te vatten, maar een paar dingen zijn wel duidelijk. Eén, we begrijpen beter dat rond het midden van de zesde eeuw er een paar verschrikkelijke dingen zijn gebeurd: drie snel op elkaar volgende vulkaanuitbarstingen, een epidemie die we nu met Pest kunnen identificeren en hongersnood. De demografische instorting was al langer bekend, maar we begrijpen nu de oorzaken beter. Dit is de feitelijke breuk tussen de laatantieke en vroegmiddeleeuwse samenleving. Het vacuüm werd gevuld door de Arabieren; hun wereld begrijpen we beter dankzij de ontdekking van duizenden en duizenden inscripties. Het ontstaan van de islam is ook beter begrepen.

Voor onze eigen contreien zou ik de muntschat van Lienden willen noemen, die bewees dat de macht van Rome zich rond 460 nog tot de Betuwe uitstrekte. Ze bewees ook dat het netwerk van het vroege Frankische Rijk is ontstaan binnen het Romeinse Rijk.

12. Wat is er waar van het verhaal over de goede grond in de Betuwe (bat ouwe) en de slechte van de Veluwe (vale ouwe)?

De beste etymologie van “Betuwe” is *bat-agwio, “het goede waterland”; u leest er hier meer over. Een moderne etymologie van “Veluwe” legt een verband met het Germaanse *felwa, dat zoiets als bleekgeel betekent; vgl. vaal en het Engelse woord fallow. Ook het Germaanse *felw- wordt wel genoemd, een woord dat zou verwijzen naar een moerasbos; vgl. ons woord wilg.

[wordt vervolgd]

#bedelarmoede #Betuwe #brokerlessKingdom #DodeZeeRollen #etymologie #Friezen #JolandaBos #JuliusCaesar #Lienden #NieuweTestament #patronage #SigridVanRoode #SimeonBenGamaliël #terpen #Veluwe #vikingen #vragenRondDeJaarwisseling #WestFriesland

Client Info

Server: https://mastodon.social
Version: 2025.07
Repository: https://github.com/cyevgeniy/lmst